NL1007051C2 - Voederinrichting. - Google Patents

Voederinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1007051C2
NL1007051C2 NL1007051A NL1007051A NL1007051C2 NL 1007051 C2 NL1007051 C2 NL 1007051C2 NL 1007051 A NL1007051 A NL 1007051A NL 1007051 A NL1007051 A NL 1007051A NL 1007051 C2 NL1007051 C2 NL 1007051C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
metering
feed
housing
opening
feeding device
Prior art date
Application number
NL1007051A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Van Der Leest
Original Assignee
Moda Techniek B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Moda Techniek B V filed Critical Moda Techniek B V
Priority to NL1007051A priority Critical patent/NL1007051C2/nl
Priority to PCT/NL1998/000478 priority patent/WO1999013708A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1007051C2 publication Critical patent/NL1007051C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K39/00Feeding or drinking appliances for poultry or other birds
    • A01K39/01Feeding devices, e.g. chainfeeders
    • A01K39/012Feeding devices, e.g. chainfeeders filling automatically, e.g. by gravity from a reserve
    • A01K39/0125Panfeeding systems; Feeding pans therefor

Description

Voederinrichting
De uitvinding heeft betrekking op een voederinrichting van de soort zoals vermeld in het inleidende gedeelte van conclusie 1.
Een dergelijke voederinrichting is bekend uit het 5 Duitse Gebrauchsmuster 8806165.5. Deze bekende inrichting is in het bijzonder bedoeld voor het voederen van varkens en heeft het voordeel ten opzichte van eerder bestaande voederin-richtingen dat met behulp van de doseerinrichting de hoeveelheid per voederbak toegevoerd voeder per voederbak individueel 10 kan worden gedoseerd door de doseerklep één of meer malen met behulp van op afstand bestuurde pneumatische of hydraulische middelen te openen en te sluiten. De doseerklep bestaat uit een kegelvormig lichaam dat hangend aan een kabelaandrijving is verbonden met de zuiger van een zuigercilindereenheid.
15 Een nadeel van de geschetste bekende inrichting is dat voor vele toepassingen onvoldoende zekerheid bestaat omtrent het openen van de doseerklep. De doseerklep kan immers aan de zitting vastkleven of op een andere wijze in zijn bewegingen belemmerd zijn waardoor het gewicht van het erop rus-20 tende voeder onvoldoende kan zijn om de klep geheel of gedeeltelijk te openen.
De uitvinding beoogt een voederinrichting van de in de aanhef vermelde soort waarbij dit probleem is opgeheven en heeft tot kenmerk dat de doseerklep zowel vanuit de gesloten 25 naar de geopende stand als vanuit de geopende naar de gesloten stand door de aandrijfmiddelen in hoofdzaak zwaartekracht-onafhankelijk beweegbaar is. Doordat de zwaartekracht niet langer wordt gebruikt voor het openen van de doseerklep of het sluiten daarvan maar het openen en sluiten van de doseerklep 30 steeds uitsluitend gebeurt, of althans in hoofdzaak gebeurt door de aandrijfmiddelen, ontstaat een aanmerkelijk grotere zekerheid dat de dosering ook inderdaad plaatsvindt.
Bij voorkeur wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding zoals omschreven in conclusie 2 toegepast. Door de aanwe-35 zigheid van slipkoppelmiddelen wordt voorkomen dat in het ge- 1 nn 7π ς 1 2 val de doseerklep onverhoopt in zijn bewegingen wordt gehinderd de aandrijfmiddelen overbelast raken en zouden kunnen beschadigen .
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat 5 de kenmerken van conclusie 3. Een belangrijk voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de doseerklep binnen het doseerhuis in aanraking is met de te doseren hoeveelheid voeder. Het gevolg is dat bij het openen van de doseerklep de in het doseerhuis aanwezige hoeveelheid voeder door de bewegende doseerklep allo thans ten dele wordt omgewoeld. Ook wanneer het voeder gedurende enkele uren in het doseerhuis is verbleven en aldaar enigszins is gecompacteerd wordt er door het omwoelen door de doseerklep voor gezorgd dat de kans op verstopt raken van het doseerhuis wordt verminderd.
