NL1006774A1 - Anti-atherosclerose- en anti-trombotisch middel en het gebruik daarvan. - Google Patents

Anti-atherosclerose- en anti-trombotisch middel en het gebruik daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1006774A1
NL1006774A1 NL1006774A NL1006774A NL1006774A1 NL 1006774 A1 NL1006774 A1 NL 1006774A1 NL 1006774 A NL1006774 A NL 1006774A NL 1006774 A NL1006774 A NL 1006774A NL 1006774 A1 NL1006774 A1 NL 1006774A1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pharmaceutically acceptable
agent
short chain
fatty acid
chain fatty
Prior art date
Application number
NL1006774A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1006774C2 (nl
Inventor
Hester Hendrina Vorster
Frederick Johannes Veldman
Original Assignee
Univ Potchefstroom
Kisch Octrooibureau
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Univ Potchefstroom, Kisch Octrooibureau filed Critical Univ Potchefstroom
Publication of NL1006774A1 publication Critical patent/NL1006774A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1006774C2 publication Critical patent/NL1006774C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/20Pills, tablets, discs, rods
    • A61K9/28Dragees; Coated pills or tablets, e.g. with film or compression coating
    • A61K9/2806Coating materials
    • A61K9/282Organic compounds, e.g. fats
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K9/00Medicinal preparations characterised by special physical form
    • A61K9/48Preparations in capsules, e.g. of gelatin, of chocolate
    • A61K9/4891Coated capsules; Multilayered drug free capsule shells

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)
  • Medicinal Preparation (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)

