NL1008009C2

NL1008009C2 - Method for the construction of a track at a distance above ground level for rail transport, road transport or the like, and track obtained by applying the method.

Info

Publication number: NL1008009C2
Application number: NL1008009A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Tuinenburg; Rokus Van Den Bout; Marinus Christiaan Lammertink; Jan Molenaar; Eduardus Aloysius Ber Koenders; Martinus William Rensing; Johan Buijs; Johannes Theodorus Dijkstra; Gijs Jeroen Kind; Marcellinus Francicus Derkink
Original assignee: Heerema Elevated Infrastructur
Priority date: 1998-01-12
Filing date: 1998-01-12
Publication date: 1999-07-13
Also published as: DE19900707A1

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor de aanleg van een zich op afstand boven het maaiveld bevindende baan voor railtransport, wegtransport of dergelijke, en baan verkregen door toepassing van de werkwijze.Short designation: Method for the construction of a track at a distance above ground level for rail transport, road transport or the like, and track obtained by applying the method.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de aanleg van ten minste één zich op afstand boven het maaiveld bevindende baan, welke baan in lengterichting achter elkaar geplaatste liggers omvat die elk 5 steunen op ten minste twee zich op afstand van elkaar bevindende funderingen, waarbij materiaal en materieel wordt toegevoerd en afgevoerd naar resp. van een tijdelijk einde van de baan voor het vanaf dit einde verlengen van de baan. De uitvinding heeft tevens betrekking 10 op de met de werkwijze verkregen baan.The invention relates to a method for the construction of at least one track above ground level, said track comprising longitudinally-arranged beams, each of which rests on at least two spaced foundations, wherein material and equipment is supplied and removed to resp. of a temporary end of the runway for extending the runway from this end. The invention also relates to the path obtained by the method.

Bij het ontwerp van een baan voor railtransport, wegtransport of dergelijke kan de bodemgesteldheid ertoe aanleiding geven de baan op afstand boven het maaiveld te situeren, bijvoorbeeld als de grond slap is, of ook 15 als de grond zeer hard en geaccidenteerd is. Andere redenen om een baan op afstand boven het maaiveld aan te leggen kunnen zijn gelegen in milieu-eisen, die voor een gebied of traject bijvoorbeeld voorschrijven het land- schap op maaiveldhoogte zoveel mogelijk vrij te laten, * 20 of in de wens of het voorschrift de zich reeds ter plaatse van een geprojecteerde baan bevindende infrastructuur zoveel mogelijk intact te laten.In the design of a track for rail transport, road transport or the like, the soil conditions may give cause to place the track at a distance above ground level, for example if the ground is weak, or also if the ground is very hard and damaged. Other reasons for constructing a runway at a distance above ground level may lie in environmental requirements, which, for example, prescribe for an area or trajectory to leave the landscape at ground level as much as possible, * 20 or in the wish or regulation. to keep the infrastructure already located at the location of a projected track as intact as possible.

Bij de aanleg van een dergelijke baan op afstand boven het maaiveld is het voordelig om het reeds aange-25 legde baandeel dienst te laten doen als aan- en afvoer-route voor materieel en materiaal en als basis voor uit te voeren werkzaamheden, waaronder de werkzaamheden van het maken van de funderingen op en in de bodem voor ondersteuningconstructies begrepen zijn. Een dergelijke 30 werkwijze is bijvoorbeeld bekend uit GB-A-1 563 239, en 1003009 -2- is in het bijzonder voordelig indien de omgeving zo min mogelijk verstoord dient te worden, en ook indien de aanleg van de baan op en boven relatief slecht toegankelijk of onbegaanbaar terrein moet plaatsvinden, zoals 5 een moerasgebied of een watermassa.When constructing such a runway at a distance above ground level, it is advantageous to have the job section already constructed serve as a supply and discharge route for equipment and material and as the basis for work to be carried out, including the work of making the foundations on and in the ground for supporting structures. Such a method is for instance known from GB-A-1 563 239, and 1003009 -2- is particularly advantageous if the environment is to be disturbed as little as possible, and also if the construction of the runway on and above is relatively poor. accessible or impassable terrain must take place, such as a wetland area or a body of water.

In de werkwijze volgens GB-A-1 563 239 wordt van brugliggers een brug gebouwd onder gebruikmaking van een constructieligger die over funderingen in langsrichting verplaatsbaar is en dienst doet als werkplatform. Vanuit 10 dit werkplatform wordt in de eerste plaats de eerstvolgende fundering vervaardigd, waarbij de constructielig-ger uitkragend is ten opzichte van de laatste, reeds geplaatste fundering en tijdelijk wordt ondersteund door een of meer stempels. Voorts worden vanuit dit werkplat-15 form de volgende brugliggers op de koppen van de funderingen geplaatst.In the method according to GB-A-1 563 239 a bridge is built from bridge girders using a construction girder which is movable over foundations in the longitudinal direction and serves as a working platform. In the first place, the next foundation is manufactured from this working platform, wherein the structural girder is cantilevered with respect to the last, already placed foundation and is temporarily supported by one or more stamps. Furthermore, from this work platform the following bridge beams are placed on the heads of the foundations.

