NL1007397C2 - Werkwijze en inrichting voor het met een gewijzigd uiterlijk weergeven van tenminste een deel van het menselijk lichaam. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het met een gewijzigd uiterlijk weergeven van tenminste een deel van het menselijk lichaam.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met een gewijzigd uiterlijk weergeven van tenminste een deel van het lichaam van een persoon, waarbij eerste video- of beelddata representatief voor het ongewijzigde uiterlijk van het betreffende lichaamsdeel, tweede video- of beelddata representatief voor een wijziging in het uiterlijk 10 van het lichaamsdeel en positiedata representatief voor de positie en ruimtelijke oriëntatie van het lichaamsdeel worden verschaft, waarbij de eerste en tweede videodata zodanig in afhankelijkheid van de positiedata tot derde video- of beelddata representatief voor het gewijzigde uiterlijk van het lichaamsdeel worden verknoopt en weergegeven, dat het weergegeven 15 gewijzigde uiterlijk positie- en oriëntatieveranderingen van het betreffende lichaamsdeel op dynamische wijze volgt.

Veel klanten van een kapper, schoonheidsspecialiste, juwelier, tandarts, opticien, bijouteriezaak of boutique hebben behoefte aan ondersteuning en voorlichting bij de keuze van hun aankoop of 20 behandeling. Hierbij blijft het persoonlijk voorstellingsvermogen een belangrijke rol spelen. Niet iedereen is hierin even getalenteerd en het is daarom aantrekkelijk om vooraf meer zekerheid over het resultaat te krijgen door een goede persoonlijke visualisatie hiervan. Dit is in het bijzonder van toepassing wanneer het resultaat niet onmiddellijk ongedaan 25 gemaakt kan worden, zoals dit bijvoorbeeld met een kapsel het geval kan zijn. De beslissing om over te gaan tot en het soort behandeling kan, ondersteund door een dergelijke visualisatie, meer efficiënt verlopen, waardoor de behandeltijd kan afnemen.

Het Amerikaanse octrooischrift 4.823.285 beschrijft 30 een werkwijze voor het met behulp van een computer, televisiecamera en beeldscherm weergeven van een persoon met een gewijzigd kapsel. Hierbij wordt een vaste video-opname van het hoofd van de betreffende persoon gemaakt en op het beeldscherm weergegeven. Na het uit een gegevensbestand selecteren van een nieuw kapsel, wordt het oorspronkelijke kapsel op het 35 beeldscherm vervangen door het geselecteerde nieuwe kapsel.

Het Amerikaanse octrooischrift 5.404.426 beschrijft 1 Π O 7 7 O 7 2 een werkwijze en inrichting voor het visualiseren van kapsels onder toepassing van grafische computertechnieken. Afwijkend van het presenteren van statische kapsels, zoals beschreven in het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 4.823.285, wordt een systeem geopenbaard waarmee het model 5 van het kapsel op het beeldscherm interactief kan worden gewijzigd.

Hiertoe wordt een rekenmodel gebruikt waarmee veranderingen in een kunstmatig gevormd kapsel worden weergegeven als gevolg van extern hierop uitgeoefende krachten. Deze externe krachten, waaronder de invloed van de zwaartekracht of de door het met een kam of 10 dergelijke in model brengen van een kapsel veroorzaakte krachten, kunnen via een computermuis of computertoetsenbord worden gesimuleerd.

Gebleken is dat een dergelijke visualisatie in de ondersteuning van een aankoop of behandeling pas dan het beoogde effect bereikt, wanneer deze visualisatie kan appelleren aan intuïtief gedrag 15 van een persoon, waarbij beleving een belangrijke rol speelt. De beleving wordt aanzienlijk versterkt door beweging.

Het Amerikaanse octrooi schri ft 4.539.585 openbaart een weergeefinrichting voor het vooraf dynamisch in een reeks van posities of standen bekijken van een, door een gebruiker te dragen artikel zonder 20 dit in werkelijkheid te hoeven passen. In een uitvoeringsvorm dient de gebruiker een reeks posities of standen in te nemen welke worden gecodeerd. Een beeld van het artikel wordt door een computer gegenereerd en in overeenstemming met de gecodeerde positie-informatie bewerkt. Het bewerkte beeld van het artikel en de videobeelden van de gebruiker worden dan 25 elektronisch of optisch gemengd of in een digitaal beeldgeheugen gesuperponeerd zodanig, dat door de gebruiker een samengesteld bewegend beeld kan worden bekeken.

In afwijking van de boven beschreven stand van de techniek, is het met deze weergeefinrichting mogelijk om het gewijzigde 30 uiterlijk van een gebruiker op dynamische wijze te presenteren zodanig, dat de betreffende persoon het effect van het gewijzigde uiterlijk in verschillende posities of standen kan beoordelen. Omdat de positiecodering afhangt van codesegmenten, die in totaliteit een samengesteld beeld van het artikel vormen, kunnen slechts een beperkt aantal posities of standen 35 van de gebruiker daadwerkelijk worden omvat.

Hoewel deze bekende weergeefinrichting beter aansluit 1007397 3 bij het intuïtieve gedrag van een persoon in vergelijking met de statische presentatie, bestaat er in de praktijk een noodzaak voor een meer geavanceerde prestatietechniek waarbij het gewijzigde uiterlijk van ten minste een deel van het lichaam van een persoon op natuurgetrouwe wijze 5 kan worden weergegeven, alsof de betreffende persoon zichzelf met het gewijzigde lichaamsdeel voor een spiegel bekijkt.

Aan de uitvinding ligt daarom de opgave ten grondslag een verbeterde techniek voor het met een gewijzigd uiterlijk weergeven van een lichaamsdeel te verschaffen, waarmee een betreffende persoon het 10 effect van het gewijzigde uiterlijk meer interactief kan beoordelen.

De uitvinding voorziet daartoe in een werkwijze waarin een virtuele of generieke representatie voor eerste videodata omvattende een te wijzigen aspect van het lichaamsdeel en de tweede videodata omvattende virtuele videodata-elementen elektronisch tot derde virtuele 15 videodata worden verknoopt en in combinatie met de ongewijzigde eerste videodata worden weergegeven.

Anders dan in de boven beschreven stand van de techniek, voorziet de uitvinding in het dynamisch presenteren van het gewijzigde uiterlijk, zodanig dat de betreffende persoon het effect van het gewijzigde 20 uiterlijk in verschillende posities kan beoordelen. Een dergelijke dynamische, interactieve weergave blijkt door een sterkere beleving het beoordelingsvermogen van een persoon meer doelmatig te ondersteunen dan de bekende statische presentaties.

In het geval van bijvoorbeeld een wijziging in of rond 25 het gelaat van een persoon kan, met de techniek volgens de uitvinding, de betreffende persoon de invloed van deze verandering door het bewegen van zijn hoofd op dynamische wijze aanschouwen. Dat wil zeggen, het gewijzigde uiterl ijk volgt op natuurgetrouwe wijze direct de positieveran-deringen van het hoofd, alsof de persoon met het aldus gewijzigde 30 lichaamsdeel voor een spiegel staat.

