NL1006027C2 - Afvalcontainersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. - Google Patents
Afvalcontainersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1006027C2 NL1006027C2 NL1006027A NL1006027A NL1006027C2 NL 1006027 C2 NL1006027 C2 NL 1006027C2 NL 1006027 A NL1006027 A NL 1006027A NL 1006027 A NL1006027 A NL 1006027A NL 1006027 C2 NL1006027 C2 NL 1006027C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- waste
- containers
- type
- volume
- container
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F1/00—Refuse receptacles; Accessories therefor
- B65F1/14—Other constructional features; Accessories
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F1/00—Refuse receptacles; Accessories therefor
- B65F1/04—Refuse receptacles; Accessories therefor with removable inserts
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65F—GATHERING OR REMOVAL OF DOMESTIC OR LIKE REFUSE
- B65F1/00—Refuse receptacles; Accessories therefor
- B65F1/14—Other constructional features; Accessories
- B65F1/1484—Other constructional features; Accessories relating to the adaptation of receptacles to carry identification means
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Refuse Receptacles (AREA)
Description
-1-
Afvalcontaineisysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval.
De uitvinding heeft betrekking op een afvalcontainersysteem volgens de aanhef van conclusie 1 en op een werkwijze voor het inzamelen van afval volgens de aanhef van conclusie 18.
Dergelijke systemen, containers en inzamelwerkwijzen zijn uit de praktijk bekend. De 5 afvalstroom neemt echter gestaag toe. Gezien zowel het belang van een gezond milieu als de stijgende kosten van de afvalverwerking blijkt het noodzakelijk particulieren en bedrijven -hierna aangeduid als afvalproducenten- van deze problematiek bewust te maken en tot een gedragsverandering te stimuleren, resulterend in een afnemend aanbod van afval en een als rechtvaardiger ervaren toerekening van de kosten aan de afvalproducent.
10 Een belangrijk, geprefereerd middel in dit streven is tariefdifferentiatie op basis van de aangeboden hoeveelheid afval, alsmede de frequentie van het aantal regegistreerde ledigingen van een afvalcontainer. Een gebruikelijke uitvoering van dergelijke regelingen bestaan hieruit, dat de afvalproducent meer betaalt naarmate de hem ter beschikking gestelde afvalcontainer-verder op in de tekst tevens aangeduid als container- een groter volume heeft 15 of de frequentie van het aantal keren dat de container binnen een bepaalde periode wordt aangeboden.
Op veel afvalproducenten heeft dit systeem echter niet de beoogde stimulerende uitwerking; zo ontgaat hun dat zij met een (veel) kleinere containermaat zouden kunnen volstaan en daarmee aan een gezond milieu bijdragen. En dat tegen geringere kosten.
20 De uitvinding heeft als doel een oplossing ter beschikking te stellen waarmee de afvalproducenten op eenvoudige en betrouwbare wijze kunnen bepalen welke maat afvalcontainer en bijbehorende tariefgroep voor hen het meest geschikt is.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een afvalcontainer-systeem van de initieel aangeduide soort uit te voeren conform het kenmerkende deel van 25 conclusie 1. De afvalproducent krijgt door de op strategische plaats(en) op de afvalcontainerwand (tenzij anders bepaald) bij voorkeur horizontaal aangebrachte volumemarkeringsvorm iedere keer dat hij de afvalcontainer vult de duidelijke indicatie en stimulatie tot afvalvermindering of hij bij het vullen van de afvalcontainer van een groter type tegen de tijd dat deze geleegd gaat worden een volume aan afval heeft verzameld dat 30 correspondeert -onder corresponderen dient te worden verstaan: komt bij voorkeur exact overeen- met het totale binnen volume van de afvalcontainer van een kleiner type. Indien dit >üü6027 i -2- regelmatig het geval is, kan hij gerust de afvalcontainer van een groter type omwisselen voor een afvalcontainer van een kleiner type, hetgeen een aanzienlijke besparing op de te betalen afvalstoffenheffing met zich meebrengt. Het onderscheid tussen een groter en kleiner type valt binnen het kader van de verderop besproken onderverdeling naar de afvalcontainer van het 5 eerste, tweede en derde type.
De hierboven besproken indicatie-en stimulatiefunctie van het onderverdelingssysteem naar volumemarkeringen dient als leidraad voor het benodigde containervolume en kan tevens worden bewerkstelligd door een werkwijze als initieel aangeduid uit te voeren overeenkomstig het kenmerk van conclusie 18.
10 Door afvalcontainers uit te voeren conform conclusie 11, kan het aantal container- wisselingen tussen grotere en kleinere afvalcontainers worden beperkt tot wisselingen in het totale binnenvolume van de afvalcontainer zelf.
Bij dergelijke transformeerbare afvalcontainers hoeft, indien de individuele afvalproducent van een genoemd groter type naar een genoemd kleiner, voor hem goedkoper type afvalcontainer 15 wenst over te stappen, de afvalcontainer niet te worden vervangen, maar wordt het totale binnenvolume van de grotere afvalcontainer middels een verkleiningsvoorziening opgesplitst in een transformeerbare onderverdeling, waarbij middels een begrenzing, een effectief van buiten ingeperkt binnenvolume en een afgesloten ineffectief binnenvolume onstaan. Een door de verkleiningsvoorziening vormgegeven opgehoogde, oneigenlijke tussenbodem in de 20 binnenwand van de afvalcontainer van het grotere type geeft, gemeten vanaf de bovenrand van de binnenwand van deze afvalcontainer tot aan een zodanig aangebrachte opgehoogde bodem het gevormde effectieve binnenvolume weer. Een dergelijk effectief binnenvolume correspondeert met het totale binnenvolume van een genoemd kleiner type container. Tevens maakt een dergelijke transformerende onderverdeling een door de vuilnisman, hierna 25 aangeduid als de afvalverzamelaarmedewerker, conform in Nederland geldende aangescherpte arbozorgbepalingen -als ergonomisch zeer belastend ervaren- te tillen afvalcontainers, door een genoemde tussenbodem overbodig .
