NL1006385C1 - Verpakking, vervaardigingsinrichting en vulinrichting daarvoor. - Google Patents

Description

W-lp

VERPAKKING, VERVAARDIGINGSINRICHTING EN VULINRICHTING DAARVOOR

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking omvattende een uit een plaat vacuümgevormde of met een spuitgietproces vormgegeven houder van kunststofmate-riaal. De houder heeft een opening welke afgesloten kan 5 worden met een kaart.

Dergelijke verpakkingen zijn algemeen bekend en worden bijvoorbeeld gebruikt voor het verpakken van bloembollen, teelgrond met zaad, gereedschap, speelgoed, tandenborstels en dergelijke. Bij deze bekende verpakkin-10 gen wordt de kaart door middel van een warmtegevoelige lijm op een zich rondom de opening uitstrekkende flens van de houder, vastgeplakt.

Het openen van de houder is lastig. De kaart moet langs de randen worden losgeknipt of -gesneden. De 15 losgeknipte rand bevat daarbij een aantal verschillende materialen, zoals het materiaal van de kaart dat gewoonlijk dun karton is, het kunststof materiaal van de houder en de warmtegevoelige lijm. Dergelijk uit een aantal verschillende soorten materiaal bestaand afval is niet 20 geschikt te maken voor hergebruik, hetgeen milieutechnisch ongewenst is en bovendien tot aanzienlijke milieuheffingen kan leiden voor degene, die de gevulde verpakking in de markt brengt.

De uitvinding beoogt een verpakking van het in 25 de aanhef omschreven soort te verschaffen waarmee dit bezwaar wordt verholpen.

Dit doel wordt bij de verpakking volgens de uitvinding zoals gekenmerkt in conclusie 1 bereikt. De verpakking kan gemakkelijk gesloten en weer geopend 30 worden door de kaart over de opening te verschuiven. Na 1006385 2 het openen en het gebruik van de verpakking resten slechts stukken afval die elk uit één materiaal bestaan, te weten de houder en de kaart. Deze stukken afval zijn daarom geschikt voor herverwerking, zodat de verpakking 5 volgens de uitvinding zeer milieuverantwoord is en derhalve aan ten hoogste een geringe milieuheffing is onderworpen.

De sponning kan gevormd worden door twee aangrenzende ruggen in een wand van de houder, maar bij 10 voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. Hierdoor wordt een goed brede sponning verkregen waarin de kaart op betrouwbare wijze opgesloten kan worden.

Een goede afsluiting van de verpakking kan worden bereikt met de maatregel van conclusie 3. De kaart 15 kan aan de derde, open zijde in de sponning worden geschoven .

Indien voorkomen moet worden dat de verpakking ongewenst wordt geopend, bijvoorbeeld in zelfbedieningswinkels, wordt op gunstige wijze de maatregel van conclu-20 sie 4 toegepast. Na het in de sponning schuiven van de kaart komen de aangrijpingsmiddelen in aangrijping en kan de kaart niet meer eenvoudig worden uitgenomen, zodat de inhoud van de verpakking onbereikbaar blijft. Voor het door de eindverbruiker openen van de verpakking kan de 25 kaart eenvoudig uit de aangrijpingsmiddelen worden losgetrokken, waarbij een eventuele beschadiging van de kaart geen bezwaar is.

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een inrichting voor het vacuümvormen van een verpakking zoals 30 hierboven omschreven. Deze inrichting omvat een vacuüm-vormmachine met een vacuümvormmatrijs die ten minste één, met het inwendige en de sponning van een te vormen houder complementaire vorm heeft. Bij voorkeur zijn hierbij met de sponning corresponderende vormdelen intrekbaar. Hier-35 door is het mogelijk de sponning diep uit te voeren, terwijl de gevormde verpakking van de matrijs is te verwijderen, nadat de sponning-vormdelen ingetrokken 100 63 ft 5 3 zijn. Een diepe sponning is gunstig voor het op betrouwbare wijze opnemen van de afsluitende kaart.

