NL1007080C2 - Suspension system for a bicycle frame - Google Patents

Suspension system for a bicycle frame Download PDF

Info

Publication number
NL1007080C2
NL1007080C2 NL1007080A NL1007080A NL1007080C2 NL 1007080 C2 NL1007080 C2 NL 1007080C2 NL 1007080 A NL1007080 A NL 1007080A NL 1007080 A NL1007080 A NL 1007080A NL 1007080 C2 NL1007080 C2 NL 1007080C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
frame
cable
rear fork
bottom bracket
Prior art date
Application number
NL1007080A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Hendrik Marius Ir Bremmer
Original Assignee
Bremmer H M Ir
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bremmer H M Ir filed Critical Bremmer H M Ir
Priority to NL1007080A priority Critical patent/NL1007080C2/en
Priority to NL1008338A priority patent/NL1008338C1/en
Priority to EP98943115A priority patent/EP1015302A1/en
Priority to AU90978/98A priority patent/AU9097898A/en
Priority to PCT/NL1998/000532 priority patent/WO1999015396A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1007080C2 publication Critical patent/NL1007080C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K25/00Axle suspensions
    • B62K25/04Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork
    • B62K25/28Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with pivoted chain-stay
    • B62K25/30Axle suspensions for mounting axles resiliently on cycle frame or fork with pivoted chain-stay pivoted on pedal crank shelf

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Axle Suspensions And Sidecars For Cycles (AREA)

Abstract

The suspension system comprises a cable which at one end is attached to the chain stays (2) and of which another end is fixed with respect to the basic frame (1) , or the other end may be attached to the down tube (5) or the head tube (3). The other end of the cable may protrude into the head tube in which case it would be provided with a bead which fixes the cable in the head tube.

Description

- 1 - PN 9286 VEREND RIJWIELFRAME 5- 1 - PN 9286 SPRING CYCLE FRAME 5

De uitvinding heeft betrekking op een rij-wielframe, dat een basisframe en een daarmee draaibaar verbonden achtervork omvat, waarin het basisframe een onderste framebuis, en een door de framebuis onderling 10 verbonden balhoofdbuis en zadelbuis omvat en waarin ter plaatse van een verbinding van de framebuis met de zadelbuis een trapashuis aanwezig is.The invention relates to a bicycle wheel frame, which comprises a base frame and a rear fork which is rotatably connected thereto, wherein the base frame comprises a lower frame tube, and a head tube and saddle tube interconnected by the frame tube and in which at the location of a connection of the frame tube a bottom bracket is present with the seat tube.

Rijwielen bestaan gewoonlijk uit een frame, opgebouwd uit buizen, waarbij aan de voorzijde een 15 balhoofdbuis aanwezig is, waarin aan de onderzijde een voorvork draaibaar is opgenomen, in welke vork een voorwiel draaibaar en zwenkbaar is gemonteerd. Aan de bovenzijde van de balhoofdbuis is een stuur opgenomen waarmee de voorvork en daarmee het voorwiel kan worden 20 gedraaid zodat het rijwiel bestuurbaar is.Bicycles usually consist of a frame, made of tubes, with a head tube at the front, in which a front fork is rotatably accommodated at the bottom, in which fork a front wheel is rotatably and pivotally mounted. At the top of the head tube a handlebar is included with which the front fork and thus the front wheel can be rotated so that the bicycle is steerable.

De balhoofdbuis is door een of meer framebuizen verbonden met een zadelbuis, waarop aan de bovenzijde een zadel is gemonteerd. Aan het ondereinde eindigt de zadelbuis op een als regel cilindrisch trapashuis, 25 waarin een trapas draaibaar is opgenomen. Aan het trapashuis is tevens een uiteinde van een achtervork verbonden, waarin aan het andere einde een achterwiel draaibaar is opgenomen. Op de trapas is een tandwiel gemonteerd waarover een ketting loopt naar een op de as 30 van het achterwiel gemonteerd tandwiel. Aan de uiteinden van de trapas zijn loodrecht daarop twee cranks aangebracht en aan het einde van elk van de cranks loodrecht daarop een ten opzichte van de cranks draaibaar pedaal. Door het trappen op de pedalen door 35 een op het zadel zittende berijder wordt de trapas in een ronddraaiende beweging gebracht, welke door de ketting wordt overgebracht op het achterwiel, waarmee de berijder het rijwiel aandrijft.The head tube is connected by one or more frame tubes to a saddle tube, on which a saddle is mounted on the top. At the bottom end the saddle tube ends on a generally cylindrical bottom bracket housing, in which a bottom bracket is rotatably received. An end of a rear fork is also connected to the bottom bracket housing, in which at the other end a rear wheel can be rotated. A sprocket is mounted on the crankshaft over which a chain runs to a sprocket mounted on the axle 30 of the rear wheel. Two cranks are arranged perpendicularly to the ends of the crankshaft and a pedal rotatable relative to the cranks at the end of each of the cranks. By pedaling the pedals by a rider seated on the saddle, the crank axle is brought in a circular motion, which is transferred by the chain to the rear wheel, with which the rider drives the bicycle.

Door de starre verbinding van de achtervork 1007080 - 2 - met het frame worden op- en neergaande bewegingen van het achterwiel, wanneer dit bijvoorbeeld over oneffenheden in de rijweg rolt, als schokken doorgegeven aan het zadel en daarmee aan de berijder.Due to the rigid connection of the rear fork 1007080 - 2 - to the frame, up and down movements of the rear wheel when it rolls over uneven road surfaces, for example, are transmitted as shocks to the saddle and thus to the rider.

5 Bekend zijn rijwielframes, waarvan de achtervork draaibaar is ten opzichte van het gedeelte van het frame waarop het zadel is bevestigd. Bij het passeren van oneffenheden in de rijweg worden de schokken die het achterwiel ondergaat, in tegenstelling 10 tot de situatie bij starre frames, niet rechtstreeks doorgegeven aan de op het zadel zittende berijder maar ten minste ten dele opgevangen door draaiing van de achtervork ten opzichte van het frame. Aldus wordt een groter rijcomfort verkregen. Als regel zijn ook 15 middelen voorzien die de draaibewegingen van de vork ten opzichte van het basisframe verend en dempend opvangen. De draaiconstructie dient aan hoge eisen van stabiliteit en sterkte te voldoen. In een groot aantal van de bekende constructies is de as waarom de 20 achtervork draait gelegen buiten de as van het trapashuis. Dit heeft als nadeel dat bij draaiing van de achtervork de afstand van de as van het trapashuis tot de as van het achterwiel varieert en dat de lengte van de aandrijfketting deze variaties moet kunnen vol-25 gen. Bij rijwielen, voorzien van een derailleursysteem zorgt de daarin opgenomen kettingspanner voor de vereiste verlenging en verkorting van de ketting. In systemen zonder derailleur kunnen dergelijke lengteverschillen niet zonder meer worden opgevangen.5 Bicycle frames are known, the rear fork of which is rotatable relative to the part of the frame on which the saddle is mounted. When passing bumps in the roadway, unlike the situation with rigid frames, the shocks that the rear wheel undergoes are not transmitted directly to the rider sitting on the saddle but are at least partially absorbed by rotation of the rear fork the frame. Greater driving comfort is thus obtained. As a rule, 15 means are also provided that absorb the rotational movements of the fork with respect to the base frame in a resilient and damping manner. The turning construction must meet high requirements of stability and strength. In many of the known constructions, the axle around which the rear fork rotates is located outside the axle of the bottom bracket shell. This has the drawback that when the rear fork is rotated the distance from the axle of the bottom bracket to the axle of the rear wheel varies and that the length of the drive chain must be able to follow these variations. For bicycles equipped with a derailleur system, the chain tensioner included therein provides the required lengthening and shortening of the chain. In lengths without a derailleur, such length differences cannot simply be compensated for.