Een eerste nadeel van de bekende bouwwijze is dat de constructieligger en de brugliggers zwaar uitgevoerd dienen te worden wanneer de funderingen relatief ver uit 20 elkaar staan. Een dergelijke plaatsing van de funderingen kan gewenst of geëist zijn uit esthetisch oogpunt of uit oogpunt van inpassing van de baan in de bestaande infrastructuur.A first drawback of the known construction method is that the construction girder and the bridge girders have to be made heavy when the foundations are relatively far apart. Such laying of the foundations may be desired or required from an aesthetic point of view or from the point of view of the integration of the track into the existing infrastructure.

Een volgend nadeel van de bekende bouwwijze is dat 25 zware brugliggers een maatgevende en oneconomische belastingsituatie voor de constructieligger kunnen vormen.A further drawback of the known construction method is that heavy bridge girders can form a decisive and uneconomical load situation for the construction girder.

Nog een ander nadeel van de bekende bouwwijze is dat de constructieligger een extra investering vergt, die des te hoger uitvalt naarmate de constructieligger 30 geschikt dient te zijn voor toepassing bij de aanleg van meerdere banen of haandelen die onderling verschillen (bijvoorbeeld verschillende funderingsafstanden, verschillende uitvoeringsvormen van liggers, bochten in het traject van de baan).Yet another drawback of the known construction method is that the construction girder requires an extra investment, which is all the higher as the construction girder 30 must be suitable for application in the construction of several runways or parts that differ from each other (for example different foundation distances, different embodiments of beams, curves in the path of the track).

35 De uitvinding beoogt de voornoemde nadelen te on dervangen, en verschaft hiertoe in de eerste plaats een 1008009 -3- werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, die de stappen omvat: (a) vanaf een reeds op funderingen geplaatste ligger aan genoemd einde van de baan een volgende fundering 5 aanleggen, en een volgende ligger aanbrengen die genoemde volgende fundering verbindt met althans een voorafgaande fundering; waarbij genoemde volgende ligger voldoende sterk is voor het dragen van langs deze ligger te verplaatsen 10 materieel en materiaal voor het verder verlengen van de baan, maar waarbij genoemde volgende ligger onvoldoende sterk is voor het dragen van de definitieve baan; en (b) versterken van een op afstand van genoemd einde van de baan gelegen ligger tot een niveau dat voldoende 15 is voor de definitieve baan.The object of the invention is to obviate the above-mentioned drawbacks, and to this end provides in the first place a 1008009-3 method of the type mentioned in the preamble, which comprises the steps: (a) from a beam already placed on foundations at said end construct a next foundation 5 of the track, and apply a next girder connecting said next foundation with at least a previous foundation; wherein said next beam is sufficiently strong for carrying material and material to be moved along this beam for further extending the web, but wherein said next beam is insufficiently strong for carrying the final web; and (b) reinforcing a beam spaced from said end of the web to a level sufficient for the final web.

In de tweede plaats verschaft de uitvinding een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, die de stappen omvat: (a) vanaf een reeds op funderingen geplaatste lig-20 ger aan genoemd einde van de baan een volgende fundering aanleggen, en een volgende ligger aanbrengen die genoemde volgende fundering verbindt met althans een voorafgaande fundering; waarbij genoemde volgende fundering voldoende sterk 25 is voor het dragen van genoemde volgende ligger en het dragen van langs genoemde volgende ligger te verplaatsen materieel en materiaal voor het herhalen van stap (a) voor het verder verlengen van de baan, maar waarbij genoemde volgende fundering onvoldoende sterk is voor 30 het dragen van de definitieve baan; en waarbij genoemde volgende ligger voldoende sterk is voor het dragen van langs deze ligger te verplaatsen materieel en materiaal voor het verder verlengen van de baan, maar waarbij genoemde volgende ligger onvoldoende 35 sterk is voor het dragen van de definitieve baan; 1008009 ' -4- (b) versterken van een op een eerste afstand van genoemd einde van de baan gelegen fundering tot een niveau dat voldoende is voor de definitieve baan; en (c) versterken van een op een tweede afstand van 5 genoemd einde van de baan gelegen ligger tot een niveau dat voldoende is voor de definitieve baan.Secondly, the invention provides a method of the type mentioned in the preamble, comprising the steps of: (a) applying a next foundation from said beam already placed on foundations at said end of the track, and a next beam arranging connecting said next foundation with at least a previous foundation; wherein said next foundation is sufficiently strong for carrying said next girder and for carrying material and material to be moved along said next girder for repeating step (a) for further extending the track, but wherein said next foundation is insufficient is strong for wearing the final job; and wherein said next beam is sufficiently strong for supporting material and material to be moved along this beam for further extending the web, but wherein said next beam is insufficiently strong for carrying the final web; 1008009 '-4- (b) reinforcing a foundation located a first distance from said end of the track to a level sufficient for the final track; and (c) reinforcing a beam located at a second distance from said end of the web to a level sufficient for the final web.

Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kunnen verschillende werkzaamheden aan de baan voor het afbouwen daarvan op verschillende plaatsen van de 10 baan gelijktijdig plaatsvinden, hetgeen leidt tot een tijdwinst in de doorlooptijd voor de bouw van de gehele baan, en ervoor zorgt dat de verschillende werkzaamheden zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van elkaar. Hierdoor kunnen verstoringen en onderlinge beïnvloeding van werk-15 zaamheden worden voorkomen. Onderdelen van de te ver vaardigen baan en het materieel voor het transporteren en hanteren daarvan kunnen een zodanig laag gewicht hebben dat een in economisch opzicht zeer gunstige bouwwijze wordt verkregen. Aangezien in eerste instantie 20 slechts een minimale sterkte van de onderdelen van de baan, zoals de funderingen en de liggers, vereist is, kan het materieel voor het transporteren en hanteren van de onderdelen licht zijn uitgevoerd en in veel gevallen conventioneel en zonder bijzondere aanpassingen zijn. De 25 bouwsnelheid wordt hierdoor verhoogd, terwijl de kosten relatief laag zijn. Een volgend voordeel is dat binnen een gekozen basisconcept van funderingen en liggers een groot aantal uitvoeringsvormen van (onderdelen van) de baan en bouwwijze mogelijk is, in het bijzonder ten 30 aanzien van de uitvoering van de funderingen en de afmetingen van de doorsnede van de liggers. Een ander voordeel is dat de baanonderdelen, zoals de funderingen en de liggers, welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding deel kunnen uit-35 maken van de definitieve baan, zodat bijvoorbeeld het gebruik van een speciale constructieligger niet noodzakelijk is.By applying the method according to the invention, various work on the track for tapering it off can take place simultaneously at different places on the track, which leads to a time saving in the lead time for the construction of the entire track, and ensures that the different activities depend as little as possible on each other. This can prevent disturbances and mutual influence on work. Parts of the web to be manufactured and the equipment for transporting and handling it can have such a low weight that an economically very favorable construction method is obtained. Since initially only minimal strength of the track components, such as the foundations and girders, is required, the equipment for transporting and handling the parts may be lightweight and in many cases conventional and without special modifications . This increases the construction speed, while the costs are relatively low. A further advantage is that within a chosen basic concept of foundations and beams, a large number of embodiments of (parts of) the track and construction method are possible, in particular with regard to the design of the foundations and the dimensions of the cross-section of the beams. . Another advantage is that the track parts, such as the foundations and the girders, which are necessary for the implementation of the method according to the invention, can form part of the final track, so that, for example, the use of a special construction girder is not necessary.

1008009 i -5-1008009 i -5-

Voorkeursuitvoeringsvormen van de werkwijze volgens de uitvinding zijn beschreven in de onderconclusies, evenals een voorkeursuitvoeringsvorm van een met de werkwijze volgens de uitvinding verkregen baan.Preferred embodiments of the method according to the invention are described in the subclaims, as well as a preferred embodiment of a web obtained with the method according to the invention.

5 De uitvinding wordt in het navolgende nader toege licht onder verwijzing naar de bijgaande tekening, waarbij : fig. la een stap van de werkwijze volgens de uitvinding illustreert in een zijaanzicht van de baan en 10 een langsdoorsnede van de bodem; fig. lb-le volgende stappen van de werkwijze volgens de uitvinding in een soortgelijke weergave als fig. la illustreren;The invention will be further elucidated hereinafter with reference to the accompanying drawing, in which: Fig. 1a illustrates a step of the method according to the invention in a side view of the track and 10 a longitudinal section of the bottom; Fig. 1b-1l illustrate next steps of the method according to the invention in a similar representation to Fig. 1a;

Fig. 2 een alternatief voor de in fig. la-e getoon-15 de hijsinrichting op vergrote schaal toont; fig. 3a een in fig. Ie aangeduide inrichting voor het versterken van een fundering op vergrote schaal toont; fig. 3b een bovenaanzicht van de inrichting volgens 20 fig. 3a toont; fig. 4a een in fig. Ie aangeduide inrichting voor het versterken van een fundering op vergrote schaal toont; fig. 4b een bovenaanzicht van de inrichting volgens 25 fig. 4a toont; fig. 5a verschillend, in fig. Ie getoond materieel op vergrote schaal toont; fig. 5b een bovenaanzicht van de baan volgens fig. 5a toont; 30 fig. 6 in perspectivisch aanzicht een deel van een baan volgens de uitvinding in uiteengenomen vorm toont; fig. 7 een stap van de werkwijze volgens de uitvinding voor het samenstellen van de baan uit de in fig. 6 weergeven onderdelen illustreert in een zijaanzicht van 35 de baan en een langsdoorsnede van de bodem; fig. 7a, 8, 9, 10 en 11 volgende stappen van de werkwijze volgens de uitvinding voor het bouwen van de 1008009 -6- baan uit de in fig. 6 getoonde onderdelen illustreren, waarbij fig. 11 een aanzicht in perspectief is, dat , tevens zich onder het maaiveld bevindende baanonderdelen , toont; 5 fig. 12 een dwarsdoorsnede van de baan volgens fig.Fig. 2 shows an alternative to the hoisting device shown in FIG. 1a-e on an enlarged scale; Fig. 3a shows an apparatus for strengthening a foundation, shown in Fig. Ie, on an enlarged scale; Fig. 3b shows a top view of the device according to Fig. 3a; Fig. 4a shows an apparatus for strengthening a foundation, shown in Fig. Ie, on an enlarged scale; Fig. 4b shows a top view of the device according to Fig. 4a; Fig. 5a shows different equipment shown in Fig. Ie on an enlarged scale; Fig. 5b shows a top view of the track according to Fig. 5a; Fig. 6 shows in perspective view a part of a track according to the invention in exploded form; Fig. 7 illustrates a step of the method according to the invention for assembling the web from the parts shown in Fig. 6 in a side view of the web and a longitudinal section of the bottom; Figures 7a, 8, 9, 10 and 11 illustrate next steps of the method of the invention for building the 1008009-6 track from the parts shown in Figure 6, with Figure 11 being a perspective view showing , also shows track components located below ground level; Fig. 12 shows a cross section of the track according to Fig.

