NL1007604C1 - Weefstoel met afzonderlijke bediening van de hevels. - Google Patents

Description

weefstoel met afzonderlijke bediening van de hevels 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een weefstoel, omvattende; een frame; een in het frame bevestigde kettingboom voor het afwikkelen van kettingdraden; een in het frame bevestigde, zich hoofdzakelijk parallel aan de kettingboom uitstrekkende doekboom voor het opwik-10 kelen van de geweven stof; aan het frame bevestigde middelen voor het tussen de kettingboom en doekboom vormen van een sprong tussen kettingdraden in een bovenpositie en kettingdraden in een onderpositie; en middelen voor het in de sprong dwars op de richting van de ket-15 tingdraden heen en weer doen bewegen van een inslagdraad.

Dergelijke weefstoelen zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld uit het "GROSSES TEXTILHANDBUCH", Nordhausen, tussen 1935 en 1943.

Bij dergelijke, tot de stand van de techniek beho-20 weefstoelen zijn de hevels in groepen samengevoegd, waarbij elk van de tot een groep behorende hevels aan een enkele heveltrekker is verbonden. Dit betekent dat de hevels alleen groepsgewijs kunnen worden bediend of geflotteerd. Als gevolg daarvan bestaat een beperkte mate 25 van vrijheid voor het verkrijgen van patronen in het op de weefstoel geproduceerde weefsel.

Tevens zijn uit deze literatuurplaats zogenaamde Jacquard-weefstoelen bekend, waarbij de vrijheidsgraad groter is, en wel door het toepassen van een groot aantal 30 heveltrekkers. Hierbij wordt er op gewezen dat bij de aanvankelijk genoemde weefstoelen steeds naburige, of in eikaars nabijheid liggende hevels aan eenzelfde heveltrekker zijn verbonden, terwijl bij de zogenaamde Jacquard-machines op afstand van elkaar gelegen hevels aan 35 eenzelfde heveltrekker zijn verbonden. Dit heeft tot gevolg dat de op Jacquard geweven stoffen de patronen zich in het algemeen op een zekere breedteherhalen; 1007604 2 deze breedte is uiteraard gelijk aan de afstand tussen aan eenzelfde heveltrekker bevestigde hevels.

Tevens wordt hierbij op gewezen dat bij dergelijke Jacquard-machines grote aantallen heveltrekkers aanwezig 5 zijn. Toch is het bij dergelijke Jacquard-weefstoelen slechts mogelijk een beperkt aantal kettingdraden onafhankelijk te laten flotteren.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een weefstoel van de in de aanhef genoemde 10 soort, waarbij alle kettingdraden afzonderlijk kunnen worden bediend of geflotteerd.

Dit doel wordt bereikt, doordat de middelen voor het vormen van de sprong zijn ingericht voor het voor elke kettingdraad afzonderlijk bepalen van de onder-of boven-15 positie.

Dit levert het voordeel dat bij een dergelijke weefstoel de positie van elk zichtbaar element van een weefsel kan worden bepaald, onafhankelijk van de andere elementen in dezelfde breedte, uiteraard binnen de beper-20 kingen van het weefprincipe,

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de middelen voor het vormen van de sprong een afzonderlijk bestuurbare hevel voor elke kettingdraad.

Volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm omvatten 25 de middelen voor het vormen van een sprong een ten opzichte van het frame in vertikale richting aandrijfbare, zich hoofdzakelijk in horizontale richting uitstrekkende mes waarbij elk van de hevels door middel van een bestuurbare verbinding met het mes verbindbaar zijn.

30 Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de onderconclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 35 figuur 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een weefstoel volgens de uitvinding; 1007604 3 figuur 2: doorsnede en perspectivisch detail van de sprong-vorming.

figuur 3: situatie schets van posities van de hevel, figuur 4: situatie schets van hevel-mes-bord.

5 figuur 5: details van uitvoeringsvormen van mes en hevel; en detail van magneet plaatsing en uitvoering, figuur 6: meerdere systemen achter elkaar.