15 Een met het oog op een eenvoudige constructie van de voederinrichting volgens de uitvinding interessante uitvoeringsvorm wordt omschreven in conclusie 4. Deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toepassing bij voederinstallaties waarbij de aandrijving van de 20 doseerkleppen gebeurt met tot de installatie behorende aandri j fmiddelen die langs de voedertransportbuizen lopen, bijvoorbeeld in de vorm van kabels of stangen. De lineaire beweging van de kabel of stang kan via de heugel worden overgebracht op het tandwielsegment en door deze laatste vervolgens 25 op de zwenkende doseerklep binnen het doseerhuis.
De laatstgenoemde uitvoeringsvorm van de uitvinding kan verder tevens de kenmerken omvatten van conclusie 5. Bij deze uitvoeringsvorm kan het tandheugelsegment op eenvoudige wijze, zoals nog in de figuurbeschrijving nader zal worden 30 toegelicht, klemmend met een trek/duwstang van de voederin-stallatie worden verbonden. Bij onverhoopte blokkering van de doseerklep treedt slip op tussen de trek/duwstang en het tandheugelsegment. De daarbij optredende wrijvingskrachten kunnen zodanig worden gedimensioneerd dat geen schade ontstaat aan de 35 voederinrichting, noch aan de tot de voederinstallatie behorende trek/duwstangen of een daarmee gekoppelde motorische centrale aandrijfinrichting.
Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt gekenmerkt door de kenmerken van conclusie 6. De aanwezigheid 40 van de inspectie en/of montage-opening vergemakkelijkt bij- 1007051 3 voorbeeld de montage van de doseerklep en maakt ten alle tijden inspectie van het inwendige van het doseerhuis mogelijk door verwijdering van het deksel.
Nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding 5 wordt gekenmerkt in conclusie 7. Deze uitvoeringsvorm is bijvoorbeeld geschikt voor het aanbrengen van een capacitieve voederniveausensor op één of meer van de toegepaste voederin-richtingen volgens de uitvinding, welke voederniveausensor kan dienen voor het besturen van de centrale voederinstallatie of 10 het alarmeren van ongewenste situaties.
De uitvinding zal nu uitsluitend ten behoeve van illustratie en aan de hand van een niet-limitatief schematisch uitvoeringsvoorbeeld worden toegelicht met behulp van de tekening, waarin: 15 figuur 1 een doorsnede is dwars op een voedertrans- portbuis van een voederinstallatie en langs de centrale lijn van de stortbuis van een voederinrichting volgens de uitvinding, bedoeld voor het voederen van pluimvee, in het bijzonder kippen; 20 figuur 2 een gedeeltelijk aanzicht is volgens de pijl P in figuur 1 waarbij een deel van een montagedeksel is verwijderd ten behoeve van een onbelemmerd zicht op het tandwiel-segment en het tandheugelsegment voor de aandrijving van de doseerklep; en 25 figuur 3 een explosie-aanzicht is van de doseerklep, het tandwielsegment, het tandheugelsegment en een bijbehorend montagedeksel in perspectivisch aanzicht.
De figuren zijn op een willekeurige en niet steeds gelijke schaal getekend. Overeenkomstige onderdelen zijn in de 30 figuren aangegeven met overeenkomstige verwijzingscijfers.
