NL1007377C2 - Dakkapel. - Google Patents

Description

Dakkapel.

De uitvinding heeft betrekking op een althans in delen geprefabriceerde dakkapel omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden die aan elkaar bevestigd zijn, waarbij de voorwand en de zijwanden op elkaar aan-5 sluiten langs twee voorranden, waarbij de bovenwand en de zijwanden op elkaar aansluiten langs twee zijranden, en waarbij de voorwand en de bovenwand op elkaar aansluiten langs een bovenrand en waarbij de bovenwand in een hoek nabij de achterrand daarvan voorzien is van een wateraf-10 voer.

Een dergelijke dakkapel is algemeen bekend en wordt veelvuldig toegepast om zolders met een schuin dak meer licht en meer loop- en leefruimte te verschaffen. Gebruikelijk is om uit te gaan van een kozijn met ramen, 15 dat verticaal opgesteld wordt nadat het dak opengezaagd is, waarna de timmerman de zijwanden en de bovenwand op maat maakt om deze precies verticaal en horizontaal op het kozijn en het dak aan te laten sluiten. Een nadeel van een dergelijke dakkapel is, dat het aanbrengen van de dakkapel 20 arbeidsintensief is, hetgeen de dakkapel kostbaar maakt, zeker in vergelijking met een eenvoudig dakraam dat in het vlak van het dak aangebracht wordt.

Bekend is ook een geprefabriceerde dakkapel, waarbij de voorwand met de ramen, de zijwanden en de 1007377 2 bovenwand één geheel vormen. Deze dakkapel kan als één geheel op het opengezaagde dak geplaatst worden, hetgeen een aanzienlijke besparing op de arbeidskosten betekent. Een nadeel van een dergelijke geprefabriceerde dakkapel is 5 echter, dat deze vervaardigd is voor daken met één bepaalde dakhelling. Voor daken met een andere dakhelling zal de dakkapel scheef staan, d.w.z. naar voren of naar achteren gekanteld staan, hetgeen zowel vanuit de zolderruimte gezien als vanaf de straatzijde gezien esthetisch niet 10 fraai is, en door de meeste bewoners niet op prijs gesteld wordt. Dit probleem zou ondervangen kunnen worden door voor iedere hellingshoek een verschillende geprefabriceerde dakkapel te vervaardigen, maar daarmee gaat het prijsvoordeel ten opzichte van op maat gemaakte dakkapellen 15 goeddeels verloren.

Het is een doel van de uitvinding een verbeterde dakkapel te verschaffen, die geprefabriceerd kan worden en die op daken met verschillende hellingshoeken een esthetisch uiterlijk verschaft.

2 0 Dit doel is volgens de uitvinding bereikt met een dakkapel van de in de aanhef omschreven soort, waarbij een voorrandgebied en een zij randgebied een hoek met elkaar vormen die ongelijk is aan 90°.

Hiermee wordt bereikt, dat op ieder dak met een 25 gebruikelijk dakhelling tussen bijvoorbeeld 40° en 50° de geplaatste dakkapel altijd tenminste één rand van de zijwanden bezit, die tenminste gedeeltelijk niet horizontaal of verticaal loopt, en in de meeste gevallen zullen beide randen van de zijwanden niet horizontaal en verti-30 caal lopen. Doordat de hoek tussen de voorrandgebieden en de zij randgebieden niet recht is, is het niet geheel horizontaal en verticaal staan van de dakkapel voor het oog acceptabel. Op deze wijze kan met één geprefabriceerd model dakkapel worden volstaan voor daken met verschillen-35 de hellingshoeken. Hierdoor wordt het plaatsen van een dakkapel op een dak voordelig ten opzichte van het plaatsen van een op maat gemaakte dakkapel en gezien de voorde- 1007377 3 len van ruimtewinst concurrerend met het plaatsen van een dakraam.

Opgemerkt wordt dat op zich bekend zijn al dan niet geprefabriceerde dakkapellen met -na plaatsing- een 5 zuiver vertikale voorwand met venster en een geprononceerd schuin naar voren aflopende bovenwand.

Bij voorkeur zijn de zijranden voorzien van een boeilijst, waarvan bij voorkeur de bovenzijde en de onderzijde ongelijk lopen, en bij voorkeur naar de voorwand toe 10 convergeren, zodat een extra lijn aan het zijaanzicht van de dakkapel wordt toegevoegd, die het esthetisch uiterlijk van de dakkapel verhoogt.

Volgens een voorkeursuitvoering is de voorwand voorzien van ramen, die in een vlak liggen dat gekanteld 15 is ten opzichte van een vlak door de voorranden van de zijwanden, en waarbij bij voorkeur het vlak door de ramen naar achteren gekanteld is ten opzichte van het vlak door de voorranden van de zijwanden, waardoor het minder opvalt wanneer de ramen niet in een verticaal vlak liggen.