Description

Anti-atherosclerose- en anti-trombotisch middel en het gebruik daarvan.
Deze uitvinding heeft betrekking op een farmaceutisch middel voor het voorkomen of behandelen van elk van de volgende aandoeningen bij zoogdieren: atherosclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistijden, ongewenste fibrinestolsel-karakteristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht en het gebruik ervan.
Het is algemeen bekend dat atherosclerose in de eerste plaats wordt veroorzaakt door verhoogde cholesterolspiegels bij mensen en dat trombose wordt veroorzaakt door de polymerisatie van fibrine onder vorming van fibrinestolsels.
Lipoproteïnecholesterol met lage dichtheid (LDL-C) dat in relatief hoge concentraties voorkomt is in het bijzonder verantwoordelijk voor een toename van cardiovasculaire ziekten, met name wanneer het LDL-C door vrije radicalen, zoals lipideperoxiden, wordt geoxydeerd. Ofschoon beschreven is dat dieetvoedingsvezels het lipidemetabolisme bij de mens kunnen modificeren, zijn geen effecten van vezels, vezel-bestanddelen of metabolieten ervan op de lipideperoxydatie beschreven.
Het is verder bekend dat fermenteerbare niet-zet-meelpolysacchariden, zoals pectine, in de colon van een zoogdier tot vetzuren met korte keten of derivaten daarvan, zoals acetaat, propionaat en butyraat, worden gefermenteerd. Het butyraat wordt door de coloncellen geabsorbeerd, terwijl het propionaat en het acetaat verder gaan naar de lever. Het propionaat wordt in de lever vastgehouden, terwijl het acetaat over de cellen en het plasma van het zoogdier wordt verdeeld.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een nieuw farmaceutisch middel te verschaffen voor het voorkomen of behandelen van elk van de volgende aandoeningen bij zoogdieren: atherosclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistijden, ongewenste fibrinestolselkarakteristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht en het gebruik ervan.
Volgens de uitvinding wordt een farmaceutisch middel verschaft voor het voorkomen of behandelen van elk van de volgende aandoeningen bij zoogdieren: atherosclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistijden, ongewenste fibrinestolsel-karakteristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht, dat een vetzuur met korte keten omvat, of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan, in een farmaceutisch aanvaardbare beschermende bekleding welke bestand is tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm van een zoogdier, maar verteerbaar of oplosbaar is in de colon van een zoogdier.
Bij voorkeur is het farmaceutisch aanvaardbare zout van het vetzuur met korte keten het calciumzout ervan.
Bij voorkeur omvat het vetzuur met korte keten azijnzuur.
De beschermende bekleding kan een natuurlijk of synthetisch hars zoals schellak omvatten.
Het farmaceutische middel omvat bij voorkeur cal-ciumacetaat in de vorm van een met een dergelijk hars beklede capsule, tablet of pil.
Bij voorkeur omvat het middel tussen 0,1 gram en 100,0 gram van het acetaat.
Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat een werkwijze voor het behandelen of voorkomen van één of meer van deze aandoeningen bij een zoogdier de stap van het aan de colon van een zoogdier toedienen van een middel dat een vetzuur met korte keten of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan omvat.
Bij voorkeur wordt het middel via het spijsverteringskanaal van het zoogdier aan de colon toegediend.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt het gebruik verschaft van een middel dat een vetzuur met korte keten of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan omvat bij een werkwijze voor het behandelen of voorkomen van één of meer van deze aandoeningen bij zoogdieren.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt het gebruik verschaft van een middel dat een vetzuur met korte keten of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan omvat bij de vervaardiging van een geneesmiddel voor gebruik bij een werkwijze voor het behandelen of voorkomen van één of meer van deze aandoeningen bij zoogdieren.
Verder omvat de hiervoor genoemde werkwijze volgens de uitvinding de stap van het oraal toedienen van het middel in de vorm van een capsule, pil of tablet dat is bekleed met een beschermende bekleding welke bestand is tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm van een zoogdier, maar oplosbaar of verteerbaar is in de colon van dit zoogdier.
Verder is, volgens de uitvinding, het farmaceutisch aanvaardbare zout bij voorkeur het calciumzout van het vetzuur met korte keten.
Nog verder, volgens de uitvinding, is het vetzuur met korte keten bij voorkeur azijnzuur.
Tenslotte omvat, volgens de uitvinding, de beschermende bekleding bij voorkeur een natuurlijk of synthetisch hars zoals schellak.
Aanvraagster heeft gevonden dat de hiervoor genoemde klinische effecten kunnen worden bereikt door het ten minste één keer per dag toedienen van het middel aan een mens in een hoeveelheid tussen 0,1 gram en 100,0 gram.
De uitvinding zal thans verder worden beschreven aan de hand van de volgende niet-beperkende voorbeelden.
Met de in de voorbeelden gebruikte afkortingen wordt het volgende aangeduid:
ApoA - Apoproteïne A
ApoB - Apoproteïne B
BMI - Quetelet-index = gewicht/(lengte)2 DBP - Diastolische bloeddruk FFA - Vrije vetzuren FFA/ALB - Verhouding vrij vetzuur tot albumine
Heamatokriet - % gepakte cellen in bloed HDL-C - Lipoproteïnecholesterol met hoge dichtheid IR - Insulineresistentie LDL-C - Lipoproteïnecholesterol met lage dichtheid LP(a) - Lipoproteïne (a) MPC - Macromoleculair eiwitcomplex SBC - Systolische bloeddruk TBARM - Met thiobarbituurzuur reactieve stoffen van malondialdehyde TC - Totaal cholesterol TG - Triglyceriden TP - Totaal eiwit μΤ - Massa/lengteverhouding uit turbiditeit VOORBEELD 1
De respectievelijke effecten van pectine en een acetaat bij toediening aan de colon van een zoogdier werden tijdens een eerste experiment bepaald. Het experiment werd in de in fig. 1 weergegeven twee fasen uitgevoerd.
Er namen twintig volwassen mannen aan het experiment deel en deze individuen ontvingen destijds geen enkele medicatie voor enige chronische ziekte, en hadden ook geen verleden voor wat betreft cardiovasculaire ziekten. Alle individuen volgden destijds een dieet met relatief veel vezels en weinig vet. Tijdens de eerste fase namen tien individuen een totaal van 15 gram pectine per dag in vier porties tot zich, terwijl de andere tien een totaal van 15 gram placebo (zetmeel) per dag in vier porties tot zich namen.