De werkwijze volgens de uitvinding voorziet in een selectiemogelijkheid van patronen of modellen met betrekking tot een gewenste wijziging, welke patronen of modellen desgewenst uit een bestand kunnen worden geselecteerd.

35 Selectie van een betreffend patroon of model kan op verschillende manieren plaatsvinden, bijvoorbeeld door het kiezen uit een 1 0 0 7 3 9 7 4 patronen- of model 1 enboek, al dan niet elektronisch, waarbij het uiterlijk van een betreffend lichaamsdeel is weergegeven in overeenstemming met een betreffend patroon of model.

De keuze voor een bepaald patroon of model kan efficiënt 5 pl aatsvinden door, overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, in eerste instantie het betreffende lichaamsdeel van de persoon in een vaste positie met een, in overeenstemming met een te kiezen patroon of model, gewijzigd uiterlijk weer te geven. Dat wil zeggen, het betreffende lichaamsdeel wordt in een bepaalde positie, zo-10 als een referentiepositie, met een gewijzigd uiterlijk weergegeven, zodat de betreffende persoon een eerste aanwijzing krijgt omtrent de invloed van een patroon of model op zijn eigen lichaamsdeel. De op deze wijze geselecteerde patronen of modellen kunnen vervolgens weer op dynamische en natuurgetrouwe wijze voor visualisatie worden toegepast, zoals boven beschreven. 15 Voorts is gebleken dat de keuze voor een bepaald patroon of model ook kan worden ondersteund door in combinatie met het gewijzigde uiterlijk verdere informatie weer te geven, welke zowel visueel als auditief of beide kan zijn.

Hierbij kan gedacht worden aan verdere informatie die 20 directe betrekking heeft op het gewijzigde uiterlijk, zoals informatie omtrent verzorging, kosten, eventuele risico’s en dergelijke maar bijvoorbeeld ook informatie wel ke de betreffende persoon met het gewijzigde uiterlijk in een gewenste situatie plaatst, waarbij gedacht kan worden aan een decor maar ook kleding etc. Overeenkomstig een uitvoeringsvorm 25 van de werkwijze volgens de uitvinding kan deze verdere informatie in de vorm van (bewegende) beelden worden verschaft, zoals bijvoorbeeld een videocl ip. Op deze wijze kan tevens informatie-uitwi ssel ing middels vragen en/of antwoorden worden geïnitieerd.

Naast de weergave van het gewijzigde uiterlijk in 30 overeenstemming met een gekozen patroon of model, voorziet de uitvinding in een voorkeursuitvoeringsvorm verder in de mogelijkheid om tijdens de weergave van het gewijzigde uiterlijk één of meer aspecten hiervan interactief te wijzigen. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan wijziging in kleur, volume, lengte etc.

35 De techniek volgens de uitvinding is in wezen niet beperkt tot één of meer specifieke delen van het lichaam van een persoon, 1 0 0 7 J Q 7 5 in wezen kan elke gewenste verandering op of aan het lichaam worden gesimuleerd op een wijze die optimaal aansluit bij de beleving van een persoon, voor het ondersteunen van de keuze van een betreffende wijziging.

In het bijzonder is de uitvinding van toepassing met 5 betrekking tot het hoofd van een persoon, waarbij het gewijzigde uiterlijk veranderingen in één of meer aspecten betreffende haardracht, make-up, accessoires zoals een bril, gekleurde contactlenzen, oorbellen, piercings en dergelijke omvat en wijzigingen in neus, mond, lippen, tanden, ogen, oren, wenkbrauwen, snor, baard en andere gelaatstrekken waaronder 10 bijvoorbeeld het effect van een gezichts-facel ift of andere reconstructies.

De werkwijze volgens de uitvinding kan met voordeel gerealiseerd worden in een uitvoeringsvorm waarbij één of meer delen van de eerste videodata worden gesubstitueerd door van een generiek type van het betreffende lichaamsdeel afgeleide videodata, welke videodata qua vorm, 15 geometrie en overige aspecten in overeenstemming worden gebracht met de eerste videodata.

In een weer verdere uitvoeringsvorm voorziet de uitvinding daarin, dat de tweede videodata in relatie tot het generieke type van het betreffende lichaamsdeel worden verschaft, waarbij uit de eerste 20 videodata voor de afmetingen en geometrie van het betreffende lichaamsdeel representatieve data worden bepaald aan de hand waarvan de aan het generieke type gerelateerde tweede videodata in overeenstemming worden gebracht met de afmetingen en geometrie van het betreffende lichaamsdeel.

De eerste en tweede videodata kunnen op verschillende 25 manieren worden verknoopt door bijvoorbeeld, overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, de tweede digitale videodata eerst in een met de eerste videodata overeenkomende relatieve positie te brengen. Aan de hand van de positiedata als adresinformatie kunnen de betreffende tweede digitale videodata worden geselecteerd uit 30 een veelheid van vooraf in gegevensbestand opgeslagen videodata of middels geschikte mathematische algoritmen worden berekend.

In het geval van selectie uit een veelheid van vooraf opgeslagen tweede digitale videodata, omvattende vanuit verschillende hoeken en posities opgenomen videodata, worden tijdens de weergave die 35 betreffende videodata hieruit geselecteerd welke qua opnamehoek c.q. positie het dichtst met de werkelijke hoek c.q. positie van het betreffende 1007397 6 lichaamsdeel overeenkomen. Middels een interpolatiemethode kunnen dan de videodata voor de precieze hoek en positie worden afgeleid. Mathematische technieken voor het berekenen van dergelijke aanzichten omvatten onder andere beschrijvingen met één of meer karakteristieke parameters en 5 polygonen, zoals bijvoorbeeld geïllustreerd in het genoemde Amerikaanse octrooischrift 5.404.426.

Gebleken is dat de tweede digitale videodata, welke gewenste patronen of modellen representeren, ook in relatie tot een driedimensionaal generiek type van een betreffend lichaamsdeel in het 10 gegevensbestand kunnen zijn opgeslagen.

Deze wijze van registratie biedt het voordeel dat de beelden direct vanuit de goede kijkinrichting worden gegenereerd en daardoor beter en sneller kunnen worden aangepast aan de betreffende vorm van het lichaamsdeel.

15 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voorziet de uitvinding daarin, dat de eerste en tweede videodata zodanig worden verknoopt, dat in het gewijzigde uiterlijk niet-zichtbare delen van het betreffende lichaamsdeel niet worden weergegeven. Teruggrijpend op het voorbeeld van het gelaat als lichaamsdeel en 20 veronderstellend dat de betreffende persoon een brildrager is en zijn uiterlijk met een nieuw montuur wil aanschouwen, zullen uit de eerste videodata de, met de huidige bril van de betreffende persoon overeenkomende data moeten worden verwijderd. Daarbij dient bedacht te worden dat de betreffende persoon, om het gewijzigde uiterlijk te kunnen waarnemen, 25 noodzakelijkerwijs zijn bril zal moeten gebruiken.

