NL1007468C2 - Demonterende luchtvrachtcontainer. - Google Patents

Description

Demonterende luchtvrachtcontainer

De uitvinding heeft betrekking op een luchtvrachtcontainer, omvattende een laadbodem alsmede wanden die langs de randen van de 5 laadbodem zijn opgesteld, waarvan tenminste een der wanden een wandgedeelte heeft dat vanaf de laadbodem schuin omhoog naar buiten loopt, zodanig dat de contour van die wand is aangepast aan de vorm van het laadruim van een vliegtuig.

Dergelijke luchtvrachtcontainers zijn algemeen bekend. Zij zijn 10 beschikbaar in een beperkt aantal standaardafmetingen, afgestemd op de vorm en grootte van het vrachtruim van diverse vliegtuigen en vrachtwagens.

Door middel van dergelijke luchtvrachtcontainers kan het transport van allerlei luchtvracht doelmatig verlopen. De 15 doelmatigheid is daarbij zo groot mogelijkheid indien de luchtvrachtcontainer steeds gevuld is, dat wil zeggen ook op retourvluchten. In de praktijk blijkt een zodanig afstemming van vrachtaanbod en beschikbare luchtvrachtcontainers echter niet haalbaar. Dit betekent dat regelmatig lege luchtvrachtcontainers 20 moeten worden geretourneerd, die een groot deel van de beschikbare laadruimte bezet houden. Dat vormt een aanzienlijke kostenpost, die het rendement van de vliegoperaties sterk nadelig beïnvloedt.

Doel van de uitvinding is daarom een luchtvrachtcontainer te verschaffen die dit nadeel in mindere mate heeft. Dat doel wordt 25 bereikt doordat de wanden losneembaar aan de laadbodem en aan elkaar zijn bevestigd.

Aangezien de luchtvrachtcontainer uiteengenomen kan worden, behoeft slechts een vrij klein pakket teruggestuurd te worden, zodat een groot deel van de laadruimte beschikbaar blijft voor andere 30 vrachtdoeleinden.

Bij voorkeur heeft de genoemde wand van de luchtvrachtcontainer volgens de uitvinding een schuin omhooglopend onderste wandgedeelte en een daarop aansluitend, recht omhooglopend bovenste wandgedeelte. Dit onderste en bovenste wandgedeelte van genoemde wand zijn scharnierbaar 35 ten opzichte van elkaar tussen een positie waarin zij een stompe hoek insluiten, in een gestrekte positie.

1007468 2

Ondanks de geknikte vorm van de betreffende wand van de luchtvrachtcontainer, kan het pakket van de verschillende uiteengenomen delen dan toch beperkte afmetingen hebben.

Zoals reeds genoemd is de standaardisatie op het gebied van 5 luchtvrachtcontainers niet doorgevoerd tot slechts één standaardafmeting. Zo bestaan in de praktijk diverse laadbodems en containers naast elkaar, waarvan de afmetingen slechts weinig verschillen.

Ook in dit verband biedt de luchtvrachtcontainer toch een 10 verdergaande standaardisatie, in het bijzonder voor zover het de geknikte wand met schuin omhoog lopend onderste gedeelte betreft. Volgens de uitvinding is namelijk voorzien dat aan beide randen van het bovenste wandgedeelte die zich loodrecht uitstrekken op de scharnierverbinding met het onderste wandgedeelte, hulpwandgedeelten 15 scharnierend zijn bevestigd, welke hulpwandgedeelten elk met hun tegenover de scharnierverbinding liggende rand zijn aangesloten op een aangrenzende wand.

Deze scharnierende hulpwandgedeelten kunnen, binnen zekere grenzen, aangepast worden aan aangrenzende wanden die een reeks 20 verschillende onderlinge afstanden kunnen bezitten. Bij aangrenzende wanden waarvan de onderlinge afstand groter is dan de breedte van de geknikte wand, verlopen de hulpwandgedeelten dan een weinig schuin uit elkaar vanaf de geknikte wand. In het geval van een dergelijke onderlinge afstand, die gelijk is aan genoemde breedte, lopen de 25 hulpwandgedeelten onderling evenwijdig.

In verband met leeg terugtransport geldt ook hier dat elk hulpwandgedeelte scharnierbaar is tussen een stand ongeveer loodrecht op het bovenste wandgedeelte en een stand in het in verlengde vein, of geklapt op, dat bovenste wandgedeelte.

30 Ter verkrijging van een volledige aansluiting van de wanden is elk hulpwandgedeelte voortgezet in de richting van het onderste wandgedeelte, zodanig dat elk hulpwandgedeelte in de richting van het onderste wandgedeelte schuin toeloopt.

Bovendien is elk hulpwandgedeelte aan zijn van de 35 scharnierverbinding afgekeerde rand recht en heeft hij een lengte die in wezen overeenkomt met de lengte van de rand van de naburige wand.