In figuur 1 is een weefstoel afgebeeld die gevormd wordt door een basis frame 2, Op het basis-frame zijn aan de 10 voorzijde twee voorstijlen 3 en 4 aangebracht en is aan de achterzijde 2 achterstijlen 5 aangebracht waarvan een zichtbaar.Op de stijlen 2 zijn de panelen 22 aangebracht. Tussen beide achterstijlen 5 is een kettingboom 6 geplaatst, waarop de kettingdraden 7 gewikkeld zijn. Aan de bovenzijde van bei-15 de achterstijlen is een strijkboom 8 aangebracht voor het geleiden van de van de kettingboom 6 afkomstige kettingdraden 7 vanuit een vertikale richting naar een hoofdzakelijk horizontale richting.

Aan de voorzijde is via een in de tekening niet weer-20 gegeven structuur bovenaan de beide voorstijlen 3 en 4 van het frame een borstboom 9 aangebracht, terwijl aan de onderzijde van de voorstijlen 3,4 een doekboom bevestigd is. Verder is aan de voorzijde van de weefstoel een knieboom 11 bevestigd, evenals een glasboom 13.

25 Alle tot nu toe beschreven bomen 6,8,9,10,11 en 13 strekken zich hoofdzakelijk parallel aan elkaar, en dwars op het vlak van de kettingdraden 7 uit.

De op de kettingboom 6 gewikkelde kettingdraden 7 strekken zich vanaf de kettingboom 6 in hoofzakelijk 30 vertikale richting uit tot aan de achterzijde van de strijkboom 8. Deze kettingdraden zijn hierbij naast elkaar gelegen. Vervolgens strekken de kettingdraden zich in hoofdzakelijk horizontale richting uit naar de voorzijde van de weefstoel 1. Daarbij strekken de kettingdraden zich 35 uit door een regel 14, de hevels en een riet tot aan de doekrand.

1007604 4

Verder is de weefstoel voorzien van bord 36 dat horizontaal is vastgehecht op paneel 22. Dit bord 36 dient voor het vasthouden en geleiden van de hevel.

Eveneens is de weefstoel voorzien van bord 38 waarin 5 de magneten geplaatst zijn die de hevels besturen.

In de panelen 22 zijn gleuven gezaagd waarin het mes 35 op en neer kan bewegen waardoor de hevels naar boven of naar beneden kunnen worden bewogen.

Dit mes wordt op en neer bewogen doormiddel van excentriek 10 19 en arm 19 a.

Vanzelfsprekend is aan de andere zijde van de weefstoel dezelfde middelen aangebracht waardoor het mes een zuivere vertikale beweging krijgt.

Bij constructie van weefstoelen die een zeer groot 15 aantal hevels vereisen, worden dit systeem meerdere malen achter elkaar geplaatst waarbij dient te worden opgemerkt dat elk systeem een hogere plaats krijgt. Dit om de bereikbaarheid van elke hevel en magneet te handhaven.figuur 6.

Ook is op de panelen horizontaal vastgehecht het bord 20 38 waarin aangebracht de magneten.

Vanzelfsprekend wordt dit bord, bij toepassing van meerdere systemen ook herhaald in een hogere positie

De lade 26 wordt door de motor 17, excentriek 20 met arm 21 heen en weer bewogen.

25 Opgemerkt dient te worden dat het toerental van ex centriek 19 (beweging mes) minimaal hét dubbele moet zijn van excentriek 20 van de lade. Dit om de tijdverdeling van vorming van sprong en inbrengen van de inslag zo gunstig als mogelijk te doen zijn , met andere woorden de tijd van 30 sprongvorming is veel korter dan de tijd van inslag-inbreng.

De lade is voorzien van een riet 25 dat gebruikt wordt voor het geleiden van de kettingdraden en voor het aandrukken van de inslagdraad tegen de geweven stof.