20 Bij voorkeur strekken de genoemde voorrand- en zij randgebieden zich uit over de volledige hoogte resp. breedte van de zijwanden.

Volgens een voorkeursuitvoering zijn de voorranden en/of zijranden althans nagenoeg recht, zodat bij een 25 vluchtige beschouwing vanaf de straatzijde het verschil met een op maat gemaakte dakkapel gering is.

Volgens een andere voorkeursuitvoering omvatten de voorranden en/of zijranden een gebogen traject, zodat in het geheel niet meer gesproken kan worden van het niet 30 horizontaal of verticaal lopen van de betreffende rand. De dakkapel krijgt hierdoor een geheel ander uiterlijk dat zijn eigen esthetische kwaliteit bezit.

Bij voorkeur wijkt de hoek tussen het voorrand-gebied en het zij randgebied 0 tot 10° af van 90°, en bij 35 meer voorkeur wijkt deze hoek ongeveer 5° af van 90°.

Bij voorkeur sluiten de bovenzijde en de onderzijde van de boeilijsten een hoek van ongeveer 10° in, 1007377 4 waardoor deze boeilijsten op daken met een hellingshoek tussen bijvoorbeeld 40° en 50° altijd zodanig lopen, dat de bovenzijde omhoog en de onderzijde omlaag loopt naar het dak toe, of dat een van beide horizontaal loopt. Dit 5 verschaft de dakkapel een extra fraai uiterlijk.

Volgens een voorkeursuitvoering bezitten de boeilijsten een gebogen verloop. Hierdoor wordt het niet-horizontaal lopen van de boeilijsten min of meer opgeheven .

10 Volgens een voorkeuruitvoering bezitten de wangen van de zijwanden een zekere dikte die bij de onderzijde groter is dan bij de bovenzijde, waardoor het eventuele niet verticaal lopen van de voorranden van de zijwanden minder in het oog springt. Tevens past deze vorm 15 bij eventueel aanwezige boeilijsten met ongelijk verlopende boven- en onderzijden.

Bij voorkeur zijn de zijwanden bij hun onderranden, ter aansluiting op het dak, voorzien van een uitstekende slabbe voor de afvoer van regenwater. Een derge-20 lijke slabbe kan dienst doen als verholen goot onder de dakpannen die aansluiten op de zijwand van de dakkapel. De hoogte van een dergelijke in doorsnede enigszins holle slabbe kan zo gering gehouden worden, dat de slabbe onder de panlatten aangebracht kan worden, zodat de panlatten 25 tot aan de zijwand van de dakkapel door kunnen lopen en de dakpannen op gebruikelijke wijze kunnen blijven ondersteunen .

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van twee voorbeelduitvoeringen, onder verwijzing naar de 30 tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een eerste voorkeursuitvoering van de dakkapel volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van 35 een tweede voorkeursuitvoering van de dakkapel volgens de uitvinding.

Figuur 3 toont een vooraanzicht van de dakkapel 1007377 5 volgens figuur 1.

Figuur 4 toont een zijaanzicht van de dakkapel volgens figuur 1.

Figuur 5 toont de dakkapel volgens figuur 1 in 5 zijaanzicht bij drie verschillende dakhellingen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een eerste voorkeursuitvoering van de dakkapel 1, welke bestaat uit zijwanden 10, 11, een bovenwand 12 en een omlopende boeilijst bestaande uit een voorboeilijst 13 en 10 twee zij boeilij sten 14, 15. In de dakkapel 1 is een raam aangebracht, dat bijvoorbeeld uit twee kantelramen kan bestaan, waarvan slechts het kozijn 18 afgebeeld is. De zijwanden 10, 11 bezitten respectievelijke wangen 16, 17.

Aan de bovenzijde van de bovenwand 12 is een flens 19 15 aangebracht, die zich tot onder de dakpannen op het dak uitstrekt en dan als verholen goot dienst kan doen. De zijwanden 10, 11 van de dakkapel 1 zijn voorzien van flenzen 20, 21 die ook als verholen goot dienst kunnen doen en daarvoor aan hun langsrand voorzien zijn van 20 opstaande keerranden (niet weergegeven). De randen van de zijwanden en de boeilijst maken geen van allen rechte hoeken met elkaar, behalve waar zij aansluiten op het kozijn 18. Dit zal hieronder nader worden toegelicht.