Een ander probleem dat in dit verband een rol speelt staat bekend als occlusie. Bij het verknopen van de eerste en tweede videodata wordt er rekening mee gehouden dat details van het betreffende lichaamsdeel, die in de werkelijkheid achter een gekozen patroon of model 30 verborgen, dus niet zichtbaar, zijn ook niet in het weergegeven gewijzigde uiterlijk moeten worden getoond.

Anderzijds kunnen door een bepaalde wijziging, bijvoorbeeld een ander kapsel, delen van het gelaat van een persoon zichtbaar moeten worden gemaakt die niet worden verschaft door de videodata 35 representatief voor het ongewijzigde uiterlijk van de persoon. In zo’n geval is extrapolatie van videodata vereist.

1007397 7

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding worden aan het betreffende lichaamsdeel positiebepalingsmiddelen gekoppeld, bijvoorbeeld één of meer zogeheten "trackers" of volgers die positiedata leveren van de positie en ruimtelijke oriëntatie (hoek) van het betreffende 5 lichaamsdeel. Het zal duidelijk zijn dat deze positiebepalingsmiddelen, voor zover zij zichtbaar zijn in de eerste videodata, overeenkomstig de uitvinding niet zichtbaar mogen zijn in de weergegeven videodata,

Om een zo natuurgetrouwe weergave c.q. simulatie van het gewijzigde uiterlijk te verschaffen, worden de videodata bij voorkeur 10 met een standaard beeldfrequentie van 25 beelden/seconde of hoger opgenomen en weergegeven.

De uitvinding voorziet tevens in een inrichting voor het met een gewijzigd uiterlijk weergeven van tenminste een deel van het lichaam van een persoon overeenkomstig een werkwijze volgens één of meer 15 van de voorgaande conclusies, omvattende eerste middelen voor het verschaffen van eerste video- of beelddata representatief voor het ongewijzigde uiterlijk van het betreffende lichaamsdeel, tweede middelen voor het verschaffen van tweede video- of beelddata representatief voor een wijziging in het uiterl ijk van het lichaamsdeel, positiebepal ingsmidde-20 len voor het verschaffen van positiedata representatief voor de positie en ruimtelijke oriëntatie van het lichaamsdeel, verwerkingsmiddelen voor het langs elektronische weg in afhankelijkheid van de positiedata tot derde video- of beelddata representatief voor het gewijzigde uiterlijk van het lichaamsdeel verwerken van de eerste en tweede videodata en weergeef-25 middelen voor het weergeven van de derde videodata, met het kenmerk, dat de tweede middelen zijn ingericht voor het verschaffen van tweede videodata in de vorm van virtuele videodata-elementen, dat de verwerkingsmiddelen zijn ingericht voor het verschaffen van een virtuele of generieke representatie voor eerste videodata omvattende een te wijzigen aspect van 30 het lichaamsdeel en voor het tot derde virtuele videodata verwerken van de eerste virtuele videodata en de tweede virtuele videodata, voor het in combinatie met de ongewijzigde eerste videodata door de weergeefmiddelen weergeven daarvan.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting 35 volgens de uitvinding omvatten de opneemmiddelen ten minste één vast opgestelde videocamera en omvatten de positiebepal ingsmiddelen één of meer 1007397 8 "trackers" of volgers voor het ten opzichte van de opneemmiddelen bepalen van de positie en ruimtelijke oriëntatie van het betreffende lichaamsdeel.

Opgemerkt wordt dat voor het doel van de uitvinding de videocamera uiteraard ook beweegbaar kan zijn opgesteld. Voorts kunnen 5 verschillende videocamera’s v/orden ingezet, om het betreffende lichaamsdeel vanuit verschillende hoeken op te nemen en zo nodig weer te geven.

In het bijzonder voorziet de uitvinding in een inrichting omvattende een halfdoorlatende spiegel, waarbij de opneemmidde-len aan de ene zijde en de weergeefmiddelen aan de andere zijde van de 10 halfdoorlatende spiegel zijn opgesteld, zodanig dat het door de weergeefmiddelen weergegeven beeld vanaf de betreffende andere zijde van de halfdoorlatende spiegel kan v/orden waargenomen.

Met een op deze wijze uitgevoerde inrichting volgens de uitvinding kijkt de betreffende persoon dan als het ware in een spiegel, 15 waarin hij dan het lichaamsdeel met gewijzigd uiterlijk ziet in plaats van het werkelijke lichaamsdeel. Veronderstel de situatie waarbij het betreffende lichaamsdeel weer het gelaat van een persoon betreft. De opneemmiddelen en de weergeefmiddelen worden dan zodanig ten opzichte van de halfdoorlatende spiegel opgesteld, dat de persoon via de spiegel direct 20 in de opneemmiddelen kijkt. Hiermee wordt de illusie gewekt dat de betreffende persoon in een echte spiegel kijkt en worden alle bev/egingen die hij voor de betreffende spiegel maakt door de opneemmiddelen, dat wil zeggen de videocamera, direct opgenomen en verwerkt.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting volgens de 25 uitvinding middelen voor het verschaffen van eerste digitale videodata; representatief voor het ongewijzigde uiterlijk en de positie van het betreffende bewegende lichaamsdeel en middelen voor het genereren van tweede digitale videodata representatief voor een wijziging in het uiterl ijk van het betreffende lichaamsdeel, waarbij de verwerkingsmiddelen 30 voor het langs elektronische weg bev/erken van de videodata zijn ingericht voor het, in afhankelijkheid van door de positiebepalingsmiddelen verschafte positiedata, tot derde videodata verknopen van de eerste en tweede digitale videodata voor een zodanige weergave van de derde videodata Λ op een videoweergeefeenheid alsof de betreffende persoon het betreffende 35 lichaamsdeel met gewijzigd uiterlijk voor een spiegel bekijkt.

1007397 9

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is voorzien in middelen voor het registreren van data omvattende één of meer patronen of modellen die representatief zijn voor een beoogde wijziging van het uiterlijk van een betreffend 5 lichaamsdeel. De betreffende data kunnen videodata zijn, d.v/.z. gegevens die direct voor weergave geschikt zijn ("bitmap") of data die tot videodata verwerkt kunnen worden.

De betreffende registratiemiddelen kunnen bestaan uit een alleen-1eesgeheugen in de vorm van bijvoorbeeld een chipcard, 10 magneetkaart of andere informatiedrager zoals een diskette en dergelijke die op, op zichzelf bekende wijze, met de verwerkingsmiddelen van de inrichting volgens de uitvinding koppelbaar zijn.

De registratiemiddelen kunnen echter, in een weer verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, ook op 15 afstand zijn geplaatst, waarbij de inrichting en de betreffende registratiemiddelen van transmissiemiddelen zijn voorzien, voor het op afstand uitwisselen van de betreffende videodata en besturingsdata. De betreffende transmissiemiddelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een geschikt geprogrammeerd modem en communicatie-apparatuur voor het via het 20 openbare telecommunicatienet koppelen van de registratiemiddelen en de inrichting maar ook via bijvoorbeeld het Internet. Het zal duidelijk zijn dat dit een zeer interessant aspect van de uitvinding is, omdat hiermee de toepassingsmogelijkheden van de inrichting voortdurend aangepast kunnen worden aan de heersende opvattingen voor wat betreft mode en dergelijke. 25 Ook kan de inrichting op afstand van nieuwe programmatuur (software) worden -voorzien.