Zoals reeds vermeld worden door koppelmiddelen vol-35 gens de uitvinding een deel van de kettingdraden naar boven en het overige naar beneden bewogen. Dit geschiedt dan met behulp van een digitaal rekentuig 29.

1 007604 5

Voor het door de sprong bewegen van de inslagdraad worden diverse middelen toegepast, in figuur 1 wordt gebruik gemaakt van een pneumatische inrichting waarmee de inslagdraad wordt ingelegd. Deze pneumatische inrichting 5 wordt door een luchtkanon so gevormd.

Deze vormen overigens de stand van de techniek, zodat hierop niet nader wordt ingegaan; het is mogelijk van andere technieken gebruik te maken zoals schietspoelen, magnetische inrichtingen en dergelijke.

10 Vervolgens zullen de middelen voor het vormen van de sprong worden toegelicht aan de hand van figuur 2,3,4,5. en 6 van figuur 2, uitleg hiervan de functie van de hevel 60 -mes 35- vangbord 36- magneetbord 38- gatenbord 37 en -grondbord 50.

15 DE HEVEL: de eerste schets onder figuur 2 A toont een ronde rechte staaf waarover een kraal geschoven en vastgehecht is. Een kraal bestaande uit een ronde bol met een door het middelpunt geboorde gat waardoor de hevel-staaf 60 is gestoken. Kraal heeft nummer 34.

20 Naar beneden gaande zien we hevel-opening 30 die in de staaf is gemaakt en die dient om de kettingdraad doorheen te doen geleiden.

Verder naar beneden gaande is een kleinere kraal 35 zoals boven beschreven, aangebracht. Deze kraal kan niet 25 door de opening van bord 37 dat horizontaal is opgesteld boven de grondplaat 50 van de weefstoel.

Verder is in fig. 2 A zichtbaar van boven naar beneden gaande: een bord 38 waarin of waarop de magneten 55 zijn bevestigd en waarvan in figuur 5 onder C een detail.

30 In fig. 2A is een magneet 55 getekend dat in bord 38 is gemonteerd.

Deze magneet bestaat uit een holle buis 40 waarop twee flenzen zijn geschoven en vastgehecht. Tussen deze flenzen zijn windingen electra-draad gewikkeld die, wanneer hierdoor een 35 electrische stroom gestuurd wordt, een magnetisch veld doet ontstaan die instaat is een ijzeren pen 42 te doen bewegen die los in het buisje 40 ligt. Omdat deze pen bestaat uit een ijzeren staafje met opening aan het uiteinde dat buiten het buisje steekt, is het mogelijk een verbinding te maken met de hevelstaaf 60 1 007604 6 en waarbij het mogelijk blijft dat deze staaf op en neer kan bewegen.

Aldus wordt de hevel bestuurbaar door de magneet die de hevel heen en weer kan doen bewegen.

5 Figuur 2 A toont verder mes 35 (waarvan in fig 5 A

een detail). Dit mes bestaat uit een over de gehele breedte van de weefstoel + overstekende stukken, rechte stroken star plat materiaal waarvan onder fig. 1 al een vermelding. Dit mes maakt een op en neer-gaande beweging.

10 Kenmerkend is de lange smalle rechte opening of sleuf die in deze strook gefraisd is. Andere vormen zijn ook mogelijk door toepassing van een gefraisde gleuf.

Vanzelfsprekend is de lengte van deze sleuf of gleuf precies aangepast aan de breedte die nodig is voor het aan-15 tal benodigde hevels.

Kenmerkend is ook de toepassing van een elastische strook materiaal zoals de SPONS die hier toegepast is. 45 Deze strook spons is gelijmd op het mes wat zowel boven als onder op het mes mogelijk is.

20 Deze strook kan ook elders buiten het mes aangebracht worden en een stilstaande positie hebben.

Zoals aangegeven in fig. 1, is horizontaal op de panelen 22 een bord 36 aangebracht. Dit bord bestaat uit een lange overal even brede en dikke rechte strook star materi-25 aal en is aangebracht evenwijdig aan de looplijn van het op- en neer- bewegende mes 35 en derhalve beweegt de sleuf in dit mes eveneens evenwijdig op dezelfde afstand van bord 36. De stand van deze sleuf valt juist boven of onder het bord 36 wanneer mes 35 de bovenste of onderste stand bereikt 30 heeft.

