NL1007204C2 - Inrichting voor het aanbrengen van scheurstrips. - Google Patents

Inrichting voor het aanbrengen van scheurstrips. Download PDF

Info

Publication number
NL1007204C2
NL1007204C2 NL1007204A NL1007204A NL1007204C2 NL 1007204 C2 NL1007204 C2 NL 1007204C2 NL 1007204 A NL1007204 A NL 1007204A NL 1007204 A NL1007204 A NL 1007204A NL 1007204 C2 NL1007204 C2 NL 1007204C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
movable member
strip
tear strips
tear
elements
Prior art date
Application number
NL1007204A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1007204A1 (nl
Inventor
Mario Cavanna
Original Assignee
Cavanna Spa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cavanna Spa filed Critical Cavanna Spa
Publication of NL1007204A1 publication Critical patent/NL1007204A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1007204C2 publication Critical patent/NL1007204C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B70/00Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
    • B31B70/74Auxiliary operations
    • B31B70/81Forming or attaching accessories, e.g. opening devices, closures or tear strings
    • B31B70/812Applying patches, strips or strings on sheets or webs
    • B31B70/8123Applying strips
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B50/00Making rigid or semi-rigid containers, e.g. boxes or cartons
    • B31B50/74Auxiliary operations
    • B31B50/81Forming or attaching accessories, e.g. opening devices, closures or tear strings
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/12Surface bonding means and/or assembly means with cutting, punching, piercing, severing or tearing
    • Y10T156/1317Means feeding plural workpieces to be joined
    • Y10T156/1322Severing before bonding or assembling of parts
    • Y10T156/1326Severing means or member secured thereto also bonds
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/12Surface bonding means and/or assembly means with cutting, punching, piercing, severing or tearing
    • Y10T156/1317Means feeding plural workpieces to be joined
    • Y10T156/1322Severing before bonding or assembling of parts
    • Y10T156/133Delivering cut part to indefinite or running length web
    • Y10T156/1335Cutter also delivers cut piece
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/12Surface bonding means and/or assembly means with cutting, punching, piercing, severing or tearing
    • Y10T156/1378Cutter actuated by or secured to bonding element
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/17Surface bonding means and/or assemblymeans with work feeding or handling means
    • Y10T156/1702For plural parts or plural areas of single part
    • Y10T156/1712Indefinite or running length work
    • Y10T156/1734Means bringing articles into association with web
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/17Surface bonding means and/or assemblymeans with work feeding or handling means
    • Y10T156/1702For plural parts or plural areas of single part
    • Y10T156/1712Indefinite or running length work
    • Y10T156/1737Discontinuous, spaced area, and/or patterned pressing

Landscapes

  • Auxiliary Devices For And Details Of Packaging Control (AREA)
  • Materials For Medical Uses (AREA)
  • Absorbent Articles And Supports Therefor (AREA)
  • Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)