De uitvinding betreft en verschaft verder een inrichting voor het spuitgieten van een verpakking vol-5 gens één van de conclusies 1-4, omvattende een spuitgiet-vorm, welke complementair is met de vorm van het inwendige, het uitwendige en de sponning van een te vormen houder. De door middel van de spuitgietbewerking gevormde houder vertoont als gevolg van de vormgeving van de 10 spuitgietvorm de gewenste eigenschappen met de sponning om op deze wijze ruimte te bieden aan de kaart. Bij voorkeur zijn, op met de vacuümvormtechniek overeenkomende wijze, de met de sponning corresponderende vormdelen intrekbaar. Op deze wijze is het ontmantelen van de 15 spuitgietvorm om de houder hieruit los te maken eenvoudig. Aanvullend of als alternatief omvat de spuitgietvorm ten minste twee delen, die evenwijdig aan de kaart in op de houder aangebrachte toestand ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn. Op deze wijze worden de delen van de 20 spuitgietvorm uit elkaar genomen op dezelfde wijze, als zou het de kaart betreffen, die in de sponning geschoven dient te worden om de houder te sluiten. In deze voorkeursuitvoeringsvorm zal de spuitgietvorm ten minste drie delen omvatten, aangezien voor kuip- of bakvormige hou-25 ders één vormdeel in het binnenste hiervan nodig is, welke op de plaats blijft, wanneer na het spuitgieten de twee overige spuitgietdelen ten opzichte van elkaar worden verschoven in de richting, die met de bewegingsvrijheid van de plaat overeenkomt.

30 De uitvinding betreft en verschaft eveneens een inrichting voor het vullen van verpakkingen volgens de uitvinding. Deze inrichting is gekenmerkt in conclusie 10. Het inschuiven van de kaarten in de verpakkingen kan met grote snelheid gebeuren, waardoor een hoge capaciteit 35 van de vulinrichting kan worden bereikt. In het bijzonder ten opzichte van de stand van de techniek, waarbij de kaart op de beschreven wijze met een warmtegevoelige lijm 1006385 4 op de verpakking werd aangebracht, kan een zeer grote capaciteitsverbetering worden verkregen.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 11 kan de capaciteit verder worden verhoogd. De naast 5 elkaar getransporteerde verpakkingen kunnen gelijktijdig worden gevuld en na het inschuiven van een kaart worden afgevoerd.

Een andere gunstige ontwikkeling is gekenmerkt in conclusie 12. Met deze maatregel is het mogelijk om in 10 elke verpakking een zelfde assortiment met een bepaalde vaste samenstelling van verschillende of dezelfde producten op te nemen.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde 15 figuren.

Fig. 1 toont schematisch een inrichting voor het vervaardigen van verpakkingen volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een gedeeltelijke doorsnede volgens II-II in fig. 1.

20 Fig. 3 toont een gerede verpakking volgens de uitvinding.

Fig. 4 toont een vul inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm.

Fig. 5 toont een vulinrichting volgens een 25 tweede uitvoeringsvorm.

In de figuren zijn gelijke onderdelen aangeduid met dezelfde referentienummers.

Voor het vervaardigen van verpakkingen volgens de uitvinding wordt hoofdzakelijk een op zichzelf bekende 30 vacuümvorminrichting gebruikt, waarvan de op zichzelf bekende delen eenvoudigheidshalve niet zijn weergegeven.

In een dergelijke inrichting 1 wordt een kunststof plaat 2 door middel van een verwarmingsinrichting 3 tot boven de verwekingstemperatuur verhit. Vervolgens 35 wordt de verhitte plaat 2 in contact gebracht met een matrijs 4, die in dit uitvoeringsvoorbeeld zes vormen 5 omvat van houders voor de verpakking volgens de uitvinding .

1006385 5

Zoals fig. 2 meer in detail laat zien is in de matrijs 4 een aantal vacuümkanalen 6 gevormd die aan het oppervlak van de matrijs 5 uitmonden. Deze vacuümkanalen 6 worden in verbinding gebracht met een vacuümbron waar-5 door de week gemaakte platen 2 nauw tegen de omtrek van de vormen 5 aangezogen wordt.

In elke vorm 5, die complementair is met het inwendige van een te vormen houder, is een aantal intrekbare vormdelen opgenomen die met een nog nader te be-10 schrijven sponning van de gevormde houder 10 corresponderen. Elk intrekbare vormdeel heeft een buiten de wand van de vorm uitstekend plaatvormig deel, waar delen 8 van de plaat 2 omheen gezogen worden.

Na het afkoelen van de plaat 2 tot een zodanige 15 temperatuur dat deze weer voldoende stijf geworden is, worden de intrekbare vormdelen 7 uit de gevormde sponningen teruggetrokken waarna de plaat 2 met de daarin aangebrachte vormen van de matrijs 4 afgenomen kan worden.

Zoals fig. 1 verder schematisch toont, worden 20 de zes houders 10 vervolgens uit de plaat 2 gestanst, resp. gesneden. In fig. 2 is met 9 de lijn aangegeven waarlangs de houder uit de plaat 2 wordt losgemaakt.

