NL1008082C2 - Inrichting en werkwijze voor kweken van schelpdieren. - Google Patents

Description

inrichting en werkwijze voor kweken van schelpdieren.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het kweken van schelpdieren, in het bijzonder van mosselen, waarbij de inrichting een in de biotoop van de betreffende 5 schelpdieren te plaatsen kweekbak omvat waarin kweekplaten zijn aangebracht.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verbeteren van de inrichting en werkwijze voor het kweken van schelpdieren op kweekplaten welke zijn aangebracht in 10 een kweekbak. Daartoe vertoont de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk dat doorgaande openingen zijn aangebracht in de bodem en/of zijwanddelen van de kweekbak voor het creëren van een stroming daarin. Hierdoor wordt in de kweekbak een natuurlijke biotoop voor de 15 schelpdieren verkregen, in welke biotoop de schelpdieren op natuurlijke wijze kunnen groeien.

De openingen zijn bij voorkeur afsluitbaar zodat de openingen desgewenst gesloten en geopend kunnen worden en de biotoop in de kweekbak beheersbaar is. De 20 openingen worden geopend indien een school schelpdierzaad in aantocht is, zodat het schelpdierzaad zich kan afzetten op de kweekplaten, of indien vuil van de schelpdieren moet worden gespoeld. Indien een school zeepokken in aantocht is kunnen de openingen worden 25 gesloten om te voorkomen dat de schelpdieren daardoor geïnfecteerd raken.

De kweekbak kan met poten zijn uitgerust zodat deze op een in de biotoop gelegen ondergrond kan worden geplaatst, maar bij voorkeur is de kweekbak voorzien van 30 drijfmiddelen. Hierdoor is de kweekbak in elke biotoop universeel toepasbaar.

Bij voorkeur zijn een aantal kweekplaten horizontaal en op afstand boven elkaar geplaatst in een * ? 0 ö 8 0 8 ? 2 frame, zodat voor het oogsten van de schelpdieren het frame uit de kweekbak kan worden genomen.

Daarnaast is het eveneens voordelig voor het oogsten van de schelpdieren wanneer de kweekplaten uit de 5 frame uitneembaar zijn.

Om optimaal gebruik te kunnen maken van de ruimte in de kweekbak zijn verscheidene frames naast elkaar in de kweekbak geplaatst.

Wanneer verscheidene frames naast elkaar in de 10 kweekbak zijn geplaatst, zijn bij voorkeur tussen de frames schotten met doorgaande openingen aangebracht zodat de stroming in de kweekbak wordt gereguleerd.

Bij voorkeur hebben de kweekplaten een oneffen en/of geperforeerd oppervlak. Een oneffen oppervlak 15 veroorzaakt wervelingen op de kweekplaat wat gunstig is voor het verwijderen van het vuil. Bij een geperforeerd oppervlak kan tevens gebruik worden gemaakt van de verticale component in de stroming voor het verwijderen van het vuil.

20 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderha vige uitvinding is de kweekbak een vaartuig. Op voordelige wijze kan gebruik worden gemaakt van de voortstuwingsmiddelen van het vaartuig.

Tevens heeft de onderhavige uitvinding betrek-25 king op een werkwijze voor het kweken van schelpdieren, in het bijzonder van mosselen, met behulp van de inrichting van de onderhavige uitvinding.

Bij voorkeur worden de kweekplaten telkens voor een voorafbepaalde tijdsduur uit het water gelicht om de 30 groei van de schelpdieren te beheersen. Het is zo nu en i dan nodig de schelpdieren uit het water te halen, zodat zij niet te veel voedsel uit het water tot zich nemen en licht krijgen wat een gunstige werking heeft op de groei.

Met de inrichting en werkwijze volgens de 35 onderhavige uitvinding kan de groei van de schelpdieren volledig worden beheerst en een optimale opbrengst worden verkregen.

*1 0 08 n 8 p 3

De onderhavige uitvinding zal nu onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen nader worden verduidelijkt. In de tekeningen toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een 5 voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; fig. 2 een gedeeltelijk weggebroken detailaan-zicht van fig. 1; en fig. 3 twee uitvoeringsvormen van de kweekplaten welke horizontaal en op afstand boven elkaar zijn 10 geplaatst in een frame.

Fig. 1 toont een kweekbak 1, gevormd door een vaartuig, welk vaartuig 1 in de biotoop van de te kweken schelpdieren moet worden geplaatst. In het vaartuig 1 zijn verscheidene frames 2 naast elkaar geplaatst. Tevens 15 zijn in elk frame 2 een aantal kweekplaten 3 horizontaal en op afstand boven elkaar geplaatst (zie ook fig. 3).

Zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van het vaartuig 1 zijn in de zijwanddelen 4 daarvan doorgaande openingen 5 aangebracht voor het creëren van 20 een stroming in het vaartuig 1. De openingen 5 zijn afsluitbaar door middel van een klep 6.

Verder is op het vaartuig 1 een uit de stand van de techniek bekende hijsinrichting 7 aangebracht, met behulp waarvan de frames 2 uit het vaartuig 1 kunnen 25 worden gehaald. De hijsinrichting 7 is in de lengterichting van het vaartuig 1 verplaatsbaar over geleidingen 8 welke zijn aangebracht op de randen van het vaartuig 1.