30 Variaties in de afstand tussen de as van het trapashuis en de as van het achterwiel worden vermeden wanneer de achtervork draaibaar is om de as van het trapashuis. Ook rijwielen met een dergelijke constructie zijn bekend, in het bijzonder uit DE-35 44.27.409 Al. In dit frame bestaat de achtervork uit twee met elkaar verbonden helften die elk een uiteinde van het trapashuis omvatten. De vork is gelagerd draai- 1007080 - 3 - baar om de uiteinden van het trapashuis.30 Variations in the distance between the axle of the bottom bracket shell and the rear wheel axle are avoided when the rear fork is rotatable about the bottom bracket shell. Bicycles with such a construction are also known, in particular from DE-35 44.27.409 A1. In this frame, the chainstay consists of two interconnected halves, each of which includes one end of the bottom bracket shell. The fork is mounted rotatable 1007080 - 3 - around the ends of the bottom bracket shell.

Een nadeel van deze bekende constructie is dat de achtervork in zijn twee helften moet worden uiteen genomen wanneer reparaties of vervanging van 5 onderdelen moeten worden uitgevoerd en dat ook de verdere constructie en montage gecompliceerd zijn.A drawback of this known construction is that the rear fork has to be disassembled into its two halves when repairs or replacement of 5 parts are to be carried out and that the further construction and assembly are also complicated.

De uitvinding stelt zich ten doel een rijwielframe te verschaffen waarin de achtervork draaibaar is om de as van het trapashuis en eenvoudig 10 aan het basisframe kan worden aangebracht of daarvan afgenomen.The object of the invention is to provide a bicycle frame in which the rear fork is rotatable about the axis of the bottom bracket shell and can simply be mounted on or removed from the base frame.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het trapashuis voor ten minste een deel binnen de onderste framebuis verloopt en dat een uiteinde van 15 de achtervork wordt gevormd door een verbindingsgedeelte, dat voor een deel binnen de onderste framebuis is opgenomen en waarin in het deel dat in de onderste framebuis is opgenomen een uitsparing aanwezig is welke het deel van het 20 trapashuis dat binnen de onderste framebuis verloopt ten minste gedeeltelijk omgrijpt en daaromheen draaibaar is.This object is achieved according to the invention in that the bottom bracket casing runs at least partly within the lower frame tube and that one end of the rear fork is formed by a connecting part, which is partly included within the lower frame tube and in which the part which included in the lower frame tube is a recess which at least partially engages the part of the bottom bracket housing which extends within the lower frame tube and is rotatable around it.

De achtervork in het frame volgens de uitvinding kan eenvoudig worden aangebracht door het 25 verbindingsgedeelte in de onderste framebuis te brengen en de uitsparing in contact te brengen met het deel van het trapashuis dat binnen de onderste framebuis verloopt. Om onbedoeld losraken van de achtervork van het basisframe te voorkomen, is het van voordeel 30 wanneer na het aanbrengen van de achtervork op het buiten de onderste framebuis uitstekende gedeelte van het verbindingsgedeelte een voorziening wordt aangebracht, welke dit losraken verhindert. Een voorbeeld van een dergelijke voorziening is een lichaam 35 van metaal of een ander stevig materiaal dat op het buiten de framebuis uitstekende deel van het verbindingsgedeelte wordt bevestigd, bijvoorbeeld 1007080 - 4 - vastgeschroefd, om de hoek waarover de achtervork kan draaien te beperken. Dit lichaam is bij voorkeur zo gevormd dat het in gemonteerde toestand aansluit bij de omtrek van het trapashuis zodat dit huis door het li-5 chaam en het verbindingsgedeelte te zamen voor meer dan 50% en met meer voorkeur voor meer dan 60% en zelfs meer dan 70% van de omtrek wordt omvat.The rear fork in the frame according to the invention can be easily fitted by inserting the connecting part into the bottom frame tube and bringing the recess into contact with the part of the bottom bracket shell extending within the bottom frame tube. In order to prevent accidental detachment of the rear fork from the base frame, it is advantageous if, after the rear fork has been fitted, a provision is provided on the part of the connecting part protruding outside the lower frame tube, which prevents this detachment. An example of such a provision is a body 35 of metal or other sturdy material which is fixed to the part of the connecting part protruding outside the frame tube, for example screwed 1007080-4, to limit the angle over which the rear fork can rotate. This body is preferably formed so that, in the assembled state, it fits the circumference of the bottom bracket casing so that this casing together by the body and the connecting part is more than 50% and more preferably more than 60% and even more than 70% of the circumference is included.

Het trapashuis heeft de vorm van een cilinder en de uitsparing in het verbindingsgedeelte heeft 10 eveneens de vorm van een gedeelte van een cilinder. De stralen van de buitenomtrek van het trapashuis en de binnenomtrek van de uitsparing zijn gelijk of ten minste zodanig op elkaar aangepast dat de uitsparing in het verbindingsgedeelte met hooguit geringe speling om 15 het trapashuis kan draaien. De straal van de uitsparing kan bij voorbeeld zoveel groter worden gekozen dan die van het trapashuis dat tussen beide cilinder-oppervlakken een smerende laag of op een of beide van de oppervlakken een wrijvingverlagende coating kan 20 worden aangebracht. Desgewenst kunnen lagers, bijvoorbeeld glij- of kogellagers worden toegepast om de draaiing van de achtervork om het trapashuis met een zo gering mogelijke wrijving te laten verlopen.The crankshaft housing has the shape of a cylinder and the recess in the connecting part also has the shape of a part of a cylinder. The radii of the outer circumference of the bottom bracket shell and the inner circumference of the recess are equal or at least matched so that the recess in the connecting portion can rotate about the bottom bracket shell with at most little clearance. For example, the radius of the recess can be chosen to be so much larger than that of the bottom bracket shell that a lubricating layer or a friction-reducing coating can be applied between the two cylinder surfaces or one or both of the surfaces. If desired, bearings, for example plain bearings or ball bearings, can be used to ensure that the rear fork rotates around the bottom bracket shell with the least possible friction.

