NL1006849C2

NL1006849C2 - Fall attraction for amusement parks and fairgrounds.

Info

Publication number: NL1006849C2
Application number: NL1006849A
Authority: NL
Inventors: Ronald Alexander Bussink
Original assignee: Ronald Bussink Beheer B V
Priority date: 1997-08-26
Filing date: 1997-08-26
Publication date: 1999-03-01
Also published as: DE69826880T2; DE69826880D1; EP1017461B1; HUP0003492A3; ATE278446T1; DK1017461T3; PL338901A1; PT1017461E; AU8890298A; HUP0003492A2; SK2692000A3; HU223830B1; ES2230709T3; EP1017461A1; WO1999010063A1; PL190513B1

Abstract

A fall attraction for theme parks and fairgrounds comprises a seating carrier (7), a rail track (2) mounted on a tower or mast for guiding the seating carrier (7) and means (12, 13) for transporting the seating carrier to the uppermost section of the rail track. The rail track has a vertical or sloping fall section (8) over which the seating carrier is able to execute a free fall and a braking section, adjoining said vertical or sloping fall section, to bring the seating carrier to a standstill. In order to increase the attractive sensation and to improve safety, the braking section of the rail track has a safety section (9) which extends upwards and over which the seating carrier can be slowed down by an upward movement and can then fall back.

Description

Titel: Val-attractie voor pretparken en kermissen.Title: Fall attraction for amusement parks and fairgrounds.

De uitvinding heeft betrekking op een een val-attractie voor pretparken en kermissen, omvattende: een zittingdrager, een aan ten minste één toren of mast opgehangen railge-5 leidebaan voor het geleiden van genoemde zittingdrager, welke railgeleidebaan ten minste één verticaal of schuin valgedeelte heeft waarlangs de zittingdrager een vrije val kan uitvoeren en een daarop aansluitend afremgedeelte om de zittingdrager tot stilstand te brengen, en middelen om de zittingdrager naar het bovenste gedeelte van de railgeleidebaan te voeren.The invention relates to a fall attraction for amusement parks and fairgrounds, comprising: a seat carrier, a rail guide track suspended from at least one tower or mast for guiding said seat carrier, which rail guide track has at least one vertical or oblique fall section along which the seat carrier can perform a free fall and a subsequent braking section to stop the seat carrier, and means for guiding the seat carrier to the upper part of the rail guideway.

1010

Een dergelijke val-attractie is beschreven in US-A-3885503.Such a fall attraction is described in US-A-3885503.

Apparaten in pretparken en kermissen, waarin mensen in situaties worden gebracht die een dodelijk gevaar suggereren, vertonen een toenemende populariteit. De bekende 15 valattractie heeft een eerste remtraject aan het onderste deel van het vrije valgedeelte en een tweede in hoofdzaak horizontaal remtraject dat aansluit op een in hoofdzaak verticaal gedeelte.Amusement park and carnival equipment, which puts people in situations that suggest a deadly danger, is growing in popularity. The known fall attraction has a first braking section at the lower part of the free-fall section and a second substantially horizontal braking section connecting to a substantially vertical section.

Met de uitvinding wordt beoogd een in de aanhef aangeduide val-attractie zo uit te 20 voeren, dat de attractieve sensatie wordt verhoogd, terwijl tegelijkertijd de veiligheid wordt verbeterd.The object of the invention is to implement a fall attraction indicated in the preamble in such a way that the attractive sensation is increased, while at the same time safety is improved.

Volgens de uitvinding is de val-attractie hiertoe gekenmerkt doordat het afremgedeelte van de railgeleidebaan een zich opwaarts uitstrekkend veiligheidsgedeelte heeft, waar-25 langs de zittingdrager door een opwaartse beweging kan worden afgeremd en vervolgens kan terugvallen.According to the invention, the fall attraction is to this end characterized in that the braking section of the rail guideway has an upwardly extending safety section, along which the seat carrier can be braked by an upward movement and subsequently fall back.