Voor toepassingen in een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding zijn de registratiemiddelen zodanig ingericht, dat aan de videodata positiedata zijn gekoppeld.

30 Door middel van met de verwerkingsmiddelen gekoppelde invoermiddelen kunnen, in een weer verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, op interactieve wijze veranderingen in één of meer aspecten van het weergegeven gewijzigde uiterlijk van een lichaamsdeel v/orden aangebracht. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden 35 aan het gebruik van een computermuis, toetsenbord, aanraakscherm en dergelijke, voor het veranderen van de kleur, het volume etc. van een 1007397 10 weergegeven uiterlijk. Deze optie wordt met voordeel intuïtief gestuurd, zodanig dat een gebruiker met enige ervaring in het bedienen van computersystemen, de inrichting zonder voortdurende begeleiding zelf kan bedienen.

5 De inrichting volgens de uitvinding is voorts ingericht voor het registreren van een geselecteerd gewijzigd uiterlijk, door het verschaffen van bijvoorbeeld een zogeheten hard-copy middels een (video)printer of een soft-copy op een diskette, chipcard of andere informatiedrager geschikt voor het registreren van (video)data. Deze 10 afdrukken kunnen voorts aanvullende informatie bevatten, zoals reclame-uitingen of informatie omtrent kosten, verzorging etc.

De inrichting volgens de uitvinding kan verder worden voorzien van middelen voor het in communicatie met of ter ondersteuning van het weergegeven lichaamsdeel met gewijzigd uiterlijk presenteren van 15 verdere visuele en/of auditieve informatie, zoals eerder toegelicht.

De uitvinding wordt in het navolgende aan de hand van een voorbeelduitvoeringsvorm meer gedetailleerd beschreven.

Fig. 1 toont schematisch een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding voorzien van een halfdoorlatende spiegel. 20 Fig. 2 illustreert schematisch het proces van het verknopen van videodata overeenkomstig de uitvinding.

Fig. 3 illustreert schematisch de werkwijze volgens de uitvinding, waarmee niet-zichtbare delen van een lichaamsdeel in de weergave met gewijzigd uiterlijk worden gemaskeerd.

25 Fig. 4 toont schematisch, in blokschemavorm, de koppel ing van en de diverse elektronische componenten waaruit de inrichting volgens de uitvinding in een uitvoeringsvorm hiervan is opgebouwd.

Voor een goed begrip van de uitvinding, zal als eerste een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding worden 30 beschreven, in het bijzonder geschikt voor het weergeven van met het hoofd of gelaat van een persoon verband houdende wijzigingen in het uiterlijk, zoals veranderingen in haardracht, make-up, bril, oorbellen etc. of wijzigingen aan of in de neus, mond, lippen, ogen, oren, wenkbrauwen, snor ^ of baard en dergelijke. Begrepen dient echter te worden dat de uitvinding 35 hiertoe niet beperkt is.

1007397 11

In fig. 1 geeft het verwijzingscijfer 1 een persoon aan, waarvan het hoofd met een gewijzigd kapsel als nieuw uiterlijk dient te worden weergegeven.

De inrichting volgens de uitvinding bestaat in deze 5 uitvoeringsvorm in hoofdzaak uit een halfdoorlatende spiegel 2 die met zijn ene zijde tegenover een v/eergeefeenheid 3 is opgesteld en waarbij aan de andere zijde van de halfdoorlatende spiegel 2 een videocamera 4 is opgesteld. De halfdoorlatende spiegel 2, de weergeefeenheid of monitor 3 en de videocamera 4 zijn zodanig gerangschikt en uitgelijnd, dat de 10 persoon 1, precies in de camera 4 kijkt als hij naar de weergave van zijn ogen op de weergeefeenheid 3 kijkt.

De videocamera 4 is met een ingang van een verwerkings-eenheid 5 in de vorm van bijvoorbeeld een computer verbonden. Een uitgang van de verwerkingseenheid 5 is met de weergeefeenheid 3 gekoppeld. Aan 15 het weer te geven lichaamsdeel, in het onderhavige voorbeeld het hoofd van de persoon 1, zijn positiebepalingsmiddelen 6 in de vorm van een zogeheten "tracker" bevestigd. De positiebepalingsmiddelen 6 zijn verbonden met een verdere ingang van de verwerkingseenheid 5.

De verwerkingseenheid 5 is voorts verbonden met 20 registratiemiddelen 7, bijvoorbeeld in de vorm van een gegevensbestand of andere geheugenmiddelen voor het registreren van digitale data, in het bijzonder digitale videodata.

De inrichting volgens fig. 1 kan, met voor het doel van de uitvinding geschikte, in de handel verkrijgbare componenten worden 25 samengesteld. De verwerkingsmiddelen 5 zijn geschikt geprogrammeerd voor-het besturen van de componenten overeenkomstig de werkwijze volgens de uitvinding. De registratiemiddelen 7 bevatten voor het doel van de uitvinding geschikte videodata in de vorm van patronen of modellen waarmee het uiterlijk van een lichaamsdeel van de persoon 1 kan worden gewijzigd. 30 De inrichting werkt globaal als volgt.

Door de videocamera 4 afgegeven eerste videodata worden aan de verwerkingsmiddelen 5 toegevoerd. De videodata van de camera 4 kunnen reeds in digitale vorm beschikbaar zijn of door de verwerkingsmid-^ delen 5 middels een zogeheten "frame grabber" tot digitale videodata worden 35 omgevormd.

1007397 12

Uit het gegevensbestand 7 afkomstige tweede videodata representatief voor een patroon of model voor het weer te geven uiterlijk, in het onderhavige voorbeeld een nieuw model kapsel, worden door de verwerkingsmiddelen 5 samen met de eerste videodata tot derde videodata 5 verknoopt en aan de weergeefeenheid 3 toegevoerd. Bij voorkeur zijn de tweede videodata in digitale vorm in de registratiemiddelen 7 opgeslagen. De derde videodata kunnen zowel digitaal als analoog aan de weergeefmidde-len 3 worden toegevoerd, afhankelijk van het toegepaste type. Digitale data-uitwisseling verdient de voorkeur.

10 De derde videodata bewerkstelligen een beeld 8 op de weergeefmiddelen 3 dat een combinatie is van het ongewijzigde aanzicht van het gelaat van de persoon 1 en de hierin aangebrachte wijziging middels de tweede videodata afkomstig uit de registratiemiddelen 7. Via de halfdoorlatende spiegel 2 is het beeld 8 voor de persoon 1 zichtbaar. Het 15 beeld 8 heeft daarbij zodanige afmetingen dat de persoon 1 de weergave via de halfdoorlatende spiegel 2 als een afbeelding van zijn eigen hoofd met het betreffende nieuwe kapsel beleeft.

