NL1006652C2 - A method of operating an entertainment device as well as such an entertainment device. - Google Patents

A method of operating an entertainment device as well as such an entertainment device. Download PDF

Info

Publication number
NL1006652C2
NL1006652C2 NL1006652A NL1006652A NL1006652C2 NL 1006652 C2 NL1006652 C2 NL 1006652C2 NL 1006652 A NL1006652 A NL 1006652A NL 1006652 A NL1006652 A NL 1006652A NL 1006652 C2 NL1006652 C2 NL 1006652C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wagon
track
transport direction
seating
section
Prior art date
Application number
NL1006652A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jacob Hubert Marie Houben
Original Assignee
Vekoma Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vekoma Tech Bv filed Critical Vekoma Tech Bv
Priority to NL1006652A priority Critical patent/NL1006652C2/en
Priority to DE69821111T priority patent/DE69821111D1/en
Priority to PCT/NL1998/000421 priority patent/WO1999004875A1/en
Priority to AU85636/98A priority patent/AU8563698A/en
Priority to AT98936755T priority patent/ATE257737T1/en
Priority to EP98936755A priority patent/EP0998339B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1006652C2 publication Critical patent/NL1006652C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63GMERRY-GO-ROUNDS; SWINGS; ROCKING-HORSES; CHUTES; SWITCHBACKS; SIMILAR DEVICES FOR PUBLIC AMUSEMENT
    • A63G7/00Up-and-down hill tracks; Switchbacks

Abstract

An amusement device as well as methods for operating said amusement device, which comprises an elongated track and a carriage which is movable over said track. The carriage is moved in a forward direction of transport over the track to a predetermined end position. The forward movement is stopped near the end position, at least one seating part of the carriage provided with seats is pivoted through 180 DEG about a pivot axis extending transversely to the track, and the carriage is moved in a backward direction of transport away from the end position, whereby the front part of the carriage is positioned at the front again, seen in the direction of transport.

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het bedrijven van een amusementsinrich- ting alsmede een dergelijke amusementsinrichting.Short designation: Method for operating an entertainment device as well as such an entertainment device.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor 5 het bedrijven van een amusementsinrichting die is voorzien van een langgestrekte baan en een over de baan verplaatsbare wagon.The invention relates to a method for operating an amusement device which is provided with an elongated track and a wagon that can be moved over the track.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een amusementsinrichting voorzien van een langgestrekte baan en een over de baan verplaatsbare wagon.The invention also relates to an amusement device provided with an elongated track and a wagon that can be moved over the track.

10 In deze octrooiaanvrage wordt onder zitgedeelte verstaan het gedeelte van de wagon waarin een persoon of een aantal personen zittend, staand of liggend kunnen plaatsnemen.In this patent application, seating area is understood to mean the part of the wagon in which a person or a number of persons can take a sitting, standing or lying position.

Bij het bedrijven van een amusementsinrichting zoals een achtbaan is het op zich bekend om een wagon in een heengaande 15 transportrichting over de baan te verplaatsen, vervolgens de wagon tot stilstand te brengen en daarna de wagon in een tegengestelde teruggaande transportrichting over de baan te verplaatsen. In de heengaande transportrichting worden in de wagon aanwezige personen naar voren verplaatst terwijl in de teruggaande transportrichting de personen naar 20 achteren worden verplaatst.When operating an amusement device such as a roller coaster, it is known per se to move a wagon in a forward transport direction across the track, then to stop the wagon and then move the wagon in an opposite reverse transport direction across the track. In the forward transport direction, persons present in the wagon are moved forward, while in the return transport direction, the persons are moved backward.

De uitvinding beoogt een werkwijze voor het bedrijven van een amusementsinrichting te verschaffen waarbij een zich in de wagon bevindend persoon eenzelfde oriëntatie ten opzichte van de transportrichting blijft houden.The object of the invention is to provide a method for operating an amusement device in which a person in the wagon continues to maintain the same orientation with respect to the transport direction.

25 Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat de wagon in een heengaande transportrichting over de baan wordt verplaatst totdat een voorste gedeelte van de wagon een vooraf bepaalde eindpositie nadert waarbij ten minste een van zitplaatsen voorzien zitgedeelte van de wagon over 180° om een zich dwars op de baan 30 uitstrekkende zwenkas wordt gezwenkt en de wagon tot stilstand wordt gebracht, waarna de wagon in een van de eindpositie afgekeerde, teruggaande transportrichting wordt verplaatst, waarbij het voorste gedeelte van de wagon in de transportrichting gezien wederom vooraan is gelegen.This object is achieved in the method according to the invention in that the wagon is moved over the track in a forward transport direction until a front part of the wagon approaches a predetermined end position, wherein at least one seating area of the wagon provided with seats rotates through 180 °. a pivot axis extending transversely to the track 30 is pivoted and the wagon is brought to a standstill, after which the wagon is moved in a reverse transport direction away from the end position, the front part of the wagon again being in front in the transport direction.

Nabij de eindpositie, die nabij het einde van de baan 35 kan zijn gelegen of op een willekeurige, vooraf bepaalde plaats op de baan, wordt het zitgedeelte over 180° gezwenkt en de wagon tot stilstand 101665 2 2 gebracht. Op het moment dat de zwenking over 180° is voltooid, is de wagon tot stilstand gebracht en wordt de wagon vervolgens in tegengestelde transportrichting van de eindpositie af verplaatst. De in de wagon aanwezige personen kijken hierbij telkens in de bewegingsrichting van de 5 wagon. Het is uiteraard ook mogelijk om de persoon telkens tegengesteld aan de bewegingsrichting van de wagon te laten kijken.Near the end position, which may be near the end of the track 35 or at any predetermined position on the track, the seating portion is pivoted through 180 ° and the carriage is brought to a stop 101665 2 2. When the 180 ° pivot is completed, the wagon has come to a standstill and the wagon is then moved away from the end position in the opposite transport direction. The persons present in the wagon always look in the direction of movement of the 5 wagon. It is of course also possible to have the person look opposite to the direction of movement of the wagon.