De figuren tonen een voederinrichting 1 voor het toevoeren van een niet-getekende voederdosis vanuit een tot een voederinstallatie behorende voedertransportinrichting die is voorzien van een voedertransportbuis 3 met een stortopening 5 35 in de buiswand die uitmondt in de voederinrichting. De voederinrichting omvat een schaalvormige voederbak 7. Op de voederbak is een zogenaamde grill 9 geplaatst met een aantal vanaf de rand van de voederbak 7 radiaal naar binnen en naar boven lopende in hoofdzaak gebogen ribben 11 waarvan er in de 40 tekening slechts een tweetal zijn getekend. De voederbak is 1007051 4 bedoeld voor het voederen van pluimvee zoals kuikens, kippen of andere hoenders en is in werkelijkheid voorzien van een zodanig aantal radiaal verlopende gebogen ribben 11 op regelmatige afstanden van elkaar dat wordt voorkomen dat de hoenders 5 in de bak 7 stappen, maar wel tussen de ribben door hun kop in de bak kunnen steken. De bak 7 is voorzien van een geprofileerde bodem 13 met een kegelvormig centraal gedeelte 15. In totaliteit lijkt de voederbak met de daarop gemonteerde grill in hoofdzaak op de vele soorten bekende voederbakken die be-10 staan ten behoeve van het voederen van pluimvee. Verwezen kan bijvoorbeeld naar de documenten EP-A2-0 655 194 en EP-A1-0 421 553, welke beide documenten door verwijzing worden geacht te zijn opgenomen in de onderhavige beschrijving.
De grill is in het midden voorzien van een huls 17 15 met inwendige schroefdraad waarin een stortbuis 19, die is voorzien van overeenkomstige uitwendige schroefdraad, is geschroefd. De stortbuis 19 eindigt aan de zijde van de voederbak 7 in een uitstroomopening 21. Nabij de uitstroomopening is op de buitenzijde van de stortbuis 19 een uitstroomconus 23 20 met een huls 25 met inwendige schroefdraad geschroefd ten behoeve van het, op uit de techniek bekende wijze, bepalen van de hoogte van het niveau van het voeder in de voederbak 7.
Aan de bovenkant is de stortbuis 19 in een doseerin-richting geschroefd omvattende een doseerhuis 27 met daarbin-25 nen een doseerkamer 29. Aan de onderzijde is het doseerhuis 27 voorzien van een buisvormige verlenging 31 met inwendige schroefdraad voor het vastschroeven van de stortbuis 19.
Het doseerhuis 27 is voorzien van een op de stortbuis 19 aan de tegenover de uitstroomopening 21 gelegen zijde aan-30 sluitende uitgang 33 en een op de stortopening 5 in de buis-wand van de voedertransportbuis 3 aansluitende ingang 35. In het doseerhuis 27 bevindt zich een tussen een gesloten stand, zie de figuren, en een geopende stand beweegbare doseerklep 37. Deze dient voor het naar wens openen en sluiten van de 35 uitgang 33 van de doseerkamer 29. Voor het met motorische kracht bewegen van de doseerklep 37 zijn verderop nog te beschrijven aandrijfmiddelen aanwezig.
In overeenstemming met de uitvinding kan de doseerklep 37 zowel vanuit de getoonde gesloten stand naar een ge-40 opende stand, waarbij de uitgang 33 van de doseerkamer 29 ge- 1007051 5 heel wordt vrijgegeven, als vanuit de geopende naar de gesloten stand in hoofdzaak zwaartekracht onafhankelijk worden verplaatst door de aandrijfmiddelen.
De doseerklep 37 is zwenkbaar om een met het verwij-5 zingscijfer 39 aangeduide zwenkas. De doseerklep omvat een kleplichaam 41 dat de vorm bezit van een tot een cirkelboog-segment gebogen platte strip die in de geopende stand de uitgang 33 van het doseerhuis 29 afsluit en in de geopende stand vrijlaat. Dit kleplichaam 41 is verbonden met een langs een 10 binnenwand 43 van het doseerhuis 27 verlopend verbindingsdeel 45. Dit verbindingsdeel is via een opening 47 in de doseer-huiswand 43 aandrijfbaar verbonden met de aandrijfmiddelen. Deze omvatten in de getekende uitvoeringsvorm een aan de buitenzijde tegen de wand 43 van het doseerhuis geplaatst en met 15 het verbindingsdeel 45 gekoppeld tandwielsegment 49 en een zich daarmede in ingrijping bevindend en zich tot buiten het doseerhuis 27 uitstrekkend tandheugelsegment 51. Zoals vooral in figuur 3 duidelijk valt waar te nemen is in het verbindingsdeel 45 van de doseerklep 37 een opening 53 aanwezig met 20 een in hoofdzaak vierkante doorsnede. Het tandwielsegment 49 is voorzien van een overeenkomstig gevormde aandrijfpen 55 die in gemonteerde toestand in de opening 53 van de doseerklep 37 steekt. Het zal duidelijk zijn dat door de vierkante vorm van de pen 55 en het gat 53 zwenkingen van het tandwielsegment om 25 de zwenkas 39 worden overgedragen op de doseerklep 37.