Als men nu een hevel plaatst tussen het bord 36 en het mes 35 en vervolgens door een opening in bord 37, dan zal de onderste kraal 35 niet door de opening kunnen van bord 37 en wordt hierdoor de laagste positie van de hevel 35 bepaald en kraal 34 komt juist onder bord 36.

1007604 7

Is het mes in neer-gaande beweging dan zal bij de laagste stand van dit mes het mogelijk zijn de kraal in de sleuf te doen bewegen. Is op dit moment de magneet geactiveerd door stroom-toevoer door de windingen dan zal de ijzeren 5 kern aangetrokken worden en door de verbinding met de hevel-staaf de hevel naar zich toe trekken waardoor de kraal in de sleuf geraakt.

Gaat het mes weer omhoog dan zal de kraal cq de hevel meegenomen worden terwijl bovendien bord 36 verhindert dat 10 de kraal uit de sleuf geraakt doordat deze kraal geen ruimte heeft en tegengehouden wordt door bord 36. Aldus worden kraal met hevel 60 naar boven gevoerd totdat de kraal buiten bord 36 komt en omdat de magneet niet meer geactiveerd is, zal door de elastische strook spons de kraal direct op 15 bord 36 drukken en vasthouden.

De kraal-hevel blijft in deze positie totdat de magneet in werking komt.

Gaat het mes weer omlaag (magneet is uit) dan zal het bovenste vlakke gedeelte van het mes een terug-glijden van de 20 kraal beletten en blijft deze dan op bord 36 mede geholpen door de veerkrachtige werking van spons 45.

Wordt de magneet weer geactiveerd dan gaat stift 42 weer trekken aan de hevel en komt er druk op de kraal zodat wanneer de sleuf op de zelfde hoogte komt van de kraal deze 25 hierin zal doen geraken en aldus zal de hevel een neergaande beweging gaan maken met het mes

Magneet gaat uit en de spons drukt op de kraal maar door bord 36 zal de kraal dan pas vrij komen als bord 36 is gepasseerd. En blijft de hevel in de laagste positie totdat 30 een nieuw commando komt voor demagneet enz. enz-

Het in de laagste positie houden van kraal 34 wordt door het onderste vlakke gedeelte van mes 35 mede bewerkstelligd.

Door toepassing van platte platines,zoals figuur 5 B toont.kan door de gelijke vorming van het aanzet-stuk daar-35 door dezelfde werking verkregen worden als de tot nu toe gebruikte kraal. Noodzaak is dan wel dat de openingen in bord 37 worden aangepast zodat draaing van de hevel wordt voorkomen.

1 007604 8

Door deze plabines toe te passen, wordt het mogelijk een zeer groot aantal hevels naast elkaar op eenzelfde breedte te plaatsen, en het derhalve mogelijk is mindere systemen (mindere rijen) achter elkaar te situeren.

5 Fig 2 A laat verder zien dat onder de kraal een opening is gemaakt om de kettingdraad te kunnen geleiden.

Fig. 2 B toont het vooraanzicht van het systeem waar-3 draden naast elkaar elk een andere positie hebben en tevens goed te zien is dat de middelste aan het veranderen 10 van positie bezig is omdat hier de kraal achter bord 36 is terwijl de twee andere hevels een vaste positie hebben namelijk de linkse een bovenpositie en de rechtse een onder-positie. Hierdoor wordt het duidelijk dat de uitvinding zodanig is dat alleen de flotterende kettingdraad beweegt en 15 elke andere kettingdraad stil blijft staan.