Tijdens de tweede fase nam de eerste groep een totaal van 7,5 gram calciumacetaat per dag in vier porties tot zich en nam de tweede groep een totaal van 15 gram pectine per dag in vier porties tot zich. Het calciumacetaat werd toegediend in capsules die waren bekleed met een beschermende bekleding welke een hars omvatte dat commercieel bekend staat als schellak. Deze beschermende bekleding is bestand tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm, maar niet bestand tegen de enzymen van de organismen die gewoonlijk in de colon worden aangetroffen, zodat het calciumacetaat derhalve in de colon werd afgegeven. Details over de individuen zijn weergegeven in tabel 1.
TABEL 1: PERSOONLIJKE GEGEVENS VAN INDIVIDUEN DIE DEELNAMEN AAN HET EXPERIMENT
Figure NL1006774A1D00071
Na elke fase werden bij de individuen bloedmonsters genomen en een groot aantal variabelen werd getest. De resultaten van deze tests zijn weergegeven in de tabellen 2 tot 5.
Tabel 2 Gemiddelden en standaarddevlatles van lichaamsgewicht en BMI veranderingen
Figure NL1006774A1D00081
Tabel 3 Gemiddelden en standaarddeviaties van haemorheologische en haemostatische variabelen van basislijn en bij het einde van de suppletie
Figure NL1006774A1D00091
Tabel 4 Gemiddelden en standaarddeviaties van lipidevarlabelen van de basislijn en bij het einde van de suppletie
Figure NL1006774A1D00101
Tabel 5 Gemiddelden en standaarddeviaties van metabolisme variabelen van de basislijn en bij het einde van de suppletie
Figure NL1006774A1D00111
Thans zullen de resultaten van de bovengenoemde experimenten in het kort worden besproken.
LICHAAMSGEWICHT- EN OUETELET-INDEX (BMI)-VERANDERINGEN
Zoals duidelijk is uit tabel 2, werden tijdens fase 1 bij geen van de groepen significante veranderingen in lichaamsgewicht of BMI waargenomen. De acetaatsuppletie (fase 2), echter, veroorzaakte een afname van het lichaamsgewicht (van 88,16 + 12,35 kg tot 83,09 + 10,80 kg). Ofschoon deze afname mogelijk niet statistisch significant is, kan deze klinisch significant zijn voor die individuen welke gewicht verloren.
HAEMORHEOLOGISCHE EN HAEMOSTATISCHE VARIABELEN
Zoals blijkt uit tabel 3 veroorzaakte pectinesupple-tie bij beide groepen tijdens beide fasen een significante afname van de stolsellysistijd, Macromoleculair Eiwit Complex (MPC), stolselfibrinegehalte, Haemoglobine (Hb), plasmavisco-siteit, en een significante toename van fibrinestolselsamen-drukbaarheid, massa/lengteverhouding uit turbiditeit (μΤ) en stolselpermeabiliteit.
Afgezien van een significante afname van de plasma-viscositeit in de placebogroep tijdens fase 1 (van 1,80 ± 0,09 tot 1,70 + 0,07 cP), werden bij deze groep geen andere veranderingen waargenomen.
Verder blijkt uit tabel 3 duidelijk, dat acetaatsuppletie een significante afname van haematokriet (Ht), Hb, plasmaviscositeit, MPC, stolselfibrinegehalte en stolsellysistijd veroorzaakte, terwijl significante toenamen werden gemeten van stolselsamendrukbaarheid en permeabiliteit. Ofschoon de verandering in fibrinogeen niet significant was, is het de moeite waard op te merken dat acetaatsuppletie een afname van 11,2% van de totale piasmafibrinogeenconcentratie van de groep veroorzaakte.
LIPIDEVERANDERINGEN
Zoals blijkt uit tabel 4, veroorzaakte pectinesup-pletie significante afnamen van totaal cholesterol (TC), lipoproteïnecholesterol met lage dichtheid (LDL-C), lipo-proteïnecholesterol met hoge dichtheid (HDL-C), en Apo-proteïne A (ApoA), Apoproteïne B (ApoB), lipoproteïne (a) (Lp(a)), tribarbituur-reactieve stoffen van malondialdehyde (TBARM) en van waterstofperoxide (H202) tijdens fase 1. Tijdens fase 2 was HDL-C significant toegenomen.
Het is ook duidelijk dat in de placebogroep ApoA wezenlijk afnam. Er werd ook een significante afname van ApoB waargenomen. Er waren geen andere significante veranderingen.
Derhalve blijkt dat acetaatsuppletie een wezenlijke afname van TC, ApoA, ApoB, TG en H202 veroorzaakte, terwijl een significante toename van het percentage HDL-C eveneens duidelijk was.
METABOLE VARIABELEN
Zoals blijkt uit tabel 5, welke de gemiddelde (SD)-veranderingen weerspiegelt in sommige metabole variabelen van beide groepen tijdens beide fasen, veroorzaakte pectinesupple-tie een significante toename van acetaatspiegels en een significante afname van vrij vetzuur (FFA)-spiegels en de verhouding van FFA/albumine.
Afgezien van een significante toename van de verhouding van FFA/albumine, werden bij de placebogroep geen andere significante veranderingen waargenomen.
Het is eveneens duidelijk dat acetaatsuppletie een wezenlijke toename van acetaatspiegels en een significante afname van FFA en de verhouding van FFA/albumine veroorzaakte.
VOORBEELD 2
Het effect van het acetaat op de fibrinestolsel-structuur werd verder vastgesteld door middel van in vitro-onderzoeken en de resultaten en de resultaten en een bespreking ervan zijn hieronder weergegeven.
ACETAAT EN FIBRINESTOLSELSTRUCTUUR
Het effect van verschillende concentraties acetaat op fibrinestolselstructuureigenschappen (n = 5 voor elke geteste variabele) wordt weerspiegeld in tabel 6.
TABEL 6: Het effect van verschillende concentraties op fibri-nestolselstructuureigenschappen (n = 5(voor elke geteste variabele)
Figure NL1006774A1D00141
* verschillen significant van 0 μπιοΐ/ΐ acetaat (p < 0,05; Student's t-test).
Uit tabel 6 is duidelijk dat naarmate de acetaat-concentratie geleidelijk toenam van 0 μιηοΐ/ΐ tot 75, 100 en 150 μπιοΐ/ΐ, de permeabiliteit dienovereenkomstig toenam. De vezeldikte uit turbiditeit (μΤ) nam significant toe. De stol-sellysistijd nam wezenlijk af, hetgeen duidt op versterkte fibrinolyse bij geleidelijke acetaatconcentraties. Deze veranderingen in netwerkkarakteristieken zijn niet het gevolg van gewijzigde fibrinogeenomzetting omdat het fibrinegehalte in het geteste acetaatconcentratiebereik zich niet wezenlijk wijzigde. Deze bevindingen duiden er waarschijnlijk op dat het fibrine in aanwezigheid van acetaat een toegenomen laterale polymerisatie vertoont. Derhalve wordt een grotere hoeveelheid fibrine in het hoofdnetwerk opgenomen en de vernet-ting in het netwerk verschilt van die van het controlenet-werk.
