NL1008100C2

NL1008100C2 - Werkwijze en inrichting voor het verzamelen of het opslaan van voorwerpen in een magazijn.

Info

Publication number: NL1008100C2
Application number: NL1008100A
Authority: NL
Inventors: Jan Theodorus Kusters
Original assignee: Jan Theodorus Kusters
Priority date: 1998-01-23
Filing date: 1998-01-23
Publication date: 1999-07-26
Also published as: EP1056662B1; EP1056662A1; ATE256059T1; DE69820487D1; US6353387B1; DE69820487T2; JP2002500995A; WO1999037562A1

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERZAMELEN OF HET OPSLAAN VAN VOORWERPEN IN EEN MAGAZIJN

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 verzamelen of opslaan van voorwerpen in een magazijn, waarbij een langs een rail verplaatsbaar apparaat wordt bewogen naar een lokatie waar voorwerpen moeten worden verzameld of moeten worden opgeslagen en welk apparaat informatie verschaft met betrekking tot de betreffende 10 voorwerpen, waarbij de rail is voorzien van electrische geleidingsmiddelen en het apparaat is voorzien van contactorganen die in contact staan met de geleidingsmiddelen en via welke geleidingsmiddelen electrische stroom naar het apparaat wordt toegevoerd 15 voor de aandrijving om het apparaat voort te bewegen.

Een dergelijke werkwijze is beschreven in octrooiaanvrage PCT/NL95/00346.

Het verzamelen van voorwerpen uit een magazijn kan 20 geheel automatisch geschieden, bijvoorbeeld door middel van robots, maar het kan ook door magazijnmedewerkers worden gedaan, waarbij de magazijnmedewerker gebruik maakt van hulpmiddelen teneinde zijn werk efficiënt te kunnen verrichten. Daarbij is het van belang dat de 25 medewerker op een efficiënte manier duidelijke informatie ontvangt, dat hij het betreffende vak van de magazijnstelling gemakkelijk kan opzoeken, dat hij zijn handen zoveel mogelijk vrij heeft om de betreffende voorwerpen op te pakken en voorts is het van belang dat 30 het aantal handelingen van de medewerker wordt beperkt.

Het genoemde apparaat, ook wel magazijnrobot of rackrunner (handelsmerk) genoemd, rijdt met een aantal wielen op een rail en komt tot stilstand op bepaalde 35 plaatsen om op die plaatsen de nodige informatie te geven of controles uit te voeren.

: \)ό i OU

2

Het is van belang dat het apparaat op een effectieve en betrouwbare manier wordt voorzien van de nodige gegevens tijdens het gebruik van het apparaat. In PCT/NL95/00346 wordt voorgesteld om het apparaat te laten communiceren 5 met een centrale computer door radiografisch gegevens over te zenden. In de praktijk kan dat echter storingen geven doordat storende signalen in de omgeving worden geproduceerd of doordat de signalen die met het apparaat communiceren op andere inrichtingen storen. Mede daarom 10 moet een radiografische gegevensoverbrenging aan allerlei voorschriften voldoen, welke voorschriften per land verschillend zijn. Daarom is een universeel toepasbaar systeem niet mogelijk.

15 De uitvinding beoogt een werkwijze waarbij op effectieve en betrouwbare wijze kan worden gecommuniceerd met het apparaat, zonder dat storingen van of door andere systemen kunnen optreden en zonder dat daarvoor speciale voorzieningen op het apparaat moeten worden aangebracht.

20

Hiertoe wordt het apparaat voorzien van gegevens voor het verschaffen van de informatie via de geleidingsmiddelen en de contactorganen die tevens de stroomvoorziening voor de aandrijving van het apparaat 25 verzorgen. Dit betekent dat zowel de stroomvoorziening als de communicatie door middel van dezelfde middelen plaatsvindt, hetgeen een vereenvouding en andere voordelen, zoals genoemd, tot gevolg heeft. Een modem in het apparaat en een modem in de centrale computer 3° waarmee het apparaat communiceert verzorgen daarbij het omzetten van de over te brengen gegevens in signalen die via een electrische geleiding kunnen worden getransporteerd. Dit is eenvoudiger, goedkopere en betrouwbaarder apparatuur dan zendapparatuur.

35

In een voorkeursuitvoering ontvangt het apparaat niet alleen gegevens van een centrale computer via de 1 ^ δ ‘ 0 0 3 geleidingsmiddelen en de contactorganen, maar verstuurt het apparaat ook via de contactorganen en geleidingsmiddelen gegevens naar een centrale computer, dat wil zeggen een verwerkingseenheid en/of 5 opslageenheid voor de gegevens.