Van belang is dat de zittingdrager die een valbeweging heeft ondergaan, wordt geremd onder gebruikmaking van de zwaartekracht doordat deze na het vallen via een bocht in 1 00 68 49 2 een traject wordt gebracht, waarin de zittingdrager omhoog beweegt. Het remmen kan door andere middelen worden versterkt of gecontroleerd.It is important that the seat carrier that has undergone a falling movement is braked using gravity in that, after falling through a bend, it is brought into a path in which the seat carrier moves upwards. Braking can be strengthened or controlled by other means.

De railgeleidebaan kan een gesloten lus vormen of een eindig niet gesloten traject. Een gesloten lus zal gewoonlijk de voorkeur verdienen.The rail guideway can form a closed loop or a finite unclosed path. A closed loop will usually be preferred.

55

De zittingdrager kan, ter verhoging van de amusementswaarde, om ten minste één schamieras draaibaar zijn verbonden met een over of langs de rail verplaatsbaar voertuig.To increase the entertainment value, the seat support can be rotatably connected about at least one pivot axis to a vehicle that can be moved over or along the rail.

10 De verschillende schamierbewegingen om een verticale en/of horizontale draaias zouden door hydraulische, mechanische of pneumatische voorzieningen kunnen worden beheerst. Vrije schommel- en swingbewegingen om de schamierassen zijn echter niet uitgesloten. Behalve hydraulische cilinders zouden ook één of meer hulprails kunnen worden toegepast om de schamierbewegingen van de zittingdrager te controleren of te 15 veroorzaken. In dat geval zijn aan de zittingdrager bijvoorbeeld rollen of andere gelei- dingsorganen aangebracht die in bepaalde delen van het bewegingstraject met de hulprails kunnen samenwerken.The different articulation movements about a vertical and / or horizontal axis of rotation could be controlled by hydraulic, mechanical or pneumatic devices. Free swinging and swinging movements around the hinge shafts are not excluded, however. In addition to hydraulic cylinders, one or more auxiliary rails could also be used to control or cause the hinge movements of the seat support. In that case, the seat support is provided with, for example, rollers or other guide members which can cooperate with the auxiliary rails in certain parts of the path of movement.

Om de zittingdrager omhoog te voeren naar het bovendeel van de railgeleidebaan kan 20 van verschillende voorzieningen gebruik worden gemaakt zoals een lusvormige kabel of ketting met één of meer meenemers, een aan de zittingdrager toegevoegde aandrijf-eenheid of een magnetiseerbare zweefbaan.Various facilities can be used to lift the seat carrier up to the top part of the rail guide path, such as a loop-shaped cable or chain with one or more carriers, a drive unit added to the seat carrier or a magnetizable floating track.

De zittingdrager kan één, twee of meer etages van zittingen omvatten.The seat support can comprise one, two or more floors of seats.

2525

De uitvinding zal nu aan de hand van de schematische figuren nader worden toegelicht.The invention will now be explained in more detail with reference to the schematic figures.

Fig. 1 toont een zijaanzicht van een val-attractie volgens de uitvinding.Fig. 1 shows a side view of a fall attraction according to the invention.

3030

Fig. 2 toont een zijaanzicht van de val-attractie onder een hoek van 90° ten opzichte van het zijaanzicht van fig. 1.Fig. 2 shows a side view of the fall attraction at an angle of 90 ° to the side view of FIG. 1.

1 00 68 49 31 00 68 49 3

Fig. 3 toont een zijaanzicht van een gedeelte van een alternatieve uitvoering.Fig. 3 shows a side view of a portion of an alternative embodiment.

De in de figuren 1 en 2 weergegeven pretpark- of kermisattractie omvat een verticale mast 1, waaraan een railgeleidebaan 2 is opgehangen, bestaande uit twee op enige 5 afstand van elkaar met elkaar verbonden gesloten radiussen 3 en 4. In geval van een mobiele uitvoering is de mast 1 door een aantal steunpoten 5 ondersteund. In geval van een permanente opstelling kunnen de steunpoten door tuidraden zijn vervangen en rust de toren op een plaat die door ankers in de grond is verankerd.The amusement park or fairground attraction shown in Figures 1 and 2 comprises a vertical mast 1, from which a rail guideway 2 is suspended, consisting of two closed radii 3 and 4, which are spaced at some distance from each other. the mast 1 supported by a number of support legs 5. In the case of a permanent arrangement, the support legs may be replaced by guy wires and the tower rests on a plate anchored in the ground by anchors.