Bev/egingen van het hoofd worden via de positiebepalings-middelen 6 aan de verwerkingsmiddelen 5 doorgegeven. Aan ds hand van de 20 afgegeven positiedata worden de tweede videodata uit de registratiemiddelen 7 zodanig bewerkt, dat deze samen met de eerste videodata vanaf de videocamera 4 tot dusdanige derde videodata worden verknoopt, dat het voor de persoon 1 lijkt alsof hij/zij zichzelf bekijkt in een spiegel. Door te werken met een videofrequentie van 25 beelden/sec of hoger kunnen de 25 bewegingen van het hoofd zonder hinderlijke tijdsvertraging dynamisch; worden gevolgd, zodat ook het gewijzigde uiterlijk 8 van het betreffende lichaamsdeel voor de gebruiker 1 dynamisch en tijdsgetrouw wordt weergegeven.

In dit aspect verschilt de onderhavige uitvinding 30 essentieel met de stand van de techniek, waarmee slechts statische beelden van een betreffend lichaamsdeel kunnen worden weergegeven. Het dynamisch aspect van de uitvinding geeft een hogere belevingswaarde, waardoor de beslissing omtrent een type behandeling en het uitvoeren daarvan op meer /. effectieve wijze kan worden genomen.

1007397 13 t

Fig. 2 illustreert op schematische wijze het verknopen van de eerste en tweede videodata in een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Verwijzingscijfer 10 toont het gezicht van een persoon 5 met een werkelijk kapsel 11.

Van de eerste videodata, opgenomen met de videocamera 4 (in fig. 1), wordt het kapsel 11 verwijderd hetgeen resulteert in een beeld 12 van het gezicht 10 zonder kapsel 11.

De, van de registratiemiddelen 7 afkomstige, tweede 10 videodata representatief voor een bijvoorbeeld door de persoon 1 gekozen kapsel 13, worden samen met de bewerkte eerste videodata van het beeld 12 zodanig tot derde videodata samengevoegd, dat een virtuele afbeelding van het gezicht 10 met het nieuwe kapsel 13 ontstaat.

Wanneer de persoon 1 zijn positie ten opzichte van de 15 camera 4 wijzigt, bijvoorbeeld door het hoofd scheef te houden of te draaien etc. zal dit via de positiebepalingsmiddelen 6 aan de verwerkings-middelen 5 worden doorgegeven. Overeenkomstig de gewijzigde positie kan dan weer het haar uit de eerste videodata worden verwijderd, resulterend in een dienovereenkomstig beeld 12. Voorts wordt een met de betreffende 20 positie overeenkomend kapsel 13 gegenereerd, zodanig dat door het verknopen van de betreffende data een met de gewijzigde positie van de persoon 1 overeenkomende afbeelding 8 wordt weergegeven (zie fig. 1).

De tweede videodata, welke algemeen een patroon of model representeren, kunnen voor een aantal discrete posities in de registratie-25 middelen 7 zijn opgeslagen, waarbij de door de positiebepalingsmiddelen ; 6 afgegeven positiedata als adresdata voor het selecteren van de betreffende data kunnen worden toegepast. Tussen posities kan middels interpolatie een optimum v/orden gevonden.

Anders dan het uit de registratiemiddelen 7 ophalen 30 van een betreffend patroon of model aan de hand van de positiedata, kunnen de met een bepaalde positie c.q. oriëntatie van het hoofd of een ander lichaamsdeel corresponderende patroon- of modeldata ook aan de hand van een driedimensionaal generiek model of patroon worden berekend. Voor dit λ doel geschikte berekeningsmethoden omvatten veelal een polygoonbenadering 35 van bijvoobeeld een kapsel of ander patroon of model met bijbehorende parameters.

1007397 14

Anders dan het patroon of model zelf, ontdaan van elke niet-relevante omgevingsinvloeden kan het ook in relatie tot een generiek standaard type van het betreffende lichaamsdeel in een gegevensbestand zijn opgeslagen. Aan de hand van de eerste videodata van het lichaamsdeel 5 van een betreffende persoon kan dan een schaling plaatsvinden van het generieke, driedimensionale type lichaamsdeel naar het lichaamsdeel van de betreffende persoon. Voor het dynamisch v/eergeven van het gewijzigde uiterlijk in overeenstemming met de momentane bewegingen die een persoon maakt, kan vervolgens weer te werk worden gegaan zoals boven beschreven.

10 De eerste videodata van het gelaat van de persoon en de met het gekozen of te kiezen kapsel verband houdende tweede videodata worden vooraf uitgelijnd door eenmalig de werkelijke positie van het hoofd van de persoon te koppelen aan de uitlezing van de positiebepalingsmiddelen 6 (fig. 1) in een te kiezen coördinatenstelsel. Voor deze calibratie kan 15 de persoon bijvoorbeeld een referentiestand innemen, zoals recht in de spiegel 2 kijken, hoofd rechtop etc.

Volgens de uitvinding kan in een dergelijke referentie-positie naar keuze ook een eerste selectiemogelijkheid aan een persoon worden geboden, voor het kiezen van een gewenst patroon of model voor 20 latere dynamische visualisatie.

Bij het verknopen c.q. "merging" van de eerste en tweede videodata wordt er uiteraard rekening mee gehouden dat details van het patroon of model en het betreffende lichaamsdeel in werkelijkheid niet zichtbaar zijn omdat ze visueel afgedekt worden. Deze delen worden in een 25 uitvoeringsvorm van de uitvinding bepaald met een aan het patroon of model. ' gekoppeld driedimensionaal standaard type lichaamsdeel. De weer te geven derde videodata worden dan dienovereenkomstig aangepast. Ook hier geldt dat het generieke driedimensionale model van een betreffend lichaamsdeel weer kan worden aangepast aan de afmetingen van het werkelijke lichaams-30 deel, teneinde de niet weer te geven details op schaal te analyseren. Voor dit doel bekende beeldanalysetechnieken zijn voor een deskundige in de praktijk bekend. In dit verband wordt onder ander verwezen naar literatuur over Z-buffering.

λ. Fig. 3 toont schematisch een werkijze voor het bepalen 35 van niet weer te geven delen, waartoe bijvoorbeeld ook de positiebepal ings- 1007397 15 middelen 6 (fig. 1) kunnen behoren en bijvoorbeeld een bril wanneer het gewijzigde uiterlijk een nieuw brilmontuur betreft.

In fig. 3 is het virtuele kapsel 13 ontdaan van de oorspronkelijke omgeving, bijvoorbeeld een gezicht en achtergrond. Het 5 gearceerde gedeelte 14 is een doorzichtig model van het gel aat dat gebruikt wordt om te bepalen welke delen van het uiteindelijk weer te geven gelaat straks zichtbaar moeten zijn. In het getoonde aanzicht wordt bijvoorbeeld een gedeelte van de rechterkant van het gelaat (gezien vanaf de tekening) door het haar 13 verhuld. Technieken van deze soort worden in de praktijk 10 aangeduid met occlusie.