Het effect van verschillende concentraties acetaat op het stolselfibrinegehalte en de monsterviscositeit (n = 5 voor elke geteste variabele) wordt weerspiegeld in tabel 7 en de relatie tussen fibrinenetwerklysis en acetaatconcentraties is weergegeven in fig. 2.
TABEL 7: Het effect van verschillende concentraties acetaat op het stolselfibrinegehalte en de monsterviscosi-teit (n = 5 voor elke geteste variabele)
Figure NL1006774A1D00151
* verschillen significant van 0 μπιοΐ/ΐ acetaat (p < 0,05; Student's t-test).
Onder verwijzing naar tabel 7 en fig. 2 werd de lysissnelheid van radioactief gelabelde fibrinestolsels in aanwezigheid van verschillende concentraties acetaat gekwantificeerd door het meten van in het medium vrijgegeven I12S gedurende een bepaalde tijdspanne. Het blijkt derhalve dat toenemende acetaatconcentraties fibrinolyse versterkten.
Onder verwijzing naar fig. 3 werd de kinetiek van netwerkgroei vervolgens onderzocht door het continu registreren van veranderingen in turbiditeit bij 608 nm, tijdens netwerkontwikkeling onder identieke experimentele omstandigheden. Zoals in fig. 3 weergegeven, versterkte een geleidelijke toename van acetaat de hele kinetiek. De lagfase werd korter, de toename in turbiditeit was groter en de turbiditeit bij evenwicht was evenredig vergroot.
ACETAAT EN LIPIDEPEROXYDATIE
Het effect van acetaat op peroxydatie van bloed-lipiden in vitro (n = 5 voor elke meting) is weergegeven in tabel 8 en de relatie tussen het remmen van peroxydatie en de acetaatconcentratie is weergegeven in fig. 4.
TABEL 8: Het effect van acetaat op peroxydatie van bloedlipi-den in vitro (n = 5 voor elke metinq)
Figure NL1006774A1D00161
* verschillen signifant van 0 μιηοΐ/ΐ acetaat (p < 0,05; Student's t-test).
Uit tabel 8 en fig. 4 blijkt dat er een lineaire analogie bestaat tussen de mate van vrije-radicaalremming en de acetaatconcentratie. Een remming van vrije-radicaalvorming met 46,97, 56,01, 67,11 en 73,12% werd veroorzaakt door respectievelijk 50 μΜ, 100 μΜ, 200 μΜ en 300 μΜ acetaat. Al deze veranderingen waren significant (p < 0,05). Echter, de grafiek van fig. 4 suggereert dat acetaat de peroxydatie niet volledig remt. Uit lineaire regressie-analyse lijkt te volgen dat minimale remming een afname van 56,12% van de peroxydatie in vitro (r = 0,98; m = -0,836) kan veroorzaken. De resultaten lieten zien dat pectinesuppletie een afname van 49% van het vrije-radicaalgehalte veroorzaakte, hetgeen overeenkomt met een acetaatconcentratie van 70 μπι, indien gerelateerd aan dit in vitro-onderzoek. Deze waarde ligt binnen het fysiologische bereik. Het is echter belangrijk dat men zich realiseert dat de Cu2+-concentratie die wordt gebruikt om oxy-datie te induceren, een drastische maatregel is, die ongemeen hoge oxydatiesnelheden veroorzaakt.
NIEUWE EFFECTEN
Pectinesuppletie veroorzaakte geen wezenlijke veranderingen in piasmafibrinogeenspiegels. Echter, significante verschillen werden aangetroffen in de eigenschappen van netwerken die zich in plasma van de pectinegroep ontwikkelden. Netwerken waren meer permeabel en hadden een lagere treksterkte. Het fibrinegehalte ervan was aanmerkelijk afgenomen.
Een afname van het fibrinegehalte verklaart ten dele enkele van de gewijzigde netwerkkarakteristieken ten gevolge van gewijzigde fibrine (fibrinogeen)-omzetting. Deze bevindingen duiden erop dat laterale polymerisatie werd versterkt en een grotere hoeveelheid fibrine derhalve in het hoofdvezelnetwerk was opgenomen. De vergrote hoofdnetwerkvezeldiameter wordt weerspiegeld in de in fig. 3 weergegeven turbidimetrische meting. De fibrinevezeldikte lijkt te worden bepaald door de groeikinetiek ervan en de verschillen in vezeldiameter zijn toegeschreven aan de kinetiek van fibrine (fibrinogeen)-afbraak en daaropvolgende fibrinevezelopbouw. Het is bekend dat de massa-lengteverhouding van fibrinevezel wordt bepaald door de snelheden waarmee het fibrinemonomeer wordt gegenereerd en van de opbouw ervan tot fibrinevezel. Wanneer trom-bine aan fibrinogeen wordt toegevoegd, wordt het fibrinemono-meer gegenereerd afhankelijk van de relatieve hoeveelheden enzym en substraat.
Turbidimetrische veranderingen die worden weergegeven door de lagfase, de fase van toenemende turbiditeit en de evenwichtsfase, stellen tezamen de afbraak van fibrinogeen tot fibrinemonomeer; de initiële aggregatie van monomeer tot protofibrillen; en de groei van protofibrillen tot een opaak netwerk voor. De lagfase komt overeen met de tijd die nodig is voor de algehele werking van trombine op fibrinogeen tot het verschijnen van turbidimetrisch detecteerbaar fibrine en omvat de enzymatische afbraak van fibrinogeen en de initiële aggregatie tot protofibrillen. De fibrinogeenoplossing vormt tijdens het vroege deel van de tweede fase waarin de turbiditeit snel toeneemt een gel. De resulterende dikte van de vezels bekort de totale omtrekslengte van de vezels en vergroot derhalve de permeabiliteit. Netwerken met vezels met verhoogde dikte en permeabiliteit zijn minder bestand tegen lysis. Toegenomen stolselsamendrukbaarheid duidt ook op een afname van de treksterkte van fibrine. Toename van de permeabiliteit en afname van de treksterkte duiden op een geringere mate van vernetting van vezels binnen het netwerk.
De veranderingen in fibrinenetwerkkarakteristieken (μΤ en stolsellysistijd) hingen regelrecht samen met veranderingen in plasma-acetaatspiegels.
Acetaatsuppletie veroorzaakte geen significante verandering in piasmafibrinogeenspiegels, maar in deze groep werd een tendens van een afname van 11,2% waargenomen. Significante verschillen werden ook aangetroffen voor de eigenschappen van in plasma ontwikkelde fibrinenetwerken. Deze resultaten werden eveneens waargenomen bij de resultaten van de pectinegroep. Veranderingen in stolselstructuureigenschap-pen hingen eveneens samen met de veranderingen in acetaat-spiegels. Deze resultaten suggereren sterk dat acetaat een rol speelt bij het effect van pectine op stolselstructuur-eigenschappen.
In vitro werden geleidelijk toenemende hoeveelheden acetaat gebruikt om de mogelijkheid te onderzoeken dat acetaat regelrecht verantwoordelijk kan zijn voor veranderingen van in vivo-fibrinestolselstructuurkarakteristieken, en sluiten het effect uit van andere mogelijke veranderingen die in het plasmamedium optraden. De resultaten gaven aan dat acetaat regelrecht fibrinestolselstructuureigenschappen beïnvloedt op dezelfde wijze als tijdens pectine- en acetaatsuppletie. Toenemende hoeveelheden acetaat veroorzaakten significante veranderingen in de stolselkarakteristieken.