Naast het rondom losmaken van de houders 10 uit de plaat 2 worden daaruit nog delen 11 gestanst, die een opening 25 in een uitstekend deel van de houder 10 overlaten, met een vorm overeenkomend met een zogeheten Eurolock.

Fig. 3 toont één van de gevormde houders 10. Hier is duidelijk te zien dat de houder 10 een opening 16 omvat met langs drie zijden een één geheel met de houder 30 10 vormende sponning 13.

Bij dit voorkeursuitvoeringsvoorbeeld wordt de sponning 13 gevormd door een zich langs de opening uitstrekkende flens 15 en een met de van de opening 16 afgekeerde rand van de flens 15 verbonden, zich op een 35 kleine afstand evenwijdig aan de flens 15 uitstrekkende strook 14. De sponningen 13 kunnen een kaart 17 opnemen, die vanaf de open zijde in deze sponning 13 geschoven kan worden. Om de kaart 17 gemakkelijk in de sponning 13 te 1006385 6 kunnen schuiven zijn de stroken 14 bij 18 afgeschuind. In de verlengde flens 19, langs de zijde van de opening 16 waar zich geen sponning bevindt, is een uitsteeksel 20 gevormd waar de betreffende rand van de kaart 17 achter 5 komt te haken, zodra deze geheel in de sponning 13 is geschoven. De door dit uitsteeksel 20 gevormde aangrij-pingsmiddelen kunnen de kaart 17 dus in de geheel ingeschoven stand vergrendelen, zodat het ongewenst verwijderen van de kaart 17 is bemoeilijkt.

10 De in fig. 4 getoonde inrichting 25 omvat een transportbaan 26 die in dit uitvoeringsvoorbeeld vier rijen houders 10 in een transportrichting 27 verplaatst.

Aan het in fig. 4 gezien linkereinde van de transportbaan 26 worden telkens op niet nader getoonde 15 wijze vier lege houders 10 geplaatst, die elk tijdens het transport door de transportbaan 26 onder een mondstuk 30 van een bij de bepaalde rij houders behorende toevoerin-richting 29 door bewegen. Met behulp van een in de toe-voerinrichting 29 aangebrachte schroeftransporteur 31 20 wordt het in de houders 10 op te nemen materiaal 32 via het mondstuk 30 gedoseerd in deze houders gebracht.

Doordat gebruik gemaakt wordt van vier afzonderlijke toevoerinrichtingen 29 die elk de houders in één langsrij van te verpakken materiaal 32 voorzien, kunnen 25 verpakkingen met vier verschillende inhouden tegelijkertijd worden aangemaakt.

Na het vullen van de houders 10 wordt telkens een dwarsrij van vier van deze gevulde houders op een dwarstransporteur 28 bewogen, waarmee deze houders naar 30 een niet nader getoonde sluitinrichting 33 worden getransporteerd, waar de kaarten 17 in de sponningen van de houders worden geschoven en door de aangrijpingsmiddelen worden vergrendeld. De gevormde verpakkingen kunnen vervolgens bijvoorbeeld in dozen worden verpakt voor 35 verzending.

Bij de inrichting 35 van fig. 5 is een aantal toevoerstations 38 in de transportrichting 37 van de transportbaan 36 achter elkaar opgesteld. Hierdoor pas- *006385 7 seert elke houder 10 die in fig. 5 gezien aan het linker-einde van de transportbaan 36 wordt toegevoerd, elk van de toevoerstations 38, zodat uit elk van deze stations materiaal 39 in elke houder 10 toegevoerd kan worden.

5 Op deze wijze is het mogelijk om in elke vul ling een assortiment met een bepaalde vaste samenstelling op te nemen. Bijvoorbeeld in het geval van bloembollen kan het gewenst zijn een bepaald aantal bollen 41 van verschillende kleuren in de verpakking te doen. De toe-10 voerstations 38 worden dan zodanig ingesteld dat doseer-organen 40 daarvan telkens het gewenste aantal voorwerpen in de houder deponeren.