6-11 toont voor toepassing als baan voor railtransport; fig. 13 de baan volgens fig. 12 in zijaanzicht j toont; en fig. 14, 15 en 16 zijaanzichten tonen van voor 10 railtransport gebruikte banen in verschillende uitvoeringsvormen die zijn vervaardigd overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding.6-11 shows for use as a rail transport track; Fig. 13 shows the track according to Fig. 12 in side view j; and Figures 14, 15 and 16 show side views of tracks used for rail transport in different embodiments manufactured according to the method according to the invention.

In de verschillende figuren hebben gelijke verwij-zingscijfers betrekking op gelijke onderdelen of onderis delen met een gelijke functie.In the various figures, like reference numerals refer to like parts or parts having the same function.

Fig. la toont een gedeelte van een baan die pijlers 2a, 2b en 2c en liggers 4a, 4b en 4c omvat. De pijlers 2a, 2b en 2c hebben voldoende sterkte voor het dragen van de liggers 4a, 4b en 4c, het dragen van een over de 20 liggers 4b en 4a door middel van een slechts schematisch aangeduid rolmechanisme in de richting van een pijl 3 verplaatsen van een ligger 4d waarop een funderingsver-vaardigingsinrichting 6 is geplaatst, en het dragen van een hijsinrichting 8. De funderingsvervaardigingsinrich-25 ting 6 is slechts schematisch aangegeven, evenals de hijsinrichting 8, welke twee hijsarmen 10a, 10b omvat die elk scharnierbaar ten opzichte van een steunpunt op de ligger 4a zijn aangebracht, waarbij de vrije uiteinden van de hijsarmen 10a, 10b van de hijsinrichting 8 30 een kabel 12 ondersteunen en geleiden.Fig. 1a shows a portion of a track comprising pillars 2a, 2b and 2c and beams 4a, 4b and 4c. The pillars 2a, 2b and 2c have sufficient strength for carrying the girders 4a, 4b and 4c, for carrying an over the 20 girders 4b and 4a by means of a rolling mechanism only indicated in the direction of an arrow 3. a beam 4d on which a foundation manufacturing device 6 is placed, and the carrying of a hoisting device 8. The foundation manufacturing device 6 is only schematically indicated, as well as the hoisting device 8, which comprises two hoisting arms 10a, 10b each pivotable with respect to a supporting point are provided on the beam 4a, the free ends of the hoisting arms 10a, 10b of the hoisting device 8 supporting and guiding a cable 12.

Zoals fig. lb illustreert, wordt de ligger 4d zover langs de reeds op de pijlers 2a en 2d geplaatste ligger I 4a verplaatst totdat de kabel 12 op een met verwijzings- cijfer 14 aangeduide plaats met de ligger 4d gekoppeld 35 kan worden.As illustrated in Fig. 1b, the beam 4d is moved so far along the beam 1 4a already placed on the pillars 2a and 2d until the cable 12 can be coupled to the beam 4d at a location indicated by reference numeral 14.