Ofschoon het bekend is dat dieetvoedingsvezels het lipidemetabolisme bij de mens kunnen modificeren, zijn tot dusverre geen effecten van vezels of vezelbestanddelen of metabolieten op lipideperoxydatie beschreven. Tijdens de experimenten veroorzaakte pectinesuppletie een significante afname met 49% van het waterstofperoxidegehalte van bloed-lipiden. Dit effect ging gepaard met een afname van totaal cholesterol. De verandering in lipideperoxiden hing regelrecht samen met de verandering in TC- en acetaatspiegels.
Acetaatsuppletie veroorzaakte een significante afname van het vrije-radicaalgehalte van bloedlipiden. Het effect ging gepaard met een afname van totaal cholesterol. De verandering in vrije-radicaalconcentratie hing regelrecht samen met de verandering in TC- en acetaatspiegels.
Het regelrechte effect van acetaat op lipideperoxydatie werd in vitro bewerkstelligd om het effect uit te sluiten van significante afnamen van TC, zoals beschreven voor de resultaten door tussenkomst van acetaat en pectine.
De resultaten lieten zien dat toenemende hoeveelheden acetaat in vitro de gevoeligheid van lipoproteïnen tegen aanvallen door vrije radicalen verminderde.
Bij de acetaatsuppletiegroep werd een klinisch significante, maar statistisch niet-significante afname van lichaamsgewicht met 5,0 kg waargenomen. Eerder werd aangetoond dat acetaat bij schapen de voedselopname remt. Het acetaateffect kan derhalve mogelijk worden toegeschreven aan directe mechanismen en een afname van de voedselopname. Er werd geen gewichtsvermindering gemeten bij de pectinesupple-tiegroep. Het gewichtsverlies bij acetaatsuppletie droeg mogelijk bij aan het verlagen van TC en TG.
MOGELIJKE MECHANISMEN
De resultaten lieten zien dat zowel acetaat als pectine in vivo veranderingen in netwerkeigenschappen induceren. Echter, pectine en acetaat lieten in vivo ook significante effecten zien op andere metabole variabelen. Plasma is een waterig mengsel van eiwitten, lipiden, koolhydraten, aminozuren, zouten en andere stoffen. Een verandering in één van deze bestanddelen van plasma zou direct worden weerspiegeld in de eigenschappen van fibrinenetwerken. Derhalve zou kunnen worden verwacht dat acetaat en pectine netwerkkarakte-ristieken kunnen modificeren door een combinatie van het effect ervan op het metabolisme (modulerend mechanisme), mogelijke directe effecten (sterische uitsluiting enz.) en veranderde fibrine-omzetting (kinetisch mechanisme).
Het mechanisme dat aan deze verschillen ten grondslag ligt is momenteel niet duidelijk, maar bij onderzoek met kunstmatig toegevoegd acetaat werden de reagentia slechts een paar minuten voordat het netwerk zich ontwikkelde toegevoegd. De geïnduceerde veranderingen komen derhalve door een direct effect van acetaat op fibrine. Derhalve lijkt het erop dat in aanwezigheid van op deze wijze toegevoegd acetaat, de ontwikkelde netwerken veranderingen simuleerden die worden waargenomen bij netwerkkarakteristieken van zowel acetaat als met pectine aangevuld plasma. Dit duidt erop dat dat acetaat regelrecht verantwoordelijk kan zijn voor gedeeltelijke veranderingen in fibrinenetwerkkarakteristieken.
De fysiochemische aard van acetaat definieert het gedrag van dit zuur bij levende organismen. Moleculen (zoals acetaat) van verbindingen die O-H-groepen bevatten trekken elkaar aan door een intermoleculaire kracht die wordt veroorzaakt door het verschil in elektronegativiteit van zuurstof-en waterstofatomen. Dit geeft acetaat het vermogen om water-stofbruggen te vormen tussen 0-H, H-F, Η-Cl en H-N. Waterstof bruggen zijn de bepalende factor die de eigenschappen van acetaat in oplossing bepaalt. Er zijn twee soorten waterstof-bruggen, intramoleculaire en intermoleculaire. Intermoleculaire bruggen kunnen een link zijn naar de effecten van acetaat op de in vitro- en in vivo-fibrinestolselstructuur. Fibrinogeen is een zeer groot molecuul met een scala aan verschillende bindingen. Het is niet onmogelijk dat acetaat waterstofbruggen vormt met het fibrinemolecuul, dat zowel 0-H- als H-N-groepen bezit. Dit kan sterische effecten hebben op het fibrinogeenmolecuul, waardoor een verandering in fibrinogeen-trombine-interactie plaatsvindt, hetgeen vervolgens leidt tot een gewijzigd stollingsproces. Dit zou leiden tot wijzigingen in de fibrinestolselstructuur.
Zowel pectine als acetaat verminderen peroxydatie van bloedlipiden in vivo. Afgezien van acetaat zou geen andere gemeten variabele dit anti-oxydatieve effect van pectine en acetaat in vivo kunnen verklaren. Het onderliggende mechanisme is niet duidelijk. Uit de in vitro-resul-taten lijkt het dat acetaat rechtstreeks lipideperoxidatie remt. Dit duidt erop dat pectinefermentatie stoffen (acetaat) oplevert met anti-oxydanseigenschappen. Dit kan direct bewijs zijn dat acetaat tegen lipideperoxydatie beschermt door het remmen van de afgifte van vrije radicalen, in plaats van het beschermen van de bloedlipiden daartegen.
Het zal duidelijk zijn dat vetzuren met korte keten, zoals azijnzuur, of farmaceutisch aanvaardbare zouten, derivaten of voorlopers ervan, in een farmaceutisch aanvaardbare beschermende bekleding die bestand is tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm van een zoogdier, maar oplosbaar en verteerbaar is in de colon van een dergelijk zoogdier, zou kunnen worden gebruikt als een farmaceutisch middel voor het voorkomen of behandelen van elk van de vol gende aandoeningen bij zoogdieren: atherosclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistijden, ongewenste fibrinestolselkarakte-ristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht en het gebruik ervan. Het zal verder duidelijk zijn dat dergelijke vetzuren met korte keten verder kunnen worden gebruikt bij werkwijzen voor het behandelen of voorkomen van één of meer van deze aandoeningen bij zoogdieren.
Het zal verder nog duidelijk zijn dat er zonder twijfel een groot aantal detailvariaties op de uitvinding zoals die hiervoor is beschreven mogelijk is, zonder buiten het kader en/of de geest van de bijgaande conclusies te geraken.