Description

Inrichting voor het aanbrenger) van scheurstrips.
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het aanbrengen van scheurstrips op een strook wikkel materiaal dat beweegt met een bepaalde snelheid, waarbij die scheurstrips gericht zijn dwars op de • 5 voortgangsrichting van de strook, waarbij de inrichting omvat: geleidingsmiddelen die een voortgangsbaan begrenzen van de strook door de inrichting, toevoermiddelen voor het in gebruik toevoeren, van een verder vel materiaal voor het vormen van de scheurstrips, 10 - snijmiddelen voor het snijden van het verdere velmateriaal tenein de de scheurstrips te vormen.
een beweegbaar overbrengorgaan dat werkt tussen een eerste gebied dat gericht is naar de snijmiddelen en een tweede gebied dat gericht is naar de voortgangsbaan die begrensd wordt door de gelei-15 dingsmiddelen, waarbij het beweegbare orgaan in het gebruik werkt op de scheurstrips om deze op te pakken van de snijmiddelen in het eerste gebied en deze dan aan te brengen op de strook van velwik-kelmateriaal in het tweede gebied.
Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit 20 IT-B-1.041.458 die overeenkomt met GB-A-1.558.998. Een in hoofdzaak overeenkomstige inrichting is bijvoorbeeld bekend uit US-A-3.298.891.
Deze genoemde documenten beschrijven in algemene termen problemen die zich voordoen in de productie van een inrichting voor het aanbrengen van zogenaamde scheurstrips door deze te plaatsen dwars ten op-25 zichte van de voortgangsrichting van het wikkelmateriaal. In het bijzonder is in het verleden een noodzaak opgemerkt om de toepassing van dwarse scheurstrips te vermijden die leiden tot het vereisen van een wikkelmateriaal dat ten minste lokaal, met onderbrekingen moet worden toegevoerd; deze keuze is in feite niet verenigbaar met de zeer hoge 30 voortgangssnelheid die het materiaal moet bereiken in de laatste tijd geproduceerde verpakkingsmachines, in het bijzonder in diegene van het type bekend als "flow-pack", "form-fill-seal" of "ffs" verpakkingsmachines.
De oplossingen beschreven in de hierboven genoemde documenten 35 voorzien in dwars snijden van een verdere strook van velmateriaal voor de scheurstrips die gevormd worden. De individuele scheurstrip wordt dan overgebracht naar het vel van wikkelmateriaal door middel van een rotatieorgaan dat ook werkt als een hamerelement gedurende het snijden 1007204 2 van de individuele scheurstrips en/of als een aanbrengorgaan, indien gewenst verwarmd, voor het aanbrengen van de scheurstrips op het wik-kelmateriaal.
De oplossingen die beschreven zijn in de hierboven genoemde docu- 5 menten volgens de stand van de techniek zijn echter om verschillende redenen onbevredigend.
In de oplossing bekend uit IT-B-1.041.468 en GB-A-1.558.998 is het hiervoor genoemde rotatieorgaan bijvoorbeeld in hoofdzaak uitgevoerd als een rol met twee overbrengelementen geplaatst in diametraal tegen-10 overliggende posities. In het gebruik, ontvangt een van de overbrengelementen een scheurstrip die zojuist gevormd is als gevolg van een snijactie uitgevoerd door een snijder geplaatst op een gefixeerde positie ten opzichte van de constructie van de inrichting. Op hetzelfde moment, werkt het diametraal tegenoverliggende overbrengelement 15 samen met het vel van wikkel materiaal om een afscheurstrip die gevormd is in een voorafgaande snijhandeling achter te laten. Dit is een bron van een intrinsieke beperking aangezien: het enerzijds gewenst is het overbrengelement dat op een bepaalde tijd samenwerkt met de snijder, die in een gefixeerde positie is, 20 zo langzaam mogelijk te bewegen om de snijhandeling te vergemakke lijken, en het anderzijds gewenst is te regelen dat het diametraal tegenoverliggende overbrengelement beweegt op dezelfde snelheid als de voortgangssnelheid van het velwikkelmateriaal.
25 Het is duidelijk dat de omstandigheden die hierboven zijn genoemd alleen bevredigend kunnen worden verzekerd wanneer de voortgangssnelheid van het velmateriaal laag is.
In de oplossing bekend uit US-A-3.298.891, wordt het rotatieorgaan gevormd door een revol verkop of carrousel constructie om samen te wer-30 ken met een gefixeerd snijblad. De geometrie van het rotatieorgaan in kwestie is zodanig dat de uitlijning van een van de overbrengelementen met het blad dat een scheurstrip snijdt niet overeenkomt met de uitlijning van een ander overbrengelement met het velwikkelmateriaal. Het rotatieorgaan is echter ingericht om met onderbrekingen of in stappen 35 te worden bewogen (bijvoorbeeld, overeenkomstig een hoekbeweging over 90° aangezien het rotatie-element vier overbrengorganen heeft) die gelijk zijn aan een gedeelte van een cyclus en dan stationair wordt gelaten totdat de cyclus is afgemaakt. In dit geval wordt ook de 1007204 3 strijd tussen de noodzaak om de scheurstrips in bijna stationaire omstandigheden te snijden en de noodzaak om de scheurstrips aan te brengen op het velwikkelmateriaal terwijl deze bewegen op een snelheid die gelijk is aan de voortgangssnelheid van het materiaal, die con-5 stant moet worden gehouden, niet opgelost.
Het doel van de onderhavige uitvinding is te voorzien in een inrichting van het type dat hierboven is beschreven en waarmee de beschreven problemen worden opgelost.
Volgens de onderhavige uitvinding, wordt dit doel bereikt door 10 middel van een inrichting die wordt gekenmerkt doordat de snijmiddelen snijelementen omvatten die het verdere vel materiaal kunnen snijden die de scheurstrips vormen als een gevolg van een beweging in de richting waarin het verdere velmateriaal wordt toegevoerd door de toevoermiddelen, 15 - het beweegbare orgaan een \eelheid van elementen omvat voor het vasthouden van de scheurstrips, waarbij de vasthoudelementen continu beweegbaar zijn en in staat zijn om, ten minste in het tweede gebied, een voortgangssnelheid aan te nemen die in hoofdzaak gelijk is aan de bepaalde snelheid van de strook van wikkelmate-20 riaal, en de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips geplaatst zijn op het beweegbare orgaan op een manier zodat, wanneer een van de vasthoudelementen in een van de eerste en tweede gebieden is, geen ander vasthoudelement aanwezig is in het andere van de eerste 25 en tweede gebieden.
Het is voordelig dat de toevoermiddelen ten minste een door een motor aangedreven beweegbaar orgaan omvatten dat in het gebruik werkt op het verdere velmateriaal en in stappen kan worden voortbewogen, waarbij de grootte van elke stap de breedte van de scheurstrips be-30 paalt.
Daarbij wordt ernaar gestreefd dat de toevoermiddelen samengaan met een geleidingselement voor het opleggen van een voortgangsbaan op het verdere velmateriaal gericht naar de snijmiddelen.
Ook is het voordelig dat de snijmiddelen een rotatiesnijder omvat -35 ten die ten minste een rotatieblad heeft die een baanbeweging kan uitvoeren met een gedeelte dat zich uitstrekt door het eerste gebied in de buurt van de toevoermiddelen, waarbij het rotatieblad beweegt in dit eerste gebied, in de richting waarin het verdere velmateriaal 1007204 4 wordt toegevoerd door de toevoermiddelen.
Een verdere voordelige uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt doordat ten minste een tegenblad samengaat met het rotatieblad en, ten minste in het eerste gebied, beweegt in dezelfde richting als het rotatieblad • 5 met een verschillende snelheid dan die van het rotatieblad. waarbij het verschil tussen de snelheden van het rotatieblad en van ten minste een tegenblad een snijden teweegbrengt van het verdere vel materiaal en bijgevolg vorming van de scheurstrips.