Ter vermijding van overbelasting van de aandrijfmiddelen 49, 51, bijvoorbeeld doordat de doseerklep 37 door een voorwerp aanwezig in de uitgang 33 van het doseerhuis 27 in zijn bewegingen wordt belemmerd, zijn de aandrijfmiddelen van 30 slipkoppelmiddelen voorzien. Deze omvatten op het tandheugel-segment 51 aanwezige koppeldelen 57 en 59. Zoals vooral in figuur 3 duidelijk valt te zien bestaan de koppeldelen uit rechtopstaande penvormige delen die zijn gevormd op de uiteinden van dwarsdelen 61 die zich bevinden bij de beide uiteinden 35 van het heugelsegment 51. Er is steeds één koppeldeel 59 dat is geplaatst tegenover en midden tussen twee verdere koppeldelen 57. Het tandheugelsegment 51 is als één geheel met de dwarsdelen 61 en de koppeldelen 57 en 59 vervaardigd uit een geschikte enigszins elastische kunststof. De koppeldelen zijn 40 zodanig geplaatst dat deze om een trek/duwstang 63, die be- 1007051 6 hoort tot de voederinstallatie, kunnen worden geklikt waarna deze met klemkracht wrijvend samenwerken met de trek/duwstang. Deze trek/duwstang is door de voederinstallatie op afstand in heen en weer gaande longitudinale richting bedienbaar. Dit is 5 in figuur 2 met een dubbele pijp 65 gesymboliseerd.
In de wand 67 van het doseerhuis 27 is een inspectie-en/of montage-opening aanwezig, in de tekening afgedekt door een verwijderbaar deksel 69. De door het deksel 69 afgedekte opening kan bijvoorbeeld gebruikt worden ten behoeve van de 10 montage van de doseerklep 37 in de doseerkamer 29. Het betreft een rond deksel uit een geschikte kunststof dat aan de omtrek is voorzien van een afgeronde richel 71 met behulp waarvan het deksel in een overeenkomstige in de wand 67 aanwezige groef wordt geklikt. Desgewenst kan tijdens gebruik van de voederin-15 richting het deksel 69 tijdelijk worden verwijderd voor inspectie van de doseerkamer 29 binnen het doseerhuis 27. Dit is nuttig wanneer een storing aanwezig mocht zijn in het functioneren van de doseerklep 37 of een verstopping van de stortope-ning 5 in de voedertransportbuis 3, of voor nog andere geval-20 len die zich zouden kunnen voordoen.
Verder is in een wandgedeelte van het doseerhuis 27 een montageplek 73 aanwezig met een plaatselijk verkleinde wanddikte (in de tekening niet zichtbaar) voor het monteren van een voederniveausensor. In de getekende uitvoeringsvorm is 25 de montageplek cirkelvormig en bezit een dikte van ruwweg 1 mm. De montageplek is geschikt voor het aanbrengen van een ca-pacitieve sensor voor het vaststellen van het voederniveau in de doseerkamer 29.
Zoals gebruikelijk bij voederinrichtingen van de 30 soort beschreven in de stand van de techniek bestaan de voederbak 17, de grill 9, de stortbuis 19, het doseerhuis 27 en de daarop gemonteerde onderdelen, alle geheel of praktisch geheel uit een geschikte duurzame en slijtagebestendige kunststof .