De wanden van de luchtvrachtcontainer kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd; bij voorkeur bestaat elke wand echter uit 1007468 3 een buizenframe. Over de zo ontstane luchtvrachtcontainer kan een hoes worden aangebracht.

De laadbodem kan, zoals bekend, aan zijn omtrek een rondlopende ondersneden groef hebben, en elke wand kan aan zijn onderrand een 5 profiel hebben dat haakbaar is in de ondersneden groef van de laadbodem. De wanden zijn onderling koppelbaar aan hun naburige randen.

Ter vergroting van de flexibiliteit van de luchtvrachtcontainer in gebruik kan een der wanden een frame hebben waarin tenminste een 10 scharnierbaar wandpaneel is opgenomen.

In het frame kunnen twee wandpanelen zijn opgenomen die door een horizontaal scharnier aan elkaar zijn verbonden, en waarvan het bovenste paneel scharnierbaar in het frame is opgenomen. Beide wandpanelen hebben aanslagen alsmede grendelmiddelen voor het fixeren 15 van die wandpanelen in hun gesloten toestand ten opzichte van het frame.

Verder kan een dekwandpaneel zijn voorzien dat koppelbaar is met de wanden.

Volgens een variant kan aan twee tegenoverliggende randen van de 20 laadbodem zich een wand bevinden met een wandgedeelte dat vanaf de laadbodem schuin omhoog naar buiten loopt.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont de luchtvrachtcontainer volgens de uitvinding.

25 Figuur 2 toont de luchtvrachtcontainer volgens figuur 1 in uiteengenomen toestand.

Figuur 3 toont een detail van een wand.

Figuur toont een detail van een voet.

Figuur 5 toont een detail van een verbinding.

30 De in figuren 1 en 2 weergegeven luchtvrachtcontainer omvat een laadbord 1, waarop een geknikte wand 2, twee daarop aansluitende rechte zijwanden 3. 4 en een tegenover liggende rechte zijwand 5 kunnen geplaatst. De geknikte wand 2 en de tegenover liggende wand 5 kunnen door een kruisframe 6 onderling zijn verbonden.

35 Alle wanden 2-5 bezitten voeten 7. die op nader te beschrijven wijze zijn vastgehaakt aan laadbodem 1. De wanden 2-5 zijn onderling verbonden door middel van koppelingen 8, bijvoorbeeld zoals weergegeven in figuur 5· '00,468 4

De geknikte wand 2 van de luchtvrachtcontainer volgens de uitvinding omvat een onderste wandgedeelte 9 dat schuin naar buiten omhoog loopt vanaf het laadbord 1, alsmede een via scharnieren 10 daarmee verbonden bovenste, verticaal omhoog lopend wandgedeelte 11.

5 Aan het bovenste wandgedeelte 11 zijn verder door middel van scharnieren 12 hulpwandgedeelten 13 bevestigd.

Zoals weergegeven in figuur 1 zijn deze hulpwandgedeelten 13 verbonden met elk een zijwand 3 of ¢.

Aan de hulpwandgedeelten 13 zijn steunen 32 bevestigd (zie figuur 10 2). In de in figuur 1 weergegeven toestand rusten deze steunen 32 elk op het onderste wandgedeelte 9·

Dankzij de scharnieren 10, 12 kan elke geknikte wand 2 in een platte toestand worden geklapt, zoals weergegeven in figuur 2. Daartoe dienen eerst de koppelingen 8, zoals weergegeven in figuur 5. te 15 worden losgenomen. Deze koppelingen bestaan uit ogen l4, waarin een haak 15 is gestoken.

De geknikte wand 2, dat wil zeggen het onderste wandgedeelte 9. het bovenste wandgedeelte 11, en de hulpwandgedeelten 13 bestaan elk uit een buizenframe met randbuizen 16 en roosterbuizen 17. In plaats 20 van een buizenframe kan ook een vlak plaatmateriaal worden toegepast.

De wanden 4, 5 zijn plat, en omvatten eveneens randbuizen 16 en roosterbuizen 17.

Zijwand 3 omvat een frame 18, waarin twee ucharnierbare wandpanelen 19, 20 zijn opgehangen. Het bovenste wandpaneel 19 is door 25 middel van scharnieren 21 opgehangen; door middel van scharnieren 22 is het onderste wandpaneel 20 aan het bovenste wandpaneel 19 opgehangen zoals ook duidelijk te zien is in figuur 3·

Door middel van de aanslagen 23, 2*4 op het bovenste respectievelijk onderste wandpaneel, en aanslagen 25 op het frame 18 30 kunnen de wandpanelen 19, 20 in de gesloten toestand worden gehouden. De grendelmiddelen 31 houden deze in gefixeerde toestand.