De flenzen 19, 20, 21 kunnen als één geheel 25 gevormd zijn met de bovenrand respectievelijk de zijwanden of zijn daarmee eenvoudig te verbinden. In dit voorbeeld, waarin de bovenwand met boeilijsten en de zijwanden apart vervaardigd zijn, zijn de flenzen 20, 21 gedeeld met de deling bovenwand-zijwanden. De flensdelen 20b, 21b zijn 3 0 verbonden met de bovenwand van de flenzen 20a, 2 0b met de zijwanden. De flenzen 20b, 21b overlappen de flenzen 20a, 20b dakpansgewijs met een schuin naar beneden, naar binnen lopende eindrand voor geleiding van neerwaarts bewegend water naar binnen toe, weg van de omtreksrand van de 35 flenzen.

In de geïnstalleerde situatie is onder de onderste voorrand een loodslabbe 22 aangebracht, die dak 1007377 6 pansgewijs wordt afgedekt door de laagste eindgebieden van de flenzen 20, 21.

Figuur 2 toont een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de dakkapel 100 volgens de uitvinding, waarin 5 overeenkomstige onderdelen met overeenkomstige verwij-zingscijfers zijn aangeduid, vermeerderd met 100. Volgens deze uitvoering bezitten de boeilijsten en de wangen van de zijwanden gebogen randen, waardoor deze randen evenmin met rechte hoeken op elkaar aansluiten.

10 Figuur 3 en figuur 4 geven respectievelijk een vooraanzicht en een zij-aanzicht van de dakkapel volgens figuur 1. Figuur 3 toont duidelijk dat de zijwanden 10, 11 en de zijboeilijsten 14, 15 naar het dak toe enigszins uit elkaar lopen. Tevens is duidelijk zichtbaar dat de wangen 15 16, 17 van de zijwanden 10, 11 van boven naar beneden in dikte toenemen. Voor makkelijke aansluiting op de dakpannen zijn de overgangslijnen 10', 11' tussen de flenzen 20, 21 en de wangen 10, 11 althans nagenoeg gelegen in verti cale vlakken die dwars staan op de nok van het dak.

20 Figuur 4 toont duidelijk, dat de dakkapel 1 bij plaatsing op een dak met een dakhelling van 45° geen horizontale of verticale randen bezit en dat in deze stand alleen het kozijn 18 precies verticaal loopt.

Ook is te zien dat afwatering van het dakvlak 23 25 in eenzelfde richting verzekerd is tot een hoek van - in dit voorbeeld - 51°. De afvoer (niet weergegeven) bevindt zich in een hoek van de bovenwand nabij de achterzijde. In het aanzicht van figuur 3 helt het dakvlak 23 enigszins naar de zijde waar de afvoer gelegen is, zodat afwatering 30 gewaarborgd is.

In figuur 5 is het zij-aanzicht van de dakkapel 1 in drie verschillende standen weergegeven. De hulplijnen a, b geven de horizontaal respectievelijk de verticaal weer.

35 Figuur 5A toont de dakkapel in de stand wanneer hij geplaatst is op een dak met een dakhelling van 45°. In dit geval lopen de wangen 16, 17 van de zijwanden 10, 11 1007377 7 over een hoek van 2,5° schuin naar voren. De onderzijde van de zi jboeili j sten 14, 15 loopt over 5° naar het dak toe omlaag, en de bovenzijde van de zijboeilijsten loopt over 5° naar het dak toe schuin omhoog. Ook de voorboei -5 lijst 13 helt naar voren.

Figuur 5B toont de dakkapel in de stand wanneer deze geplaatst is op een dak met een hellingshoek van 40°. In dit geval lopen alleen de bovenzijden van de zijboei-lijsten 13, 14 horizontaal, maar de onderzijden van de 10 zijboeilijsten lopen over 10° schuin naar beneden en de wangen 16, 17 van de zijwanden en het kozijn 18 hellen schuin naar achteren.

Figuur 5C toont het geval waarin de dakkapel in een stand staat zoals op een dak met een dakhelling van 15 50°. In dit geval lopen alleen de onderzijden van de zijboeilijsten 14, 15 horizontaal, maar lopen de bovenzijden van de zijboeilijsten over 10° naar achteren schuin omhoog, en hellen de wangen 16, 17 en het kozijn 18 schuin naar voren.

2 0 De figuren 5A, B en C tonen dat de dakkapel volgens de uitvinding in alle standen op een dak met een dakhelling tussen 40° en 50° een esthetisch uiterlijk bezit, juist doordat de meeste randen duidelijk niet horizontaal of verticaal moeten lopen. Dit blijkt ook uit 25 figuur 1. De dakkapel volgens de uitvinding is daarmee geschikt voor daken met verschillende dakhellingen, zodat één geprefabriceerde dakkapel volstaat voor al deze daken. Daarmee is een goedkoop te vervaardigen dakkapel verschaft, die met weinig arbeidskosten op een dak aan te 30 brengen is.