Een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de baan is voorzien van een zich nagenoeg verticaal uitstrekkend baangedeelte, waarbij de wagon in een 10 opwaartse transportrichting over de baan wordt verplaatst totdat het voorste gedeelte van de wagon nabij een uiteinde van het zich nagenoeg verticaal uitstrekkende baangedeelte is gelegen waarbij ten minste een van zitplaatsen voorzien gedeelte van de wagon over 180° om een zich, nagenoeg horizontaal, dwars op de baan uitstrekkende zwenkas wordt gezwenkt 15 en de wagon nagenoeg tot stilstand wordt gebracht, waarna de wagon in een van het uiteinde afgekeerde neerwaartse transportrichting wordt verplaatst, waarbij het voorstel gedeelte van de wagon in de transportrichting gezien wederom vooraan is gelegen.An embodiment of the method according to the invention is characterized in that the track is provided with a substantially vertically extending track section, wherein the wagon is moved along the track in an upward transport direction until the front part of the wagon near an end of the substantially a vertically extending track section is located in which at least one seating section of the wagon is pivoted through 180 ° about a pivot axis extending substantially horizontally transverse to the track and the wagon is brought to a virtually stop, after which the wagon is moved into one of the end of the downward transport direction turned away is moved, wherein the proposal portion of the wagon, viewed in the transport direction, is again situated at the front.

Op deze wijze wordt de beweging van een stuntvliegtuig 20 nagebootst, waarbij het stuntvliegtuig verticaal omhoog probeert te vliegen. Een stuntvl iegtuig zwenkt bij het bereiken van de maximale hoogte over een horizontale zwenkas en duikt vervolgens nagenoeg verticaal naar beneden. Een in de wagon aanwezige persoon ondervindt bij de werkwijze volgens de uitvinding eenzelfde sensatie.In this manner, the movement of a stunt plane 20 is simulated, the stunt plane trying to fly vertically upwards. A stunt plane swings over a horizontal pivot axis when it reaches its maximum height and then dips down almost vertically. A person present in the wagon experiences the same sensation in the method according to the invention.

25 Het zwenken van het zitgedeelte, het stoppen van de wagon en het in neerwaartse richting gaan verplaatsen van de wagon dient in een zo kort mogelijke tijd te worden uitgevoerd om de beweging van een stuntvliegtuig zo goed mogelijk te benaderen.25 Pivoting the seating area, stopping the wagon and moving the wagon downwards should be carried out in the shortest possible time to get as close as possible to the movement of a stunt plane.

Een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens 30 de uitvinding wordt gekenmerkt doordat elke wagon is voorzien van een afzonderlijk, ten minste over 180° zwenkbaar, van zitplaatsen voorzien zitgedeelte, waarbij de zwenkbare zitgedeeltes simultaan over 180° worden gezwenkt.Another embodiment of the method according to the invention is characterized in that each wagon is provided with a separate seating area provided with seats, which can be pivoted at least through 180 °, wherein the pivotable seating parts are simultaneously pivoted through 180 °.

Op deze wijze is het mogelijk om relatief veel personen 35 simultaan een zwenking om de zwenkas te laten ondergaan, terwijl de lengte van de bocht die door de personen wordt afgelegd, beperkt blijft. Hierdoor 1 0 0 6 6 5 2 3 is het mogelijk om de zwenking relatief snel uit te voeren zonder relatief te grote versnellingen en snelheden voor de zich het verst van de zwenkas af bevindende personen.In this way it is possible to have relatively many persons simultaneously undergo a pivot around the pivot axis, while the length of the bend made by the persons remains limited. This makes it possible to perform the pivoting relatively quickly without relatively large accelerations and speeds for persons furthest from the pivot axis.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 5 van de tekeningen, waarin fig. 1A-1E zijaanzichten en vooraanzichten tonen van een amusementsinrichting volgens de uitvinding op achtereenvolgend gelegen tijdstippen 1-8, fig. 2 een dwarsdoorsnede toont in door pijlen II-II 10 aangegeven richting van de in fig. IA weergegeven amusementsinrichting, fig. 3 de in fig. 1B en 1D weergegeven stand van de amusementsinrichting uitvergroot weergeeft, fig. 4A-4C verschillende standen van een aangrijpin-richting van de in fig. 1 weergegeven amusementsinrichting tonen.The invention will be explained in more detail with reference to the drawings, in which fig. 1A-1E show side views and front views of an amusement device according to the invention at successive times 1-8, fig. 2 shows a cross-section in arrows II-II. 10 shows the direction of the amusement device shown in fig. 1A, fig. 3 shows the position of the amusement device shown in fig. 1B and 1D in enlarged view, fig. 4A-4C show different positions of an engaging direction of the amusement device shown in fig. 1 show.

15 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.Corresponding parts are provided with the same reference numerals in the figures.

Fig. 1A-1D tonen een amusementsinrichting 10 volgens de uitvinding die is voorzien van een langgestrekte baan 11 en een over de langgestrekte baan 11 verplaatsbare wagon 12. De in fig. 1A-1E 20 weergegeven amusementsinrichting 10 is voorzien van een enkele wagon 12 die in verschillende achtereenvolgende standen 1-8 op de baan 11 is weergegeven.Fig. 1A-1D show an amusement device 10 according to the invention, which is provided with an elongated track 11 and a wagon 12 which can be moved over the elongated track 11. The amusement device 10 shown in Figs. 1A-1E 20 is provided with a single wagon 12 which is arranged in different successive positions 1-8 on track 11 is shown.