In het detailaanzicht van fig. 2 is duidelijk te zien hoe de frames 2 met de daarin geplaatste kweek-30 platen 3 zijn gepositioneerd in het vaartuig 1. Er moet worden opgemerkt dat voor de duidelijkheid van dit detailaanzicht de kweekplaten 3 zijn weggelaten. In het vaartuig 1 zijn staanders 9 aangebracht waarbij telkens tussen vier staanders 9 een frame 2 kan worden geplaatst. 35 Met behulp van de hijsinrichting 7 wordt het frame 2 van bovenaf tussen de staanders 4 naar beneden geschoven. Tussen de frames 2 zijn schotten 10 met doorgaande openingen 5 aangebracht, waarbij de schotten 10 telkens ml008082 4 door twee staanders 9 worden opgenomen. Verder is te zien dat de drijfmiddelen 12 van het vaartuig zijn gevormd door de dubbele zijwanden 4 van het vaartuig 1.

Fig. 3 toont twee uitvoeringsvormen van de 5 kweekplaten 3 welke horizontaal en op afstand boven elkaar zijn geplaatst in het frame 2. De kweekplaten 3a hebben een geperforeerd oppervlak. Daarentegen zijn de kweekplaten 3b voorzien van ribbels zodat deze een oneffen oppervlak hebben. Het is ook mogelijk de kweekplaten 10 3 zowel te voorzien van perforaties als ribbels.

In het frame 2 zijn aan twee tegenovergestelde zijden L-profielen 13 bevestigd waarop de kweekplaten 3 afsteunen. Aangezien de twee andere tegenovergestelde zijden vrij toegankelijk zijn, kunnen de kweekplaten 3 in 15 de door de pijl aangeduide richting in en uit het frame 2 worden geschoven.

Voor het kweken van schelpdieren, en in het bijzonder van mosselen, wordt het vaartuig 1 in de biotoop van de betreffende schelpdieren geplaatst en worden 20 de frames 2 met de daarin geplaatste kweekplaten 3 met behulp van de hijsinrichting 7 in het vaartuig 1 gezet.

De doorgaande openingen 5 in de zijwanddelen 4 van het vaartuig 1 worden geopend door de kleppen 6 weg te schuiven zodat een stroming in het vaartuig 1 wordt gecreëerd. 25 Door de stroming in het vaartuig l wordt een in de biotoop aanwezige school schelpdierzaad door het vaartuig 1 heen geleid. Het schelpdierzaad zet zich vervolgens eenvoudigweg op de kweekplaten 3 af en de groei vangt aan. Als de kweekplaten schoongespoeld moeten 30 worden, worden de kleppen geopend en als een school zeepokken in aantocht is, worden de kleppen 6 gesloten. Hierdoor is de groei van de schelpdieren beheersbaar. Daarnaast worden de kweekplaten telkens voor een voorafbepaalde tijdsduur uit het water gelicht zodat de 35 schelpdieren niet te veel voedsel tot zich nemen en ook af en toe licht krijgen wat bevorderlijk is voor de groei. Het uit het water lichten van de kweekplaten kan bijvoorbeeld geschieden met behulp van de hijsinrichting *"1 0080 82 5 7. Als de schelpdieren voldoende groot zijn, worden de frames 2 met behulp van de hijsinrichting 7 uit het vaartuig l getild. De kweekplaten 3 worden vervolgens uit de frames 2 geschoven en de schelpdieren kunnen van de 5 kweekplaten worden gehaald.

Doordat de groei van de schelpdieren plaatsvindt in een biotoop en de groei kan worden gecontroleerd met behulp van de doorgaande openingen 5 en de kleppen 6 wordt een grote opbrengst verkregen. Daarnaast zorgen de 10 oneffen en/of geperforeerde oppervlakken van de kweekplaten 3 voor een goede spoeling van de schelpdieren waardoor deze niet verstikken.

*100808?

Claims (11)

1. Inrichting voor het kweken van schelpdieren, in het bijzonder van mosselen, omvattende een in de biotoop van de betreffende schelpdieren te plaatsen kweekbak waarin kweekplaten zijn aangebracht, met het 5 kenmerk, dat doorgaande openingen zijn aangebracht in de bodem en/of zijwanddelen van de kweekbak voor het creëren van een stroming daarin.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de openingen afsluitbaar zijn.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kweekbak is voorzien van drijfmiddelen.

4. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een aantal kweekplaten horizontaal en op afstand boven elkaar zijn geplaatst in i 15 een frame.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kweekplaten uit het frame uitneembaar zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het 20 kenmerk, dat verscheidene frames naast elkaar in de kweekbak zijn geplaatst.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tussen de frames schotten met doorgaande openingen zijn aangebracht.

8. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kweekplaten een oneffen en/of geperforeerd oppervlak hebben.

9. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kweekbak een vaartuig 30 is.

10. Werkwijze voor het kweken van schelpdieren, in het bijzonder van mosselen, met behulp van de inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het 35 kenmerk, dat de kweekplaten telkens voor een vooraf bepaalde tijdsduur uit het water worden gelicht. *1 008 082