Derhalve is er maar energie nodig voor de flotterende kettingdraad hetgeen bij de hedendaagse electronische Jacguard machines elke hevel wordt bewogen door 2 platines waarvan een platine de tegenstelde op en neergaande beweging maakt 20 van de andere platine. Bovendien is het "DUBBEL-HEF-OFFEN-BACH-SYSTEEM" nodig elke hevel aan te trekken naar beneden door elastieken, dit is in het geheel niet nodig bij de onderhavige uitvinding omdat zoals reeds vermeld, de hevel of platine die als hevel fungeert, een GELEIDE OP OF NEER 25 GAANDE beweging maakt en hier alleen de minimale weerstand van de spons 45 behoeft te overwinnen.

Doordat het "dubbelhef Offenbach systeem" voor elke kettingdraad 2 platines + veer + dubbelmagneet + koord + rol + katrol + elastiek MEER NODIG HEEFT DAN DE ONDERHAVIGE UIT-30 VINDING is wel het meest kenmerkende van deze constructie aangetoond. Omdat de huidige systemen een zeer grote bovenbouw noodzakelijk maken met een zeer zware aandrijving voor de vele elastieken te trekken, lijkt het feit dat deze vinding direct boven de kettingdraden kan worden opgesteld 35 een van de beste kenmerken, figuur 3: is een overzicht van de posities van het mes en hevel met kraal ten opzichte van bord 36.

1007604 9 1- de laagste stand van de hevel waar de kraal nog onder het bord 36 is gesitueerd en zo gehouden wordt door spons 45 2- wanneer de druk van de magneet de kraal duwt tegen het 5 onderste deel van mes 35 en wanneer het mes naar beneden gaat 3- de kraal in de sleuf van het mes wordt gedrukt en meege nomen door het mes naar de bovenste positie en tijdens deze beweging de magneet uitgeschakeld is 10 5- de kraal boven aan komt terhoogte van de bovenrand van het bord 36 waar deze kraal terstond door de verende kracht van spons 45, wordt gedrukt boven de rand van bord 36 en nog door de bovenste deel van mes 35 zo nog gehouden wordt 15 totdat de weer opkomende mes met sleuf de kraal bereikt en wanneer de magneet ingeschakeld is 6- de neergaande beweging van het mes kan meedoen terwijl in deze tijd de magneet weer uitgeschakeld wordt en onder tegen bord 36 wacht tot de volgende magneet-20 impuls.

figuur 4 geeft de posities weer van de kraal/hevel tijdens de flot-tering van de kettingdraad.

25 1 de kraal is door de magneet in de sleuf geduwd 2-3-4 de kraal gaat langs het bord 36 naar beneden waarbij duidelijk zichtbaar is dat de kraal geheel wordt geleid en deze dan ook de snelheid van het mes aanneemt, een snelheid die begint bij 0 door de omkerende beweging van het excen-30 triek dan loopt de snelheid op om verder weer af te nemen tot snelheid 0 is enz.

Deze eigenschap maakt een zeer hoog toerental van de machine mogelijk waar het bovendien door de licht verende werking van de spons een zogenaamd "zweven" van de onderdelen wordt 35 voorkomen en het geheel een rustige gang van de machine mogelijk maakt. De Offenbach methode heeft elastieken nodig hiervoor.

5 de kraal wordt doordat de magneet uit is direct door de spons richting bord gedrukt en 6 zodra dit bord is bereikt geraakt de kraal hieronder enz.

1 007604 10 figuur 5 A detail van het mes waar de sleuf met onder en boven een plat vlak en bovenaan (onder is ook mogelijk) de spons die op het mes gelijmd is 5 De gaten voor de excentriek armen onder in de hoeken.

B De verschillende mogelijkheden van uitvoering van de hevel C de opengewerkte magneet ook nog aangetoond dat deze zowel een duwende als trekkende beweging kan uitoe-10 fenen op de hevel en een magneet met vaste kern die door de polen een trekkracht uitoefent op de hevel staaf.

figuur 6 15 schema van opstelling van meerdere groepen van het hef- systeem.

De panelen 22 zijn ge-arceerd aangegeven.