De langgestrekte baan 11 is voorzien van een zich nagenoeg horizontaal uitstrekkend baangedeelte 13, twee aan weerszijden 25 van het horizontale baangedeelte 13 aangrenzende opwaarts gekromde baangedeeltes 14, 15, een op het gekromde baangedeelte 14 aangrenzende zich onder een helling naar boven uitstrekkend baangedeelte 16, een op het baangedeelte 16 aansluitende, opwaarts gekromd baangedeelte 17 en twee respectievelijk op de gekromde baangedeeltes 17, 15 aansluitende, zich 30 verticaal uitstrekkende baangedeeltes 18, 19.The elongated track 11 comprises a substantially horizontally extending track section 13, two upwardly curved track sections 14, 15 adjoining the curved track section 14 adjacent to the curved track section 13, an upwardly extending track section 16, one on either side of the horizontal track section 13, a Upwardly curved track section 17 connecting to the track section 16 and two vertically extending track sections 18, 19 connecting to the curved track sections 17, 15 respectively.

De zich verticaal uitstrekkende baangedeeltes 18, 19 worden ondersteund door twee zich verticaal uitstrekkende kolommen 20, 21 die zijn voorzien van tot een vakwerk met elkaar verbonden buizen.The vertically extending web sections 18, 19 are supported by two vertically extending columns 20, 21 which are provided with tubularly connected tubes.

De baan 11 is voorzien van twee zich evenwijdig 35 uitstrekkende buizen 22, 23 waarover de wagon 12 verplaatsbaar is. De wagon 12 is hiertoe voorzien van een onderstel 24 dat, zoals zichtbaar 1006652 4 in fig. 2, 3 is voorzien van vier sets geleidingsrollen 25 die elk ten minste een op een buis 22, 23 afrollend wiel 26, twee langs de zijkant van de buis afrollende wielen 27 en ten minste een tegen de onderzijde van de buis 22, 23 afrollend wiel 28 omvat. Dergelijke samenstellen 25 5 zijn op zich bekend en zullen derhalve niet nader worden toegelicht.The track 11 is provided with two parallel extending tubes 22, 23 over which the wagon 12 is movable. To this end, the wagon 12 is provided with a chassis 24 which, as can be seen from 1006652 4 in Fig. 2, 3, is provided with four sets of guide rollers 25, each of which has at least one wheel 26, rolling on a tube 22, 23, two along the side of tube rolling wheels 27 and at least one wheel 28 rolling against the underside of tube 22, 23. Such assemblies are known per se and will therefore not be further elucidated.

De wagon 12 is verder voorzien van een zitgedeelte 29 dat vier paar achter elkaar gelegen stoelen 30 omvat. Het zitgedeelte 29 is ten opzichte van het onderstel 24 met behulp van een draaikrans 131 zwenkbaar om een zich dwars op het onderstel uitstrekkende zwenkas 31. 10 De wagon 12 is daartoe voorzien van een wrijvingswiel 132 dat roteerbaar is gelagerd om een zich dwars op de zwenkas 31 en de 1 anggestrekte baan uitstrekkende rotatieas. Het wrijvingswiel 132 is met behulp van een overbrenging (niet weergegeven) gekoppeld met de draaikrans 131. Nabij de bovenste uiteinden van de zich verticaal uitstrekkende baangedeeltes 15 18, 19 is de baan 11 voorzien van een wrijvingsbaan 133 waarover het wrijvingswiel 132 wordt afgerold. Ten gevolge van het over de wrijvings-baan 133 afrollende wrijvingswiel 132 wordt de draaikrans 131 en het daarmee verbonden zitgedeelte 29 om de zwenkas 31 gezwenkt.The wagon 12 is further provided with a seating section 29 comprising four pairs of seats 30 one behind the other. The seat portion 29 is pivotable relative to the frame 24 by means of a slewing ring 131 about a pivot shaft 31 extending transversely of the frame. To this end, the wagon 12 is provided with a friction wheel 132 which is rotatably mounted about a pivot transverse to the pivot axis. 31 and the axis of rotation extending axis. The friction wheel 132 is coupled to the slewing ring 131 by a transmission (not shown). Near the upper ends of the vertically extending web portions 15, 18, 19, the track 11 is provided with a friction track 133 over which the friction wheel 132 is unrolled. As a result of the friction wheel 132 rolling down the friction track 133, the slewing ring 131 and the associated seat portion 29 are pivoted about the pivot axis 31.

De amusementsinrichting 10 is verder voorzien van twee 20 verplaatsingsmechanismen 32, 33 die elk zijn voorzien van een losneembaar met het onderstel 24 koppelbaar aangrijpinrichting 34 en een met de aangrijpinrichting 34 verbonden kabel 35 die nabij een bovenste uiteinde 36, 37 van de zich verticaal uitstrekkende baangedeeltes 18, 19 over een geleiderol 38 is geslagen, zich vervolgens verticaal in neerwaartse 25 richting uitstrekt en nabij de onderzijde van de verticale staander 20, 21 over een geleiderol 39 met een lier 40 is verbonden.The amusement device 10 is further provided with two displacement mechanisms 32, 33, each of which comprises a gripping device 34 which can be coupled releasably to the chassis 24 and a cable 35 connected to the gripping device 34, which is located near an upper end 36, 37 of the vertically extending web sections. 18, 19 is passed over a guide roller 38, then extends vertically in the downward direction and is connected to a winch 40 over a guide roller 39 near the underside of the vertical upright 20, 21.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede van de in fig. IA weergegeven amusementsinrichting 10, waarbij de stand is weergegeven waarbij de wagon 12 zich ter hoogte van de pijlen II-II bevindt.Fig. 2 shows a cross-section of the amusement device 10 shown in FIG. 1A, showing the position where the wagon 12 is at the level of the arrows II-II.

30 In de dwarsdoorsnede is de staander 21 zichtbaar die is voorzien van tot driehoeken met elkaar verbonden stangen 41, 42, 43. De stangen zijn nabij de uiteinden verbonden met zich verticaal uitstrekkend buisvormig profiel 44, 45, 46. Het buisvormige profiel 46 is voorzien van een aantal op afstand van elkaar gelegen U-vormige 35 dragers 47. De uiteinden van de benen 48, 49 van de U-vormige dragers 47 zijn verbonden met de zich evenwijdig uitstrekkende buizen 22, 23.The upright 21 is visible in cross-section, which is provided with rods 41, 42, 43 connected to each other to form triangles. The rods are connected near the ends with vertically extending tubular profile 44, 45, 46. The tubular profile 46 is provided of a plurality of spaced U-shaped carriers 47. The ends of the legs 48, 49 of the U-shaped carriers 47 are connected to the parallel extending tubes 22, 23.