De wanden 2-5 zijn door middel van poten 7 op de laadbodem 1 bevestigd. Elke poot 7 bestaat uit een profiel gedeelte met zijden 26, 27, die aan de bovenzijde met steun 28 zijn vastgelast of vastgenageld 35 aan bijvoorbeeld het onderste wandgedeelte 9·

Aan hun onderkant bezitten de zijden 26, 27 een haakvormig profiel 29, dat in de ondersneden groef 30 van het bodempaneel 1 is 1007468 5 gehaakt. Aldus is een stevige bevestiging van de wanden 2-5 op het bodempaneel 1 verzekerd.

1 0 0 7 4 6 Ö

Claims (14)

1. Luchtvrachtcontainer, omvattende een laadbodem (1) alsmede wanden (2-5) die langs de randen van de laadbodem (1) zijn opgesteld, 5 waarvan tenminste een der wanden (2) een wandgedeelte (9) heeft dat vanaf de laadbodem (1) schuin omhoog naar buiten loopt, zodanig dat de contour van die wand (2) is aangepast aan de vorm vein het laadruim van een vliegtuig, met het kenmerk dat de wanden (2-5) losneembaar aan de laadbodem (1) en aan elkaar zijn bevestigd. 10

2. Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 1, waarbij genoemde wand (2) een schuin omhooglopend onderste wandgedeelte (9) heeft en een daarop aansluitend, recht omhooglopend bovenste wandgedeelte (11). 15 3· Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 2, waarbij het onderste (9) en het bovenste (11) wandgedeelte van genoemde wand (2) scharnierbaar zijn ten opzichte van elkaar tussen een positie waarin zij een stompe hoek insluiten, in een gestrekte positie.

20 Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 3. waarbij aan beide randen van het bovenste wandgedeelte (11), welke randen zich loodrecht uitstrekken op de scharnierverbinding (10) met het onderste wandgedeelte (9). hulpwandgedeelten (13) scharnierend (12) zijn bevestigd, welke hulpwandgedeelten (13) elk met hun tegenover de 25 scharnierverbinding (12) liggende rand zijn aangesloten op een aangrenzende wand (3, 4).

5. Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 4, waarbij elk hulpwandgedeelte (13) scharnierbaar is tussen een stand ongeveer 30 loodrecht op het bovenste wandgedeelte (11) en een stand in het in verlengde van, of geklapt op, dat bovenste wandgedeelte (11).

6. Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 5 of 6, waarbij elk hulpwandgedeelte (13) is voortgezet in de richting van het onderste 35 wandgedeelte (9)· 1 0 0 7 A 6 8

7- Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 7. waarbij elk hulpwandgedeelte (13) in de richting van het onderste wandgedeelte (9) schuin toeloopt.

8. Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 8, waarbij elk hulpwandgedeelte (13) aan zijn vein de schamierverbinding afgekeerde reind recht is en een lengte heeft die in wezen overeenkomt met de lengte van de rand vein de naburige wand (3. 4) 10 9· Luchtvrachtcontainer volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elke wand (2-5) uit een buizenframe of vlak plaatmateriaal bestaat.

10. Luchtvrachtcontainer volgens één der voorgaande conclusies, 15 waarbij de laadbodem (1) aan zijn omtrek een rondlopende ondersneden groef (30) heeft, en elke wand (2-5) aan zijn onderrand een profiel (7) heeft dat haalbaar is in de ondersneden groef (30) van de laadbodem (1).

11. Luchtvrachtcontainer volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de wanden (2-5) onderling koppelbaar zijn aan hun naburige randen (16).

12. Luchtvrachtcontainer volgens één der voorgaande conclusies, 25 waarbij een der wanden (3) een frame (18) heeft waarin tenminste een scharnierbaar wandpaneel (19, 20) is opgenomen.

13· Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 12, waarbij in het frame (18) twee wandpanelen (19, 20) zijn opgenomen die door een 30 horizontaal scharnier (22) aan elkaar zijn verbonden, en waarvan het bovenste paneel (14) scharnierbaar (21) in het frame (18) is opgenomen.

14. Luchtvrachtcontainer volgens conclusie 13, waarbij beide 35 wandpanelen (19, 20) aanslagen (23, 24) alsmede grendelmiddelen hebben voor het fixeren van die wandpanelen (19, 20) in hun gesloten toestand ten opzichte van het frame (18). 1007468 δ

15· Luchtvrachtcontainer volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een dekwandpaneel (6) is voorzien dat koppelbaar is met de wanden (2, 5).

16. Luchtvrachtcontainer volgens één der voorgaande conclusies, waarbij aan twee tegenoverliggende randen van de laadbodem (1) zich een wand (2) bevindt met een wandgedeelte (9) dat vanaf de laadbodem (1) schuin omhoog naar buiten loopt. ' 0 U 7 4 6 8