35 Bij de algehele opbouw van de voederinrichting vol gens de uitvinding is gestreefd naar een eenvoudige opbouw die gebruik maakt van slechts een gering aantal, op zich ook weer eenvoudige en robuuste, onderdelen. Voorts is ernaar gestreefd om de voederinrichting te kunnen samenstellen zonder gebruik-40 making van gereedschappen of althans van een minimum aan ge- 1007051 7 reedschappen. Zo behoeft de doseerklep 37 slechts in het onderste gedeelte van de doseerkamer 29 te worden geplaatst waarna van buitenaf het tandwielsegment 49 met zijn vierkante pen 55 door het vierkante gat 53 worden gestoken. Het tandheu-5 gelsegment 51 wordt in een montagedeksel 75 geplaatst, zie vooral figuur 3. Dit deksel bevat een half ronde onderkant 77 met daarop aansluitende enigszins naar elkaar toelopende zijwanden 79 en 81 alsmede een rechte bovenwand 83. Tussen de bovenwand 83 en de bovenste uiteinden van de zijwanden 81 en 79 10 is een ruimte aanwezig waarin het tandheugelsegment 51 met enige speling kan worden opgenomen. De zijwanden 79 en 81 zijn voorzien van enigszins naar binnen stekende afgebogen wandde-len 85 en 87 die evenwijdig lopen aan de bovenwand 83. Deze naar binnenlopende wanddelen 85, 87 dienen voor een betere on-15 dersteuning en geleiding van het tandheugelsegment 51.
Nadat het tandheugelsegment tussen de wanddelen 85 en 87 en de bovenwand 83 is geplaatst wordt het geheel, bestaande uit het montagedeksel 75 met het heugelsegment 51, op het do-seerhuis 27 tegen de wand 43 geplaatst. De verbinding tussen 20 het montagedeksel 75 en het doseerhuis 27 gebeurt net als bij het inspectiedeksel 69 door een eenvoudige klikverbinding, waarvan de details niet verder zullen worden besproken. In een voorwand 89 van het montagedeksel 75 is een blinde opening 91 aanwezig, omgeven door een afstandsring 93 die één geheel 25 vormt met de voorwand 89. Het doseerhuis 27 is aan de buitenzijde van de wand 43 voorzien van een één geheel daarmee vormende overeenkomstige afstandsring 95. Het tandwielsegment 49 is voorzien van een spil 97 met een diameter die overeenkomt met die van de afstandsringen 93 en 95 en welke groter is dan 30 de dwarsdoorsnede van de vierkante pen 55. Bij de montage van het montagedeksel 75 op het doseerhuis 27 wordt het geheel bestaande uit het montagedeksel 75 met het daar reeds in geplaatste tandheugelsegment 51, met het blinde gat 91 over de overeenkomstige spil 97 van het tandwielsegment 49 geplaatst.
35 Na vastklikken van het montagedeksel 75 op de wand 43 zijn het tandwielsegment 49 en het tandheugelsegment opgesloten tussen het montagedeksel 75 en het doseerhuis 27.
Bij aanbrenging van voederinrichtingen volgens de uitvinding in een stal worden op de gebruikelijke wijze de 40 voederinrichtingen met behulp van een beugel 99 alsmede bouten 1007051 8 101 en moeren 103 met de voedertransportbuis 3 verbonden. Tijdens de montage kan de stang 63 gemakkelijk tussen duim en vingers van een hand tussen de koppeldelen 57 en 59 aan weerszijden van het tandwielsegment 51 worden geklikt. Om er voor 5 te zorgen dat er een juiste positierelatie bestaat bij de montage tussen het tandwielsegment 49 enerzijds en het tandheu-gelsegment 51 anderzijds is op deze laatste een merkteken 105 aangebracht. Dit merkteken wordt bij de montage in een bepaalde relatie geplaatst ten opzichte van het tandwielsegment 49, 10 dat desgewenst kan worden voorzien van een (in de tekening niet getoond) overeenkomstig merkteken.