1006652 51006652 5

Het onderstel 24 is voorzien van een zich langgestrekte vinvormige flens 50 die met op zich bekende middelen koppelbaar is met de aangrijpinrichting 34.The chassis 24 is provided with an elongated fin-shaped flange 50 which can be coupled to the engaging device 34 by means known per se.

Fig. 4A-4C tonen de aangri jpinrichting 34 die onderdeel 5 vormt van een afzonderlijke octrooiaanvrage NL-A-1005727 van aanvraagster en derhalve slechts beknopt zal worden toegei icht. De aangri jpinrichting 34 omvat een aantal paren nokken 134 die onder veerkracht roteerbaar zijn in door pijlen P7 en P8 aangegeven richtingen. De aangrijpinrichting 34 is verder voorzien van twee, tegen veerkracht in, in door pijlen P5, P6 10 aangegeven richtingen verplaatsbare sledes 135, 136 die zijn voorzien van tegenover de nokken 134 gelegen pennen 137. De baan 11 is voorzien van een kleminrichting (niet weergegeven) met behulp waarvan krachten op de sledes 135, 136 kunnen worden uitgeoefend in door pijlen P5, P6 aangegeven richtingen. Ten gevolge van deze op de sledes 135, 136 uitgeoefende 15 krachten, worden de sledes 135, 136 naar elkaar toe verplaatst, waarbij de pennen 137 in aanraking worden gebracht met de nokken 134, waardoor de nokken 134 in aan pijlen P7, P8 tegengestelde richtingen worden gezwenkt. Door het in pijlen P7, P8 tegengestelde richtingen zwenken van de nokken 134, geraken de nokken 134 van de in fig. 4A weergegeven stand 20 in de in fig. 4B weergegeven stand. Bij het koppelen van de aangri jpinrichting 34 met de flens 50 van de wagon 12 wordt de aangrijpinrichting 34 eerst in de in fig. 4B weergegeven stand gebracht waarna de op de sledes 135, 136 uitgeoefende krachten worden verminderd en de aangrijpinrichting 34 bijvoorbeeld de in fig. 4C weergegeven stand inneemt, waarbij de 25 flens 50 asymmetrisch in de aangri jpinrichting 34 is gelegen. Bij het ontkoppelen van de aangrijpinrichting 34 van de flens 50 worden krachten op de sledes 135, 136 uitgeoefend in door pijlen P5, P6 aangegeven richtingen. Tegelijkertijd wordt de aangrijpinrichting 34 afgeremd. Ten gevolge van de massatraagheid zal de wagon 12 met de daarmee verbonden 30 flens 50 nog een geringe verplaatsing ondergaan in de door pijl T aangegeven transportrichting. Dientengevolge verminderen de door de flens 50 op de nokken 134 uitgeoefende krachten en kunnen de sledes 135, 136 met een relatief geringe kracht naar elkaar toe worden verplaatst, ten gevolge waarvan de nokken 134 van de flens 50 worden ontkoppeld.Fig. 4A-4C show the engagement device 34 which forms part of a separate patent application NL-A-1005727 from the applicant and will therefore only be explained briefly. The engagement device 34 includes a plurality of pairs of cams 134 rotatable under spring force in directions indicated by arrows P7 and P8. The engaging device 34 is further provided with two slides 135, 136 which are displaceable in the directions indicated by arrows P5, P6 10 against spring force and which are provided with pins 137 located opposite the cams 134. The track 11 is provided with a clamping device (not shown ) by means of which forces can be exerted on the slides 135, 136 in directions indicated by arrows P5, P6. As a result of these forces exerted on the slides 135, 136, the slides 135, 136 are moved together, the pins 137 being brought into contact with the cams 134, causing the cams 134 in opposite directions to arrows P7, P8 are swirled. By pivoting the cams 134 in opposite directions in arrows P7, P8, the cams 134 move from the position shown in Fig. 4A to the position shown in Fig. 4B. When coupling the engaging device 34 to the flange 50 of the wagon 12, the engaging device 34 is first brought into the position shown in Fig. 4B, after which the forces exerted on the slides 135, 136 are reduced and the engaging device 34, for example, the one shown in Fig. 4C assumes the position in which the flange 50 is located asymmetrically in the engagement device 34. When the engaging device 34 is released from the flange 50, forces are exerted on the slides 135, 136 in directions indicated by arrows P5, P6. At the same time, the engaging device 34 is braked. Due to the mass inertia, the wagon 12 with the flange 50 connected thereto will undergo a slight displacement in the direction of transport indicated by arrow T. As a result, the forces exerted by the flange 50 on the cams 134 decrease and the slides 135, 136 can be moved towards each other with a relatively small force, as a result of which the cams 134 are disengaged from the flange 50.

35 De werking van de amusementsinrichting 10 zal nu beknopt worden toegelicht.The operation of the amusement device 10 will now be briefly explained.

