NL1006312C2 - Stoffilter voor een procesinstallatie die onder geregelde druk werkt. - Google Patents

Description

o

Stoffilter voor een procesinstallatie die onder geregelde druk werkt 5

De uitvinding heeft betrekking op een stoffilter voor een procesinstallatie die onder geregelde druk werkt, voorzien van een filterhuis met een inlaat voor met stof verontreinigd gas en een uitlaat voor gefilterd 10 gas, waarbij het verontreinigde gas door een aantal filterelementen stroomt, die het stof uitfilteren, terwijl de filterelementen periodiek in tegenstroom met reinigingsgas onder relatieve druk worden gereinigd.

Een stoffilter van deze soort is uit de praktijk 15 bekend. Deze heeft enerzijds een ingewikkelde constructie terwijl anderzijds het demonteren en vervangen van de filterelementen ingewikkeld is en veel tijd vergt.

Het doel van de uitvinding is het zodanig verbeteren van het stoffilter van de in de aanhef beschreven soort, 20 dat dit beter voldoet aan de eisen van de praktijk, zoals een eenvoudige constructie met een gering aantal onderdelen en een eenvoudige vervanging van de filterelementen en korte verbindingsgeleidingen met weinig drukverlies.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat 25 een bufferdrukvat voor reinigingsgas is aangebracht, met een of meer inlaten voor reinigingsgas en een of meer uitlaten die elk door een drukaflaatklep worden geregeld, welke uitlaten elk een reinigingsgasleiding naar de filterelementen zijn verbonden.

30 De voorziening van het bufferdrukvat met drukaflaat- kleppen voor reinigingsgas geeft een eenvoudige constructie voor de pulserende reiniging van de filterelementen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het bufferdrukvat gevormd door het bolvormige 35 buitendeksel van het filterhuis en een holvormig binnen-drukdeksel, die aan de buitenranden met elkaar zijn ÜÜÜ63 1 2 97202 2 verbonden, zodat het bufferdrukvat in axiale dwarsdoorsnede in hoofdzaak lensvormig is.

Dit resulteert in een eenvoudige constructie, waarbij van een reeds aanwezig onderdeel, het bolvormige 5 buitendeksel gebruik wordt gemaakt, die gemakkelijk kan worden gedemonteerd, met korte verbindingsleidingen en weinig drukverlies.

Bij een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding is de verbinding tussen het samenstel van bolvormig 10 buitendeksel en holvormig binnendeksel enerzijds en het filterhuis anderzijds, losneembaar. Dit maakt een eenvoudig onderhoud van de filterelementen, zoals vernieuwing van de filterzakken, mogelijk.

Bij weer een andere uitvoeringsvorm wordt een los-15 neembare verbinding door middel van een aantal scharnierende snelsluitingen gevormd.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van een voorkeursuitvoeringsvorm.

20 Fig. 1 toont een axiale dwarsdoorsnede over het stoffilter volgens de uitvinding in samengestelde toestand.

Fig. 2 toont op grotere schaal een axiale dwarsdoorsnede over de drukaflaatklep, die op het bufferdrukvat is 2 5 aangebracht.

In fig. 1 is het stoffilter weergegeven met een cilindrisch rond filterhuis 1, voorzien van een bodemwand 2 met een aantal inlaatopeningen, waarvan er drie in fig 1 zichtbaar zijn — 3a, 3b, 3c —. In deze inlaatope-30 ningen 3 is een aantal filterelementen, -- 4a, 4b, 4c --, losneembaar bevestigd. Deze bevestiging is bij voorkeur met een bajonetsluiting, waarvan het ene ringvormige deel 5 nokken heeft, die losneembaar kunnen grijpen onder het ander deel 6 dat met schroefbouten 6 is vastgezet.

o'ó 1 2 97202 3

De filterelementen 4 omvatten aan de buitenzijde een (niet weergegeven) zakfilter, dat de stofdeeltjes filtert uit het verontreinigde gas Gi en gespannen is op een cilindrisch raamwerk 7a, 7b, 7c.