10 Een voertuig 6 is voorzien van wielen, rollen, schuiven of magnetiseerbare organen, zodanig dat dat voertuig langs de railgeleidebaan kan bewegen.A vehicle 6 is provided with wheels, rollers, slides or magnetisable members, such that the vehicle can move along the rail guideway.

Aan het voertuig 6 is een open of gesloten gondel 7 opgehangen, die in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld twee etages heeft, waarop een rij stoelen is opgesteld. Het 15 voertuig 6 en de gondel 7 vormen tezamen een zittingdrager.An open or closed gondola 7 is suspended from the vehicle 6, which in the exemplary embodiment shown has two floors on which a row of chairs is arranged. The vehicle 6 and the gondola 7 together form a seat carrier.

De railgeleidebaan 2 strekt zich in het verticale vlak uit (kan ook enigszins schuin staan) en heeft twee zich schuin van boven naar beneden uitstrekkende delen 8, 9, twee horizontale delen 10, 11 en bochtstukken die de genoemde delen met elkaar 20 verbinden.The rail guideway 2 extends in the vertical plane (can also be slightly inclined) and has two parts 8, 9 extending obliquely from top to bottom, two horizontal parts 10, 11 and bends connecting the said parts to each other.

Het voertuig 6 met gondel 7 kan door een verplaatsingsmechanisme langs een schuin deel 8 of 9 naar boven worden gebracht. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is dat verplaatsingsmechanisme een door rollen of kettingwielen aangedreven kabel- of 25 kettinglus 12, die van een of meer meenemers 13 is voorzien om achter het voertuig 6 te kunnen aanhaken.The vehicle 6 with gondola 7 can be brought upwards by a displacement mechanism along an oblique part 8 or 9. In the illustrated exemplary embodiment, that displacement mechanism is a cable or chain loop 12 driven by rollers or sprockets, which is provided with one or more carriers 13 for hooking behind the vehicle 6.

De in de gondel 7 aanwezige personen zou de gelegenheid kunnen worden gegeven om in het bovenste deel van de railgeleidebaan van het uitzicht te genieten, doch na enige 30 tijd wordt de gondel op de bovenrand van het gedeelte 8 gebracht en wordt de aan-haakverbinding verbroken waardoor de zittingdrager 6, 7 in een vrije val naar beneden suist. Het voertuig schiet bij het onderste deel van de railgeleidebaan via de bochtstuk- 1 00 6849 4 ken tussen de delen 8 en 11, het rechte deel 11 en de bochtstukken tussen de delen 11 en 9 in het schuine deel 9 omhoog, remt af, valt terug en komt indien geen extra remvoorzieningen worden getroffen na enig heen en weer bewegen tot stilstand hangend aan het horizontale deel 11. Niet uitgesloten is dat de val met remmen enigszins 5 wordt vertraagd en gecontroleerd.The persons present in the gondola 7 could be given the opportunity to enjoy the view in the upper part of the rail guideway, but after some time the gondola is brought to the top edge of the part 8 and the hook-on connection is broken whereby the seat carrier 6, 7 whizzes down in a free fall. The vehicle shoots up at the bottom part of the rail guideway via the bends between parts 8 and 11, the straight part 11 and the bends between parts 11 and 9 in the inclined part 9, brakes, falls comes back and if no additional braking provisions are made after some reciprocation hanging to a stop hanging from the horizontal part 11. It is not excluded that the fall with brakes is somewhat delayed and checked.

De delen 8, 9 kunnen ook een schuinere of minder schuine of een verticale opstelling hebben en de bochtstukken tussen de delen 8 en 11 en tussen de delen 11 en 9 kunnen een veel grotere kromtestraal bezitten, waarbij zelfs het horizontale deel 11 vervalt en 10 door in elkaar vloeiende bochtstukken is vervangen.The parts 8, 9 can also have a more oblique or less oblique or a vertical arrangement and the bends between the parts 8 and 11 and between the parts 11 and 9 can have a much larger radius of curvature, with even the horizontal part 11 decaying and 10 by flowing elbows have been replaced.