168 6 65 2 6168 6 65 2 6

Uitgegaan wordt van stand 1, waarbij de wagon 12 zich in het horizontale baangedeelte 13 bevindt. Nabij dit horizontale baangedeelte 13 is een in- en uitstapstation gelegen van waaruit personen in de wagon 12 kunnen plaatsnemen en uit de wagon 12 kunnen stappen. Op 5 de stoelen 30 zittende personen kijken in een door pijl PI aangegeven transportrichting. Nadat de personen in de wagon 12 hebben plaatsgenomen en in de stoelen 30 met op zich bekende middelen zijn vastgezet, wordt de met de wagon 12 gekoppelde aangrijpinrichting 34 met behulp van de lier 40 in de door pijl PI aangegeven transportrichting verplaatst over 10 achtereenvolgens het horizontale baangedeelte 13, het gekromde baangedeelte 14, het schuine baangedeelte 16, het gekromde baangedeelte 17 naar het verticaal uitstrekkende baangedeelte 18, alwaar de wagon 12 de stand 2 bereikt.The starting point is position 1, in which the wagon 12 is located in the horizontal track section 13. Close to this horizontal track section 13 is an entry and exit station from which persons can take place in wagon 12 and get out of wagon 12. Persons seated on the chairs 30 look in a transport direction indicated by arrow PI. After the persons have taken their seats in the wagon 12 and have been secured in the seats 30 by means known per se, the engaging device 34 coupled to the wagon 12 is moved successively by means of the winch 40 in the transport direction indicated by arrow P1 over 10 successively the horizontal track section 13, the curved track section 14, the oblique track section 16, the curved track section 17 to the vertically extending track section 18, where the wagon 12 reaches position 2.

Nabij het uiteinde van het baangedeelte 18 wordt het 15 zitgedeelte 29 van het onderstel 24 ontkoppeld, vervolgens in een door pijl P2 aangegeven richting om de zich horizontaal uitstrekkende zwenkas 31 gezwenkt (zie fig. 1B, stand 3; fig. 3) en daarna weer met het onderstel 24 gekoppeld. Op het moment dat het zitgedeelte met het onderstel wordt gekoppeld, wordt de wagon tot stilstand gebracht, waarna de wagon 12 20 de in fig. 1C weergegeven stand 4 heeft ingenomen. Het voltooien van de zwenking en het tot stilstand brengen van de wagon dient bij voorkeur simultaan plaats te vinden om het gevoel van een om een horizontale as duikend vliegtuig zo goed mogelijk te benaderen.Near the end of the web portion 18, the seating portion 29 of the chassis 24 is disengaged, then pivoted in a direction indicated by arrow P2 about the horizontally extending pivot shaft 31 (see fig. 1B, position 3; fig. 3) and then again coupled to the chassis 24. The moment the seating part is coupled to the chassis, the wagon is brought to a standstill, after which the wagon 12 has assumed the position 4 shown in Fig. 1C. Completion of the slew and stopping of the wagon should preferably take place simultaneously to best approximate the feel of an airplane diving about a horizontal axis.

Het zwenken van het zitgedeelte 29 vindt bijvoorbeeld 25 plaats op de wijze zoals beschreven aan de hand van fig. 2.The seating part 29 is pivoted, for example, in the manner as described with reference to Fig. 2.

Het is ook mogelijk om het zitgedeelte met behulp van een elektrisch aangedreven motor om de zwenkas 31 te verzwenken waarbij met behulp van met een regelaar gekoppelde sensoren de elektrische motor op het gewenste tijdstip wordt geactiveerd. Na het zwenken van het 30 zitgedeelte 29 wordt het zitgedeelte 29 met het onderstel 24 vergrendeld. Pas dan is het zwenken van het zitgedeelte 29 voltooid. Op het moment dat het zwenken is voltooid, wordt de wagon 12 tot stilstand gebracht.It is also possible to pivot the seating area around the pivot shaft by means of an electrically driven motor, whereby the electric motor is activated at the desired time by means of sensors coupled to a controller. After pivoting the seating part 29, the sitting part 29 is locked with the frame 24. Only then is the pivoting of the seating section 29 completed. When the slewing is complete, the wagon 12 is stopped.

Het tot stilstand brengen van de wagon 12 kan op verschillende wijzen plaatsvinden.Stopping the wagon 12 can take place in various ways.

35 Ten eerste is het mogelijk om het verplaatsingsmechanis- me 32 tot stilstand te brengen, vervolgens de wagon 12 te koppelen met 1006652 7 een nabij het uiteinde 36 opgestelde klauw (niet weergegeven), daarna de aangri jpinrichting 34 van de wagon 12 te ontkoppelen en vervolgens de klauw van de wagon te ontkoppelen.First, it is possible to stop the displacement mechanism 32, then couple the wagon 12 with 1006652 7 a claw located near the end 36 (not shown), then disengage the engagement device 34 from the wagon 12 and then disconnect the claw from the wagon.

Een tweede mogelijkheid is dat gebruik wordt gemaakt 5 van de in fig. 4A-4C weergegeven aangrijpinrichting 34, waarbij de met de flens 50 van de wagon 12 verbonden aangri jpinrichting 34 wordt afgeremd en met behulp van een kleminrichting de sledes 135, 136 naar elkaar toe worden gedrukt. Ten gevolge van de op de sledes 135, 136 uitgeoefende krachten en het ten gevolge van de massatraagheid verminderen van de door 10 de flens 50 op de nokken 134 uitgeoefende krachten, worden de sledes 135, 136 naar elkaar toe verplaatst en de nokken 134 ontkoppeld van de flens 50. De wagon 12 zal ten gevolge van de zwaartekracht tot stilstand worden gebracht en onder invloed van de zwaartekracht vervolgens in neerwaartse richting worden verplaatst.A second possibility is that use is made of the engaging device 34 shown in Figs. 4A-4C, wherein the engaging device 34 connected to the flange 50 of the wagon 12 is braked and, with the aid of a clamping device, the slides 135, 136 towards each other. be pressed. As a result of the forces exerted on the slides 135, 136 and the reduction of the forces exerted by the flange 50 on the cams 134 as a result of the mass inertia, the slides 135, 136 are moved towards each other and the cams 134 are disengaged from the flange 50. The carriage 12 will be stopped due to gravity and then moved downwards under the influence of gravity.

15 Na het ontkoppelen van de wagon 12 van de aangrijpin- richting 34, zal de wagon 12 onder invloed van zwaartekracht in een door pijl P3 aangegeven neerwaartse richting worden verplaatst.After decoupling the wagon 12 from the engaging device 34, the wagon 12 will be moved in the downward direction indicated by arrow P3 under the influence of gravity.