5 Het filterhuis 1 heeft verder een horizontale uit laat in de vorm van een buisstomp 8 voor de af voer van gefilterd gas Go. De buisstomp 8 draagt aan zijn einde een flens 9 voor de verbinding met een (niet weergegeven) afvoerleiding.

10 Het filterhuis 1 heeft aan de bovenzijde een bolvor mig buitendeksel 10 en een holvormig binnendeksel 11, die aan de buitenranden met een ring 12 met elkaar zijn verbonden. Hierdoor wordt er een bufferdrukvat 13 gevormd, dat in axiale dwarsdoorsnede in hoofdzaak lensvor- 15 mig is.

Dit bufferdrukvat 13 is met een losneembare verbinding gevormd door middel van een aantal rondom de omtrek aangebrachte, scharnierende snelsluitingen 14, waarvan er in fig. 1 een enkele is weergegeven, bovenop het filter- 20 huis 1 bevestigd.

Deze scharnierende snelsluitingen 14 zijn elk scharnierend om een as 15 met een draagoog 16 rondom de bovenrand 17 aan de buitenzijde van het filterhuis 1, zoals door lassen, bevestigd.

25 Bovenop het bufferdrukvat 13 zijn een of meer druk- aflaatkleppen, algemeen aangegeven met 18, zoals door lassen, bevestigd, waarbij de uitlaat 26 van het klephuis 19, 20, 21 door de bovenwand 10 van het bufferdrukvat 13 heen verloopt.

30 Volgens fig. 2 omvat elke drukaflaatklep 18 een deelbaar klephuis 19, 20, waar tussen een membraan 21 is ingeklemd. In het midden van het membraan 21 is een schijfklep 22 gemonteerd. Deze wordt belast door een veer 23, die is ondergebracht in een uitsparing in het i u u 6 31 2 97202 4 bovendeel 20 van het klephuis. De schijf klep 22 kan in de naar beneden bewogen stand afdichten op een klepzit-ting 25 op de uitlaat 26 van de klep 18. Het onderste klephuisdeel 19 verloopt afgedicht door het buitendeksel 5 10.

De ruimten boven en onder het membraan 21 zijn verbonden door de kanalen 30, 31 en 32, waarbij kanaal 31 een gecalibreerde opening bevat. Voorts is de ruimte boven het membraan 21 verbonden met een regelklep 33 die 10 de uitlaat van gas uit de ruimte boven het membraan 21 regelt.

Aan de onderzijde van de aflaatklep 18 is de uitlaat 26 aangesloten op een leiding 29 die afgedicht door het binnendeksel 11 heen verloopt naar een tot in de nabij -15 heid van de filterelementen 4 verlopende leiding 30. Deze heeft boven elk filter een of meer (niet weergegeven) spuitmondstukken waarmede periodiek in tegenstroom met de inlaatstroom Gi reinigingsgas Gc vanuit het buf-ferdrukvat 13 in de binnenzijde van de filterelementen 4 20 wordt gespoten waardoor de hierop bevestigde zakfilters van aanhechtende stofdeeltjes worden gereinigd.

Elke drukaflaatklep 18 heeft naast de uitlaat 26 een inlaat 27 die uitmondt in de drukbufferruimte 13 en in het klephuis 19, 20 in de ruimte boven het membraan 21.

25 Het bufferdrukvat 13 heeft een of meer aansluitingen 34 voor drukleidingen, waarmede de druk in het bufferdrukvat 13 kan worden geregeld, zodanig dat periodiek met reinigingsgas Ge de filterelementen 4 worden gereinigd.

Het stoffilter volgens de uitvinding kan worden 30 toegepast op een procesinstallatie zoals een (niet weergegeven) vacuümmenger/-droger, met een conisch mengvat waarop vacuüm staat en waarin een of meer schroef- of schoepmengelementen bewegen. Op het mengvat zijn een aantal stoffilters volgens de uitvinding aangebracht, i 1006312 97202 5 waarbij aan de uitlaat 8 van het stoffilterhuis 1 vacuüm heerst en de inlaat 3 met de binnenzijde van het conische mengervat is verbonden.

r 63 1 2

Claims (13)