In plaats van de kabel- of kettinglus 12 met meenemer 13 kan als aandrijforgaan voor het omhoogvoeren van de zittingdrager 6, 7 ook gebruik worden gemaakt van een in die zittingdrager en/of geleidebaan geïntegreerde aandrijfeenheid die ook voor enige 15 remming zou kunnen zorgen, of van een magneetbaan zoals toegepast bij moderne treinen.Instead of the cable or chain loop 12 with carrier 13, as drive means for raising the seat carrier 6, 7, use can also be made of a drive unit integrated in said seat carrier and / or guideway, which could also provide some braking, or of a magnetic track as used in modern trains.

De gondel 7 is via een horizontale schamieras 14 met dat voertuig verbonden en het onderste deel van het voertuig 7 zou via een verticale schamieras met het bovenste 20 deel ervan kunnen zijn verbonden. Met behulp van niet weergegeven hydraulische cilinders, motoren of andere aandrijfmiddelen zou de draaiing van de gondel om de genoemde assen kunnen worden beheerst.Gondola 7 is connected to that vehicle via a horizontal pivot shaft 14 and the lower part of vehicle 7 could be connected to its upper part via a vertical pivot shaft. The rotation of the nacelle about said axes could be controlled by means of hydraulic cylinders, motors or other drive means (not shown).

Bij de uitvoering volgens fig. 3 heeft de railgeleidebaan 2 niet de vorm van een lus 25 doch is open en voorts loopt het voertuig 6 met gondel 7 aan de binnenzijde van de in hoofdzaak L-vormige geleidebaan. Het valtraject is verticaal en het afremtraject is veel breder. De mast is in de tekening van het gemak weggelaten.In the embodiment according to Fig. 3, the rail guideway 2 is not in the form of a loop 25, but is open and the vehicle 6 also runs with gondola 7 on the inside of the substantially L-shaped guideway. The fall path is vertical and the braking path is much wider. The mast is omitted in the drawing for convenience.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding vele wijzigingen, altema-30 tieven en aanvullingen mogelijk zijn. Wezenlijk is een railgeleidebaan met een valge-deelte en een afremgedeelte in welk laatste gedeelte de al of niet gecontroleerd vallende zittingdrager o.a. door een opgaande beweging wordt afgeremd.It will be clear that many modifications, alternatives and additions are possible within the scope of the invention. An essential element is a rail guideway with a drop section and a braking section, in the latter section of which the seat carrier, which may or may not be controlled, is braked by an upward movement, among other things.

1 00 68491 00 6849

Claims

A fall attraction for amusement parks and fairgrounds, comprising: a seat carrier (7), a rail guide track (2) suspended from at least one tower or mast for guiding said seat carrier (7), which rail guide track has at least one vertical or oblique drop section (8) along which the seat support (7) can perform a free fall and a subsequent braking section to stop the seat support, and means (12, 13) for moving the seat support (7) to the upper part of the rail guideway ( 2), characterized in that the braking section of the rail guideway has an upwardly extending safety section (9) along which the seat support (7) can be braked by an upward movement and subsequently fall back.

Falling attraction according to claim 1, characterized in that the rail guideway (2) forms a closed loop. 15

Fall attraction according to claim 1, characterized in that the rail guideway (2) forms a finite unclosed path.

Fall attraction according to any one of the preceding claims, characterized in that the seat support (7) is rotatably connected about at least one pivot axis to a vehicle that can be moved over or along the rail.

Fall attraction according to claim 4, characterized in that one or more auxiliary rails are added, which can force the seat support into certain hinge positions. 25

Fall attraction according to one of the preceding claims, characterized in that the means for raising the seat support consist of a loop-shaped cable or chain (12) with carrier.

Fall attraction according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the means for raising the seat support form a magnetisable floating track. 1 00 6849

Fall attraction according to any one of claims 1 to 5, characterized in that the means for raising the seat support consist of a drive unit added to the seat support.

Fall attraction according to one of the preceding claims, characterized in that the seat support (7) comprises two or more floors of seats. i00 68 49