Zoals fig. lc toont, kan de ligger 4d vervolgens verder verplaatst worden, waarbij de ligger wordt gedra- 1008009 -7- gen door de kabel 12 en de ligger 4a. De ligger 4a wordt op zijn plaats gehouden door middel van het daarop plaatsen van ballast 16. Een bok 18 voorkomt een beweging van de ligger 4d in een richting tegengesteld aan 5 de richting 3. Fig. lc geeft voorts schematisch weer hoe de funderingsvervaardigingsinrichting 6 aan het vrije uiteinde van de ligger 4d wordt gebruikt voor het vervaardigen van een pijler 2d. De funderingsvervaardigingsinrichting 6 kan zijn ingericht voor het op de 10 bodem neerleggen of storten van elementen wanneer de bodem voldoende stevig is. Indien de bodem ter plaatse van een geprojecteerde fundering onvoldoende draagvermogen bezit, kunnen palen of andere elementen in de bodem gebracht worden, bijvoorbeeld door heien of trillen van 15 de elementen, of door het boren van een gat in de bodem en het volstorten daarvan met beton. Wanneer de pijler 2d aldus gereed is gekomen, wordt de ligger 4d geplaatst tussen de pijlers 2a en 2d, en wordt de funderingsver-vaardigingsinrichting 6 afgevoerd.As Fig. 1c shows, the beam 4d can then be moved further, the beam being supported by the cable 12 and the beam 4a. The beam 4a is held in place by placing ballast 16 thereon. A trestle 18 prevents movement of the beam 4d in a direction opposite to the direction 3. FIG. 1c further schematically illustrates how the foundation manufacturing device 6 at the free end of the beam 4d is used for manufacturing a pillar 2d. The foundation manufacturing device 6 can be arranged for depositing or pouring elements on the bottom when the bottom is sufficiently firm. If the soil at the location of a projected foundation has insufficient load-bearing capacity, piles or other elements can be introduced into the soil, for example by driving piles or vibrating the elements, or by drilling a hole in the soil and pouring it in concrete . When the pillar 2d has thus been completed, the beam 4d is placed between the piers 2a and 2d, and the foundation manufacturing device 6 is discharged.

20 Vervolgens wordt, zoals fig. ld illustreert, naast de geplaatste ligger 4d een ligger 4e aangebracht tussen de pijlers 2a en 2d op een soortgelijke wijze als is toegelicht voor de ligger 4d in samenhang met fig. lb en lc.Next, as illustrated in Fig. 1d, next to the placed beam 4d, a beam 4e is arranged between the pillars 2a and 2d in a similar manner as has been explained for the beam 4d in connection with Figs. 1b and 1c.

25 Vervolgens wordt de baan, zoals in fig. Ie aan de rechterzijde daarvan is weergegeven, verder verlengd door de hiervoor in samenhang met fig. la-ld besproken stappen te herhalen voor nieuwe liggers, zoals ligger 4f.Subsequently, the track, as shown on the right-hand side in Fig. Ie, is further extended by repeating the steps discussed above in connection with Figs. 1a-1d for new beams, such as beam 4f.

30 Fig. 2 toont een hijsinrichting 29 voor het tussen pijlers 30a en 30b plaatsen van een ligger 32. De hijsinrichting 29 omvat een langs reeds op pijlers geplaatste liggers te verplaatsen lichaam 34 waarop twee armen 36 en 38 zijn gemonteerd. Het van het lichaam 34 afge-35 keerde uiteinde van de arm 38 wordt gedragen door een kabel 40 en/of een vijzel 41. De ligger 32 wordt op niet nader getoonde wijze gedragen door de arm 38, waarbij de 1008009 -8- ligger 32 evenwijdig aan de arm 38 verplaatst kan worden van een positie boven ligger 42 naar de in fig. 2 getoonde positie. De in fig. 2 getoonde inrichting is voorts voorzien van middelen voor het neerlaten van de 5 ligger 32 op de pijlers 30a en 30b.FIG. 2 shows a hoisting device 29 for placing a beam 32 between pillars 30a and 30b. The hoisting device 29 comprises a body 34 to be moved along beams already placed on pillars on which two arms 36 and 38 are mounted. The end of the arm 38 remote from the body 34 is supported by a cable 40 and / or an auger 41. The beam 32 is carried by the arm 38 in an unspecified manner, the 1008009-8 beam 32 can be moved parallel to the arm 38 from a position above beam 42 to the position shown in Fig. 2. The device shown in Fig. 2 is further provided with means for lowering the beam 32 onto the pillars 30a and 30b.

De in fig. 2 getoonde arm 38 kan ook op de wijze van de nog nader aan de hand van fig. 7 te bespreken arm 80 gebruikt worden.The arm 38 shown in Fig. 2 can also be used in the manner of the arm 80 to be further discussed with reference to Fig. 7.

Zoals fig. Ie verder aangeeft, kunnen gelijktijdig 10 met het verlengen van de baan op andere plaatsen in de baan andere werkzaamheden worden uitgevoerd, hetgeen leidt tot een belangrijke verkorting van de doorlooptijd die is benodigd voor de aanleg van de baan.As Fig. 1e further indicates, other activities can be performed simultaneously with the lengthening of the track at other locations in the track, which leads to a significant reduction in the lead time required for the construction of the track.