Anderzijds kan het nodig zijn om door extrapolatie delen van bijvoorbeeld het gezicht te genereren die niet in de eerste videodata zichtbaar zijn, omdat ze bijvoorbeeld door het bestaande kapsel worden afgedekt, maar die wel in de verknoopte eerste en tweede videodata 15 zichtbaar moeten zijn. In het geval van bijvoorbeeld een kapsel kan het nodig zijn dat een persoon tijdens de procedure zijn bestaande haar wegstrijkt of bedekt om zijn gezicht vrij te maken van haar.

Naast het dynamisch aanpassen van het gewijzigde uiterlijk aan de hand van de positie en bewegingen van een persoon, zal 20 het duidelijk zijn dat bijvoorbeeld haar geen star voorwerp is, maar een bepaalde eigen beweging uitvoert onder invloed van bewegingen van de persoon. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding, in het bijzonder voor het weergeven van kapsels, worden daarom in een kapsel die delen onderscheiden die verschillend reageren op krachten door beweging, 25 bijvoorbeeld door het haar naar achteren te gooien, de zwaartekracht en · die door luchtbewegingen worden uitgeoefend. De uiteindelijke, resulterende beweging van het haar wordt gerealiseerd door het uitrekenen van een resulterende versnelling uit de betreffende eigen beweging, de stand van het hoofd, de luchtbev/eging, de zwaartekracht en parameters met betrekking 30 tot het haar zelf. In het laatste geval kan gedacht worden aan het verschil tussen lang dun haar, lang dik haar, kort haar etc. Dit alles wordt gedaan om een natuurgetrouwe simulatie te verschaffen.

In het geval van bijvoorbeeld een kapsel zal het - duidelijk zijn dat hierop bewerkingen kunnen worden uitgevoerd, zoals een 35 haarbehandeling (structuurverandering) in de vorm van versteviging, golven, krullen, permanent en dergelijke en het geheel of gedeeltelijk wijzigen 1007^07 16 van de kleur (kleurmodernisering). Volgens de uitvinding wordt dit gerealiseerd door een gebruiker de mogelijkheid te bieden om interactief, tijdens de weergave, één of meer aspecten van een betreffend patroon of model te wijzigen.

5 Voor dit doel kunnen één of meer zogeheten modi ficatie- vectoren worden gedefinieerd, welke betrekking hebben op een bepaald deel van een patroon of model, zoals een kapsel. Door een geschikte keuze en/of groepering van modificatievectoren kunnen bijvoorbeeld een plaatselijke of total e vol umeverandering, een pi aatsel i jke of total e 1 eng te ver ander i ng, 10 een plaatselijke of algehele kleurverandering etc. worden uitgevoerd. Deze modificaties kunnen desgewenst alleen op de tweede videodata van het patroon of model of direct op de weergegeven derde videodata worden toegepast.

Kleurveranderingen kunnen bijvoorbeeld plaatsvinden 15 door op een geselecteerd gedeelte kleurparameters uit de tweede videodata in waarde te veranderen. Daarmee hoeven kleuren niet uniform te worden, maar kunnen teintverschillen behouden blijven.

Make-up kan bijvoorbeeld op een vergelijkbare wijze worden aangebracht door kleuren in een bepaald gebied te selecteren, 20 bijvoorbeeld de lippen, en deze kleur te veranderen. Op deze wijze kunnen delen van een gezicht die zich aftekenen veranderd worden. Daar waar de afteking niet bestaat of niet de goede vorm heeft (een blos op de wangen, mondvergroting) zal deze afzonderlijk in de derde videodata moeten worden aangebracht. Om ongewenste veranderingen van dezelfde kleur in andere delen 25 van de weergave te voorkomen, kan het gebied waarbinnen de kleurverandering -mag plaatsvinden worden beperkt middels een geschikte markeringstechniek. Alleen het geselecteerde gebied verandert mee aan de hand van de positiedata van de positiebepalingsmiddelen 6 bij het bewegen van het lichaamsdeel, c.q. in dit voorbeeld het hoofd.

30 Accesoires, zoals een bril, oorbellen, halskettingen etc. kunnen vanuit een wiskundige beschrijving van de vorm en kleur gelateerd aan een driedimensionaal standaard type lichaamsdeel worden gegenereerd. Deze techniek staat in de praktijk bekend als "Virtual Λ Environment".

1007397 17

Fig. 3 toont in blokschemavorm de diverse elektronische componenten en bedieningsmiddelen waarmee de inrichting volgens de uitvinding kan worden opgebouwd.

Het hart van het systeem bestaat uit digitale 5 verwerkingsmiddelen 5, omvattende onder andere een microprocessor, geheugenmiddelen voor de opslag van programmatuur, een werkgeheugen voor tussenopslag van data, een "framegrabber", een grafische kaart en de benodigde interfaces en verbindingen voor gegevensuitwisseling, waaronder grafische en audiovisuele interfaces en de hiertoe benodigde programmatuur. 10 Op de verwerkingsmiddelen 5 zijn, naar behoefte, één of meer camera’s 4, één of meer "trackers" of volgers 6 (positiebepalings-middelen), weergeefmiddelen 3 welke de vorm van een beeldscherm en luidsprekers kunnen omvatten en registratiemiddelen 7 aangesloten. In de registratiemiddelen 7 kunnen tweede videodata met betrekking tot patronen 15 en modellen en desgewenst achtergrond- en andere informatie voor weergave in combinatie met een gewijzigd uiterlijk zijn opgeslagen. In plaats van videodata (bitmap) kunnen ook verdere digitale data zijn opgeslagen waaruit de tweede videodata kunnen worden gegenereerd. Voorts zijn er naar keuze een printer 15, een computermuis 16 of ander besturingscommando-20 invoermiddel en een toetsenbord 17 op de verwerkingsmiddel en 5 aangesloten. Via de printer 15 kan een afdruk van een lichaamsdeel met gewijzigd uiterlijk en eventueel andere informatie worden verschaft, terwijl met de computermuis 16 en/of het toetsenbord 17 commando’s voor het interactief wijzigen van één of meer aspecten in een weergave kunnen worden gegeven. 25 Gestreefd wordt naar een zo eenvoudig mogelijke; bediening van het systeem, bijvoorbeeld door middel van grafische of menusturing. De registratiemiddelen 7 kunnen bij de inrichting volgens de uitvinding zijn geplaatst, maar ook op afstand hiermee zijn verbonden, bijvoorbeeld via een datacommunicatieverbinding via het openbare telefoon-30 of datanetwerk, het Internet en dergel ijke. De registratiemiddelen 7 kunnen ook bestaan uit losneembare registratiemiddelen, zoals een chipcard, diskette, CD-ROM enzovoorts. Dit alles, om een zo flexibel en eenvoudig mogelijke aanpassing van programmatuur en patronen en/of modellen mogelijk - te maken, voor het volgen van trends en dergelijke.

35 De door een computer leesbare registratiemiddelen 7 voorzien van tweede videodata of verdere digitale data waaruit tweede 1007397 * 18 videodata kunnen worden afgeleid en de in het voorgaande beschreven wijze van adressering en rangschikking van de betreffende patroon- of modeldata maken deel uit van de uitvinding.