Een aanvullend voordeel van het rijwielframe 25 volgens de uitvinding is gelegen in het grote contactoppervlak tussen uitsparing en trapashuis, hetgeen een zeer stabiele en in het bijzonder tegen bewegingen dwars op de draaiingsas gewaarborgde constructie met zich brengt. Tevens is door het grote 30 contactoppervlak de belasting per oppervlakte-eenheid van de draaiverbinding laag, zodat de constructie kan functioneren zonder dat aanvullende lagering nodig is.An additional advantage of the bicycle frame 25 according to the invention lies in the large contact surface between the recess and the bottom bracket housing, which entails a very stable and, in particular, construction secured against movements transverse to the axis of rotation. Also, due to the large contact area, the load per unit area of the rotary joint is low, so that the construction can function without the need for additional bearings.

Het basisframe en de achtervork kunnen worden vervaardigd uit de voor rijwielen gebruikelijk 35 toegepaste metalen, bijvoorbeeld staal, aluminium of titanium, maar deze kunnen ook geheel of gedeeltelijk uit kunststoffen bestaan, bijvoorbeeld vezelversterkte 1007080 - 5 - kunststoffen of andere composietmaterialen.The base frame and the rear fork can be made from the metals commonly used for bicycles, for example steel, aluminum or titanium, but they can also consist wholly or partly of plastics, for example fiber-reinforced 1007080-5 plastics or other composite materials.

In vering en demping van de bewegingen van de achtervork ten opzichte van het basisframe kan worden voorzien met behulp van op zich bekende constructies, 5 bijvoorbeeld constructies waarbij veer- en dempingsmiddelen worden aangebracht tussen de achtervork en de zadelbuis, tussen de as van het achterwiel en de zadelbuis en tussen de as van het achterwiel en een framebuis. Dergelijke constructies zijn op zich 10 bekend, bijvoorbeeld uit DE-A-4427409, FR-A-2683785 en US-A-5.269.552.Suspension and damping of the movements of the rear fork with respect to the base frame can be provided using constructions known per se, for example constructions in which spring and damping means are arranged between the rear fork and the seat tube, between the axle of the rear wheel and the seat tube and between the axle of the rear wheel and a frame tube. Such constructions are known per se, for example from DE-A-4427409, FR-A-2683785 and US-A-5,269,552.

De voorkeur geniet een veersysteem dat een kabel omvat, die door de onderste framebuis loopt en welke aan een uiteinde is bevestigd aan het 15 verbindingsgedeelte van de achtervork en waarvan een ander uiteinde ten opzichte van het basisframe is gefixeerd ter hoogte van de verbinding van de framebuis met de balhoofdbuis en dat voorts in de framebuis aanwezige veermiddelen omvat waarmee de kabel in 20 contact is en welke veermiddelen worden aangesproken door de kabel wanneer de achtervork draait om het trapashuis.Preference is given to a suspension system comprising a cable which runs through the lower frame tube and which is attached at one end to the connecting part of the rear fork and another end of which is fixed relative to the base frame at the connection of the frame tube. with the head tube and further comprising spring means present in the frame tube with which the cable is in contact and which spring means are engaged by the cable when the rear fork rotates about the bottom bracket shell.

Deze constructie heeft als voordeel dat het veersysteem geheel is opgenomen binnen de 25 frameconstructie en beschermd is tegen vervuiling en beschadiging hetgeen de betrouwbaarheid en levensduur ten goede komt.This construction has the advantage that the spring system is entirely included within the frame construction and is protected against contamination and damage, which improves the reliability and service life.

De kabel is bijvoorbeeld een staal- of kunststofkabel met de vereiste sterkte. De kabel is aan 30 een uiteinde bevestigd aan het verbindingsgedeelte, bij voorbeeld vastgeklemd tegen de onderzijde daarvan, bijvoorbeeld door middel van een op deze onderzijde geschroefd metalen plaatje. Voorts kan elke op zich bekende constructie voor het fixeren van een kabel of 35 kabeluiteinde worden toegepast.The cable is, for example, a steel or plastic cable with the required strength. The cable is attached at one end to the connecting part, for instance clamped against the underside thereof, for instance by means of a metal plate screwed onto this underside. Furthermore, any construction known per se for fixing a cable or cable end can be used.

Het andere uiteinde van de kabel is gefixeerd ter hoogte van de verbinding van de framebuis met de 1Oü /080 - 6 - balhoofdbuis, bijvoorbeeld door de kabel daar door een gat in de framebuis naar buiten te laten steken en het uiteinde te voorzien van een kraal die terugschieten door het gat terug de buis in verhindert. Bij voorkeur 5 steekt het andere uiteinde van de kabel uit in de balhoofdbuis door een gat in de wand daarvan en is dit uiteinde voorzien van een kraal die de kabel fixeert in de balhoofdbuis en aldus terugschieten de framebuis in verhindert. Door het kiezen van een geschikte plaats 10 van het gat in de balhoofdbuis kan men in samenhang met de plaats waar het andere uiteinde van de kabel aan de achtervork is gefixeerd het pad van de kortste weg van de kabel door de buis kiezen. Dit is belangrijk bij toepassing van een voorkeursuitvoering van het verdere 15 veersysteem zoals hierna duidelijk zal worden uit de beschrijving daarvan. Ook kan de kabel vanaf het verbindingsgedeelte van de achtervork door de onderste framebuis worden geleid, door een opening daarin in de nabijheid van de balhoofdbuis naar buiten worden 20 geleid, buitenom de balhoofdbuis heen teruggeslagen en door een tweede opening in de framebuis weer terug deze buis ingeleid en zo verder door de framebuis terug naar de achtervork. Beide uiteinden van de kabel worden dan aan de achtervork gefixeerd. Het fixeren van de kabel 25 met een kraal, wat een verbinding oplevert die in het algemeen zwakker is dan de kabel zelf, wordt zo vermeden. Bovendien kan de kabel in dit geval minder sterk en minder zwaar en dik worden uitgevoerd. De vereiste sterkte van de kabel is door de vakman 30 eenvoudig te bepalen gegeven de dimensies van het frame en de belasting waartegen het rijwiel bestand moet zijn.The other end of the cable is fixed at the connection of the frame tube with the 1Oü / 080 - 6 - head tube, for example by passing the cable there through a hole in the frame tube and providing the end with a bead which prevents backfire through the hole back into the tube. Preferably, the other end of the cable protrudes into the head tube through a hole in its wall and this end is provided with a bead which fixes the cable in the head tube and thus prevents backsliding into the frame tube. By choosing a suitable location of the hole in the head tube, in connection with the place where the other end of the cable is fixed to the rear fork, the path of the shortest path of the cable through the tube can be chosen. This is important when using a preferred embodiment of the further spring system, as will be apparent from the description thereof hereinafter. The cable can also be led from the connecting part of the rear fork through the lower frame tube, passed out through an opening therein in the vicinity of the head tube, folded back outside the head tube and back through this tube through a second opening in the frame tube. introduced and so on through the frame tube back to the rear fork. Both ends of the cable are then fixed to the rear fork. Fixing the cable 25 with a bead, which yields a joint which is generally weaker than the cable itself, is thus avoided. In addition, the cable in this case can be made less strong and less heavy and thick. The required strength of the cable is easy to determine by the person skilled in the art, given the dimensions of the frame and the load with which the bicycle must be able to withstand.