Pijler 2b wordt, zoals fig. 3a meer in detail 15 toont, bijvoorbeeld versterkt door met behulp van een geschikte, op zichzelf bekende verplaatsbare boorinrich-ting 19 met boor 21 onder de voet 20 van de pijler naast in een eerder stadium door bijvoorbeeld heien, trillen of boren aangebrachte palen aanvullend dragende langwer-2 0 pige elementen aan te brengen onder een kleine hoek met de verticaal. De boorinrichting 19 boort grondverdrin-gend en spuit beton in het gevormde gat bij het terugtrekken van de boor. De pijler 2b verkrijgt hiermee meer draagvermogen en stijfheid. Het zal duidelijk zijn dat 25 de in fig. 3a getoonde inrichting ook bijvoorbeeld bij de pijler 2a geplaatst kan worden.Pillar 2b, as shown in more detail in Fig. 3a, is reinforced, for example, by means of a suitable, known per se movable drilling device 19 with drill 21 under the foot 20 of the pillar next to, in an earlier stage, for example by piling, poles applied vibrating or drilling additionally applying load-bearing elongated elements at a slight angle to the vertical. The drilling device 19 drills soil displacement and injects concrete into the formed hole when the drill is withdrawn. The pillar 2b thus obtains more load-bearing capacity and stiffness. It will be clear that the device shown in Fig. 3a can also be placed at pillar 2a, for example.

Fig. 3b illustreert hoe de voet 20 van de pijler kan zijn voorzien van een patroon van gaten 20a die worden gebruikt voor het positioneren van de palen of de 30 boor 21 van de boorinrichting 19.Fig. 3b illustrates how the base 20 of the pier can be patterned with holes 20a used to position the posts or drill bit 21 of the drilling device 19.

Zoals fig. Ie toont, wordt de pijler 2c door het aanbrengen van een verdere bekleding aanvullend verstevigd ter vergroting van zijn draagvermogen.As shown in Figure 1e, the pillar 2c is additionally reinforced by applying a further covering to increase its load-bearing capacity.

Zoals fig. 4a meer in detail illustreert, wordt met 35 behulp van een geschikte, op zichzelf bekende verplaatsbare betongietinrichting 23 de voet van de pijler 2c van ' | een betonbekleding 24 voorzien, welk beton wordt aange- 1008009 -9- voerd via een leiding 22. Op soortgelijke wijze kan de pijler 2c over althans een gedeelte van zijn lengte van een versterkende bekleding 26 worden voorzien. De voor dit doel gebruikte betongietinstallatie die deel uit-5 maakt van de inrichting 2 3 kan ook zijn ingericht voor het injecteren van beton in een ligger, zoals ligger 4g.As illustrated in more detail in Fig. 4a, with the aid of a suitable, per se known movable concrete pouring device 23, the base of the pillar 2c of '| a concrete covering 24, which concrete is supplied via a conduit 22. Similarly, the pillar 2c can be provided with a reinforcing covering 26 over at least part of its length. The concrete pouring installation used for this purpose, which forms part of the device 2 3, can also be designed for injecting concrete into a beam, such as beam 4g.

Zoals fig. Ie aangeeft, worden in het gebied van liggers 4h en 4i aangeeft welke steunen op definitieve pijlers 2e en 2f, werkzaamheden verricht voor de afbouw 10 van de baan. Zoals fig. 5a en 5b meer in detail tonen, kunnen met behulp van een hijskraan 50 bijvoorbeeld betonelementen 52 op de pijler 4h worden aangebracht, over welke betonelementen 52 vervolgens beton wordt gestort. Een portaal 54, dat over de betonelementen 52 15 verplaatsbaar is, kan worden gebruikt voor het transport van componenten van de baan, maar ook bijvoorbeeld - bij een geschikte keuze van aangrijpingspunten voor de uitoefening van krachten - voor het aanbrengen van een voorspanning in een ligger voorafgaand aan het aanbren-20 gen van een betonconstructie daarop. In de in fig. 5a getoonde situatie duwt een vijzel het portaal 54 omhoog, waarbij de uiteinden van het portaal onder de liggers 4h resp. 4i grijpen. Het is uiteraard ook mogelijk de uiteinden van het portaal 54 boven twee opeenvolgende fun-25 deringen te plaatsen, en het middendeel van de zich daaronder bevindende ligger aan het portaal 54 omhoog te trekken, bijvoorbeeld met een niet nader getoonde takel. De liggers kunnen voor een vergroting van de stijfheid van de baan onderling doorgekoppeld worden.As Fig. 1e indicates, in the area of beams 4h and 4i which supports on final pillars 2e and 2f work is carried out for the run-off 10 of the track. As Figs. 5a and 5b show in more detail, concrete elements 52 can for instance be applied to the pillar 4h by means of a hoisting crane 50, over which concrete elements 52 are subsequently poured concrete. A portal 54, which is movable over the concrete elements 52, can be used for the transport of components of the track, but also, for example - with a suitable selection of points of application for the application of forces - for the application of a prestressing in a beam prior to applying a concrete structure thereon. In the situation shown in Fig. 5a, a jack pushes the portal 54 upwards, the ends of the portal below the beams 4h and 4h, respectively. 4i grab. It is, of course, also possible to place the ends of the portal 54 above two successive foundations, and to pull up the middle part of the beam located below it on the portal 54, for instance with a hoist (not shown in more detail). The beams can be linked together to increase the rigidity of the web.

30 Fig. 6 toont twee liggers 60, twee funderingsblok- ken 62, twee portalen 64, vier onderboogdelen 66 met dwarsarmen 68, twee bovenboogde len 70 en vier poten 72 waaraan twee dwarsbalken 74 zijn bevestigd.FIG. 6 shows two beams 60, two foundation blocks 62, two portals 64, four lower arch sections 66 with cross arms 68, two upper arch sections 70 and four legs 72 to which two cross beams 74 are attached.