97202 6

1. Stoffilter voor een procesinstallatie die onder geregelde druk werkt, voorzien van een filterhuis (1) met 5 een inlaat (3) voor met stof verontreinigd gas (Gi) en een uitlaat (8) voor gefilterd gas (Go) , waarbij het verontreinigde gas (Gi) door een aantal filterelementen (4) stroomt, die het stof uitfilteren, terwijl de filterelementen (4) periodiek in tegenstroom met reinigingsgas 10 (Gc) onder relatieve druk worden gereinigd, met het kenmerk, dat een bufferdrukvat (13) voor reinigingsgas (Gc) is aangebracht, met een of meer inlaten (34) voor reinigingsgas (Gc) en een of meer uitlaten (26) die elk door een drukaflaatklep (18) worden geregeld, welke 15 uitlaten (26) elk met een reinigingsgasleiding (29, 30) naar de filterelementen (4) zijn verbonden.

2. Stoffilter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bufferdrukvat (13) wordt gevormd door het bolvormige 20 buitendeksel (10) van het filterhuis (1) en een holvormig binnendrukdeksel (11), die aan de buitenranden met een ring (2) met elkaar zijn verbonden, zodat het bufferdrukvat (13) in axiale dwarsdoorsnede in hoofdzaak lensvormig is. 25

3. Stoffilter volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verbinding tussen het samenstel van bolvormig buitendeksel (10), ring (12) en holvormig binnendek-sel (11) enerzijds en het filterhuis (1) anderzijds, 30 losneembaar is.

4. Stoffilter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de losneembare verbinding 1Uut>312 ! 97202 7 door middel van een aantal scharnierende snelsluitingen (14) wordt gevormd.

5. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 5 tot 4, met het kenmerk, dat de scharnierende snelsluitingen (14) elk scharnierend om een as (15) met een draagoog (16) rondom de bovenrand (17) verdeeld aan de buitenzijde van het filterhuis (1) zijn bevestigd.

6. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat een of meer drukaflaatkleppen (18) elk een deelbaar klephuis (19, 20) omvatten, waartussen een membraan (21) is ingeklemd, waarbij in het midden van het membraan (21) een door een veer (23), die 15 in een uitsparing (24) van het bovenste klephuisdeel (20) is ondergebracht, belaste schijfklep (22) is gemonteerd, die kan afdichten op een klepzitting (25) op de uitlaat (26) van de klep (18).

7. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de ruimten boven en onder de membraan (21) zijn verbonden door kanalen (30, 31 en 32), waarbij kanaal (31) een gecalibreerde opening bevat.

8. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de ruimte boven het membraan (21) is verbonden met een regelklep (33) die de uit laat van gas uit de ruimte boven het membraan (21) regelt.

9. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de inlaat (27) van elk van de drukaflaatkleppen (18) enerzijds is aangesloten op de uit laat (29) van het bufferdrukvat (13) en anderzijds op de ruimte onder het membraan (21). 1006312 97202 8

10. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de uit laat (26, 29) van elk van de drukaflaatkleppen (18) dwars door het bufferdruk-vat (13) heen verloopt tot in de nabijheid van de filter- 5 elementen (4).

11. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat de f ilterelementen (4) filterzakken omvatten die elk zijn gespannen op een 10 raamwerk (7), dat aan een eindrand met een snelsluiting (5, 6) in een opening (3) in een scheidingswand (2) aan de inlaat-zijde van het filterhuis (1) zijn bevestigd.

12. Stof filter volgens een of meer van de conclusies 1 15 tot 11, met het kenmerk, dat de snel sluitingen (5, 6) voor de filterzakken bajonetsluitingen zijn.

13. Procesinstallatie voorzien van een of meer stoffilters volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1 20 tot 10, met het kenmerk, dat de procesinstallatie een vacuummenger/-droger is, zoals een conische vacuüm schroef- of schoepmenger of -droger, waarop een aantal stoffilters (1) zijn aangebracht, waarbij aan de uitlaat (8) van de stoffilters (1) vacuüm (V) heerst en de inlaat 25 (3) met de binnenzijde van het conische menger-/drogervat is verbonden. 1006312