Door een kabel met een toelaatbare rek van circa 2% toe te passen kan de kabel zelf als 35 veerelement dienen. Bij voorkeur heeft de kabel echter minder dan 2% rek en wordt een apart veersysteem toegepast. Dit veersysteem omvat dan als onderdeel van 1007080 - 7 - de veermiddelen bijvoorbeeld een in de onderste framebuis bevestigd blok van veerkrachtig materiaal dat door de kabel wordt ingedrukt, wanneer de achtervork draait ten opzichte van het basisframe. Een voorbeeld 5 van dergelijke veermiddelen omvat een door een opening in de wand van de onderste framebuis in deze buis naar binnen gestoken blok van veerkrachtig materiaal opgenomen in een metalen houder, waarboven aan de naar het inwendige van de buis gekeerde gedeelte een topdeel 10 ten minste gedeeltelijk in de houder is opgenomen en over welk topdeel de kabel loopt. Bij voorkeur is het topdeel voorzien van een groef waardoor de kabel kan lopen. Het topdeel steekt bij voorkeur uit voorbij de hartlijn van de framebuis, zodat de kabel niet volgens 15 de kortste weg van het ene fixatiepunt naar het andere door de buis loopt maar met een geknikte en dus langere weg. De mate waarin de aanwezigheid van de knik de weglengte van de kabel door de buis verlengt ten opzichte van de kortste, rechte weg hangt af van de 2 0 hoogte waarover het topdeel uitsteekt in de framebuis en van de plaats waar de kabel is gefixeerd bij het balhoofd en achtervork.By using a cable with an allowable elongation of approximately 2%, the cable itself can serve as a spring element. Preferably, however, the cable has less than 2% elongation and a separate spring system is used. This spring system then comprises, as part of 1007080-7, the spring means, for example, a block of resilient material mounted in the lower frame tube and compressed by the cable when the rear fork rotates relative to the base frame. An example 5 of such spring means comprises a block of resilient material inserted through an opening in the wall of the lower frame tube in this tube, received in a metal holder, above which at the top a part 10 facing the interior of the tube, at least is partly received in the holder and over which top part the cable runs. The top part is preferably provided with a groove through which the cable can run. The top part preferably protrudes beyond the center line of the frame tube, so that the cable does not run through the tube in the shortest way from one fixation point to another but with a kinked and thus longer path. The extent to which the presence of the kink extends the path length of the cable through the tube relative to the shortest straight path depends on the height at which the top part protrudes into the frame tube and on where the cable is fixed at the headset and rear fork.

Indien nu de achtervork omhoog wordt gedrukt doordat het achterwiel over een oneffenheid rijdt, 25 wordt aan het uiteinde van de kabel dat aan de achtervork is bevestigd getrokken. Omdat de kabel aan beide uiteinden is gefixeerd, is de enige mogelijkheid, buiten rekken van de kabel, om de kabel effectief te verlengen dat deze zich strekt, dat wil zeggen dat de 30 knik in de kabel minder scherp wordt. Dit wordt bereikt doordat de kabel verloopt over het topdeel, bij voorkeur door een groef daarin en via krachtwerking op dit topdeel het elastisch materiaal indrukt. Aldus wordt de draaiing van de achtervork met een kleine 35 krachtoverbrengingsverhouding nagenoeg loodrecht overgebracht op het elastische materiaal en wordt een veerwerking teweeggebracht omdat het elastisch 1 007080 - 8 - materiaal zich tegen de indrukking verzet. Dit veersysteem werkt progressief doordat de overbrengingsverhouding afneemt naarmate de knik in de kabel kleiner wordt omdat het verend element wordt 5 ingedrukt. Naarmate dit verder wordt ingedrukt is dan een steeds grotere trekkracht in de kabel nodig om het nog verder in te drukken.If the rear fork is now pushed up by the rear wheel driving over an uneven surface, the end of the cable which is attached to the rear fork pulls. Since the cable is fixed at both ends, the only possibility, beyond stretching the cable, is to effectively extend the cable to stretch, ie, the kink in the cable becomes less sharp. This is achieved in that the cable runs over the top part, preferably through a groove therein and compresses the elastic material via force on this top part. Thus, the rotation of the chainstay with a small force transmission ratio is transmitted substantially perpendicular to the elastic material and a spring action is brought about because the elastic material resists the compression. This spring system works progressively in that the gear ratio decreases as the kink in the cable decreases because the spring element is compressed. As this is pressed further, an increasingly greater pulling force in the cable is required to push it even further.

Geschikte elastische materialen voor toepassing als verend element in het hiervoor 10 beschreven veersysteem zijn bijvoorbeeld spiraalveren, schotelveen of blokken van rubberachtig materiaal.Suitable elastic materials for use as a resilient element in the spring system described above are, for example, spiral springs, disc peat or blocks of rubber-like material.

Door een geschikte keuze van het elastische materiaal kan de vering meer of minder stug worden uitgevoerd. Aanpassing is eenvoudig en vraagt enkel de vervanging 15 van de veer of het blokje rubberachtig materiaal door een met een ander veergedrag.The suspension can be made more or less rigid by a suitable choice of the elastic material. Adjustment is simple and only requires the replacement of the spring or the block of rubbery material with one with a different spring behavior.

Om te voorkomen dat een eenmaal door een draaiing van de achteras om het trapashuis in gang gezette veerbeweging blijft voortduren is het van 20 voordeel een dempingsconstructie in het rijwielframe op te nemen. Deze kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met de veerconstructie op een wijze die op zich bekend is uit de reeds genoemde octrooiaanvragen en octrooien.It is advantageous to include a damping construction in the bicycle frame to prevent a spring movement once initiated by a rotation of the rear axle around the bottom bracket housing from continuing. This can for instance be combined with the spring construction in a manner known per se from the aforementioned patent applications and patents.

Bij voorkeur bevindt zich een dempingssysteem 25 ten minste gedeeltelijk in de onderste framebuis nabij het trapashuis, dat wordt aangesproken door het verbindingsgedeelte van de achtervork.Preferably, a damping system 25 is located at least partially in the lower frame tube near the bottom bracket shell, which is engaged by the connecting part of the rear fork.