De wagon 12 wordt vervolgens over het zich horizontaal uitstrekkende baangedeelte 18, het gekromde baangedeelte 17, het schuine 20 baangedeelte 16, het gekromde baangedeelte 14, het horizontale baangedeelte 13, het gekromde baangedeelte 15 naar het zich verticaal uitstrekkende baangedeelte 19 verplaatst. Op het baangedeelte 19 wordt de aangri jpinrichting 34 van het verplaatsingsmechanisme 33 met de wagon 12 gekoppeld waarna met behulp van de lier 40 de wagon 12 tot nabij het uiteinde 37 van het 25 zich verticaal uitstrekkende baangedeelte 19 wordt gebracht. Nabij het uiteinde 37 (stand 5) wordt het zitgedeelte 29 om de zich horizontaal uitstrekkende zwenkas 31 in de door pijl P2 aangegeven richting gezwenkt (zie fig. 1D, stand 6; fig. 3) en wordt de wagon 12 tot stilstand gebracht. Na het zwenken om de zwenkas 31 en het tot stilstand brengen van de wagon, 30 neemt de wagon 12 de in fig. IE weergegeven stand 7 in waarna de aangri jpinrichting 34 van de wagon 12 wordt ontkoppeld en de wagon 12 onder zwaartekracht in een door pijl P4 aangegeven richting wordt verplaatst. Aangezien het verticale baangedeelte 19 aanzienlijk langer is dan het baangedeelte 18 wordt hierbij nog sterker de sensatie ervaren van een 35 verticaal omhoog vliegend en vervolgens naar beneden duikend vliegtuig.The wagon 12 is then moved over the horizontally extending track section 18, the curved track section 17, the inclined track section 16, the curved track section 14, the horizontal track section 13, the curved track section 15 to the vertically extending track section 19. On the track section 19, the engagement device 34 of the displacement mechanism 33 is coupled to the wagon 12, after which the wagon 12 is brought to the end 37 of the vertically extending track section 19 by means of the winch 40. Near the end 37 (position 5), the seating part 29 is pivoted about the horizontally extending pivot axis 31 in the direction indicated by arrow P2 (see fig. 1D, position 6; fig. 3) and the wagon 12 is stopped. After pivoting about the pivot axis 31 and stopping the wagon, the wagon 12 assumes the position 7 shown in Fig. IE, after which the engaging device 34 is disengaged from the wagon 12 and the wagon 12 is moved under gravity in a arrow P4 indicated direction is moved. Since the vertical runway section 19 is considerably longer than the runway section 18, the sensation of an airplane flying vertically upwards and then diving downwards is experienced even more strongly.

1006652 81006652 8

De wagon 12 verplaatst zich achtereenvolgens over het zich verticaal uitstrekkende baangedeelte 19, het gekromde baangedeelte 15, het zich horizontaal uitstrekkende baangedeelte 13, het gekromde baangedeelte 14 en het schuine baangedeelte 16. Op het schuine baangedeelte 5 16 wordt de aangrijpinrichting 34 van het verplaatsingsmechanisme 32 in aangrijping gebracht met de vinvormige flens 50 van de wagon 12 en wordt de wagon 12 tot stilstand gebracht. Daarna wordt de wagon in een aan pijl PI tegengestelde richting na het horizontale baangedeelte 13 getransporteerd. De personen verlaten de wagon 12 en andere personen nemen in de 10 wagon 12 plaats. Indien gewenst is het mogelijk om het zitgedeelte 29 op het schuine baangedeelte 16 om de zwenkas 31 te zwenken zodat de personen ook bij het terugkeren naar het horizontale baangedeelte 13 in de transportrichting kijken.The wagon 12 moves successively over the vertically extending track section 19, the curved track section 15, the horizontally extending track section 13, the curved track section 14 and the oblique track section 16. On the sloped track section 16, the engaging device 34 of the displacement mechanism 32 engaged with the fin flange 50 of the wagon 12 and the wagon 12 is brought to a stop. The wagon is then transported in a direction opposite to arrow P1 after the horizontal track section 13. The persons leave the wagon 12 and other persons take place in the 10 wagon 12. If desired, it is possible to pivot the seating portion 29 on the inclined web section 16 about the pivot axis 31 so that the persons also look in the transporting direction when returning to the horizontal web section 13.

Het is mogelijk om de amusementsinrichting 10 te 15 voorzien van een aantal aan elkaar gekoppelde wagons 12 waarbij de onderstellen 24 met elkaar worden gekoppeld en de zitgedeeltes 29 elk afzonderlijk ten opzichte van het bijbehorende onderstel 24 zwenkbaar zijn om een zwenkas 31.It is possible to provide the amusement device 10 with a number of coupled wagons 12, wherein the frames 24 are coupled together and the seating parts 29 are each pivotable about a pivot axis 31 with respect to the associated frame 24.

Het is ook mogelijk om de personen staand te vervoeren. 20 Het is ook mogelijk om de wagon aan de baan te hangen in plaats van, zoals weergegeven in fig. IA, op de baan te verplaatsen. Het is ook mogelijk om de personen liggend over de baan te verplaatsen, zoals bijvoorbeeld beschreven in de internationale octrooiaanvrage WO 97/02878, waarbij elke persoon met de rug tegen de baan aanligt. In de neerwaartse beweging drukt 25 de persoon dan als het ware verticaal naar beneden.It is also possible to transport the persons standing. It is also possible to suspend the wagon from the track instead of moving it on the track as shown in Fig. 1A. It is also possible to move the persons lying down on the track, as for instance described in the international patent application WO 97/02878, wherein each person lies with the back against the track. In the downward movement, the person then presses vertically downwards, as it were.

Het zwenken van het zitgedeelte 29 ten opzichte van het onderstel 24 kan ook plaatsvinden met behulp van een elektrische motor.The seat part 29 can be pivoted relative to the frame 24 by means of an electric motor.