De opstelling van de borden 36 (vangborden) en de borden waarin de magneten zijn bevestigd zijn vast aan de panelen 20 bevestigd: vangbord 36r magneten bord 38

De messen 35 glijden door sleuven in de panelen 22.

De hevels met kraal zijn geplaatst tussen bord 36 en mes 35.

In alle groepen zijn de hoogste stand getekend, waar de 25 kraal op de borden 36 rust.

Duidelijk is te zien dat de bereikbaarheid van de magneten als het inzetten van de hevels gemakkelijk is.

Doordat de sprong, naar achteren gaande iets groter moet zijn, is aanpassing van de mes-excentrieken nood-30 zakelijk, overigens al lang toegepast bij de bouw van weefstoelen.

figuur 7 voorbeeld van bediening van 2 hevels door een mes De opstelling is iets uitgebreid door plaatsing van een 35 extra bord ter hoogte van het eerste bord en van een extra magneten-bord boven het eerste.

De werkwijze is identiek zoals beschreven, het voordeel is een meer compate constructie met minder kosten en ruimte.

i 1 00 7604

Claims (25)

1. Weefstoel, omvattende: 5. een frame; - een in het frame bevestigde kettingboom voor het afwikkelen van kettingdraden; - een in het frame bevestigde, zich hoofdzakelijk parallel aan de kettingboom uitstrekkende doekboom voor 10 het opwikkelen van de geweven stof; - aan het frame bevestigde middelen voor het tussen de kettingboom en de doekboom vormen van een sprong tussen kettingdraden in een boven positie en kettingdraden in een onder positie; en 15. middelen voor het in de sprong dwars op de richting van de kettingdraden heen en weer doen bewegen van een inslagdraad, met het kenmerk, dat de middelen voor het vormen van de sprong zijn ingericht voor het voor elke kettingdraad 20 afzonderlijk bepalen van de onder- of bovenpositie.

2. weefstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, , . dat de middelen voor het vormen van de sprong een afzonderlijk bestuurbare hevel voor elk van de kettingdraden omvatten.

3. weefstoel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het vormen van de sprong een ten opzichte van het frame in vertikale richting aandrijf-baar, zich hoofdzakelijk in horizontale richting uitstrekkend een dubbel mes omvat, en dat elk van de hevels 30 door middel van een bestuurbare verbinding met het dubbel-mes verbindbaar zijn.

4. weefstoel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het dubbelmes bestaat uit een platte rechte dunne starre strook (op een plank gelijkend) metaal of ander 35 star materiaal waarin een rechte, evenwijdig aan de kanten, gleuf is gefraisd waarin een bol past of een ander aanzet-stuk dat over of in de hevel gehecht is. Of een open sleuf, gefraisd in het mes. 1007604

5. Weefstoel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het dubbelmes door de sleuf, in staat is , bij het op of neergaan van de kraal of aanzetstuk van de hevel mee te nemen

6. Weefstoel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een starre (op een plank gelijkende) strook evenwijdig en overal even ver verwijderd van het mes, is vast gehecht op de zijpanelen van het frame, en waarbij de breedte van deze strook gelijk is aan de lengte die het més aflegt 10 minus de diameter van de bol of aanzetstuk op de hevel.

7. Weefstoel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de afstand tussen mes en bord maximaal halve bol-diame-ter minus de dikte van de hevel staaf is.

8. Weefstoel volgens conclusie 7, met het kenmerk, 15 dat in de ruimte tussen plank (bord) en mes, de hevel wordt geplaatst en geleid door een opening dat is gemaakt in een bord dat horizontaal is geplaatst onder in de weefstoel, zodanig dat de hevel geleid wordt tijdens een op en neergaande beweging ervan.

9. Weefstoel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de gleuf van het mes bij hoogste en laagste stand zich ter hoogte van de bol moet bevinden om deze bij sturing van de hevel, op te kunnen vangen om de hevel aldus mee te nemen.