Bij voorkeur worden de gegevens naar het apparaat toegevoerd en door het apparaat verstuurd tijdens korte onderbrekingen van de stroomtoevoer naar het apparaat.

10 Dat kan bijvoorbeeld gebeuren doordat middelen aanwezig zijn om de twee modems te verbinden zodra de electrische stroom tijdelijk wordt onderbroken. Dit onderbreken kan bij voorkeur plaats vinden als het apparaat stilstaat om met bedienend personeel te communiceren.

15

In een andere voorkeursuitvoering wordt op het moment dat gegevens moeten worden verstuurd de stroomtoevoer naar het apparaat tijdelijk, bijvoorbeeld gedurende een fractie van een seconde, onderbroken voor de 20 gegevensversturing. Daarbij kan het verzendende modem de stroom onderbreken, waarna het ontvangende modem die onderbreking herkent als een sein dat gegevens overgebracht gaan worden. Deze onderbreking is zodanig kort dat het functioneren van het apparaat daarvan geen 25 hinder heeft. Bij voorkeur omvat het apparaat een oplaadbare batterij die een constante voeding van het apparaat garandeert, ook tijdens de onderbreking van de stroomtoevoer.

30 In een andere voorkeuruitvoering worden de gegevens naar het apparaat toegevoerd en door het apparaat verstuurd tijdens de stroomtoevoer voor de aandrijving, waartoe de spanning van de stroom wordt gemoduleerd. Daarbij wordt aan de spanning een kleine fluctuatie gegeven die door 35 een modem wordt geproduceerd en die vervolgens door een ander modem weer kan worden omgezet in de verstuurde informatie.

; · : ^ ‘ j 0 4

De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting voor het verzamelen of opslaan van voorwerpen in een magazijn, voorzien van een apparaat dat kan aangeven hoeveel voorwerpen op een bepaalde lokatie moeten worden 5 verzameld of opgeslagen en/of dat andere informatie zichtbaar of hoorbaar maakt, en voorzien van een rail waarlangs het apparaat kan worden voortbewogen, welke rail is voorzien van electrische geleidingsmiddelen en het apparaat is voorzien van contactorganen die in 10 contact staan met de geleidingsmiddelen en via welke geleidingsmiddelen en contactorganen electrische stroom naar het apparaat kan worden toegevoerd voor de aandrijving om het apparaat voort te bewegen, welke inrichting middelen omvat om het apparaat via de 15 geleidingsmiddelen en de contactorganen te voorzien van gegevens voor het verschaffen van de informatie.

Bij voorkeur zijn de contactorganen sleepcontacten die over de in de rail aangebrachte geleidingsmiddelen 20 kunnen glijden en in een andere voorkeursuitvoering omvatten de contactorganen wielen die tegen de in de rail aangebrachte geleidingsmiddelen kunnen rollen.

Beide mogelijkheden zijn beproefde middelen voor het doorgeven van electrische signalen. Bij voorkeur worden 25 dezelfde sleepcontacten of wielen gebruikt voor de stroomvoorziening voor de aandrijving van het apparaat.

Het apparaat is bij voorkeur voorzien van een toetsenbord en/of een display en/of een printer en/of 30 een luidspreker en/of een indicator die naar een vak van ! het magazijn kan verwijzen en/of een waarschuwingslamp en/of een draaghandvat en/of een scanner die een barcode i op de rail kan lezen en/of een aansluiting voor een met ! de hand bedienbare scanner en/of een vast aangebrachte 35 barcode scanner voor het herkennen van voorwerpen.

I: ff; i'.i.Q } Mi') 5

In een voorkeursuitvoeringvorm is het apparaat voorzien van een weeginrichting voor het ter plaatse van de opslag van goederen wegen van die goederen. Een dergelijke verplaatsbare weeginstallatie kan ook 5 afzonderlijk als uitvinding worden beschouwd.

Bij voorkeur is voorts een transportinrichting aanwezig die naar de lokatie waar het apparaat zich bevindt kan worden gereden, waarbij het apparaat draadloos gegevens 10 uitwisselt met de transportinrichting door middel van infrarode of ultrasone signalen. Een dergelijk draadloze overdracht van gegevens is op zichzelf bekend. In een andere voorkeursuitvoering kan een magazijnmedewerker door middel van een toetsenbord en/of een display, dat 15 zich op afstand van het apparaat bevindt, bijvoorbeeld op de transportinrichting communiceren met het apparaat, waarbij de gegevens worden overgebracht door middel van infrarode of ultrasone signalen.