Het vergrendelen van het zitgedeelte ten opzichte van het onderstel kan zowel mechanisch als elektronisch worden gecontroleerd. 30 Het is ook mogel ijk om bij het baangedeelte 19 in plaats van een 1 iermechanisme een ander aandrijfmechanisme, zoals bijvoorbeeld een hydraulische cylinder te gebruiken.The locking of the seating area to the chassis can be controlled both mechanically and electronically. It is also possible to use a different driving mechanism, such as for instance a hydraulic cylinder, at the web section 19 instead of an idler mechanism.

10066521006652

Claims (8)

1. Werkwijze voor het bedrijven van een amusementsinrich-ting die is voorzien van een langgestrekte baan en een over de baan 5 verplaatsbare wagon, met het kenmerk, dat de wagon in een heengaande transportrichting over de baan wordt verplaatst totdat een voorste gedeelte van de wagon een vooraf bepaalde eindpositie nadert waarbij ten minste een van zitplaatsen voorzien zitgedeelte van de wagon over 180° om een zich dwars op de baan uitstrekkende zwenkas wordt gezwenkt en de wagon 10 tot stilstand wordt gebracht, waarna de wagon in een van de eindpositie afgekeerde, teruggaande transportrichting wordt verplaatst, waarbij het voorste gedeelte van de wagon in de transportrichting gezien wederom vooraan is gelegen.Method for operating an amusement device comprising an elongated track and a wagon movable over the track 5, characterized in that the wagon is moved along the track in a forward transport direction until a front part of the wagon approaches a predetermined end position with at least one seated seating portion of the wagon pivoted through 180 ° about a pivot axis transverse to the track and the wagon 10 brought to a stop, and the wagon returned to the end position facing away from the end position transport direction, whereby the front part of the wagon is again in the front in view of the transport direction. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de baan is voorzien van een zich nagenoeg verticaal uitstrekkend baangedeelte, waarbij de wagon in een opwaartse transportrichting over de baan wordt verplaatst totdat het voorste gedeelte van de wagon nabij een uiteinde van het zich nagenoeg verticaal uitstrekkende baangedeelte is gelegen waarbij ten minste een van zitplaatsen voorzien gedeelte van 20 de wagon over 180° om een zich, nagenoeg horizontaal, dwars op de baan uitstrekkende zwenkas wordt gezwenkt en de wagon nagenoeg tot stilstand wordt gebracht, waarna de wagon in een van het uiteinde afgekeerde neerwaartse transportrichting wordt verplaatst, waarbij het voorstel gedeelte van de wagon in de transportrichting gezien wederom vooraan is 25 gelegen.2. A method according to claim 1, characterized in that the track is provided with a substantially vertically extending track section, wherein the wagon is moved in an upward transport direction over the track until the front part of the wagon near an end of the a substantially vertically extending track section is located in which at least one seating section of the wagon is pivoted through 180 ° about a pivot axis extending substantially horizontally transverse to the track and the wagon is brought to a virtually stop, after which the wagon is placed in a the downward transport direction away from the end is displaced, wherein the proposal portion of the wagon, once seen in the transport direction, is again situated at the front. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de amusementsinrichting is voorzien van een aantal aan elkaar gekoppelde wagons, met het kenmerk, dat elke wagon is voorzien van een afzonderlijk, ten minste over 180° zwenkbaar, van zitplaatsen voorzien zitgedeelte, 30 waarbij de zwenkbare zitgedeeltes simultaan over 180° worden gezwenkt.3. Method according to claim 1 or 2, wherein the amusement device is provided with a number of coupled wagons, characterized in that each wagon is provided with a separate seating area, which can be pivoted at least through 180 °, wherein the seating area is swiveling seating areas can be swiveled simultaneously through 180 °. 4. Amusementsinrichting voorzien van een langgestrekte baan en een over de baan verplaatsbare wagon, met het kenmerk, dat de wagon is voorzien van een in en tegengesteld aan een transportrichting respectievelijk naar en vanaf een eindpositie over de baan verplaatsbaar 35 onderstel en een van zitplaatsen voorzien zitgedeelte dat nabij de eindpositie over ten minste 180° zwenkbaar is ten opzichte van het onderstel. 1 0 0 6 65 2Entertainment device provided with an elongated track and a wagon movable over the track, characterized in that the wagon is provided with a chassis movable in and opposite to a transport direction to and from an end position along the track and one provided with seats seating area that can be pivoted by at least 180 ° relative to the frame near the end position. 1 0 0 6 65 2 5. Amusementsinrichting voorzien van een langgestrekte baan en een over de baan verplaatsbare wagon, met het kenmerk, dat de wagon is voorzien van een over de baan verplaatsbaar onderstel en een van zitplaatsen voorzien zitgedeelte dat over ten minste 180° zwenkbaar is 5 ten opzichte van het onderstel, waarbij de baan is voorzien van een zich nagenoeg verticaal uitstrekkend baangedeelte en de amusementsinrichting is voorzien van middelen voor het nabij het bovenste uiteinde van het zich nagenoeg verticaal uitstrekkende baangedeelte over 180° om een zich nagenoeg horizontaal uitstrekkende zwenkas zwenken van het zitgedeelte 10 van de wagon.Entertainment device provided with an elongated track and a wagon that can be moved over the track, characterized in that the wagon is provided with a chassis which can be moved over the track and a seating area provided with seats which can be pivoted by at least 180 ° with respect to the undercarriage, the track having a substantially vertically extending web portion and the amusement device comprising means for pivoting the seating portion 10 through a substantially horizontally extending pivot axis near the upper end of the substantially vertically extending web portion from the wagon. 6. Amusementsinrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de amusementsinrichting is voorzien van een aantal achter elkaar gelegen wagons, waarvan de onderstellen aan elkaar zijn gekoppeld, waarbij de zitgedeeltes van de afzonderlijke wagons, afzonderlijk over 15 ten minste 180° zwenkbaar zijn.Amusement device according to claim 4 or 5, characterized in that the entertainment device is provided with a number of wagons located one behind the other, the bases of which are coupled to each other, the seating parts of the individual wagons being pivotable separately by at least 180 ° to be. 7. Amusementsinrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de baan is voorzien van een zich nagenoeg horizontaal uitstrekkend baangedeelte, twee aan beide uiteinden van het horizontale baangedeelte aansluitende, opwaarts gekromde gedeeltes die aan van het 20 horizontale gedeelte afgekeerde zijden aansluiten op zich nagenoeg verticaal uitstrekkende baangedeeltes.Amusement device according to claim 4, 5 or 6, characterized in that the track comprises a substantially horizontally extending track section, two upwardly curved sections adjoining both ends of the horizontal track section and sides facing away from the horizontal section. connect to substantially vertically extending track sections. 8. Amusementsinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat nabij het horizontaal uitstrekkende baangedeelte een in- en uitstapstation is gelegen. 1006652Amusement device according to claim 7, characterized in that an entry and exit station is located near the horizontally extending track section. 1006652
NL1006652A 1997-07-23 1997-07-23 A method of operating an entertainment device as well as such an entertainment device. NL1006652C2 (en)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006652A NL1006652C2 (en) 1997-07-23 1997-07-23 A method of operating an entertainment device as well as such an entertainment device.
DE69821111T DE69821111D1 (en) 1997-07-23 1998-07-22 AMUSEMENT DEVICE
PCT/NL1998/000421 WO1999004875A1 (en) 1997-07-23 1998-07-22 Methods for operating an amusement device, as well as such an amusement device
AU85636/98A AU8563698A (en) 1997-07-23 1998-07-22 Methods for operating an amusement device, as well as such an amusement device
AT98936755T ATE257737T1 (en) 1997-07-23 1998-07-22 PLEASURE DEVICE
EP98936755A EP0998339B1 (en) 1997-07-23 1998-07-22 Amusement device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006652 1997-07-23
NL1006652A NL1006652C2 (en) 1997-07-23 1997-07-23 A method of operating an entertainment device as well as such an entertainment device.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006652C2 true NL1006652C2 (en) 1999-01-26