Fig. 7 illustreert het met behulp van een hijsin-35 richting 80 plaatsen van de ligger 60 tussen twee portalen 64, waarbij dezelfde hijsinrichting 80 mede wordt gebruikt voor het plaatsen van een portaal 64 en het 1008009 -10- onderhelen van een funderingsblok 62, zoals schematisch respectievelijk in fig. 7 aan de rechterzijde en in fig. 7a is weergegeven. Hierbij is een gedeelte van de hijsinrichting 80 met streeplijnen weergegeven.Fig. 7 illustrates placing beam 60 between two gantries 64 using a hoisting device 80, the same hoisting device 80 also being used to place a gantry 64 and submerging a foundation block 62 as schematically shown. 7 is shown on the right-hand side and in FIG. 7a, respectively. A part of the hoisting device 80 is shown here with dashed lines.

5 Fig. 8 illustreert op soortgelijke wijze als fig.FIG. 8 illustrates in a similar manner to FIG.

3a het versterken van de fundering door onder het funderingsblok 62 langwerpige elementen in te brengen met behulp van een inrichting 19.3a reinforcing the foundation by inserting elongated elements under the foundation block 62 with the aid of a device 19.

Fig. 9 illustreert het met behulp van een conventi-10 onele verrijdbare hijskraan 82 op de met streeplijnen aangeduide posities plaatsen van de onderboogdelen 66.Fig. 9 illustrates the placement of the lower arch members 66 with the aid of a conventional mobile crane 82 at the positions indicated by dashed lines.

Fig. 10 illustreert het met behulp van een verrijdbare portaalkraan 84 plaatsen van de bovenboogdelen 70 en de poten 72 met de dwarsbalken 74, waarbij de uitein-15 den van de bovenboogdelen 70 aan de daarnaartoe gekeerde uiteinden van de onderboogdelen 66 worden bevestigd.Fig. 10 illustrates the placement of the upper arch members 70 and the legs 72 with the crossbeams 74 by means of a mobile gantry crane 84, the ends of the upper arch members 70 being secured to the opposite ends of the lower arch members 66.

Zoals fig. 13 toont, ondersteunen de dwarsarmen 68 en de dwarsbalken 74 in de gemonteerde toestand van de onderboogdelen 66 en de bovenboogdelen 70 de liggers 60 20 op vier plaatsen tussen twee opeenvolgende portalen 64.As shown in Fig. 13, the cross arms 68 and cross beams 74 in the assembled state of the lower arch sections 66 and the upper arch sections 70 support the beams 60 at four locations between two successive portals 64.

Zoals fig. 7-10 tonen, kan het voor de stabiliteit van de baanconstructie tijdens de aanleg daarvan noodzakelijk zijn om tijdelijke steunconstructies aan te brengen, zoals de steunen 61 en 63, die na het voltooien van 25 de baan kunnen worden weggenomen.As shown in Figs. 7-10, for the stability of the track construction during its construction, it may be necessary to provide temporary support structures, such as the supports 61 and 63, which can be removed after completion of the track.

Zoals fig. 11 weergeeft, kunnen op verschillende plaatsen in de baan verschillende aktiviteiten tegelijkertijd plaatsvinden, waarbij de sterkte van de baanconstructie in eerste instantie (aan de rechterzijde van de 30 figuur) juist voldoende voor het dragen van materiaal en materieel gekozen kan worden, hetgeen lichte, gemakkelijk te hanteren componenten en de toepassing van licht, conventioneel materieel oplevert. Een versterking van de componenten vindt pas in een later stadium plaats.As fig. 11 shows, different activities can take place at different places in the track at the same time, whereby the strength of the track construction can initially be chosen (on the right-hand side of the figure) just enough for carrying material and equipment, which light, easy-to-handle components and the use of light, conventional equipment. The components are only reinforced at a later stage.

35 Fig. 12 toont de toepassing van een tweevoudige baan voor railtransport.FIG. 12 shows the use of a dual track for rail transport.

1008009 -11-1008009 -11-

Fig. 14-16 geven bij wijze van voorbeeld andere uitvoeringsvormen van met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding te vervaardigen banen voor railtrans-port weer. In eerste instantie worden pijlers, portalen 5 of dergelijke geplaatst, in het algemeen aangeduid met verwijzingscijfer 90, en worden liggers 60 geplaatst. In een later stadium wordt de baanconstructie versterkt, onder andere door het aanbrengen van liggerondersteu-ningsconstructies 92.Fig. 14-16 illustrate, by way of example, other embodiments of rail transport tracks to be produced by the method according to the invention. Initially, pillars, gantries 5 or the like are placed, generally indicated by reference numeral 90, and beams 60 are placed. The track construction is reinforced at a later stage, inter alia by the provision of beam support structures 92.