Daarbij is het voordelig dat ten minste een tegenblad wordt gedra-10 gen door het beweegbare orgaan.
Daarbij is het voordelig dat de inrichting een veelheid van die tegenbladen omvat gevormd door de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips voorzien op het beweegbare orgaan.
Een voordelige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt 15 gekenmerkt doordat het beweegbare orgaan een in hoofdzaak carrousel -achtige constructie heeft die roteerbaar is om een respectieve rota-tieas met een veelheid van spaken die elk, aan het vrije einde daarvan. een van de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips dragen.
20 Daarbij is het voordelig dat de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips uniform verdeeld zijn op het beweegbare orgaan.
Bovendien is het voordelig dat de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips bijbehorende vasthoudmiddelen voor het grijpen en vasthouden van de scheurstrips dragen op het beweegbare orgaan totdat 25 de scheurstrips zijn overgebracht op de strook van het wikkelmate-riaal.
Daarbij wordt ernaar gestreefd dat de vasthoudmiddelen zuigmidde-len omvatten zodat de scheurstrips worden vastgehouden op de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips dankzij een drukgradiënt.
30 De onderhavige uitvinding betreft bovendien een inrichting die wordt gekenmerkt doordat verwarmingsmiddelen behoren bij de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips en kunnen worden geactiveerd om een overbrengen van warmte teweeg te brengen naar de afscheur-strips, ten minste in het tweede gebied.
35 In een verdere voordelige uitvoeringsvorm zijn ten minste enkele van de elementen voor het vasthouden van de afscheurstrips geplaatst op het beweegbare orgaan teneinde naar keuze verwijderbaar te zijn, zodat de afstand die naast elkaar gelegen vasthoudelementen scheidt 'IÜU7204 5 naar keuze variabel is als gevolg van het naar keuze verwijderen van ten minste enige van de vasthoudelementen van het beweegbare orgaan.
Bovendien is het voordelig dat de elementen voor het vasthouden van de afscheurstrips geplaatst zijn op het beweegbare orgaan met een . 5 eerste hoekafstand ten opzichte van de rotatieas van het beweegbare orgaan en dat het eerste en tweede gebied geplaatst zijn met een tweede hoekafstand, verschillend van de eerste bepaalde hoekafstand, ten opzichte van die as.
Daarbij is het voordelig dat de tweede hoekafstand in de orde ligt 10 van ongeveer 90°.
Een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt doordat de vasthoudelementen geplaatst zijn op het beweegbare orgaan met een hoekafstand van ongeveer 60°.
Bovendien wordt ernaar gestreefd dat de inrichting ook, op de 15 tegenoverliggende zijde van de voortgangsbaan begrensd door de gel ei-dingsmiddelen naar het beweegbare orgaan, een verder beweegbare orgaan omvat voorzien van ten minste een hamerblok dat kan samenwerken met de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips in het tweede gebied teneinde een grijpwerking op de scheurstrips uit te oefenen en op de 20 strook van wikkel materiaal waarop de scheurstrips worden aangebracht.
Daarbij is het van voordeel dat het verdere beweegbare orgaan een veelheid van die hamerblokken omvat.
Bovendien is het voordelig dat het beweegbare orgaan een aantal van de hamerblokken omvat die verschillen van het aantal elementen 25 voor het vasthouden van de scheurstrips aanwezig op het beweegbare orgaan.
Een mogelijke uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt doordat het verdere beweegbare orgaan ook een carrousel achtige constructie heeft.
30 Daarbij is het voordelig dat het verdere beweegbare orgaan een diameter heeft die verschilt van de diameter van het beweegbare orgaan.
In een de voorkeur hebbende uitvoering van de onderhavige uitvinding wordt ten minste een hamerblok geplaatst op het verdere beweegba-35 re orgaan op een veerkrachtige meegevende manier zodat de grijpwerking op de scheurstrips en op de strook wikkelmateriaal wordt uitgeoefend als gevolg van een veerkrachtige druk.
Bovendien wordt ernaar gestreefd dat respectieve verwarmingsmidde- 1007204 6 len samengaan met ten minste een hamerblok voor het teweegbrengen van een overdracht van warmte naar de strook wikkelmateriaal. ten minste in het tweede gebied.
Tenslotte is het voordelig dat verdere snijmiddelen samengaan met . 5 ten minste een hamerblok voor het naar keuze snijden van de strook wikkelmateriaal in het gebied van een van de randen in langsrichting daarvan naast de scheurstrips aangebracht op de strook.
De uitvinding zal nu worden beschreven, geheel bij wijze van niet beperkend voorbeeld, verwijzend naar de bijgaande tekeningen, waarin: 10 Fig. 1 een algemeen zijaanzicht is van een verpakkingsmachine waarop een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is aangebracht. en
Fig. 2 in hoofdzaak overeenkomt met een zijaanzicht voor de duidelijkheid. gedeeltelijk in doorsned. van het gedeelte van fig. 1 aange-15 geven door de pijl II.
In fig. 1. wordt een verpakkingsmachine, in zijn geheel weergegeven met P, bijvoorbeeld gevormd, door een machine van het type dat in het algemeen bekend is als een "flow-pack" of "ffs" machine. Verpakkingsmachines van dit type zijn algemeen bekend in de stand van de 20 techniek: de kenmerken daarvan hoeven hier daarom niet in detail te worden beschreven, en zijn bovendien niet relevant voor het doel van een begrip van de uitvinding.
Voor dit doel zal het voldoende zijn om op te merken dat de machine P bedoeld is om te werken op een rij artikelen A (bijvoorbeeld 25 gevormd door voedselproducten zoals banketbakkersproducten: chocoladerepen. groepen biscuits, snacks, etc.) die voortbewegen - van links naar rechts, zoals te zien in fig. 2 - op een transporteurband K gedragen op een langgerekte tafel die ook kan dienen als een basisconstructie voor een gedeelte of voor de gehele inrichting volgens de 30 uitvinding.
Voor dit doel is. boven en in het algemeen aan beide zijden van de transporteurband is een frame 12 bevestigd dat, in het gebruik, een rol 14 ondersteunt van een strook vel materiaal F die wikkels moet vormen voor het verpakken van de artikelen A in de machine P.
35 Het velmateriaal kan bijvoorbeeld gevormd worden door met warmte sluitbaar kunststofmateriaal of aluminium, mogelijk van het type dat bekleed is met kunststofmateriaal. hetgeen reden geeft om te spreken van een zogenaamde "gecombineerde" wikkel. Volgens algemeen-bekende 1007204 7 criteria, wordt het materiaal F getrokken van de rol 14 en bewogen door een set aandrijf- en spanningsrollen. in zijn geheel weergegeven met 16, en kan dan worden onderworpen aan een stempel handeling (bijvoorbeeld voor het stempelen van een datum die de verpakkingsdatum ' 5 aangeeft) in een drukinrichting 18.