Deze constructie heeft als voordeel dat de bewegende delen van het dempingssysteem kunnen worden afgesloten 30 van de omgeving en aldus tegen beschadiging en vervuiling zijn beschermd. In een dergelijke constructie is het meest naar binnen in de onderste framebuis gelegen deel van het verbindingsgedeelte van de achtervork in contact met een in de onderste framebuis 35 uitstekend gedeelte van het dempingssysteem dat dan wordt aangesproken bij draaiing van de achtervork. Dempingsmiddelen, geschikt voor toepassing in een 1 007080 - 9 - dergelijk dempingssysteem zijn op zich bekend. Bij voorkeur wordt een constructie toegepast analoog aan die welke hiervoor is beschreven voor het veersysteem, in het bijzonder die waarin een blok van een, nu 5 schokabsorberend, materiaal wordt toegepast. Ook hier kan door geschikte keuze van het materiaal het dempingsgedrag worden aangepast aan de wensen van de berijder.This construction has the advantage that the moving parts of the damping system can be closed off from the environment and are thus protected against damage and contamination. In such a construction, the most inwardly located part of the rear fork connecting portion in the lower frame tube is in contact with a portion of the damping system projecting into the lower frame tube 35 which is then engaged upon rotation of the rear fork. Damping means suitable for use in such a damping system are known per se. Preferably, a construction is used analogous to that described above for the spring system, in particular that in which a block of a, now shock-absorbing, material is used. Here too, the damping behavior can be adapted to the wishes of the rider by suitable choice of material.

Een belangrijk voordeel van het rijwielframe 10 volgens de uitvinding is aldus dat door de keuze van de kabelrek en van de materialen in veer en demper het veergedrag kan worden aangepast aan de toestand van het wegdek en het gewicht en de wensen van de berijder en, zoals hierna nog duidelijk zal worden, in een 15 voorkeursuitvoeringsvorm ook nog door het aanpassen van de spanning waaronder het verend resp. dempend materiaal in het veer- resp. dempingssysteem wordt gebracht bij de montage daarvan. Aldus biedt het rijwielframe volgens de uitvinding tot nu toe 20 onbereikbare mogelijkheden om het rijgedrag van het rijwiel aan te passen aan de wensen van de gebruiker en de toestand van de weg waarover wordt gereden.An important advantage of the bicycle frame 10 according to the invention is thus that through the choice of the cable rack and the materials in the spring and damper the spring behavior can be adapted to the condition of the road surface and the weight and wishes of the rider and, such as hereafter it will become clear, in a preferred embodiment also by adjusting the tension under which the resilient resp. damping material in the spring resp. damping system is brought when mounting it. Thus, the bicycle frame according to the invention heretofore offers inaccessible possibilities for adapting the driving behavior of the bicycle to the wishes of the user and the condition of the road being driven.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de navolgende tekeningen.The invention will be elucidated on the basis of the following drawings.

25 Hierin is Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van een rijwielframe volgens de uitvinding; Fig. 2 een dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A in Fig. 1 van een veersysteem zoals aanwezig in het frame volgens Fig. 1; 30 Fig. 3 een dwarsdoorsnede volgens de lijn B-B in Fig. 1 van een dempingssysteem zoals aanwezig in het frame volgens Fig.l;Herein, FIG. 1 is a partially cut-away side view of a bicycle frame according to the invention; Fig. 2 is a cross-sectional view along line A-A in FIG. 1 of a spring system as present in the frame according to FIG. 1; FIG. 3 is a cross-sectional view along line B-B in FIG. 1 of a damping system as present in the frame according to Fig. 1;

Fig. 4 een achteraanzicht van het basisframe ter plaatse van het trapashuis; 35 Fig. 5 een zijaanzicht van een achtervork volgens de uitvinding;Fig. 4 a rear view of the base frame at the location of the bottom bracket shell; FIG. 5 is a side view of a rear fork according to the invention;

Fig. 6 een bovenaanzicht van een achtervork volgens de 1007080 - 10 - uitvinding; en Fig. 7 een onderaanzicht van een achtervork volgens de uitvinding.Fig. 6 is a top view of a rear fork according to the 1007080-10 invention; and FIG. 7 is a bottom view of a rear fork according to the invention.

In Fig. 1 is 1 het basisframe en 2 de achtervork. Het basisframe 1 bestaat uit een 5 balhoofdbuis 3, een zadelbuis 4, een onderste framebuis 5 en een bovenbuis 6. De verbinding tussen framebuis 5 en zadelbuis 4 wordt gevormd door trapashuis 7, dat gedeeltelijk is gelegen binnen framebuis 5. Achtervork 2 bestaat uit een verbindingsgedeelte 8 en een vorkge-10 deelte 9. In dit vorkgedeelte 9 is een opening 10 aanwezig waarin de as van een achterwiel kan worden opgenomen en bevestigd. Een kabel 11 verloopt van balhoofdbuis 3 naar verbindingsgedeelte 8 en is door de aanwezigheid van het veersysteem 12 ter plaatse daarvan 15 geknikt. De kabel 11 steekt uit in de balhoofdbuis 3 en is tegen terugtrekken daaruit geborgd door een kraal 13, waarvan de afmetingen groter zijn dan de opening in balhoofdbuis 3 waardoor de kabel de framebuis ingaat. Aan de andere zijde is de kabel 11 aan 20 verbindingsgedeelte 8 bevestigd door middel van een daarop geschroefd klemblok 14.In FIG. 1 is 1 the base frame and 2 the rear fork. The base frame 1 consists of a head tube 3, a seat tube 4, a lower frame tube 5 and a top tube 6. The connection between frame tube 5 and seat tube 4 is formed by bottom bracket housing 7, which is partly located within frame tube 5. Rear fork 2 consists of a connecting part 8 and a fork part 9. In this fork part 9 there is an opening 10 in which the axle of a rear wheel can be received and fixed. A cable 11 extends from the head tube 3 to the connecting part 8 and is kinked at the location thereof by the presence of the spring system 12. The cable 11 protrudes into the head tube 3 and is secured against retraction therefrom by a bead 13, the dimensions of which are larger than the opening in the head tube 3 through which the cable enters the frame tube. On the other side, the cable 11 is attached to connecting section 8 by means of a clamping block 14 screwed thereon.

Kabel 11 is in contact met topdeel 15 van veersysteem 12, dat nader is getoond in Fig. 2. Dit topdeel is verend opgenomen in huis 16 van veersysteem 12. In buis 25 5 is een bus 17 aangebracht, welke zich bij voorkeur uitstrekt tot voorbij de hartlijn van deze buis. Onder de hartlijn wordt hier verstaan de snijlijn van de symmetrievlakken van de buis. De bus 17 is bij voorkeur vanaf de naar buiten buis 5 open zijde tot aan de 30 hierna te beschrijven sleuven voorzien van een inwendige schroefdraad, waarin huis 16 kan worden geschroefd. In de naar het inwendige van buis 5 gerichte uiteinde van bus 17 zijn in de omtrek twee diametraal tegenover elkaar gelegen en evenwijdig aan 35 de lengteas van de bus verlopende sleuven aanwezig, waardoor kabel 11 in gemonteerde toestand verloopt.Cable 11 is in contact with top portion 15 of spring system 12, which is further shown in FIG. 2. This top part is resiliently received in housing 16 of spring system 12. A sleeve 17 is arranged in tube 25, which preferably extends beyond the center line of this tube. The center line is here understood to mean the cutting line of the symmetry planes of the pipe. The sleeve 17 is preferably provided with an internal screw thread from the outwardly open tube 5 to the slots described below, into which housing 16 can be screwed. In the end of sleeve 17 directed towards the interior of tube 5, two circumferentially diametrically opposite slots are provided, which run parallel to the longitudinal axis of the sleeve, whereby cable 11 runs in mounted condition.