20 Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding worden beschreven.

Figuur 1 toont het apparaat in perspectivisch aanzicht, 25 Figuur 2 toont een raildeel in perspectivisch aanzicht, en

Figuur 3 toont een dwarsdoorsnede door een rail.

Figuur 4 toont een transportinrichting, en Figuur 5 toont een ander voorbeeld van een transport-30 inrichting.

De figuren geven het uitvoeringsvoorbeeld slechts schematisch weer, waarbij overeenkomende onderdelen met gelijke verwijzingscijfers zijn aangegeven.

35

Fig. 1 toont een apparaat 1 dat zich langs een rail 2 kan voortbewegen. Het apparaat is voorzien van een i! (13 i 0 0 6 aantal componenten, zoals een toetsenbord 3, een luidspreker 4, een display 5, een printer 6 en een waarschuwingslamp 7. Bovendien is het apparaat 1 voorzien van een niet in de figuur weergegeven scanner, 5 die tijdens het verplaatsen van het apparaat 1 de barcode van een strip 9 kan lezen, welke strip op de rail 2 is geplakt. Via deze strippen 9 bepaalt het apparaat zijn plaats wanneer het zich langs magazijnstellingen verplaatst. Wanneer het apparaat 1 10 een vooraf bepaalde positie bereikt, en dit waarneemt doordat de scanner de betreffende barcode leest, komt het apparaat 1 tot stilstand en begint bijvoorbeeld waarschuwingslamp 7 te branden en/of wordt door middel van luidspreker 4 een geluidssignaal gegeven. Op display 15 5 kan worden weergegeven hoeveel produkten en welke produkten uit het magazijn moeten worden genomen en door middel van printer 6 kunnen bijvoorbeeld etiketten ’ . worden geproduceerd die op de produkten moeten worden geplakt. Door middel van toetsenbord 3 kan door het 20 bedienend personeel met het apparaat 1 worden gecommuniceerd.

Het apparaat 1 vergemakkelijkt het uit een magazijn verzamelen van produkten of het in een magazijn opslaan van 25 produkten. Het verschaft de medewerker van het magazijn de nodige informatie, en wel op de plaats waar deze persoon informatie nodig heeft, terwijl deze persoon zijn handen kan vrijhouden voor het magazijnwerk dat hij moet verrichten. Met behulp van een niet in de figuur 30 weergegeven weeginrichting, die op het apparaat aanwezig is, kan op die plaats tevens het produkt, of de produkten, worden gewogen, waarbij het gewicht van de afgewogen hoeveelheid wordt geregistreerd.

| 35 Fig. 2 toont een stuk van de rail 2 met schematisch de positie van de vijf wielen waarmee het apparaat 1 langs de rail rijdt. Twee wielen 10 rijden daarbij op een t ·· -* r\ ï 7 horizontaal loopvlak 11 aan de bovenzijde van rail 2. Twee wielen 12 rijden op een verticaal loopvlak 13 aan de achterzijde van rail 2, welk loopvlak 13 nabij loopvlak 11 is gelegen. Een vijfde wiel 14 rijdt op een 5 verticaal loopvlak 15 aan de voorkant van de rail 2 nabij de onderzijde ervan.

Alle wielen 10,12,14 zijn roteerbaar gelagerd in het apparaat 1 en één of meerdere van deze wielen zijn 10 aandrijfbaar door middel van een aandrijfmotor die zich in het apparaat 1 bevindt, zodat het apparaat langs de rail kan rijden.

Rail 2 bestaat in hoofdzaak uit een profielbalk die in 15 fig. 3 in meer detail is weergegeven. Daarbij zijn de wielen 10,12,14 schematisch weergegeven. De in fig. 3 in dwarsdoorsnede getekende holle profielbalk 16 bestaat uit aluminium.

20 Profielbalk 16 is voorzien van een eerste horizontaal loopvlak 11 aan de bovenkant, een tweede verticaal loopvlak 13 aan de achterzijde, en een derde verticaal loopvlak 15 aan de voorzijde. Voorts is profielbalk 16 aan de voorzijde voorzien van een vlak 17 waarop op de 25 gewenste plaatsen een strip 9 (fig.l) met een barcode kan worden geplakt. Aan weerskanten van vlak 17 is een rug 18 aanwezig, zodat de strip 9 tegen beschadiging wordt beschermd.