De strook bereikt dan een zogenaamde vormer 20. Hier wordt de strook van vel materiaal F gesloten op zichzelf teneinde een buisvormig half-vol tooi de wikkel te vormen waarin de artikelen A worden ingébracht in een precies geregelde ("getimde") volgorde en dan bewegen 10 naar een sluit- en snijeenheid 22 (van een bekend type bijvoorbeeld omvattende, twee sets van tegengesteld roterende bekken) waar de half voltooide buisvormige wikkel wordt samengedrukt, gesloten en gesneden om de individuele wikkels te vormen gesloten rondom de artikelen A (in dit verband, zie het gedeelte geheel aan de rechterkant in fig. 1). 15 Elke wikkel of pakket kan natuurlijk ook verschillende artikelen omvatten en, voor dit doel, kan de machine P inrichtingen omvatten die de artikelen A groeperen in de invoerstroming teneinde de artikelen dicht bij elkaar te plaatsen die moeten worden ondergebracht in een enkelvoudige wikkel of pakket. Dit vindt zoals gezegd, allemaal plaats 20 volgens bekende criteria die hierin niet hoeven te worden beschreven.
Een inrichting 10 voor het aanbrengen van zogenaamde dwarse scheurstrips aan het velmateriaal F is geplaatst op de baan gevolgd door de strook tussen de rol 14 en de vorminrichting 20, en is geplaatst, bijvoorbeeld, op een steunachtige constructie 24 die uit-25 steekt vanaf het frame 12 op een positie in hoofdzaak stroomafwaarts van de vormer 20. De scheurstrips zijn bedoeld om het mogelijk te maken de wikkels of pakketten die gevormd zijn rondom de artikelen A regelmatig en netjes los te trekken door de gebruiker wanneer hij het artikel A wenst op te eten, of in het algemeen, te gebruiken.
30 In fig. 2. die de constructie van de inrichting 10 meer in detail toont, is te zien, dat volgens een de voorkeur hebbende maar niet noodzakelijke oplossing, de inrichting werkt op het velmateriaal F in het gebied van een gedeelte F1 daarvan dat zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt, en beweegt van boven naar beneden vanaf een bovenste af-35 bui grol 100 naar een lagere afbuigrol 102 met een bepaalde snelheid die zo constant mogelijk zou moeten worden gehouden aangezien deze verbonden is met de werksnelheid van de verpakkingsmachine P.
In hoofdzaak. omvat de inrichting 10 de volgende elementen: 1007204 8 een bron 104 voor het toevoeren van een extra strook van vel materiaal B dat gesneden moet worden dwars ten opzichte van de voort-gangsrichting daarvan teneinde de individuele scheurstrips te vormen, aangeduid met T. om aangebracht te worden op het velmate-.5 riaal F; de bron kan gevormd worden, in de meest gebruikelijke uitvoering, door een ondersteuning voor het vasthouden van een rol van het materiaal B (dit is gebruikelijk een door middel van warmte te sluiten kunststofmateriaal of een vel waarop een zogenaamd "koude" lijm is aangebracht op het vlak dat gericht moet zijn naar 10 het materiaal F); een wegneemeenheid 106 gevormd, bijvoorbeeld, door een paar rollen die een door een motor aangedreven rol 108 omvatten en een tegenoverliggende drukrol 110, mogelijk verbonden met een spanningsrol 112 (fig. 1) en een geleidingsorgaan 114, bijvoorbeeld, met een 15 gleuf, waarvan de functie is het in stappen afwikkelen van het vel materiaal B dat op de bron 104 is, waarbij de grootte van elke stap gelijk is aan de breedte van de scheurstrips die gevormd moeten worden (bijvoorbeeld. 2-5 mm); een snijeenheid 116 omvattende een rotatiesnijder 118 met ten 20 minste een rotatie- of omtreksblad 120 met een snij rand 120a die zich uitstrekt langs een generatrice van een theoretisch cilindrisch oppervlak van de hoofdhartlijn overeenkomend met de rota-tieas van de rotatiesni jder; de snijeenheid 116 kan het velmate-riaal B ontvangen dat komt van de bron 104 en van de eenheid 106, 25 het in stukken snijden van precies de gewenste lengte, overeenkomend met de breedte van de scheurstrip T; een rotatieorgaan 124 dat een in hoofdzaak carrouselachtige constructie heeft met een veelheid van spaken (zes in de weergegeven uitvoeringsvorm) die aan de vrije einden daarvan respectieve te-30 genbladen 122 dragen om samen te werken met de bladen 120 van de snijeenheid 116; en een verder rotatieorgaan 126 dat geplaatst is aan de tegenoverliggende zijde van het gedeelte F1 van het velmateriaal F naar het rotatieorgaan 124; het rotatieorgaan 126 heeft ook een in hoofd-35 zaak carrouselachtige constructie met een veelheid van spaken, dat wil zeggen, drie spaken in de getoonde uitvoering, die elk aan het vrije einde daarvan een respectief hamerelement of blok 128 dragen om samen te werken met de tegenbladen 122 van het element 124 in 1007204 9 overeenstemming met de criteria die verder onder zullen worden beschreven.
In het algemeen, bewegen al de hierboven beschreven organen over parallelle assen in hoofdzaak horizontaal gericht met verwijzing naar • 5 de algehele geometrie van de machine P getoond in fig. 1.
De inrichting 10 volgens de uitvinding werkt in hoofdzaak als volgt.
De strook van velwikkelmateriaal F wordt voortbewogen op een constante snelheid bepaald door de werksnelheid van de machine P: met 10 andere woorden, het wikkelmateriaal F wordt afgewikkeld door de respectieve aandrijfinrichtingen alsof de machine P niet was gevormd voor de toepassing van scheurstrips.
De organen die het extra vel B trekken, waarvan de scheurstrips T worden gevormd, worden geregeld, in het bijzonder wat betreft de weg-15 neemeenheid 106, teneinde het materiaal B in stappen af te wikkelen, waarbij de grootte van elke stap gelijk is aan de breedte van de scheurstrip T die gevormd moet worden.
De strook B wordt gesneden en de scheurstrips T worden vervolgens gevormd als gevolg van de interactie van het rotatieblad 120 van de 20 snijder 118 (dat tegen de richting van de klok roteert zoals te zien in fig. 2) met de tegenbladen 122 gedragen door het rotatieorgaan 124 dat in de richting van de klok roteert, zoals weer te zien is in fig.
2. De snijhandeling wordt dus bereikt dankzij het feit dat, in de (eerste) zone of gebied van het rotatieorgaan 10 waarin het betrokken 25 blad 120 en het betrokken tegenblad 122 op het betrokken moment samen-werken, waarbij dit gebied gesitueerd is direct bij de uitvoer van het geleidingsorgaan 114, het blad 120 beweegt met een (omtreks)-snelheid op ten minste enigszins grotere snelheid dan de omtreksnelheid uitgeoefend op de tegenbladen 122 in het gebied van de samenwerking. De 30 afschuifactie tussen het blad 120 en elk tegenblad 122 vindt plaats omdat, ten minste in het gebied van de samenwerking bij de uitvoer van het geleidingselement 114. het blad 120 sneller beweegt dan het tegenblad 122 en. in elk geval, dankzij een beweging in dezelfde richting wanneer de toevoerbeweging van het verdere velmateriaal B vanaf de 35 respectieve toevoermiddelen 104 en 106. Zoals begrepen zal worden uit een bestudering van fig. 2, hebben de bladen 120 en de tegenbladen 122 bij voorkeur complementaire, schaarachtige profielen in de zin dat het blad 120 is geplaatst met de snij rand 120a daarvan verder naar buiten 1007204 10 geplaatst dan de naast gelegen (en volgende) gedeeltes van het blad 120. De tegenbladen 122 zijn van een precieze symmetrische en complementaire vorm.
Het snijden van de strook B vindt dus dynamisch plaats en de . 5 scheurstrips T (waarvan twee schematisch worden getoond in fig. 2) worden overgebracht van de snijeenheid 116 naar het vel van wikkelma-teriaal F daadwerkelijk door het respectieve tegenblad 122, waarop de scheurstrip T wordt vastgehouden door een vacuüm (weer door bekende criteria) dankzij de aanwezigheid, in de radiale buitengedeeltes van 10 de tegenbladen 122, van zuigleidingen 130 (waarvan slechts een is getoond in fig. 2) verbonden met een vacuüm (sub-atmosferische druk) bron door middel van respectieve leidingen die zich uitstrekken door het lichaam van het rotatieorgaan 124.