Bus 17 staat bij voorkeur niet loodrecht op buis 5 1 007080 - 11 - maar maakt een kleine hoek, bijvoorbeeld tussen 3° en 7° met de loodlijn op buis 5 waarbij het naar het inwendige van buis 5 gerichte gedeelte van de bus 17 enigszins schuin naar de balhoofdbuis 3 is gericht. Dit 5 heeft als voordeel dat bij indrukking van het veersysteem 12 de afstand van het kabeluiteinde ter plaatse van de balhoofdbuis tot de bovenkant van het topdeel 15 groter wordt waarmee de uitrekking van kabel 11 onder de belasting die ook aanleiding geeft tot 10 indrukking van het veersysteem, wordt gecompenseerd.Bush 17 is preferably not perpendicular to pipe 5 1 007080 - 11 - but makes a small angle, for example between 3 ° and 7 ° with the perpendicular to pipe 5, whereby the part of the bush 17 directed towards the interior of pipe 5 is slightly oblique facing the head tube 3. This has the advantage that when the spring system 12 is compressed, the distance from the cable end at the position of the head tube to the top of the top part 15 is increased, whereby the extension of cable 11 under the load which also gives rise to the spring system is compensated.

Dit reduceert mogelijke slijtage van topdeel 15 omdat het verschuiven van de kabel bij wisselen van de belasting in belangrijke mate wordt voorkomen.This reduces possible wear of the top part 15 because the shifting of the cable is significantly prevented when the load is changed.

Het meest naar binnen gelegen deel 18 van 15 verbindingsgedeelte 8 is in contact met een dempersysteem 24 dat onder andere een bus 19 omvat en dat nabij zadelbuis 4 verloopt en door een opening uitsteekt in framebuis 5.The most inwardly located part 18 of the connecting part 8 is in contact with a damper system 24, which includes, among other things, a sleeve 19, which runs close to saddle tube 4 and protrudes through an opening in frame tube 5.

In Fig. 2 bestaat veersysteem 12 uit een huis 20 16, waarin opgenomen een lichaam 20 van veerkrachtig materiaal en een topdeel 15, dat gedeeltelijk buiten het huis 16 uitsteekt maar in gemonteerde toestand zich nog wel binnen bus 17 bevindt en daar in contact is met de door de sleuven 20 in bus 17 lopende kabel 11. In 25 topdeel 15 is een groef 21 aanwezig, waarin in gemonteerde toestand kabel 11 (hier niet weergegeven) loopt. Huis 16 is aan de buiten de buis 5 uitstekende zijde voorzien van een zeskantig uitsteeksel 22, waarop een moersleutel kan aangrijpen om het veersysteem met 30 behulp van schroefdraad 23 in bus 17 in framebuis 5 te schroeven.In FIG. 2, spring system 12 consists of a housing 20 16, in which received a body 20 of resilient material and a top part 15, which protrudes partly outside the housing 16 but in assembled condition is still inside bush 17 and there is in contact with the Cable 11 runs in slots 17 in sleeve 17. In top part 15 there is a groove 21, in which cable 11 (not shown here) runs in mounted condition. Casing 16 is provided on the side projecting outside the tube 5 with a hexagonal protrusion 22, on which a wrench can engage to screw the spring system into frame tube 5 by means of screw thread 23 in socket 17.

In Fig. 3 bestaat dempersysteem 24 uit een huis 25, waarin een lichaam 26 van dempend materiaal is opgenomen. Topdeel 27 is voorzien van een zeskantig 35 uitsteeksel 28 en schroefdraad 29, waarmee dit topdeel met behulp van een op uitsteeksel 28 aangrijpende moersleutel in bus 19 op framebuis 5 kan worden 1007080 - 12 - geschroefd. Bus 19 is hiertoe voorzien van met schroefdraad 29 complementaire inwendige schroefdraad. In gemonteerde toestand is de onderzijde 30 van huis 25 in contact met het meest naar binnen gelegen deel 18 5 van verbindingsgedeelte 8, zoals in Fig. 1 weergegeven.In FIG. 3 damper system 24 consists of a housing 25, in which a body 26 of damping material is received. Top part 27 is provided with a hexagonal protrusion 28 and screw thread 29, with which this top part can be screwed onto frame tube 5 with a spanner engaging on protrusion 28 in frame 19. Bush 19 is provided for this purpose with internal screw thread complementary to screw thread 29. When assembled, the bottom 30 of housing 25 is in contact with the most inward portion 18 of connecting portion 8, as shown in FIG. 1 is displayed.

In Fig. 4 is een achteraanzicht van het basisframe weergegeven waarin trapashuis 7 is te zien met aan de bovenkant daarvan het onderste uiteinde van zadelbuis 4 en aan de onderkant opening 31 in het 10 basisframe, waardoor de achtervork 2 in het basisframe 1 kan worden geschoven en dan daarin draaibaar om het trapashuis 7 is.In FIG. 4 is a rear view of the base frame showing bottom bracket shell 7 with at the top thereof the lower end of seat tube 4 and at the bottom opening 31 in the base frame, through which the rear fork 2 can be slid into the base frame 1 and then rotatable about the bottom bracket shell 7.

In Fig. 5 bestaat achtervork 2 uit een verbindingsgedeelte 8, waarin een uitsparing 32, 15 passend rondom het trapashuis van het basisframe (hier niet weergegeven) en vorktak 9, waarin opening 10 voor het opnemen van de as van het achterwiel.In FIG. 5 rear fork 2 consists of a connecting part 8, in which a recess 32, 15 fits around the bottom frame bottom bracket shell (not shown here) and fork branch 9, in which opening 10 for receiving the rear wheel axle.