10. Weefstoel volgens conclusie 9, met het kenmerk, 25 dat de hevel door een spons-strook dat op het mes is gelijmd, tegen het stilstaande bord wordt gedrukt en zo buiten het mes geraakt en tegen de onderkant of bovenkant van het bord in stilstand blijft.

11. Weefstoel volgens conclusie 10, met het kenmerk, 30 dat magneten zijn geplaatst in een bord dat gemonteerd is tegen de zijpanelen van de weefstoel en deze magneten door lussen of kleine geleid sleufjes, verbonden of in contact met de hevel, aldus bestuurbaar.

12. Weefstoel volgens conclusie 11,met het kenmerk, 35 dat de hevels ook aangetrokken kunnen worden door directe magnetische kracht zonder dat er een verbinding is met de hevelstaaf, door magneten met een vaste kern. 1007604

13 Weefstoel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de sponsvormige strook die dient voor het uit het mes duwen of trekken van de kraal cq hevel, vervangen kan worden door aparte druk-of trek-veertjes wel of niet in 5 de magneet ingebouwd, of geplaatst.

14. Weefstoel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat door deze verende werking van spons of veertjes een licht remmende druk op de hevel ontstaat die een stabiliserende werking heeft op het functioneren van het systeem en mede 10 doordat de kraal omsloten is tussen mes en bord, een hoog toerental van de weefstoel mogelijk is, met andere woorden: zweven van onderdelen is onmogelijk.

15. weefstoel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat een magneet met losse ijzeren kern verbonden aan de 15 hevel, die de hevel daardoor een zijwaartse beweging geeft, kan worden vervangen door magneten met een vaste kern en directe aantrekking van de hevel-staaf.

16. Weefstoel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat vele cylindrische vormen van de hevel met aangehecht 20 stukje of kraal mogelijk zijn terwijl dan aanpassing van het bord dat deze hevels geleidt, noodzakelijk is.

17. Weefstoel volgens conclusie 16,met het kenmerk, dat het hele systeem van mes-bord-magneetbord-geleidebord kan worden herhaald door achter elkaar plaatsing van deze 25 systemen.

18. Weefstoel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat door het iets hoger opstellen van de achter elkaar te maken systemen, de bediening van deze machine beduidend gemakkelijker is dan van de huidige machines met bovenbouw.

19. Weefstoel volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat het niet nodig de hevels apart door elastieken naar beneden te trekken, zoals bij de huidige machines noodzakelijk is, omdat het hier om een totaal GELEIDE gedwongen beweging van de hevels gaat.

20. Weefstoel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat ten opzichte van de huidige electronische Jacquard-ma-chines zo weinig onderdelen nodig zijn dat de gehele besturing van de kettingdraden direct boven deze draden kan 1 007604 worden opgesteld, hetgeen een zeer gemakkelijke bereikbaarheid cq bediening tengevolge heeft.

21. Weefstoel volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de gehele bovenbouw van de huidige Jacquard machines 5 komt te vervallen en doordat er veel minder onderdelen zijn, de machine hier behandeld, veel voordeliger moet zijn te maken.

22. Weefstoel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat door het ontbreken van elastieken en het feit dat er 10 pas energie nodig is wanneer de kettingdraad moet flotteren, het geheel veel minder energie nodig heeft dan de huidige bestaande Jacquard machines

23. Weefstoel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat door toepassing van dit systeem het veel eenvoudiger 15 is de aparte hevelsturing voor ALLE KETTINGDRADEN uit te breiden zodat patroonvorming over de volle breedte van het doek is te realiseren.

24. Weefstoel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de laagste positie van de hevel wordt bepaald door 20 een kleine kraal of aanzetstuk aan de hevelstaaf of door de hevelstaaf op te vangen door een horizontale plaat boven de bodem (of door de bodem zelf).

25. Weefstoel volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat door toepassing van 2 borden en 2 magneetborden het 25 zelfde resultaat heeft qua werking met gebruik van een druk-als een trek-magneet en het voordeel van de halve hoeveelheid messen dat nodig is met de bijpassende excentrieken enz. 1007604