De positie van het tandheugelsegment 51 ten opzichte van de trek/duwstang 63 is niet kritisch. Dit komt omdat, zoals eerder besproken, slip mogelijk is tussen de trek/duwstang 15 63 enerzijds en het tandheugelsegment 51 anderzijds. Na eenma lig heen en weer bewegen van de trek/duwstang 63 tussen diens normaal optredende uiterste standen bevindt daardoor het tandheugelsegment zich automatisch op de juiste positie. Het kan daarbij gebeuren dat het tandheugelsegment 51 met een van 20 diens dwarsdelen 61 tot aanslag komt tegen een zijkant van het montagedeksel 75. Het montagedeksel 75 is evenwel zodanig stevig op het doseerhuis 27 bevestigd dat dit bestand is tegen de optredende wrijvingskrachten.
Het gebruik van de hierboven beschreven in de teke-25 ningen getoonde voederinrichting is als volgt. Aan iedere voedertransportbuis 3 worden een aantal voederinrichtingen 1 verbonden. De heugelsegmenten 51 worden verbonden met de trek/duwstangen 63. Op bepaalde, bijvoorbeeld door een tijdklok gestuurde, momenten van de dag wordt een centrale trans-30 portinrichting in werking gesteld die voeder door de voedertransportbuis 3 beweegt, bijvoorbeeld, in overeenstemming met de bekende stand van de techniek, met behulp van een schroeflijnvormig roterend transportorgaan (niet in de tekening getoond) binnen de buis. De doseerkamers 29 zijn gesloten door-35 dat de doseerklep 37 zich in de in figuur 1 getekende onderste positie bevindt. Na een zekere tijd die voldoende is voor het vullen van de doseerkamers van alle aanwezige voederinrichtingen, ook van inrichtingen die welke zich gezien in de trans-portrichting van het voeder door de voedertransportbuis 3 het 40 meest stroomafwaarts bevinden, wordt het voedertransport stop- 1007051 9 gezet. Op een eveneens mogelijk door een tijdklok bepaald moment worden de trekstangen 65 verplaatst waardoor, door samenwerking van de tandheugelsegmenten 51 met de tandwielsegmenten 49, de doseerkleppen 37 worden verzwenkt vanuit de gesloten 5 stand naar de geopende stand. De gedoseerde, in de doseerkamer 29 aanwezige, hoeveelheid voeder valt door de uitgang 33 van de doseerkamer via de stortpijp 19 in de voederbak 7. Van het grootste belang is hierbij dat alle voederbakken, onafhankelijk van de positie van de voederbakken gezien in de transpor-10 tinrichting van het voeder door de voedertransportbuis 3, tegelijkertijd en met in hoofdzaak dezelfde hoeveelheid voeder gevuld worden. Hierdoor wordt gegarandeerd dat op hetzelfde moment op iedere plek van de stal evenveel voeder beschikbaar is, waardoor voorkomen wordt dat sommige dieren worden bevoor-15 deeld ten opzichte van anderen. Een dergelijke situatie zal namelijk aanmerkelijke nadelen voor een pluimveehouder opleveren aangezien dan steeds de sterkste vogels het meeste voer zouden krijgen hetgeen leidt tot een ongelijkmatig uiteindelijk produkt, bestaande uit een verzameling pluimvee die naast 20 grotere goed doorvoede dieren ook kleinere minder doorvoede vogels omvat.
De hierboven beschreven procedure wordt een aantal malen per dag herhaald in overeenstemming met een vastgelegd dagelijks programma.