De scheurstrips T worden dan overgebracht vanaf de snijeenheid 116 15 naar het velwikkelmateriaal F en worden aangebracht op het wikkelmate-riaal F door een precies gesynchroniseerde beweging, dat wil zeggen, op een manier zodat de tangentiale snelheid van het tegenblad 122 praktisch identiek is aan de (lineaire) snelheid van het gedeelte F1 van het velmateriaal F. Dit vindt ten minste plaats in het (tweede) 20 gebied van de inrichting 10 waarin elk tegenblad 122 dat daarop aangebracht een scheurstrip T draagt in contact wordt gebracht met het wikkel materiaal F om de strip T in kwestie daarop achter te laten.
Het is duidelijk uit het voorgaande dat de oplossing volgens de uitvinding in hoofdzaak continue werking mogelijk maakt, in het bij-25 zonóer wat betreft het rotatie-element 124 dat zowel werkt als een component van de snijeenheid 116 (aangezien het de tegenbladen 122 draagt) en als een overbrengelement dat de scheurstrips T overbrengt van de snijeenheid 116 naar het vel van wikkelmateriaal F gebruikmakend van de tegenbladen 122 als elementen voor het vasthouden van de 30 scheurstrips T.
Onderkend zal worden, in het bijzonder, dat het orgaan 124 geroteerd kan worden op een bijna constante snelheid gekozen teneinde een tangentiële snelheid die gelijk is aan de lineaire voortgangssnelheid van het velmateriaal F op te leggen aan de tegenbladen 122 of. in een 35 op dit moment de voorkeur hebbende uitvoering, door het inrichten voor de tegenbladen 122 om samen te werken met het rotatieblad 120 op een tangentiële snelheid die enigszins lager is dan de voortgangssnelheid van het velmateriaal F; dit maakt het de respectieve tegenbladen 122 1007204 11 in het bijzonder mogelijk om de scheurstrips T preciezer en nauwkeuriger te houden die zojuist zijn gevormd. De mate van rotatie van het orgaan 124 en dus de tangentiële snelheid van het tegenblad 122 beschouwd op elk willekeurig moment kan dan worden verhoogd teneinde een . 5 tangentiële snel heidswaarde te bereiken die overeenkomt met de voort-gangssnelheid van het velmateriaal F. Een constante mate van rotatie die overeenkomt met de snelheid van de voortgang van het velmateriaal F is echter mogelijk. In elk geval, zelfs als voorzien is in enigszins afremmen in het gebied van de snijeenheid 116, is dit fenomeen echter 10 beperkt tot een gelimiteerde modulatie van de mate van rotatie van het orgaan 124 die nogal verschillend is van een onderbroken of gestapte beweging van het type dat noodzakelijk was van de oplossingen volgens de stand van de techniek.
Dit geldt ook voor de rotatiesnijder 118 en het blad 120, waarvan 15 de mate van rotatie in elk geval geregeld kan worden (mogelijk met een zwaai teneinde de maximale waarde in het gebied waarin de snijhande-ling plaatsvindt te bereiken) om in elk geval het snel heidsverschil te verzekeren tussen de snijrand 120a van het blad 120 en het tegenblad 122 op het overeenkomende moment, teneinde het gewenste snijeffect te 20 bereiken.
Ook is te zien uit fig. 2, dat - in de weergegeven uitvoering -het rotatieorgaan 124 zes spaken heeft die elk een respectief tegenblad 122 dragen, terwijl het verdere rotatieorgaan 126 slechts drie spaken draagt, waarvan elk een respectief hamerblok 128 heeft aan het 25 vrije einde daarvan. De term "hamerblok" is bedoeld om aan te geven dat elk van deze gedeeltes van het verdere rotatie-element bedoeld is om samen te werken met een respectief tegenblad 122 van het orgaan 124 gedurende rotatie van het orgaan 126 (dat plaatsvindt tegen de richting van de wijzers van de klok zoals te zien in fig. 2). Dit betekent 30 dat. elk moment waarop een tegenblad 122 een respectieve scheurstrip T achterlaat op het velmateriaal F, werkend op een kant daarvan (de kant gelegen aan de linkerkant zoals te zien in fig. 2). de andere kant van het vel F (de rechterkant in fig. 2) in contact is en wordt gedragen tegen een respectief hamerblok 128 van het orgaan 126.
35 Onder deze omstandigheden, worden de scheurstrip T en het gebied van het gedeelte F1 van het velmateriaal F waarop deze wordt aangebracht. gegrepen tussen het tegenblad 122 dat werkt als een aanbreng-orgaan en een respectief hamerblok 128. dat werkt als een aanslagele- 1007204 12 ment.
De elementen die deze grijphandeling uitvoeren dragen bij voorkeur maar niet noodzakelijk respectieve bijbehorende verwarmingsmiddelen, typisch gevormd door weerstanden 132, 134. De functie van deze verwar-. 5 mingselementen is om warmte over te dragen naar het vel F en/of naar de scheurstrips T door het toevoeren van warmte naar het tegen-blad/aanbrenger 122 en/of naar het hamerblok 128 lokaal teneinde het aanbrengen en/of ten minste vergemakkelijken van het aanbrengen van de scheurstrip T op het velmateriaal F.
10 Deze verbinding kan plaatsvinden ofwel door thermisch versmelten van de betrokken materialen of als een gevolg van het lijmen wat bereikt wordt door de aanwezigheid van een lijmmateriaal. gebruikelijk op het vlak van de scheurstrips T die verricht moeten zijn naar het vel F.
15 Dit is gebruikelijk een zogenaamde "koude" lijm. waarbij deze term betekent een materiaal waarvan de lijmeigenschappen worden ontwikkeld en/of worden versterkt als gevolg van het verwarmen naar een gemiddelde temperatuur (bijvoorbeeld, in de orde van 80-90°).
Voor de duidelijkheid moet echter gewezen worden op het feit dat 20 zelfs wanneer deze zijn voorzien het niet noodzakelijk is om verwarmingsmiddelen te hebben zoals de weerstanden 132, 134 voor beide van de samenwerkende elementen, dat wil zeggen, voor de tegenbladen 122 of het orgaan 124 en voor de hamerblokken 128 van het orgaan 126.
Volgens specifieke vereisten van het gebruik, in het bijzonder de 25 methode aangenomen voor het verbinden van de scheurstrips T aan het vel F. en/of de aard van enige gebruikte lijm. zouden de verwarmingsmiddelen alleen aanwezig kunnen zijn op het rotatie-element 124 of alleen op het rotatie-element 126. Bovendien, met het oog op de beschikbaarheid van materialen die niet de toepassing van warmte ver-30 krijgen om te verzekeren dat de scheurstrips T stevig gehouden worden op het velmateriaal F, kunnen de verwarmingsmiddelen 132 en 134 worden geëlimineerd.
Weer vanuit het oogpunt van fig. 2, kan worden opgemerkt dat het aantal spaken, en dus het aantal hamerblokken 128, van het orgaan 126 35 verschilt (waarbij deze gelijk zijn aan drie in de getoonde uitvoeringsvorm) van het aantal spaken, en dus van het aantal tegenbladen 122, van het rotatieorgaan 124. De respectieve diameters die getoond zijn zijn ook verschillend.
.007204 13
Hoewel deze keuze beschouwd wordt als voordelig (bijvoorbeeld, om naar keuze verwijderen van de tegenbladen 122 gemakkelijk te maken), is dit op geen enkele manier noodzakelijk. De snelheid en de fases van rotatie kunnen variëren volgens het aantal spaken aanwezig op elk van . 5 de organen 124. 126 en de radii van de rotatie van de respectieve einden die de tegenbladen 122 dragen en de hamerblokken 128. zodanig dat verzekert wordt dat een hamerblok 128 in elk geval altijd precies in lijn is met een tegenblad 122 die een respectieve scheurstrip T aanbrengt op het velmateriaal F.