Nadat de houders 10 alle toevoerstations 38 zijn gepasseerd en dus het gewenste aantal voorwerpen in 15 de gewenste samenstelling bevatten, komt de gevulde houder 41 op een dwarstransporteur 43 die de gevulde houder weer naar een sluitstation 42 voert, waar een kaart 17 in de sponning van de houder 10 wordt geschoven.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding op 20 veel verschillende wijzen kan worden uitgevoerd. Zo is de vorm van de houder en daarbij de vorm van de opening binnen beide grenzen te kiezen. In plaats van rechthoekig zou de houder ook bijvoorbeeld een cirkeldeel kunnen zijn, waarbij dan de sponning zich hooguit halfrond 25 uitstrekt. De eventueel toegepaste middelen voor het vergrendelen van de kaart kunnen op veel verschillende wijzen worden uitgevoerd. Zo kan de kaart op de beschreven wijze worden vergrendeld door deze achter een uitsteeksel te laten vallen, doch het is ook mogelijk om in 30 de kaart openingen aan te brengen waarin haakvormige uitsteeksels van de houder aangrijpen in de ingeschoven toestand van de kaart.

Verder is in de voorgaande beschrijving slechts aandacht besteed aan vacuümvormtechniek, waarmee de 35 houder te vervaardigen is. Echter, zoals hierboven en in de bijgevoegde conclusies wel is vermeld, kan tevens of als alternatief gebruik worden gemaakt van een spuitgiet-proces. Ook bij een dergelijk spuitgietproces kan gebruik 1006385 8 worden gemaakt van een vorm, welke is voorzien van verplaatsbare of intrekbare vormdelen, die overeenkomen met de vormdelen 7 in fig. 2 om de houder te vormen. Aanvullend of als alternatief kan gebruik worden gemaakt van 5 extra vormdelen, die althans flenzen omvatten met afmetingen, die overeenkomen met de kaart, zodat de sponning kan worden gevormd door hieromheen te spuitgieten, waarna het betreffende vormdeel met de flenzen op dezelfde wijze uit de sponning wordt geschoven, als zou het een kaart 10 betreffen. Hiertoe is dan een aanvullend vormdeel noodzakelijk in het geval van bijv. bak- of kuipvormige of in ieder geval holle houders, die in het binnenste hiervan achterblijven, en pas na het uitschuiven van het vormdeel met de flenzen worden uitgenomen.

15 De door middel van de vacuümvormtechniek of door middel van het spuitgieten gevormde houders zijn goedkoop, sterk en homogeen en vormen na gebruik hiervan een enkelvoudig soort afval, geheel gescheiden van het materiaal van de kaart, waardoor in milieutechnisch 20 opzicht een voordeel wordt verkregen.

De kaart zelf kan van elk geschikt materiaal zijn zoals dun karton, kunststof, metaalplaat en dergelijke.

1006385

Claims (12)

1. Verpakking omvattende een uit een plaat vacuümgevormde of met een spuitgietproces vormgegeven houder van kunststofmateriaal met een opening en een op de opening aanbrengbare kaart, waarbij aan de houder 5 langs ten minste twee tegenoverliggende zijden van de opening een één geheel met de houder vormende sponning is gevormd waarin de kaart schuifbaar is.

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij de sponning wordt gevormd door een zich langs de opening 10 uitstrekkende flens en een met de van de opening afgekeerde rand daarvan verbonden, zich op een afstand evenwijdig aan de flens uitstrekkende strook.

3. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de opening rechthoekig is en de 15 sponning langs drie zijden is gevormd.

4. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende aangrijpingsmiddelen voor het onverschuifbaar vergrendelen van de kaart in een in de sponning ingeschoven stand daarvan.

5. Inrichting voor het vacuümvormen van een verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een vacuümvormmatrijs met ten minste één, met het inwendige en de sponning van een te vormen houder complementaire vorm.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij met de sponning corresponderende matrijsdelen intrekbaar zi jn.

7. Inrichting voor het spuitgieten van een verpakking volgens één van de conclusies 1-4, omvattende 30 ten minste één spuitgietvorm, welke complementair is met de vorm van het inwendige, het uitwendige en de sponning van een te vormen houder.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij met de sponning corresponderende vormdelen intrekbaar zijn. 1006385

9. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de spuitgietvorm ten minste twee delen omvat, welke evenwijdig aan de kaart in op de houder aangebrachte toestand ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn.

10. Inrichting voor het vullen van verpakkingen volgens één van de conclusies 1-4, omvattende een transportbaan voor de verpakkingen, ten minste één toevoersta-tion langs de transportbaan voor te verpakken materiaal en een kaartinschuifstation voor het in de sponning van 10 een met het materiaal gevulde verpakking schuiven van een kaart.

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de transportbaan zodanig is uitgevoerd dat een aantal verpakkingen naast elkaar kan worden getransporteerd en een 15 aantal toevoerstations naast elkaar is aangebracht.

12. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij een aantal toevoerstations in de transportrichting achter elkaar is aangebracht. 1006385