In Fig. 6 zijn de onderdelen van achtervork 2 met dezelfde getallen aangeduid als in Fig. 5. In 20 verbindingsgedeelte 8 zijn van inwendige schroefdraad voorziene gaten 33 aanwezig, zodat blokje 34, daartoe voorzien van in positie met gaten 33 corresponderende gaten 35, met bouten aan het verbindingsgedeelte kan worden bevestigd na het aanbrengen van de achtervork in 25 framebuis 5 rondom trapashuis 7. Dit maakt het de achtervork onmogelijk uit de framebuis los te geraken en tevens wordt het trapashuis dan over ruim meer dan de helft van zijn omtrek omsloten.In FIG. 6, the parts of rear fork 2 are indicated with the same numbers as in FIG. 5. In the connecting part 8 there are holes 33 internally threaded, so that the block 34, provided for this purpose with holes 35 corresponding in position with holes 33, can be bolted to the connecting part after the rear fork has been fitted in frame tube 5 all around. bottom bracket shell 7. This makes it impossible for the rear fork to get out of the frame tube and the bottom bracket shell is then enclosed over more than half of its circumference.

In Fig. 7 zijn de onderdelen van achtervork 2 30 met dezelfde getallen aangeduid als in Fig. 5. Met 36 is een groef aangeduid, waardoor kabel 11 (hier niet weergegeven) in gemonteerde toestand loopt. Voorts zijn aan de onderzijde van het verbindingsgedeelte 8 van inwendige schroefdraad voorziene gaten 37 aanwezig 35 zodat klemblokje 38, daartoe voorzien van in positie met de gaten 37 corresponderende gaten 39, met bouten op het verbindingsgedeelte 8 kan worden geschroefd om 1 007080 - 13 - de kabel 11 aan dit verbindingsgedeelte te fixeren.In FIG. 7, the parts of rear fork 2 are indicated with the same numbers as in FIG. 5. A groove is indicated by 36, through which cable 11 (not shown here) runs in mounted condition. Furthermore, holes 37 provided with internally threaded holes are present at the bottom side of the connecting part 8, so that clamping block 38, provided with holes 39 corresponding in position with the holes 37, can be screwed onto the connecting part 8 with bolts. fix cable 11 to this connection section.

Onder verwijzing naar Fig. 1 en 4, kan de achtervork 2 eenvoudig aan het basisframe 1 worden gemonteerd door eerst de achtervork onder een kleinere 5 hoek dan daarin weergegeven met zadelbuis 4 met deel 18 door opening 31 zover in onderste framebuis 5 te schuiven dat uitsparing 32 met trapashuis 7 passend in contact kan worden gebracht. Na draaiing van achtervork 2 met de klok mee, waardoor de hoek met de 10 zadelbuis groter wordt, wordt dan blokje 34 gemonteerd op verbindingsgedeelte 8, waarna de achtervork niet meer uit framebuis 5 kan worden genomen.With reference to FIG. 1 and 4, the rear fork 2 can be easily mounted on the base frame 1 by first sliding the rear fork at a smaller angle than shown therein with saddle tube 4 with part 18 through opening 31 into bottom frame tube 5 until recess 32 with bottom bracket 7 fits can be brought into contact. After rotation of rear fork 2 clockwise, which increases the angle with the seat tube, block 34 is then mounted on connecting part 8, after which the rear fork can no longer be removed from frame tube 5.

Een andere (niet in de figuren weergegeven) mogelijkheid is dat een soortgelijk blokje als blokje 15 34 op het meest naar binnen gelegen deel 18 van verbindingsgedeelte 8 wordt gemonteerd. Het dempersysteem is dan in contact met dit blokje. Montage van het blokje kan plaatsvinden via de aanwezige opening van het nog niet aangebrachte dempersysteem.Another possibility (not shown in the figures) is that a similar block as block 34 is mounted on the innermost part 18 of connecting part 8. The damper system is then in contact with this block. Assembly of the block can take place via the existing opening of the damper system that has not yet been installed.

20 Vervolgens wordt kabel 11, die desgewenst al voor het aanbrengen van de achtervork door framebuis 5 kan worden geleid, met klemblokje 38 vastgezet aan verbindingsgedeelte 8. Dit kan plaatsvinden voordat veer- en/of dempersysteem zijn aangebracht of in elk 25 geval voor deze worden aangespannen zodat de kabel nog niet onder spanning staat, hetgeen de montage aanmerkelijk vereenvoudigt. Tenslotte worden de onderdelen van veer en -dempersysteem aangebracht en worden huis 16 en topdeel 27 zover aangedraaid dat de 30 kabel de gewenste spanning heeft en het rijwielframe het gewenste veer- en dempgedrag. Opgemerkt wordt dat deze mogelijkheid om het rijgedrag van het rijwielframe te beïnvloeden nog komt bovenop de hiervoor reeds genoemde mogelijkheid dit rijgedrag te beïnvloeden door 35 de keuze van het materiaal van veer- en dempingslichamen 20 resp. 26.20 Next, cable 11, which, if desired, can already be passed through frame tube 5 before mounting the rear fork, is fastened with clamping block 38 to connecting part 8. This can take place before spring and / or damper system are fitted or in any case before these are fitted. tensioned so that the cable is not yet under tension, which considerably simplifies installation. Finally, the parts of the spring and damper system are fitted and the housing 16 and top part 27 are tightened until the cable has the desired tension and the bicycle frame has the desired spring and damping behavior. It is noted that this possibility of influencing the driving behavior of the bicycle frame is in addition to the aforementioned possibility of influencing this driving behavior by the choice of the material of spring and damping bodies 20, respectively. 26.

1 0070801 007080

Claims (9)