10 In fig. 2. is te zien dat de hamerblokken 128 zijn geplaatst op het lichaam van het orgaan 126 in respectieve radiale zittingen 128a. Deze zittingen voorzien de hamerblokken 128 van een zekere bewegingsvrijheid in een radiale richting ten opzichte van het orgaan 126. Dit maakt het elk hamerblok 128 mogelijk om zich enigszins naar binnen 15 terug te trekken ten opzichte van het rotatieorgaan 126. waarbij de reactie van de respectieve veer 138 wordt overwonnen (slechts een van deze veren is getoond in fig. 2, om redenen van duidelijkheid). Het grijpen van het velmateriaal F en van de scheurstrip T die daarop wordt aangebracht op een bepaalde tijd, dat plaatsvindt tussen het 20 tegenblad 122 en het respectieve hamerblok 128. kan worden bereikt in de vorm van een veerkrachtig-geladen greep verzekerd door de mogelijkheid van het hamerblok 128 om veerkrachtig mee te geven.
Onderkend zal worden dat de geometrie van het orgaan 124 (zes spaken met een hoekafstand van 60° rond de rotatieas van het orgaan 25 124) zodanig is, aangezien het gebied waarin het snijden van de scheurstrips T plaatsvindt en het gebied waarin deze worden aangebracht op het velmateriaal F op een hoekafstand van elkaar liggen (weer met verwijzing naar de horizontale rotatieas van het orgaan 124) op 90°. dat wanneer een tegenblad 122 wordt ontmoet - in het eerste 30 gebied - bij het snijden van het scheurstrip T. geen ander tegenblad 122 (in het bijzonder die welke onmiddellijk stroomafwaarts ligt in de richting van de beweging van het orgaan 124) wordt ontmoet - in het tweede gebied - in het overbrengen van een respectieve scheurstrip naar het velmateriaal F. Omgekeerd, terwijl het laatste tegenblad de 35 respectieve scheurstrip T overbrengt naar het velmateriaal F - in het tweede gebied, wordt geen ander tegenblad (in het bijzonder die welke onmiddellijk stroomopwaarts ligt in de richting van de rotatie van het orgaan 124) ontmoet bij het snijden van een nieuwe scheurstrip T - in 1007204 14 het eerste gebied. Deze geometrie maakt daarom elke wijziging van de mate van rotatie van het orgaan 124 mogelijk om de hiervoor genoemde verandering van de snelheid te bereiken teneinde in staat te zijn de tangentiële snelheid van elk tegenblad 122 lokaal te optimaliseren . 5 wanneer deze wordt ontmoet bij het snijden van een nieuwe scheurstrip T en wanneer deze wordt ontmoet bij het overbrengen van een scheurstrip T naar het velmateriaal F.
Verwijzingscijfers 140 tot 144 geven - met opzet symbolisch - de regelfuncties weer van de verschillende beweegbare organen omvat in 10 en/of behorend bij de inrichting 10, dat wil zeggen: de rollen 100, 102 - of. in het algemeen, de rollen 16 voor het aandrijven van het velwikkelmateriaal F (lijn 140), de eenheid 106 voor het in stappen wegnemen van het velmateriaal B waarvan de scheurstrips T worden gevormd (lijn 141), 15 - de rotatiesnijder 118 (lijn 142), het rotatieorgaan 124 (lijn 143), en het verdere rotatieorgaan 126 (lijn 144).
De hiervoor genoemde regelfuncties kunnen worden geïmplementeerd (volgens geheel bekende criteria) teneinde onafhankelijk en gecoördi-20 neerde regeling van de beweging van alle betrokken organen te bereiken. Dit kan plaatsvinden, bijvoorbeeld onder toezicht van een algemene regel eenheid 145 die bijvoorbeeld wordt gevormd door een elektronische processor of door een zogenaamde PLC.
Benadrukt wordt dat de weergave die hier is gegeven puur symbo-25 lisch is aangezien een of meer van de aandrijffuncties in kwestie kunnen worden geïmplementeerd in een geïntegreerde en verbonden manier voor verschillende functies meer dan met het gebruik van onafhankelijke motoren die elk een respectief regelsignaal uit de eenheid 145 ontvangen. De aandrijffunctie voor het afwikkelen van de strook B 30 (eenheid 106) bijvoorbeeld, voor de rotatiesni jder 118, en voor de aanbrengeenheid (orgaan 124 en/of 128) kunnen worden uitgevoerd door een enkelvoudige aandrijfeenheid. waarbij de verschillende betrokken elementen verbonden zijn door middel van mechanische overbrengingen.
Wat betreft het kiezen van de motoren voor het aandrijven van de 35 verschillende getoonde organen, heeft op dit moment het gebruik van borstel loze motoren de voorkeur die uitstekende momentkarakteristieken combineren met de mogelijkheid om te worden onderworpen aan zeer precieze regeling.
1007204 15
De beschreven oplossing kan met voordeel op verschillende manieren worden ontwikkeld.
Naast elk hamerblok 128 kan bijvoorbeeld een paar radiale bladen 150 aanwezig zijn die zich slechts aan een einde uitstrekken (axiaal) . 5 van het rotatieorgaan 126. De functie van deze bladen is om een of twee snedes te vormen aan tegenoverliggende zijden van de scheurstrip T in het gebied van een van de zijranden van de strook velmateriaal F, waarbij de snede of de snedes twee inkepingen vormen geplaatst naast het vrije einde van de scheurstrip T in het in de machine P gevormde 10 pakket teneinde het grijpen van het vrije einde te vergemakkelijken om een werkkracht uit te oefenen op de scheurstrip.
De tegenbladen 122 zijn bij voorkeur maar niet noodzakelijk geplaatst op het orgaan 124 teneinde ten minste gedeeltelijk naar keuze verwijderbaar te zijn zoals schematisch aangegeven door de aanwezig-15 heid van klemorganen zoals, bijvoorbeeld, schroeven 152 (slechts een van deze is getoond in fig. 2). De keuze van deze constructie maakt het mogelijk dat het rotatieorgaan 124 wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld, door het verwijderen van een per twee van de tegenbladen 122 in een afwisselende reeks, waarbij slechts drie tegenbladen 122 achter worden 20 gelaten met een hoekafstand van 120° op het orgaan 124. Het is dus mogelijk om scheurstrips T verder van elkaar (bijvoorbeeld, twee keer zo ver) aan te brengen dan wanneer deze worden aangebracht met het gebruik van zes tegenbladen 122, terwijl de bedrijfscriteria van de inrichting in hoofdzaak onveranderd blijven. Dit wordt bereikt zonder 25 de noodzaak van aanzienlijke verandering van de bedrijfssnelheden en in het bijzonder van de mate van rotatie van de verschillende beweegbare betrokken organen.
De werking van de inrichting 10 kan gemakkelijk dienstbaar worden gemaakt aan een ruimtelijk synchronisatiegegeven dat overeenkomt met 30 de aanwezigheid, op het velmateriaal F. van letters of bedrukte materie van een of ander type die precies elk pakket weergeeft dat gevormd moet worden in de machine P. Het is dus mogelijk om elke scheurstrip T precies te lokaliseren in een precies bepaalde positie ten opzichte van elk pakket of wikkel, bijvoorbeeld, dicht bij een van de einden 35 daarvan.
Terwijl het principe van de uitvinding hetzelfde blijft, kunnen natuurlijk de constructiedetails en de vormen van de uitvoering breed worden gevarieerd ten opzichte van diegene die beschreven zijn en 1007204 16 weergegeven zijn, zonder daarbij de reikwijdte van de onderhavige uitvinding te verlaten. Dit betreft in het bijzonder maar niet alleen de volgende elementen/kenmerken: het aanbrengen van de scheurstrips T aan het velmateriaal F, dat . 5 ook kan worden uitgevoerd door andere middelen, bijvoorbeeld, door ultrasoon lassen, de constructie van de rotatieorganen zoals, bijvoorbeeld, de organen 124 en 126, die verplaatst zouden kunnen worden, bijvoorbeeld, door beweegbare band- of riemelementen, en 10 - de snijeenheid 116 die, terwijl de basiskenmerken zoals een dyna misch snijelement hetzelfde blijven, zouden gevormd kunnen worden met verschillende technologie, mogelijk zonder contact, (bijvoorbeeld. met het gebruik van laserstraalsnijden), 1007204