De dakkapel kan voorzien zijn van verholen goten vormende flenzen 20, 21, die bij plaatsing op een dak onder de panlatten opgenomen kunnen zijn (zie figuur 1) . Onder de panlatten 30 is een ruimte aanwezig met een 35 hoogte van de tengels 31, die voldoende ruimte biedt om de flenzen 20, 21 te herbergen. Hierdoor kunnen de panlatten doorlopen tot aan de zijwanden en zijboeilijsten van de 1007377 8 dakkapel, waardoor de dakpannen die aan moeten sluiten op de dakkapel voldoende ondersteuning blijven krijgen van de panlatten. De constructiehoogte/dikte wordt hiermee beperkt gehouden 5 In plaats van de dakkapel 1 met rechte randen kan ook gekozen worden voor de dakkapel 100 met gebogen randen, waardoor eveneens een esthetisch uiterlijk verschaft wordt met eenzelfde dakkapel op daken met verschillende dakhellingen.

10 De diverse wanden van de dakkapel kunnen ver vaardigd zijn van kunststof en zijn bij voorkeur dubbelwandig om plaats te bieden aan isolatiemateriaal.

De dakkapellen volgens de uitvinding kunnen als één geheel geleverd worden, maar kunnen ook modulair 15 geleverd worden met afzonderlijke zijwanden, kozijn met ramen en bovenwand met boeilijst, waardoor de dakkapel gemakkelijk op het dak te brengen is en ter plaatse gemonteerd kan worden. Met de modulaire opbouw kunnen eenvoudig dakkapellen met meerdere afmetingen samengesteld worden. Zo kan men bijvoorbeeld twee lengtes voor de voorwand en de bovenwand aanhouden voor gebruik met dezelfde zijwanden om dakkapellen met twee verschillende breedten te verschaffen, bijvoorbeeld met achteropeningen met afmetingen 1,2 x 1,2 m en 1,2 x 2 m.

1007377

Claims (15)

1. Dakkapel, geprefabriceerd, althans in delen, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden die aan elkaar bevestigd zijn, waarbij de voorwand en de zijwanden op elkaar aansluiten langs twee voorranden, 5 waarbij de bovenwand en de zijwanden op elkaar aansluiten langs twee zijranden, en waarbij de voorwand en de bovenwand op elkaar aansluiten langs een bovenrand, waarbij de bovenwand in een hoek nabij de achterrand daarvan voorzien is van een waterafvoer en waarbij een voorrandgebied en 10 een zij randgebied een hoek met elkaar vormen die ongelijk is aan 900.

2. Dakkapel volgens conclusie 1, waarbij de zijranden voorzien zijn van een boeilijst.

3. Dakkapel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 15 voorwand voorzien is van ramen, die in een vlak liggen dat gekanteld is ten opzichte van een vlak door de voorranden van de zijwanden.

4. Dakkapel volgens conclusie 3, waarbij het vlak door de ramen naar achteren gekanteld is ten opzichte 20 van het vlak door de voorranden van de zijwanden.

5. Dakkapel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het voorrandgebied en het zij randgebied zich uitstrekken over de volledige hoogte resp. breedte van de zijwanden.

6. Dakkapel volgens conclusie 5, waarbij de voorranden en/of zijranden althans nagenoeg recht zijn.

7. Dakkapel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de genoemde hoek 0 tot 10° afwijkt van 90°.

8. Dakkapel volgens conclusie 7, waarbij de hoek 30 ongeveer 5° afwijkt van 90°.

9. Dakkapel volgens conclusie 2, waarbij de 1007377 bovenzijde en de onderzijde ongelijk lopen, en bij voorkeur naar de voorwand toe convergeren.

10. Dakkapel volgens conclusie 9, waarbij de bovenzijde en de onderzijde van de boeilijsten een hoek 5 van ongeveer 10° insluiten.

11. Dakkapel volgens conclusie 9 of 10, waarbij de boeilijsten een gebogen verloop bezitten.

12. Dakkapel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de wangen van de zijwanden een zekere dikte 10 bezitten, die bij de onderzijde groter is dan bij de bovenzij de.

13. Dakkapel volgens een der conclusies 1-5, waarbij de voorranden en/of zijranden een gebogen traject omvatten.

14. Dakkapel voor daken met 40° tot 50° dakhel ling, waarbij de dakkapel bij plaatsing op een dak met een dakhelling van 45° verticale ramen bezit, waarbij de zijwanden een voorrand bezitten die ongeveer 2,5° naar voren helt, en waarbij de zijwanden een bovenrand bezitten 20 die naar achteren toe ongeveer 5° omhoog loopt.

15. Dakkapel volgens conclusie 14, waarbij de bovenranden van de zijwanden voorzien zijn van een boei-lijst met een bovenzijde die naar achteren toe ongeveer 5° omhoog loopt en een onderzijde die naar achteren toe 25 ongeveer 5° omlaag loopt. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1007377