Claims (24)

1. Farmaceutisch middel voor het voorkomen of behandelen van elk van de volgende aandoeningen bij zoogdieren: atherosclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistijden, ongewenste fibrinestolselkarakteristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht, dat een vetzuur met korte keten omvat, of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan, in een farmaceutisch aanvaardbare beschermende bekleding die bestand is tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm van een zoogdier, maar verteerbaar of oplosbaar is in de colon van een zoogdier.
2. Farmaceutisch middel volgens conclusie 1, waarbij het farmaceutisch aanvaardbare zout van het vetzuur met korte keten het calciumzout ervan is.
3. Farmaceutisch middel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het vetzuur met korte keten azijnzuur omvat.
4. Farmaceutisch middel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de beschermende bekleding een natuurlijk of synthetisch hars zoals schellak omvat.
5. Farmaceutisch middel volgens conclusie 4, dat calciumacetaat bevat in de vorm van een capsule, tablet of pil dat is bekleed met een dergelijk hars.
6. Farmaceutisch middel volgens conclusie 5, dat tussen 0,1 gram en 100,0 gram van het acetaat bevat.
7. Farmaceutisch middel in hoofdzaak zoals hierin beschreven en ter illustratie gegeven.
8. Werkwij ze voor het behandelen of voorkomen van één of meer van de volgende aandoeningen bij zoogdieren: atherosclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistijden, ongewenste fibrinestolselkarakteristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht, daaronder begrepen de stap van het aan de colon van een zoogdier toedienen van een middel dat een vetzuur met korte keten, of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan omvat.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij het middel via het spijsverteringskanaal van het zoogdier wordt toegediend.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij het farmaceutisch aanvaardbare zout het calciumzout is van het vetzuur met een korte keten.
11. Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 10, waarbij het vetzuur met korte keten azijnzuur is.
12. Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 11, waarbij het middel in een farmaceutisch aanvaardbare beschermende bekleding wordt toegediend welke bestand is tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm van een zoogdier, maar verteerbaar of oplosbaar is in de colon van een zoogdier.
13. Werkwijze volgens één van de conclusies 8 tot 12, waarbij het middel ten minste één keer per dag aan een mens wordt toegediend in een hoeveelheid tussen 0,1 gram en 100,0 gram per dag.
14. Werkwijze voor het behandelen of voorkomen van aandoeningen bij zoogdieren, in hoofdzaak zoals hierin beschreven en geïllustreerd.
15. Gebruik van een middel dat een vetzuur met korte keten of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan omvat, in een farmaceutisch aanvaardbare beschermende bekleding die bestand is tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm van een zoogdier, maar verteerbaar of oplosbaar is in de colon van een zoogdier, bij een werkwijze voor het behandelen of voorkomen van één of meer van de volgende aandoeningen bij zoogdieren: athero-sclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistijden, ongewenste fibrinestolselkarakteristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht.
16. Gebruik volgens conclusie 15 van een middel, waarbij het farmaceutisch aanvaardbare zout het calciumzout van het vetzuur met korte keten is.
17. Gebruik van een middel volgens conclusie 15 of 16, waarbij het vetzuur met korte keten azijnzuur is.
18. Gebruik volgens één van de conclusies 15 tot 17 van een middel, waarbij de beschermende bekleding een natuurlijk of synthetisch hars omvat zoals schellak.
19. Gebruik volgens één van de conclusies 15 tot 18 van een middel, waarbij het middel dat ten minste één keer per dag aan een mens kan worden toegediend aanwezig is in een hoeveelheid tussen 0,1 gram en 100,0 gram per dag.
20. Gebruik van een middel dat een vetzuur met korte keten of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan omvat, bij de bereiding van een geneesmiddel voor het gebruik bij een werkwijze voor het behandelen of voorkomen van één of meer van de volgende aandoeningen bij zoogdieren: atherosclerose, trombose, ongewenst hoge spiegels van vrije radicalen, ongewenst lange fibrinestolsellysistij-den, ongewenste fibrinestolselkarakteristieken, ongewenst hoge spiegels van vrije vetzuren en vetzucht, waarbij het geneesmiddel een farmaceutisch aanvaardbare beschermende bekleding bezit die bestand is tegen verteren en oplossen in de maag en dunne darm van een zoogdier, maar verteerbaar of oplosbaar is in de colon van een zoogdier.
21. Gebruik van een middel volgens conclusie 20, waarbij het farmaceutisch aanvaardbare zout het calciumzout is van het vetzuur met korte keten.
22. Gebruik van een middel volgens conclusie 20 of 21, waarbij het vetzuur met korte keten azijnzuur is.
23. Gebruik van een middel volgens één van de conclusies 20 tot 22, waarbij de beschermende bekleding een natuurlijk of synthetisch hars omvat, zoals schellak.
24. Gebruik van een middel dat een vetzuur met korte keten of een farmaceutisch aanvaardbaar zout, derivaat of voorloper ervan omvat, in hoofdzaak zoals hierin beschreven en geïllustreerd.
NL1006774A 1996-08-14 1997-08-14 Anti-atherosclerose- en anti-trombotisch middel en het gebruik daarvan. NL1006774C2 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
ZA9601173 1996-08-14
ZA961173 1996-08-14
PCT/EP1997/004875 WO1999011254A1 (en) 1996-08-14 1997-08-29 Anti-atherosclerotic and anti-thrombotic agent and the use thereof
EP9704875 1997-08-29