Family

ID=19765401

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006652A NL1006652C2 (en) 1997-07-23 1997-07-23 A method of operating an entertainment device as well as such an entertainment device.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0998339B1 (en)
AT (1) ATE257737T1 (en)
AU (1) AU8563698A (en)
DE (1) DE69821111D1 (en)
NL (1) NL1006652C2 (en)
WO (1) WO1999004875A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19809641C2 (en) * 1998-03-06 2002-09-05 Abc Engineering Gmbh Flums Amusement track, especially for fairs and amusement parks
DE10042597C1 (en) * 2000-08-30 2002-01-24 Werner Stengel Free-fall tower for roller coaster ride has passenger carriage rotated about vertical axis at top of tower for transfer to different rail before free-fall from top of tower
US6755749B2 (en) 2000-09-08 2004-06-29 Werner Stengel Free-fall tower for a roller coaster
ITMI20022084A1 (en) 2002-10-02 2004-04-03 Zamperla Antonio Spa APPARATUS FOR FUN.
WO2018213926A1 (en) * 2017-05-26 2018-11-29 Nakhei Nejad Mohammad Apparatus with a cable-driven vehicle for transporting a person or cargo over an obstacle

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1422032A (en) * 1922-03-27 1922-07-04 Chapman Frank Amusement device
US1474335A (en) * 1921-11-07 1923-11-13 Sebastian L Petrino Amusement apparatus

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1474335A (en) * 1921-11-07 1923-11-13 Sebastian L Petrino Amusement apparatus
US1422032A (en) * 1922-03-27 1922-07-04 Chapman Frank Amusement device

Also Published As

Publication number Publication date
AU8563698A (en) 1999-02-16
EP0998339A1 (en) 2000-05-10
DE69821111D1 (en) 2004-02-19
ATE257737T1 (en) 2004-01-15
EP0998339B1 (en) 2004-01-14
WO1999004875A1 (en) 1999-02-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8490550B2 (en) Roller coaster with articulable seat backs
NL1006652C2 (en) A method of operating an entertainment device as well as such an entertainment device.
FR2927599A1 (en) SYSTEM FOR ASSISTING THE BOARDING AND / OR LANDING OF PASSENGERS ON BOARD CABINS
US20230390651A1 (en) Amusement device
US3885503A (en) Amusement ride
EP3608638A1 (en) Vehicle inspection system
EP3359437B1 (en) Cable transport facility
FR2572698A1 (en) MULTICABLE CABLE CAR OR CABLE CAR
JP3324757B2 (en) Externally controlled vehicle system and method
EP0210897A1 (en) Control system for a gravity or forced movement, especially for parachute jump simulation
NL1020996C2 (en) Entertainment equipment.
JP6478059B2 (en) Conveyor using trolley
NL1009494C2 (en) Amusement park ride with carriages which are suspended from overhead track and then dropped onto watercourse or glide path
EP1201280B1 (en) Installation for amusement park, known as roller-coaster
JP3521545B2 (en) Transfer equipment using movable bodies
EP3383718B1 (en) Overhead transportation facility
FR2952613A1 (en) Handicapped person transporting assembly for airplane, leveling unit positioned on base of seat, where leveling unit fills level difference between base of seat and top part of side armrest when leveling unit is in top position
US452791A (en) Power and gravity railway
FR2478046A1 (en) Universal electric suspension rail conveyor system - has conveyor mounted points negotiation units, and rail transmitting control functions
JPH09117728A (en) Selector provided with carrying plane being always inclined
JP2812498B2 (en) Movable body transfer device
WO2001026764A1 (en) Sideshow attraction
CN113148541B (en) Automatic dolly of machine vision
NL1006849C2 (en) Fall attraction for amusement parks and fairgrounds.
WO1995023636A2 (en) Amusement rides

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040201