1. Rijwielframe, dat een basisframe en een daarmee draaibaar verbonden achtervork omvat, waarin het 5 basisframe een onderste framebuis, en een door de framebuis onderling verbonden balhoofdbuis en zadelbuis omvat en waarin ter plaatse van een verbinding van de framebuis met de zadelbuis een trapashuis aanwezig is, met het kenmerk dat het 10 trapashuis voor ten minste een deel binnen de onderste framebuis verloopt en dat een uiteinde van de achtervork wordt gevormd door een verbindingsgedeelte, dat voor een deel binnen de onderste framebuis is opgenomen en waarin in het 15 deel dat in de onderste framebuis is opgenomen een uitsparing aanwezig is welke het deel van het trapashuis dat binnen de onderste framebuis verloopt ten minste gedeeltelijk omgrijpt en daaromheen draaibaar is.1. Bicycle frame, comprising a base frame and a pivotally connected rear fork, wherein the base frame comprises a lower frame tube and a head tube and saddle tube interconnected by the frame tube and in which a bottom bracket housing is present at the location of a connection of the frame tube with the saddle tube characterized in that the bottom bracket shell extends for at least a portion within the lower frame tube and that one end of the rear fork is formed by a connecting portion partially received within the lower frame tube and in which the portion which is in the lower frame tube includes a recess which at least partially engages and rotates the portion of the bottom bracket shell extending within the lower frame tube. 2. Rijwielframe volgens conclusie 1, voorzien van een veersysteem dat wordt aangesproken bij draaiing van de achtervork om het trapashuis.Bicycle frame according to claim 1, provided with a spring system which is activated when the rear fork is rotated around the bottom bracket shell. 3. Rijwielframe volgens conclusie 2, waarbij het veersysteem een kabel omvat, die door de onderste 25 framebuis loopt en welke aan een uiteinde is bevestigd aan het verbindingsgedeelte van de achtervork en waarvan een ander uiteinde ten opzichte van het basisframe is gefixeerd ter hoogte van de verbinding van de framebuis met de 30 balhoofdbuis.3. Bicycle frame according to claim 2, wherein the suspension system comprises a cable, which runs through the lower frame tube and which is attached at one end to the connecting part of the rear fork and of which another end is fixed at the height of the base frame. connection of the frame tube to the 30 head tube. 4. Rijwielframe volgens conclusie 3, dat in de framebuis aanwezige veermiddelen omvat waarmee de kabel in contact is, welke veermiddelen worden aangesproken door de kabel wanneer de achtervork 35 draait om het trapashuis.The bicycle frame according to claim 3, which comprises spring means present in the frame tube with which the cable is in contact, which spring means are activated by the cable when the rear fork 35 revolves around the bottom bracket shell. 5. Rijwielframe volgens een der conclusies 2-4, waarin dempingsmiddelen aanwezig zijn welke de 1007080 - 15 - draaiing van de achtervork ten opzichte van het basisframe dempen.A bicycle frame according to any one of claims 2-4, in which damping means are present which damp the rotation of the rear fork relative to the base frame. 6. Rijwielframe volgens conclusie 5, waarin de dempingsmiddelen zich bevinden in de onderste 5 framebuis nabij het trapashuis en worden bediend door het verbindingsgedeelte van de achtervork.A bicycle frame according to claim 5, wherein the damping means are located in the lower frame tube near the bottom bracket shell and are operated by the connecting part of the rear fork. 7. Rijwielframe volgens een der conclusies 3-6, waarin het andere uiteinde van de kabel uitsteekt in de balhoofdbuis en is voorzien van een kraal 10 die de kabel fixeert in de balhoofdbuis.A bicycle frame according to any one of claims 3-6, wherein the other end of the cable protrudes into the head tube and is provided with a bead 10 which fixes the cable in the head tube. 8. Achtervork, geschikt voor toepassing in het rijwielframe volgens een der conclusies 1-7.Rear fork, suitable for use in the bicycle frame according to any one of claims 1-7. 9. Basisframe, geschikt voor toepassing in het rijwielframe volgens een der conclusies 1-7. 1 00708ΰ 4Base frame, suitable for use in the bicycle frame according to any one of claims 1-7. 1 00708ΰ 4
NL1007080A 1997-09-19 1997-09-19 Suspension system for a bicycle frame NL1007080C2 (en)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007080A NL1007080C2 (en) 1997-09-19 1997-09-19 Suspension system for a bicycle frame
NL1008338A NL1008338C1 (en) 1997-09-19 1998-02-18 Suspension system for a bicycle frame.
EP98943115A EP1015302A1 (en) 1997-09-19 1998-09-15 Suspension system for a bicycle frame
AU90978/98A AU9097898A (en) 1997-09-19 1998-09-15 Suspension system for a bicycle frame
PCT/NL1998/000532 WO1999015396A1 (en) 1997-09-19 1998-09-15 Suspension system for a bicycle frame

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007080 1997-09-19
NL1007080A NL1007080C2 (en) 1997-09-19 1997-09-19 Suspension system for a bicycle frame

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007080C2 true NL1007080C2 (en) 1999-03-22

Family

ID=19765710

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007080A NL1007080C2 (en) 1997-09-19 1997-09-19 Suspension system for a bicycle frame

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1007080C2 (en)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE90832C (en) * Edward Goodman Sheward Spring-loaded bicycle frame swinging with front and rear parts around the crankshaft
FR551213A (en) * 1922-05-10 1923-03-30 Suspension for cycles and other vehicles
DE645924C (en) * 1935-09-28 1937-06-05 Albert Klein Rear suspension for bicycles, motorcycles or the like.
FR2683785A1 (en) 1991-11-15 1993-05-21 Greffeuille Guy Rear suspension for cycles
US5269552A (en) 1992-09-03 1993-12-14 Gt Bicycles, Inc. Bicycle frame composition
WO1994022710A1 (en) * 1993-03-29 1994-10-13 Pierre Blanchard Bicycle with a long stroke suspension
DE4427409A1 (en) 1994-08-03 1996-02-15 Hunger Walter Dr Ing E H Bicycle with rear suspension

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE90832C (en) * Edward Goodman Sheward Spring-loaded bicycle frame swinging with front and rear parts around the crankshaft
FR551213A (en) * 1922-05-10 1923-03-30 Suspension for cycles and other vehicles
DE645924C (en) * 1935-09-28 1937-06-05 Albert Klein Rear suspension for bicycles, motorcycles or the like.
FR2683785A1 (en) 1991-11-15 1993-05-21 Greffeuille Guy Rear suspension for cycles
US5269552A (en) 1992-09-03 1993-12-14 Gt Bicycles, Inc. Bicycle frame composition
WO1994022710A1 (en) * 1993-03-29 1994-10-13 Pierre Blanchard Bicycle with a long stroke suspension
DE4427409A1 (en) 1994-08-03 1996-02-15 Hunger Walter Dr Ing E H Bicycle with rear suspension

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5749590A (en) Suspension fork assembly
US7090308B2 (en) Axle assembly for mounting a wheel to a vehicle
US6170845B1 (en) Bicycle frame
US5403028A (en) Drive wheel suspension system for human powered vehicle
US6910702B1 (en) All-suspension bicycle frame with isolated drive gear
US6164675A (en) Front suspension for a motorized trike
US5975550A (en) Torsional shock absorber for bicycle
US5997022A (en) Bicycle suspension assembly
EP2445778B1 (en) Bicycle frame
JP4727980B2 (en) Motorcycle front suspension
EP1431083A2 (en) Suspension system for a three wheeled vehicle
US6209858B1 (en) Bicycle shock absorber linked together through first and second annular members
TW452553B (en) Bicycle suspension
US6481700B1 (en) Bicycle shock absorber with elastic members closely fitted between first and second rotating members
US6471229B2 (en) Bicycle steering dampening apparatus and an apparatus for installing the same
EP0258509A1 (en) A vehicle frame incorporating a suspension mechanism
NL1007080C2 (en) Suspension system for a bicycle frame
NL1008338C1 (en) Suspension system for a bicycle frame.
US20080185206A1 (en) Assembly for a motorized vehicle
US5971416A (en) Bicycle shock absorbing arrangement
US20140197617A1 (en) Rail Suspension With Integral Shock And Dampening Mechanism
US5762354A (en) Cycle rear suspension system
FR2724360A1 (en) SUSPENSION DEVICE FOR PEDAL CYCLES
US20060108769A1 (en) Bicycle suspension assembly
NL1027308C2 (en) Bicycle, has eccentric chain tensioning mechanism in which chain wheel associated with pedals is mounted via bracket sleeve inside eccentric cavity in bicycle frame

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up