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1006774A1 true NL1006774A1 (nl) 1998-02-20
NL1006774C2 NL1006774C2 (nl) 1998-09-28

Family

ID=26070236

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006774A NL1006774C2 (nl) 1996-08-14 1997-08-14 Anti-atherosclerose- en anti-trombotisch middel en het gebruik daarvan.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US6528095B1 (nl)
NL (1) NL1006774C2 (nl)
WO (1) WO1999011254A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999011254A1 (en) * 1996-08-14 1999-03-11 Potchefstroom University For Christian Higher Education Anti-atherosclerotic and anti-thrombotic agent and the use thereof

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7704979B2 (en) 2000-09-01 2010-04-27 The University Of Tennessee Research Foundation Materials and methods for the treatment or prevention of obesity
US6384087B1 (en) * 2000-09-01 2002-05-07 University Of Tennesseee Research Corporation, Inc. Materials and methods for the treatment or prevention of obesity
CN1520284A (zh) * 2001-05-29 2004-08-11 波切夫斯特鲁姆基督教高等教育大学 包含乙酸钙的厌食组合物
US7790670B2 (en) 2002-03-01 2010-09-07 Glanbia Nutritionals (Ireland) Ltd. Compositions and methods for treatment of body weight conditions
US20030203004A1 (en) 2002-04-24 2003-10-30 Kelm Gary Robert Compositions comprising short and long chain fatty acids and methods of their use for the management of body weight
GB0326632D0 (en) * 2003-11-14 2003-12-17 Jagotec Ag Dry powder formulations
JP4966233B2 (ja) * 2007-04-19 2012-07-04 ローム アンド ハース カンパニー レトルトパウチのための積層用接着剤
WO2010105112A1 (en) * 2009-03-11 2010-09-16 Hemaquest Pharmaceuticals, Inc. Detection of short-chain fatty acids in biological samples