Claims (24)

1. Inrichting voor het aanbrengen, van scheurstrips op een strook vel wikkel materiaal dat beweegt met een bepaalde snelheid, waarbij die scheurstrips gericht zijn dwars op de voortgangsrichting van de . 5 strook, waarbij de inrichting omvat: geleidingsmiddelen die een voortgangsbaan begrenzen van de strook door de inrichting, toevoermiddelen voor het in gebruik toevoeren, van een verder velmateriaal voor het vormen van de scheurstrips, 10. snijmiddelen voor het snijden van het verdere velmateriaal tenein de de scheurstrips te vormen, een beweegbaar overbrengorgaan dat werkt tussen een eerste gebied dat gericht is naar de snijmiddelen en een tweede gebied dat gericht is naar de voortgangsbaan die begrensd wordt door de gelei -15 dingsmiddelen, waarbij het beweegbare orgaan in het gebruik werkt op de scheurstrips om deze op te pakken van de snijmiddelen in het eerste gebied en deze dan aan te brengen op de strook velwikkelma-teriaal in het tweede gebied, met het kenmerk, dat: de snijmiddelen snijelementen omvatten die het verdere velmate-20 riaal (B) kunnen snijden die de scheurstrips (T) vormen als gevolg van een beweging in de richting waarin het verdere velmateriaal (B) wordt toegevoerd door de toevoermiddelen (104, 106). het beweegbare orgaan (124) een veelheid van elementen (122) omvat voor het vasthouden van de scheurstrips (T), waarbij de vasthoude-25 lementen (122) continu beweegbaar zijn en in staat zijn om, ten minste in het tweede gebied, een voortgangssnelheid aan te nemen die in hoofdzaak gelijk is aan de bepaalde snelheid van de strook van wikkelmateriaal (F), en de elementen (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) 30 geplaatst zijn op het beweegbare orgaan (124) op een zodanige wijze dat, wanneer een van de vasthoudelementen (122) in een van de eerste en tweede gebieden is, geen ander vasthoudelement (122) aanwezig is in het andere van de eerste en tweede gebieden.
2. Inrichting volgens conclusie 1. met het kenmerk, dat de toe-35 voermiddelen (104. 106) ten minste een door een motor aangedreven beweegbaar orgaan (108, 110) omvatten dat in het gebruik werkt op het verdere velmateriaal (B) en in stappen kan worden voortbewogen, waarbij de grootte van elke stap de breedte van de scheurstrips (T) be- 1007204 paalt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2. met het kenmerk, dat de toevoermiddelen (104. 106) samengaan met een geleidingselement (114) voor het overbrengen van een voortgangsbaan op het verdere velmate- 5 riaal (B) gericht naar de snijmiddelen (116).
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat de snijmiddelen (116) een rotatiesnijder (118) omvatten die ten minste een rotatieblad (120) heeft die een omloopbeweging kan uitvoeren met een gedeelte dat zich uitstrekt door het eerste gebied 10 in de buurt van de toevoermiddel en (104, 106). waarbij het rotatieblad (120) beweegt in dit eerste gebied, in de richting waarin het verdere vel materiaal (B) wordt toegevoerd door de toevoermiddelen (104, 106).
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat ten minste een tegenblad (122) samengaat met het rotatieblad (118) en, ten minste 15 in het eerste gebied, beweegt in dezelfde richting als het rotatieblad (120) op een verschillende snelheid dan die van het rotatieblad (120), waarbij het verschil tussen de snelheden van het rotatieblad (120) en van ten minste een tegenblad (122) een snijden teweegbrengt van het verdere velmateriaal (B) en bijgevolg vorming van de scheurstrips (T).
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat ten minste een tegenblad (122) wordt gedragen door het beweegbare orgaan (124).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het een veelheid van die tegenbladen (122) omvat, gevormd door de elementen voor het vasthouden van de scheurstrips (T) voorzien op het beweegbare 25 orgaan (124).
8. Inrichting volgens conclusie 1 of 7, met het kenmerk, dat het beweegbare orgaan (124) een in hoofdzaak carrousel achtige constructie heeft die roteerbaar is om een respectieve rotatieas met een veelheid van spaken die elk, aan het vrije einde daarvan, een van de elementen 30 (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) dragen.
9. Inrichting volgens conclusie 1 of 8. met het kenmerk, dat de elementen (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) uniform verdeeld zijn op het beweegbare orgaan (124).
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het 35 kenmerk. dat de elementen (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) bijbehorende vasthoudmiddelen (130) voor het grijpen en vasthouden van de scheurstrips (T) dragen op het beweegbare orgaan (124) totdat de scheurstrips (T) zijn overgebracht op de strook van 3 07204 het wikkelmateriaal (F).
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de vast-houdmiddelen zuigmiddelen (130) omvatten zodat de scheurstrips (T) worden vastgehouden op de elementen (122) voor het vasthouden van de . 5 scheurstrips (T) dankzij een drukgradiënt.
12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk. dat verwarmingsmiddelen (132) behoren bij de elementen (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) en kunnen worden geactiveerd om een overbrengen van warmte teweeg te brengen naar de scheur- 10 strips (T), ten minste in het tweede gebied.
13. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste enige van de elementen (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) worden geplaatst op het beweegbare orgaan (124) teneinde naar keuze verwijderbaar te zijn. zodat de afstand die 15 naast elkaar gelegen vasthoudelementen (122) scheidt naar keuze variabel is als gevolg van het naar keuze verwijderen van ten minste enige van de vasthoudelementen (122) van het beweegbare orgaan (124).
14. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de elementen (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) geplaatst 20 zijn op het beweegbare orgaan (124) met een eerste hoekafstand ten opzichte van de rotatieas van het beweegbare orgaan (124) en dat het eerste en tweede gebied geplaatst zijn met een tweede hoekafstand. verschillend van de eerste bepaalde hoekafstand. ten opzichte van die as.
15. Inrichting volgens conclusie 14. met het kenmerk, dat de twee de hoekafstand in de orde ligt van ongeveer 90°.
16. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vasthoudelementen (122) geplaatst zijn op het beweegbare orgaan (124) met een hoekafstand van ongeveer 60°.
17. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ook, op de tegenoverliggende zijde van de voortgangs-baan begrensd door de geleidingsmiddelen (100. 102) naar het beweegbare orgaan (124), een verder beweegbare orgaan (126) omvat voorzien van ten minste een hamerblok (128) dat kan samenwerken met de elementen 35 (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) in het tweede gebied teneinde een grijpwerking op de scheurstrips (T) uit te oefenen en op de strook van wikkelmateriaal (F) waarop de scheurstrips (T) worden aangebracht. 1UU7204
18. Inrichting volgens conclusie 17. met het kenmerk, dat het verdere beweegbare orgaan (126) een veelheid van die hamerblokken (128) omvat.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het • 5 beweegbare orgaan (126) een aantal van de hamerblokken (128) omvat die verschillen van het aantal elementen (122) voor het vasthouden van de scheurstrips (T) aanwezig op het beweegbare orgaan (124).
20. Inrichting volgens conclusie 8 en 17, met het kenmerk, dat het verdere beweegbare orgaan (126) ook een carrousel achtige constructie 10 heeft.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk. dat het verdere beweegbare orgaan (126) een diameter heeft die verschilt van de diameter van het beweegbare orgaan (124).
22. Inrichting volgens een van de conclusies 17 tot 21, met het 15 kenmerk, dat ten minste een hamerblok (128) geplaatst is op het verdere beweegbare orgaan (126) op een veerkrachtige meegevende manier (138a) zodat de grijpwerking op de scheurstrips (T) en op de strook wikkelmateriaal (F) wordt uitgeoefend als gevolg van een veerkrachtige druk.
23. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 15 tot 20. met het kenmerk. dat respectieve verwarmingsmiddelen (134) samengaan met ten minste een hamerblok (128) voor het teweegbrengen van een overdracht van warmte naar de strook wikkelmateriaal (F), ten minste in het tweede gebied.
24. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 17 tot 23, met het kenmerk. dat verdere snijmiddelen (150) samengaan met ten minste een hamerblok (128) voor het naar keuze snijden van de strook wikkelmateriaal (F) in het gebied van een van de randen in langsrich-ting daarvan naast de scheurstrips (T) aangebracht op de strook. 3Q *★★****;★ i u 72 0 4
NL1007204A 1996-10-03 1997-10-03 Inrichting voor het aanbrengen van scheurstrips. NL1007204C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IT96TO000806A IT1288722B1 (it) 1996-10-03 1996-10-03 Dispositivo per applicare bande di strappo
ITTO960806 1996-10-03