30 Tussen het loopvlak 15 en het vlak 17 is profielbalk 16 voorzien van een uitsparing waarin een kunststof strip 19 is aangebracht met daarin twee geleidingsdraden 20, die elektrische geleidingsmiddelen vormen. Langs deze draden 20 glijden schematisch weergegeven sleepcontacten 35 8 die aan het apparaat 1 zijn bevestigd en electrische stroom vanaf de geleidingsdraden 20 overbrengen naar het apparaat 1, welke stroomvoorziening dient voor de 4 λ r\ ' - .· ··..·· \j 8 aandrijving van het apparaat 1. Daarbij kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een gelijkstroom van 12 volt of 24 volt.

5 In het inwendige van profielbalk 16 bevindt zich een eerste ruimte 21 en een tweede ruimte 22. Ruimte 21 heeft aan de achterzijde van de profielbalk een gleuf 23 die zich over de lengte van de profielbalk uitstrekt. In de dwarsdoorsnede van fig. 3 is in deze gleuf 23 een 10 moer 24 getekend waarmee de profielbalk 16 kan worden bevestigd. Moer 24 kan twee evenwijdige vlakken 33 hebben waarmee de moer in gleuf 23 kan glijden, en die de moer blokkeren tegen verdraaiing.

15 In ruimte 22 van profielbalk 16 bevindt zich volgens fig. 3 een verbindingselement 25 dat nauw passend in ruimte 22 kan worden geschoven, zoals dat uit fig. 3 blijkt. Verbindingselement 25 bestaat bijvoorbeeld uit staal, en kan in profielbalk 16 worden vastgezet door 20 middel van schroef 26 die in verbindingselement 25 kan worden geschroefd en waarvan de kop zich in een rond gat in profielbalk 16 bevindt, welk gat wordt afgesloten doordat de kunststof strip 19 er over heen wordt aangebracht nadat schroef 26 is vastgedraaid.

25

Via geleidingsdraden 20 en daarover verplaatsbare sleepcontacten 8 wordt niet alleen de stroomvoorziening voor de aandrijving van het apparaat 1 verzorgd, doch wordt tevens gecommuniceerd tussen een centrale computer 30 en het apparaat 1. Daartoe is zowel in de centrale computer als in het apparaat 1 een modem aanwezig waartussen de nodige gegevens worden verzonden, en wel op een moment dat er geen stroom aan het apparaat 1 wordt toegevoerd. Het is echter ook mogelijk gegevens 35 over te sturen tijdens de stroomvoorziening, waarbij de spanning van de voedingsstroom wordt gemoduleerd.

4 , m * Ό t ; U 0 a 9

Figuur 4 toont een transportinrichting die door bedienend personeel van een magazijn kan worden voortbewogen naar een lokatie waar het eerderbeschreven apparaat zich bevindt en waar voorwerpen uit een 5 magazijn moeten worden verzameld. De transportinrichting is voorzien van middelen om door middel van infrarode of ultrasone signalen te communiceren met het eerder beschreven apparaat 1. In dit uitvoeringsvoorbeeld is op de transportinrichting een display 44, een printer 43, 10 een toetsenbord 44 en een scanner 45 geplaatst. Al deze apparatuur wordt aangestuurd via het apparaat 1 dat in draadloos kontakt staat met de transportinrichting. Niet al deze apparatuur behoeft aanwezig te zijn op de transportinrichting, het kan bijvoorbeeld ook beperkt 15 worden tot het toetsenbord 44, waarmee de magazijnmedewerker het apparaat 1 kan bedienen.

Figuur 5 toont een onderling verbonden rij wagentjes die voor het verzamelen van voorwerpen (of voor het 20 verspreiden van voorwerpen) door het magazijn kan rijden. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn er drie wagentjes 30, voorzien van wielen 31 en elk voorzien van een trekstang 32 waarmee het wagentje 30 kan worden voortgetrokken. In elk wagentje 30 moeten voorwerpen 25 worden verzameld die een gemeenschappelijke bestemming hebben. Op elk van de wagentjes 30 is een lampje 36 aangebracht, welke lampjes kunnen branden op grond van signalen die zij van ontvanger 34 via geleidingsdraden 35 krijgen. Ontvanger 34 kan van informatie worden 30 voorzien via het apparaat of vanaf een centraal basisstation dat in contact staat met het apparaat, en wel door middel van infrarode of ultrasone signalen.