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS6136222A (ja) * 1984-07-26 1986-02-20 Chugai Pharmaceut Co Ltd 高リン酸血症治療剤
US4721716A (en) * 1984-08-06 1988-01-26 Neesby Torben E Method for desensitizing the gastrointestinal tract from food allergies
GB8630913D0 (en) * 1986-12-24 1987-02-04 Glaxo Group Ltd Pharmaceutical compositions
US4870105B1 (en) * 1987-04-07 1998-03-10 Braintree Lab Phosphorus binder
US4962094A (en) * 1988-10-28 1990-10-09 Alpha Beta Technology, Inc. Glucan dietary additives
DE69225979T2 (de) * 1992-08-13 1998-12-17 Teikoku Seiyaku Co. Ltd., Kagawa Orale zubereitung zur freisetzung im unteren verdauungstract
NL1006774C2 (nl) * 1996-08-14 1998-09-28 Univ Potchefstroom Anti-atherosclerose- en anti-trombotisch middel en het gebruik daarvan.

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1999011254A1 (en) * 1996-08-14 1999-03-11 Potchefstroom University For Christian Higher Education Anti-atherosclerotic and anti-thrombotic agent and the use thereof
US6528095B1 (en) 1996-08-14 2003-03-04 Potchefstroom University For Christian Higher Education Anti-atherosclerotic and anti-thrombotic agent and the use thereof

Also Published As

Publication number Publication date
NL1006774C2 (nl) 1998-09-28
WO1999011254A1 (en) 1999-03-11
US6528095B1 (en) 2003-03-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Harris Expert opinion: omega-3 fatty acids and bleeding—cause for concern?
Phelps et al. Garlic supplementation and lipoprotein oxidation susceptibility
RU2402326C1 (ru) Способ коррекции инсулинорезистентности при метаболическом синдроме
TW201900160A (zh) 用於降低腎功能下降之個體中的三酸甘油酯之組合物及方法
TW542721B (en) Dietary supplements containing natural ingredients
JP2019206552A (ja) 小児メタボリック症候群を治療する方法
Haug et al. Bioavailability of EPA and DHA delivered by gelled emulsions and soft gel capsules
EP1973552B1 (en) Parenteral nutrition composition containing iron
EP2086353B1 (en) Nutritional products comprising saccharide oligomers
Donnelly et al. Effect of n-3 fatty acids from fish oil on hemostasis, blood pressure, and lipid profile of dialysis patients.
CN110123831A (zh) 用于通过增加hdl胆固醇水平治疗和/或预防疾病的基于甲基环糊精的组合物
Bharadwaj et al. Fish oil-based lipid emulsion: current updates on a promising novel therapy for the management of parenteral nutrition-associated liver disease
JPH11509523A (ja) オメガ−3ポリ不飽和酸の経口投与剤を用いた炎症性腸疾患の治療方法
McClaskey et al. Subdural hematoma after a fall in an elderly patient taking high‐dose omega‐3 fatty acids with warfarin and aspirin: case report and review of the literature
NL1006774A1 (nl) Anti-atherosclerose- en anti-trombotisch middel en het gebruik daarvan.
AU2004210244B9 (en) Oils enriched with diacylglycerols and phytosterol esters for use in the reduction of cholesterol and triglycerides
Jatuporn et al. Short‐term effects of an intensive lifestyle modification program on lipid peroxidation and antioxidant systems in patients with coronary artery disease
Jones Dietary agents that target gastrointestinal and hepatic handling of bile acids and cholesterol
Qu et al. Impact of low-dose urokinase in peritoneal dialysis on serum oxidative stress, nitric oxide and endothelin in cerebral infarction complicated with uremia
Zaitone et al. Effect of evening primrose oil and omega-3 polyunsaturated fatty acids on the cardiovascular risk of celecoxib in rats
CA2527737A1 (en) Composition comprising one or more phytosterols and/or phytostanols and glucomannan and uses of the composition in treating lipid disorders in individuals with and without type iidiabetes
Meydani Vitamin E and prevention of heart disease in high-risk patients
JP2007112784A (ja) 血管病予防に効果を有する食品組成物
Zhao et al. Non-heme iron loading capacities of anchovy (Engraulis japonicus) meat fractions under simulated gastrointestinal digestion
JP4368523B2 (ja) 抗アテローム性動脈硬化および抗血栓症薬剤およびその使用

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 19980721

PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: POTCHEFSTROOM UNIVERSITY FOR CHRISTIAN HIGHER EDUC

SD Assignments of patents

Owner name: NORTH WEST UNIVERSITY

Effective date: 20060123

TD Modifications of names of proprietors of patents

Owner name: NORTH-WEST UNIVERSITY

Effective date: 20060123

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130301