25 Alhoewel de uitvinding in het voorgaande slechts werd besproken aan de hand van een enkel uitvoeringsvoorbeeld is de uitvinding daartoe geenszins beperkt. De uitvinding strekt zich in tegendeel uit tot alle uitvoeringen die mogelijk zijn binnen het kader van de uitvinding zoals omschreven in conclu-30 sie 1. Zo kan de uitwendige vorm van de inrichting geheel verschillen, terwijl ook de gebruikte materialen anders kunnen zijn. Ook de doseerklep en de aandrijving daarvan kunnen geheel anders zijn en bijvoorbeeld bestaan uit een kegelvormige klep die in de lengterichting van de stortbuis 19 op en neer 35 wordt bewogen. Het belangrijkste onderscheid van de uitvinding ten opzichte van de stand van de techniek moet, onafhankelijk van de uitvoeringsvorm, worden gezien in het kenmerk dat de doseerklep zowel vanuit de gesloten naar de geopende als vanuit de geopende naar de gesloten stand door de aanwezige aan-40 drijfmiddelen in hoofdzaak zwaartekrachtonafhankelijk gedwon- 1007051 10 gen wordt bewogen, zodat een grote mate van zekerheid bestaat dat de doseerklep zich in de gewenste richting beweegt.
1007051

Claims (7)

1. Voederinrichting (1) voor het toevoeren van een voederdosis vanuit een tot een voederinstallatie behorende voedertransportinrichting die is voorzien van een voedertrans-portbuis (3) met een stortopening (5) in de buiswand die uit- 5 mondt in de voederinrichting, welke voederinrichting omvat: een voederbak (7) ; een stortbuis (19) met een in de voederbak (7) uitmondende uitstroomopening; en een doseerinrichting met: 10 een doseerhuis (27) met wanden; een doseerkamer (29) in het doseerhuis (27) met een op de stortbuis (19) aan de ten opzichte van de uitstroomopening (21) tegenovergelegen zijde aansluitende uitgang (33) en een tijdens gebruik op de 15 stortopening (5) in de buiswand van de voedertrans- portbuis (3) aansluitende ingang (35); een zich in het doseerhuis (27) bevindende en tussen een gesloten en een geopende stand beweegbare doseerklep (37) voor het naar wens openen en 20 sluiten van de uitgang (33) van de doseerkamer (29); en aandrijfmiddelen (49, 51) voor het met motorische kracht bewegen van de doseerklep (37); met het kenmerk, dat de doseerklep (37) zowel vanuit 25 de gesloten naar de geopende stand als vanuit de geopende naar de gesloten stand door de aandrijfmiddelen (49, 51) in hoofdzaak zwaartekracht-onafhankelijk beweegbaar is.
2. Voederinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen (49, 51) slipkoppelmiddelen om- 30 vatten.
3. Voederinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de doseerklep (37) zwenkbaar is om een zwenkas (39) ; 35 dat de doseerklep een kleplichaam (41) bezit in de vorm van een tot een cirkelboogsegment gebogen platte strip die in de geopende stand van de doseerklep de uitgang (33) van het doseerhuis (29) afsluit en in de geopende stand vrijlaat; 1007051 1 » dat het kleplichaam is verbonden met een langs een binnenwand (43) van het doseerhuis (27) verlopend verbindingsdeel (45) ; en dat het verbindingsdeel via een opening (47) in een 5 wand (43) van het doseerhuis (27) aandrijfbaar is verbonden met de aandrijfmiddelen.
4. Voederinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen omvatten: een aan de buitenzijde tegen een wand (43) van het 10 doseerhuis geplaatst en met het verbindingsdeel gekoppeld tandwielsegment (49); en een zich daarmede in ingrijping bevindend en zich tot buiten het doseerhuis uitstrekkend tandheugelsegment (51).
5. Voederinrichting volgens conclusie 2 en 4, met het 15 kenmerk, dat de slipkoppelmiddelen op het tandheugelsegment (51) aanwezige koppeldelen (57, 59) omvatten die zijn ingericht om tijdens gebruik met klemkracht wrijvend samen te werken met een op afstand bedienbare trek/duwstang (63) van de voederinstallatie.
6. Voederinrichting volgens conclusie 1, met het ken merk, dat in een wand (67) van het doseerhuis een inspectie- en/of montageopening aanwezig is; en dat de montage-opening wordt afgedekt door een ver-25 wijderbaar deksel (69) .
7. Voederinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een wandgedeelte van het doseerhuis (27) is voorzien van een montageplek (73) met een plaatselijk verkleinde wanddikte voor het monteren van een voederniveausensor. 1 007051
NL1007051A 1997-09-17 1997-09-17 Voederinrichting. NL1007051C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007051A NL1007051C2 (nl) 1997-09-17 1997-09-17 Voederinrichting.
PCT/NL1998/000478 WO1999013708A1 (nl) 1997-09-17 1998-08-26 Futtervorrichtung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007051A NL1007051C2 (nl) 1997-09-17 1997-09-17 Voederinrichting.
NL1007051 1997-09-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007051C2 true NL1007051C2 (nl) 1999-03-18

Family

ID=19765688

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007051A NL1007051C2 (nl) 1997-09-17 1997-09-17 Voederinrichting.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1007051C2 (nl)
WO (1) WO1999013708A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104823876A (zh) * 2015-05-12 2015-08-12 唐正红 禽类多功能喂料器

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3904082A (en) * 1972-08-25 1975-09-09 Chore Time Equipment Weight controlled feeder system
EP0270150A1 (en) * 1986-11-17 1988-06-08 Camillo Pirovano Improved feeding pan or trough for animal breeding establishments
NL9401783A (nl) * 1994-10-26 1996-06-03 Heesen Technocom B V Verdeelstuk t.b.v. gestuurde voeraftap van een meerfase-voedersysteem.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8806165U1 (nl) 1988-05-09 1988-06-30 Pirovano, Camillo, Cernusco Lombardone, Como, It
NL8902461A (nl) 1989-10-04 1991-05-01 Roxell Nv Instelbare voederinrichting voor pluimvee.
US5092274A (en) 1990-10-30 1992-03-03 Ctb, Inc. Poultry feeder

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3904082A (en) * 1972-08-25 1975-09-09 Chore Time Equipment Weight controlled feeder system
EP0270150A1 (en) * 1986-11-17 1988-06-08 Camillo Pirovano Improved feeding pan or trough for animal breeding establishments
NL9401783A (nl) * 1994-10-26 1996-06-03 Heesen Technocom B V Verdeelstuk t.b.v. gestuurde voeraftap van een meerfase-voedersysteem.

Also Published As

Publication number Publication date
WO1999013708A1 (nl) 1999-03-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100231786B1 (ko) 가금사육기및그사육방법
EP2345324B1 (en) Feeder
US8448602B2 (en) Pet actuated dry food feeder device
DK2278284T3 (en) roads Event
EP1152658B1 (en) Feeding pan and feeding system, especially for poultry, such as chickens, and use thereof
EP2845474B1 (en) Feeder
US3782332A (en) Automatic feeding device
EP3599836B1 (en) Feeder
US5921200A (en) Animal feeder with dispensing mechanism and dust cover
NL1007051C2 (nl) Voederinrichting.
US5370080A (en) Bird feeder, automatic and timed
US6626128B2 (en) Feed doser and regulator for troughs
WO1991011908A1 (fr) Procede de preparation et de distribution d'aliments pour animaux, notamment pour porcelets
EP1997367B1 (en) Regulating device for the lower discharge opening of a livestock feed trough
EP3568675B1 (en) A screw feeder for a combination weigher
US4046108A (en) Feeding device
US11882814B2 (en) Horizontal feed storage system
RU2101936C1 (ru) Устройство для раздачи кормов
WO2000040077A2 (en) Metering vessel for a feed-distribution system
HU196283B (en) Self-feeding apparatus for feeding powdery fodder at the raising of small animals
US11638412B2 (en) Animal feeder
BE1001219A4 (nl) Voederbak, in het bijzonder voor kippevoer, en daarvan gebruikmakend voedersysteem.
EP0856252A2 (de) Verfahren und Einrichtung zum Betreiben einer im wesentlichen automatischen Fütterungsanlage
US20220095592A1 (en) Controlled Pan Feeder for Distribution of Livestock Feed
CN117426328A (zh) 一种可自动补食的鸡鸭养殖用饲养槽

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020401

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020401