10080091008009

Claims

Method for the construction of at least one track above ground level, said track comprising longitudinally-arranged beams each resting on at least two spaced-apart foundations, supplying material and equipment and removed to resp. of a temporary end of the track for extending the track from this end, the method comprising the steps of: (1a) applying a next foundation from a beam already placed on foundations at said end of the track, and a next a beam that connects said next foundation with at least a previous foundation; wherein said next beam is sufficiently strong for supporting material and material to be moved along this beam for further extending the web, but wherein said next beam is insufficiently strong for carrying the final web; and (lb) reinforcing a beam spaced from said end of the web to a level sufficient for the final web.

2. Method for constructing at least one track above ground level, track 25 comprising longitudinally-arranged beams, each supported on at least two spaced foundations, supplying material and equipment and removed to resp. from ! a temporary end of the track for extending the track from this end, the method comprising the steps: (2a) from a beam already placed on foundations to apply a next foundation at said end of the track, and to apply another beam which named 1008009 -13- connects the following foundation with at least a previous foundation; wherein said next foundation is sufficiently strong for supporting said next girder and for carrying material and material to be moved along said next girder for repeating step (a) for further extending the track, but wherein said next foundation is insufficient is strong for wearing the final job; 10 and wherein said next beam is sufficiently strong for supporting material and material to be moved along this beam for further extending the web, but wherein said next beam is insufficiently strong for carrying the final web; (2b) reinforcing a foundation located a first distance from said end of the track to a level sufficient for the final track; and (2c) reinforcing a beam located a second distance from said end of the web to a level 20 sufficient for the final web.

The method of claim 2, wherein the second distance is greater than the first distance.

The method according to claim 1, 2 or 3, wherein step (1a) and resp. (2a) the steps comprise: (a) placing a hoisting device near the end of said beam already placed on foundations; 30 (a2) positioning said foundation manufacturing apparatus near said site of said foundation using said hoist; and (a3) manufacturing said subsequent foundation using said foundation manufacturing apparatus. .1008009 -14-

A method according to claim 1, 2 or 3, wherein step (1a) and resp. (2a) the steps comprise: (a4) placing a hoisting device near the end of said beam already placed on foundations; (a5) using said hoist to move said next beam until one end thereof protrudes near the location of said next foundation; 10 (a6) placing a foundation manufacturing device near said end of said subsequent beam; (a7) manufacturing said subsequent foundation using said foundation manufacturing apparatus.

6. Method according to claim 4 or 5, wherein said hoisting device comprises at least one hoisting arm which is hingedly connected to said beam already placed on foundations.

Method according to claim 5 or 6, wherein said hoisting device carries said next girder at a location between the ends thereof, and said next girder on a support location different from the bearing location rests on said girder already placed on foundations.

8. Method according to claim 4, wherein said hoisting device comprises a draw beam for carrying said next beam, and along which said next beam can be moved. A 1008009 Method according to any one of claims 4-8, wherein said foundation manufacturing device comprises a hoisting device and a device for placing construction elements on top, on and -15, optionally in the ground.

A method according to claim 2 or 3, wherein step 5 (2b) comprises the step: (b1) arranging elongated elements in the soil to support the foundation.

A method according to claim 2, 3 or 10, wherein step (2b) comprises the step: (b2) increasing the cross section of the foundation.

Method according to claim 1, 2 or 3, wherein step 15 (lb) and (2c) comprise the step: (cl) arranging a beam support structure, which supports the beam between its foundations, and itself rests on these foundations .

Method according to claim 1, 2 or 3, wherein the beam is mainly made of steel, in which in step (lb) resp. (2c) a construction of concrete is applied.

The method of claim 13, wherein the concrete structure comprises a series of concrete elements.

15. Method according to claim 13, wherein the concrete structure is formed in situ on the beam by means of a formwork.

16. A method according to any one of claims 13-15, wherein the beam is prestressed prior to the application of the concrete structure by raising it in the area between the foundations of the beam. 1005009 I -16-

A method according to claim 16, wherein a beam is prestressed by means of an elongated rigid construction which is located above the beam and rests on the foundations of the beam, and is connected to the beam in the area 5 between the foundations of the beam the prestressing being effected by raising the construction at the location of at least one of the foundations and / or changing the connection between the construction and the beam in the area between the foundations.

18. A method according to claim 16, wherein two beams adjoining each other at a foundation are prestressed by means of an elongated rigid construction which mechanically connects the respective areas between the foundations of the beams, and is connected to the foundation between the two beams. the prestressing is effected by raising the structure at the location of the foundation between the two beams and / or changing the connection between the structure and at least one of the beams in length.

A method according to any preceding claim, wherein the adjacent ends of beams 25 are joined together.

A web manufactured according to any one of the preceding claims.

The web of claim 20, wherein the beam support structure comprises: two arcuate elongated elements, the ends of which rest on two successive foundations between which the beam to be supported extends; Wherein the beam is supported at least in one place between the successive foundations by at least one of the elements; and 1 008009 -17- wherein the elements are interconnected in at least one place.

22, Track according to claim 21, wherein the arcuate elongated elements comprise substantially transversely projecting arms connected to the beams for carrying thereof. 1008009