De in fig. 4 getoonde rangschikking kan worden opgebouwd 5 uit in de praktijk beschikbare componenten, waaronder een moderne multimedia personal computer met een verwerkingssnelheid van 120 MHz of hoger en een werkgeheugencapaciteit van minimaal 32 Mb. Het zal duidelijk zijn dat de accuratesse van het weergegeven gewijzigde uiterlijk grotendeels afhankel ijk is van de verwerkingscapaciteit van de betreffende verwerkings-10 middelen 5. Opgemerkt wordt dat accuratesse niet het hoofddoel van de onderhavige uitvinding is, echter wel de beleving, om maximaal te appelleren aan het voorstellingsvermogen van een persoon.

Voor het doel van de uitvinding geschikte "trackers" zijn in de handel verkrijgbaar, bijvoorbeeld werkend volgens het 15 elektromagnetisch, akoestisch of infrarood principe.

De gebruiker kan zonder veel ervaring de inrichting volgens de uitvinding zelf bedienen. Na het eventueel preparen van een betreffend lichaamsdeel, zoals bijvoorbeeld het strak naar achter binden van het haar, zodanig dat zoveel mogelijk van het gezicht van de persoon 20 in beeld komt, worden de positiebepal ingsmiddelen 6 bevestigd. Bijvoorbeeld met een beugeltje achter het oor. De persoon neemt vervolgens plaats voor de camera 4 in een voorgeschreven positie om de positiebepalingsmiddelen 6 te calibreren. Ma het invoeren van een aantal gegevens die van belang kunnen zijn voor de mogelijke keuzes, zoals bijvoorbeeld de dichtheid van 25 het eigen haar, de lengte, kleur en andere voorkeuren, kan direct een -weergave worden gestart of kan eerst een keuze uit een elektronische catalogus van patronen of modellen worden gemaakt. Modellen uit deze catalogus kunnen volgens de uitvinding direct op een afbeelding van het gezicht van de persoon worden getoond. Na het maken van de keuze wordt 30 de weergave gestart.

Teneinde de beleving te verhogen, kunnen op de weergeefmiddelen 3, in één of meer beeldvensters, de zijkant of de achterzijde van het hoofd of een ander lichaamsdeel worden getoond. Hiertoe kunnen twee of meer videocamera’s worden ingezet. De weergave in de 35 betreffende beeldvensters kan op een voor de persoon gemakkelijk zichtbare wijze worden getoond.

1 o r» 7 3 9 7 19

De omgeving waarin de persoon zichzelf ziet is eveneens van groot belang voor de beleving. Derhalve kan worden voorzien in een opnameruimte met geschikte verlichting, achtergrond, geluid en andere sfeerbepalende elementen, die onder invloed van een betreffend geselecteerd 5 model of patroon kunnen v/orden ingesteld. In het geval van bijvoorbeeld een kapsalon kan de opnameruimte separaat zijn of geïntegreerd v/orden in de salon zelf.

Vaste videocamera’s zijn te prefereren om de constructie zo eenvoudig mogelijk te houden, de uitvinding is hiertoe echter niet 10 beperkt.

Met de verwerkingsmiddelen 5 zijn voorts invoer/uitvoer (I/O) middelen 18 voorzien, voor externe sturing van bijvoorbeeld sfeerbepalende elementen in de opnameruimte maar ook voor het bijvoorbeeld op afstand relayeren van een weergave naar één of meer verdere weergeefmid-15 delen 3, zodanig dat anderen kunnen meekijken. Het relayeren kan op bekende wijze zowel via kabels als draadloos plaatsvinden.

Hoewel de uitvinding in het voorgaande in het bijzonder is geïllustreerd aan de hand van een toepassing voor het afbeelden van het gelaat van een persoon met een gewijzigd kapsel, zijn de uitvinding 20 en zijn toepassingen hiertoe uiteraard niet beperkt.

1007397

Claims (33)

1. Werkwijze voor het met een gewijzigd uiterlijk weergeven van tenminste een deel van het lichaam van een persoon, waarbij eerste 5 video- of beelddata representatief voor het ongewijzigde uiterlijk van het betreffende lichaamsdeel, tweede video- of beelddata representatief voor een wijziging in het uiterlijk van het lichaamsdeel en positiedata representatief voor de positie en ruimtelijke oriëntatie van het lichaamsdeel worden verschaft, waarbij de eerste en tweede videodata 10 zodanig in afhankel i jkheid van de positiedata tot derde video- of beelddata representatief voor het gewijzigde uiterlijk van het lichaamsdeel worden verknoopt en weergegeven, dat het weergegeven gewijzigde uiterl i jk positie-en oriëntatieveranderingen van het betreffende lichaamsdeel op dynamische wijze volgt, met het kenmerk, dat een virtuele of generieke representatie 15 voor eerste videodata omvattende een te wijzigen aspect van het lichaamsdeel en de tweede videodata omvattende virtuele videodata-elementen elektronisch tot derde virtuele videodata worden verknoopt en in combinatie met de ongewijzigde eerste videodata worden weergegeven.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 het uiterlijk van het betreffende lichaamsdeel wordt gewijzigd in overeenstemming met één of meer vooraf geselecteerde patronen of modellen, opgebouwd uit virtuele videodata-elementen.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een betreffend patroon of model wordt geselecteerd uit een bestand van 25 patronen of modellen opgebouwd uit virtuele videodata-elementen.

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat voor het selecteren van een betreffend patroon of model het lichaamsdeel in een referentiepositie met een in overeenstemming met een patroon of model gewijzigd uiterlijk wordt weergegeven.

5. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uiterlijk van het betreffende lichaamsdeel tijdens weergave hiervan in één of meer aspecten interactief wordt gewijzigd.

6. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande 35 conclusies, met het kenmerk, dat het gewijzigde uiterl ijk wordt weergegeven in combinatie met of ondersteund door verdere visuele en/of auditieve 1007397 informatie.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat als verdere informatie met het gewijzigde uiterlijk verbandhoudende gegevens worden weergegeven.

8. Werkwijze volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat als verdere informatie bewegende beelden in de vorm van een videoclip en dergelijke worden weergegeven.

9. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het betreffende lichaamsdeel het hoofd 10 van een persoon is, waarbij het gewijzigde uiterlijk betrekking heeft op veranderingen in één of meer aspecten betreffende haardracht, haar juwelen, hoeden, make-up, accessoires in de vorm van een bril, gekleurde contactlenzen, oorbellen, piercings en dergelijke en wijzigingen in neus, mond, lippen, tanden, ogen, oren, wenkbrauwen, snor, baard en andere 15 gelaatstrekken waaronder het effect van een gezichts-facelift of andere reconstructies, waarbij voor elk te wijzigen aspect door afzonderlijke virtuele videodata-elementen wordt omvat.

10. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede videodata in afhankelijkheid 20 van de positiedata uit vooraf in een gegevensbestand opgeslagen videodata-elementen worden geselecteerd.

11. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede videodata in afhankelijkheid van de positiedata uit vooraf in een gegevensbestand opgeslagen beelddata- 25 elementen worden berekend.

12. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één of meer delen van de eerste videodata worden gesubstitueerd door van een generiek type van het betreffende lichaamsdeel afgeleide videodata, welke videodata qua vorm, geometrie en 30 overige aspecten in overeenstemming worden gebracht met de eerste videodata.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de tweede videodata in relatie tot het generieke type van het betreffende lichaamsdeel worden verschaft, waarbij uit de eerste videodata voor de 35 afmetingen en geometrie van het betreffende lichaamsdeel representatieve data worden bepaald aan de hand waarvan de aan het generieke type 1 0 0 7 3 9 7 gerelateerde tweede videodata in overeenstemming worden gebracht met de afmetingen en geometrie van het betreffende lichaamsdeel.

14. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste en tweede videodata zodanig 5 worden verknoopt, dat in het gewijzigde uiterlijk niet-zichtbare delen van het betreffende lichaamsdeel niet worden weergegeven en dat wel zichtbare delen van het betreffende lichaamsdeel desgewenst via extrapolatie worden weergegeven, door het met de eerste en tweede videodata verknopen van betreffende videodata-elementen.

15. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één of meer aspecten van het weergegeven gewijzigde uiterl i jk tijdens weergave hiervan door het interactief wijzigen van de tweede videodata en/of de derde videodata worden gewijzigd.

16. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat aan het betreffende lichaamsdeel positiebepalingsmiddelen worden gekoppeld, waarna het betreffende lichaamsdeel voor calibratiedoeleinden in een referentiepositie wordt geplaatst c.q. gehouden.

17. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de videodata en videodata-elementen inclusief een generiek type van een lichaamsdeel driedimensionale digitale representaties zijn.

18. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, in afhankelijkheid van conclusie 6, met het kenmerk, dat de 25 verdere informatie verdere videodata in de vorm van verdere virtuele videodata-elementen omvat.

19. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat videodata worden verschaft en weergegeven met een standaard beeldfrequentie van bij voorkeur 25 beelden/sec of hoger.

20. Inrichting voor het met een gewijzigd uiterlijk weergeven van tenminste een deel van het lichaam van een persoon overeenkomstig een werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, omvattende eerste middelen voor het verschaffen van eerste video- of beelddata representatief voor het ongewijzigde uiterlijk van 35 het betreffende lichaamsdeel, tweede middelen voor het verschaffen van tweede video- of beelddata representatief voor een wijziging in het 1 0 0 7 3 9 7 uiterlijk van het lichaamsdeel, positiebepalingsmiddelen voor het verschaffen van positiedata representatief voor de positie en ruimtelijke oriëntatie van het lichaamsdeel, verwerkingsmiddelen voor het langs elektronische weg in afhankelijkheid van de positiedata tot derde video-5 of beelddata representatief voor het gewijzigde uiterlijk van het lichaamsdeel verwerken van de eerste en tweede videodata en weergeef-middelen voor het weergeven van de derde videodata, met het kenmerk, dat de tweede middelen zijn ingericht voor het verschaffen van tweede videodata in de vorm van virtuele videodata-elementen, dat de verwerkingsmiddelen 10 zijn ingericht voor het verschaffen van een virtuele of generieke representatie voor eerste videodata omvattende een te wijzigen aspect van het lichaamsdeel en voor het tot derde virtuele videodata verwerken van de eerste virtuele videodata en de tweede virtuele videodata, voor het in combinatie met de ongewijzigde eerste videodata door de weergeefmiddelen 15 weergeven daarvan.

21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de eerste middelen opneemmiddelen in de vorm van de ten minste één vast opgestelde videocamera en de positiebepal ingsmiddelen één of meer volgers omvatten voor het ten opzichte van de opneemmiddelen bepalen van de positie 20 en ruimtelijke oriëntatie van het betreffende lichaamsdeel.

22. Inrichting volgens conclusie 21, verder gekenmerkt door een halfdoorlatende spiegel, waarbij de opneemmiddelen aan de ene zijde en de weergeefmiddelen aan de andere zijde van de halfdoorlatende spiegel zodanig zijn opgesteld, dat het door de weergeefmiddelen weergegeven beeld 25 via de andere zijde van de halfdoorlatende spiegel kan worden waargenomen alsof de betreffende persoon het betreffende lichaamsdeel met gewijzigd uiterlijk voor een spiegel bekijkt.

23. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 20 tot en met 22, met het kenmerk, dat de tweede middelen registratiemiddelen 30 omvatten voor het registreren van tweede videodata omvattende één of meer uit virtuele videodata-elementen opgebouwde patronen of modellen representatief voor een beoogde wijziging van het uiterlijk van het betreffende lichaamsdeel.

24. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat 35 de registratiemiddelen bestaan uit een alleen-leesgeheugen in de vorm van een chipcard, magneetkaart of andere informatiedrager voor het hierop 1007397 registreren van informatie in digitale vorm.

25. Inrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de registratiemiddelen op afstand van de inrichting zijn geplaatst, waarbij de betreffende inrichting en de registratiemiddelen van transmissiemiddelen 5 zijn voorzien, voor het op afstand uitwisselen van de betreffende tweede videodata of verdere video- of beelddata en besturingsdata.

26. Inrichting volgens conclusies 23, 24 of 25, met het kenmerk, dat de tweede videodata of verdere videodata in de registratiemiddelen zijn gekoppeld aan positiedata.

27. Inrichting volgens elk van de conclusies 20 tot en met 26, met het kenmerk, dat de eerste en tweede middelen en de verwerkings-middelen voor het respectievelijk opnemen, registreren en verwerken van driedimensionale videodata zijn ingericht.

28. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 20 15 tot en met 27, verder gekenmerkt door met de verwerkingsmiddelen gekoppelde invoermiddelen voor het ondermeer tijdens weergave interactief wijzigen van één of meer aspecten van het gewijzigde uiterlijk van het betreffende lichaamsdeel.

29. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 20 20 tot en met 28, verder gekenmerkt door met de verwerkingsmiddelen gekoppelde uitvoermiddelen, in het bijzonder een printer, voor het tenminste verschaffen van een afdruk van het betreffende lichaamsdeel met gewijzigd uiterlijk.

30. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 20 25 tot en met 29, verder gekenmerkt door middelen voor het in combinatie met of ter ondersteuning van het weergegeven lichaamsdeel met gewijzigd uiterlijk weergeven van verdere visuele en/of auditieve informatie.

31. Registratiemiddelen voor gebruik in combinatie met de inrichting volgens één of meer van de conclusies 23 tot en met 30.

32. Registratiemiddelen volgens conclusie 31, omvattende hierop opgeslagen video- of beelddata of verdere digitale data opgebouwd uit virtuele video- of beelddata-elementen voor het door een computer lezen en met eerste video- of beelddata tot derde video- of beelddata verknopen van deze video- of beelddata of tot video- of beelddata verwerkte verdere 35 digitale data.

33. Registratiemiddelen volgens conclusie 32, met het 1007397 kenmerk, dat de videodata of verdere digitale data geassocieerd met positiedata op de registratiemiddelen zijn opgeslagen. 5 1007397