Hoewel er bij het beschreven uitvoeringsvoorbeeld alleen 35 sprake is van het verzamelen van voorwerpen in een magazijn, kunnen op overeenkomstige wijze voorwerpen in een 1008100 10 magazijn worden verspreid teneinde daar opgeslagen te worden.

De toegelichte uitvoeringsvorm van de uitvinding moet 5 slechts gezien worden als voorbeeld waarop vele variaties mogelijk zijn.

i i f ; u 0 ö 'i 0 0

Claims

1. Werkwijze voor het verzamelen of opslaan van voorwerpen in een magazijn, waarbij een langs een 5 rail verplaatsbaar apparaat wordt bewogen naar een lokatie waar voorwerpen moeten worden verzameld of moeten worden opgeslagen en welk apparaat informatie verschaft met betrekking tot de betreffende voorwerpen, waarbij de rail is 10 voorzien van electrische geleidingsmiddelen en het apparaat is voorzien van contactorganen die in contact staan met de geleidingsmiddelen en via welke geleidingsmiddelen electrische stroom naar het apparaat wordt toegevoerd voor de aandrijving 15 om het apparaat voort te bewegen, met het kenmerk, dat het apparaat wordt voorzien van gegevens voor het verschaffen van de informatie via de geleidingsmiddelen en de contactorganen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het apparaat via de contactorganen en geleidingsmiddelen gegevens verstuurt naar een verwerkingseenheid en/of opslageenheid voor de gegevens. 25

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de gegevens naar het apparaat worden toegevoerd en door het apparaat worden verstuurd tijdens onderbrekingen van de stroomtoevoer naar 30 het apparaat.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de gegevens naar het apparaat worden toegevoerd en door het apparaat worden verstuurd 35 tijdens de stroomtoevoer voor de aandrijving, waartoe de spanning van de stroom wordt gemoduleerd. • - ? 0 o

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een transportinrichting naar de lokatie waar het apparaat zich bevindt, wordt gereden, waarbij het apparaat draadloos gegevens 5 uitwisselt met de transportinrichting door middel van infrarode of ultrasone signalen.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een magazijnmedewerker door 10 middel van een toetsenbord en/of een display dat zich op afstand van het apparaat bevindt, bijvoorbeeld op een transportinrichting, communiceert met het apparaat, waarbij de gegevens worden overgebracht door middel van 15 infrarode of ultrasone signalen.

7. Inrichting voor het verzamelen of opslaan van voorwerpen in een magazijn, voorzien van een apparaat dat kan aangeven hoeveel voorwerpen op 20 een bepaalde lokatie moeten worden verzameld of opgeslagen en/of dat andere informatie zichtbaar of hoorbaar maakt, en voorzien van een rail waarlangs het apparaat kan worden voortbewogen, welke rail is voorzien van electrische 25 geleidingsmiddelen en het apparaat is voorzien - van contactorganen die in contact staan met de geleidingsmiddelen en via welke geleidingsmiddelen en contactorganen electrische stroom naar het apparaat kan worden toegevoerd 30 voor de aandrijving om het apparaat voort te bewegen, gekenmerkt door middelen om het apparaat via de geleidingsmiddelen en de contactorganen te voorzien van gegevens voor het verschaffen van de informatie. 35

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, j ’ dat de contactorganen sleepcontacten zijn die i 00 ; langs de in de rail aangebrachte geleidingsmiddelen kunnen glijden.

9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, 5 dat de contactorganen wielen omvatten die tegen de in de rail aangebrachte geleidingsmiddelen kunnen rollen.

10. Inrichting volgens een der conclusies 7-9, met 10 het kenmerk, dat het apparaat voorzien is van een toetsenbord en/of een display en/of een printer en/of een luidspreker en/of een indicator die naar een vak van het magazijn kan verwijzen en/of een waarschuwingslamp en/of een draaghandvat 15 en/of een scanner die een barcode op de rail kan lezen en/of een aansluiting voor een met de hand bedienbare scanner en/of een vast aangebrachte barcode scanner voor het herkennen van voorwerpen. 20

11. Inrichting volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk dat een transportinrichting aanwezig is die door bedienend personeel naar een lokatie kan worden gereden, welke transportinrichting 25 voorzien is van middelen die met het apparaat kunnen communiceren door middel van infrarode of ultrasone signalen.

12. Apparaat, zoals omschreven in een der voorgaande 30 conclusies. .. 8100