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1007204A1 NL1007204A1 (nl) 1998-04-06
NL1007204C2 true NL1007204C2 (nl) 1998-06-03

Family

ID=11414931

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007204A NL1007204C2 (nl) 1996-10-03 1997-10-03 Inrichting voor het aanbrengen van scheurstrips.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US5804031A (nl)
DE (1) DE19740831A1 (nl)
ES (1) ES2156043B1 (nl)
FR (1) FR2754240A1 (nl)
GB (1) GB2317849A (nl)
IT (1) IT1288722B1 (nl)
NL (1) NL1007204C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE314908T1 (de) * 2001-02-09 2006-02-15 Cavanna Spa Vorrichtung und verfahren zum schneiden von folien, insbesondere für automatische verpackungsanlagen
DE102016004016B4 (de) 2015-04-09 2022-06-23 G.D S.P.A. Vorrichtung und Verfahren zum Aufbringen vorgummierter Aufreissbändchen auf eine Hüllmaterialbahn
CN108000937A (zh) * 2017-11-07 2018-05-08 芜湖润林包装材料有限公司 便携式蜂窝板包装箱毛坯板软化机
DE102022113839A1 (de) * 2022-06-01 2023-12-07 Focke & Co. (Gmbh & Co. Kg) Verfahren und Vorrichtung zum Anbringen von Aufreißstreifen an einer fortlaufenden Materialbahn

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1011722A (en) * 1961-06-14 1965-12-01 Molins Organisation Ltd Improvements in or relating to the feeding of webs of material
US3298891A (en) * 1963-06-04 1967-01-17 Beck Mach Corp Charles Mechanism for applying tear strips to wrapper-forming material
IT1041468B (it) * 1975-08-08 1980-01-10 Ferrero & C Spa P Dispositivo per l applicazione di bande di strappo ad un nastro di materiale plastico destinato alla formazione di involucri di confezionamento individuale di prodotti particolarmente prodotti dolciari
US4045275A (en) * 1975-09-04 1977-08-30 Stohlquist Roger H Machine for applying tapes to moving product
DE2721333C2 (de) * 1977-05-12 1986-06-12 Altstädter Verpackungsvertriebs Gesellschaft mbH, 6102 Pfungstadt Vorrichtung zum Aufbringen von Überzugsstreifen auf eine Bahn von Behälterzuschnitten
DE2930231A1 (de) * 1979-07-25 1981-02-12 Ferrero Ohg Vorrichtung zum anbringen von aufreissstreifen an verpackungsfolien
IT1154909B (it) * 1980-12-10 1987-01-21 Conti P Legatrice rotante a punti di nastro collato per moduli continui di tabulatrici
DE3444331A1 (de) * 1984-12-05 1986-06-05 Winkler & Dünnebier, Maschinenfabrik und Eisengießerei GmbH & Co KG, 5450 Neuwied Verfahren und vorrichtung zum aufbringen elastischer baender auf eine werkstoffbahn
JPH0613341B2 (ja) * 1986-08-07 1994-02-23 呉羽化学工業株式会社 包装用フィルムの製造方法
US5200020A (en) * 1992-02-18 1993-04-06 Philip Morris Incorporated Apparatus and method for laminating patches of a first web material onto a second web material

Also Published As

Publication number Publication date
FR2754240A1 (fr) 1998-04-10
ES2156043A1 (es) 2001-06-01
GB2317849A (en) 1998-04-08
NL1007204A1 (nl) 1998-04-06
ITTO960806A1 (it) 1998-04-03
US5804031A (en) 1998-09-08
IT1288722B1 (it) 1998-09-24
ES2156043B1 (es) 2002-02-01
GB9719608D0 (en) 1997-11-19
DE19740831A1 (de) 1998-04-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3659394A (en) Method of and machines for wrapping articles
US6050061A (en) Pouch carrying apparatus
CA2271141C (en) Roll-fed labelling apparatus
US4035984A (en) Wrapping method and apparatus
EP1809536B1 (en) Packaging method and apparatus
EP3526123B1 (en) Perfected machine and method for packaging in extensible film products fed in groups or individually
EP0198495A2 (en) Web winding machine and method
US5458033A (en) Trim eliminator for log saw
DK141359B (da) Fremgangsmåde til emballering af grupper af genstande samt maskine til udøvelse af fremgangsmåden.
AU2007262577B2 (en) Device for machining continuously successively transported, flat objects or an almost endless web of material
EP0795472B1 (en) Product wrapping method
US5564252A (en) Dual web intermittent motion packaging machine
NL1007204C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van scheurstrips.
US4716707A (en) Apparatus for shrink-wrapping articles with handles
US5967011A (en) Device for removal of slips from a continuously transported slip web
EP0375196B1 (en) Method and apparatus for the sequential handling of flexible products
US4959044A (en) Film tension compensation device for bag making machine
JPH06199306A (ja) ストリップ状物品を供給し、包装しかつグル−プ分けする方法および装置
US5590511A (en) Automatic cutter adjustment
US5062825A (en) Apparatus and method for the production of flexible products
US4911423A (en) Apparatus for multiple lane stacking of flexible products
EP0043171B1 (en) Apparatus for packing articles fed in a continuous flow
US7966788B2 (en) Method and device for packaging product portions in a wrapper
US5108085A (en) Apparatus and method for the production of flexible products
US4902374A (en) Bag making machine

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020501