M.b.t. de genoemde transformerende onderverdeling staan twee verderop in de beschrijving en tekeningen nader aangeduide verkleiningsvoorzieningen centraal.
30 De eerste op bovengenoemde transformerende onderverdeling van toepassingzijnde soort verkleiningsvoorziening bestaat uit een verderop besproken als tussenbodem dienstdoende, op een bepaalde wijze aanbrengbaar en uitneembaar horizontaal comparti-menteringschot, (hierna genoemd verkleiner of soms ook als tussenbodem), dat op een '006027 -3- hiervoor bestemd, zich in de binnenwand bevindend steunpunt is aangebracht, zodat een verhoogde, oneigenlijke bodem in de afvalcontainer ontstaat en het hierdoor verkleinde binnenvolume het te vormen effectieve binnenvolume weergeeft. Verder kan (niet afgebeeld) bij voorkeur in dit kader voor de grotere containers -niet zijnde minicontainers- gedacht 5 worden aan een op overeenkomstige wijze als verkleiner dienstdoend in het binnenvolume te plaatsen blok dat als opvulling tot bij voorkeur het in te stellen effectieve volume dient, en bij voorkeur op de verderop beschreven wijze beveiligd wordt tegen losneming door onbevoegden. Verder kan (niet afgebeeld) voor de bovengenoemde containersoorten een bij voorkeur horizontaal inklapbaar compartimenteringsschot dat bij voorkeur op een vaste plaats 10 is bevestigd, hiermee uitgeklapt tenminste een genoemd effectief binnenvolume definieert en ingeklapt het oorspronkelijke binnenvolume minus de ruimte die de genoemde klapluiken in ingeklapte stand inneemt.
De tweede hierop van toepassingzijnde soort verkleiningsvoorziening bestaat uit een te plaatsen binnenbak in een afvalcontainer, bij voorkeur uit een te plaatsen binnenbak in een 15 reeds bekende vaiiocontainer, die hiertoe is aangepast op specifiek plaatsbare binnenbakken. Hierbij correspondeert het totale binnenvolume van een dergelijke binnenbak met het genoemde effectieve binnenvolume.
De containers kunnen volgens de uitvinding zijn ingericht voor kleine, individuele afvalproducenten of voor grotere en /of groepen afval producenten. Hiertoe kunnen bij 20 voorkeur verzinkt stalen of plastic vierwielcontainers, hierna genoemd wijkcontainers, van bijv.
770, 1000,1700 liter worden toegepast. Die kenmerken zich door een brengsysteem, waarbij een dergelijke afvalcontainer een brengpunt/verzamelpunt vormt dat is afgestemd op de afvalproductie van een groep afvalproducenten, zoals in hoogbouwlocaties, gestapelde laagbouw (waarin in een huis meerdere aansluitingen, voorkom, zoals bijv. in veel 25 studentenhuizen) voorkomen.
Een dergelijke groep afvalproducenten kan als groep volgens de geïnitieerde onderverdeling naar volumemarkeringen in de afvalcontainer naar een kleinere afvalcontainer toe werken. Dergelijke grotere containers zijn vaak voorzien van een stenen omhuizing (niet afgebeeld), hierna aangeduid als cocon en hebben al naar gelang het aantal hierin opgestelde containers 30 een of meerdere inwerpopeningen voor de hier achterinopgestelde een of meerdere genoemde afvalcontainers. Hierbij is een dergelijke stenen omhuizing bij voorkeur van een dergelijke omvang dat deze zowel is berekend op grotere als op kleinere maten van dergelijke containers. Tevens kan een dergelijke cocon aan de buitenkant van een bepaald aangebracht en afgesloten i0C6027 -4- kijkgat zijn voorzien. De inwerpopening kan om oneigenlijk gebruik tegen te gaan van een van een tot uitsluitend genoemde groep afvalproducenten gerichte afsluitmogelijkheid, zoals b.v. een slot, en niet overcopieerbare sleutels zijn voorzien. Ook kan de door velen als lelijk ervaren, genoemde cocon visueel worden verbeterd door(niet afgebeeld) aan de bovenkant, 5 naast de inwerpopeningen, van de cocon een insparing te maken waarop bij voorkeur onderhoudsarme begroeiing kan worden aangebracht Aan de zijkanten van de cocon kunnen tevens voor kleinere deelstromen in het afval om de cocon heen een nieuwe lagere omhuizing met inwerpopeningen en genoemde uitsparingen worden aangebracht enz. Hierdoor ontstaat een veel aantrekkelijker beeld dat doet denken aan de hangende tuinen van Babylon. Dit 10 systeem wordt daarom het Babylonsysteem genoemd.
Het genoemde Babylonsysteem wordt i.v.m. de ervaren schaarste in de openbare ruimte in met name de grote steden bij voorkeur geïntegreerd met het verderop genoemde metrosysteem.
Soorten afvalcontainers die binnen het kader van de algehele uitvinding kunnen worden toegepast zijn grotere afvalcontainersoorten zoals ondermeer: genoemde wijkcontainers, 15 opslagtanks voor ondergrondse opslag -bij voorkeur in het kader van het reeds bekende metrosysteem, en bovengrondse depotcontainers (zoals glas-en papierbakken). Toepassing in dit kader voor kleinere afvalcontainersoorten heeft o.m. betrekking op reed bekende mini-containers, duo-containers, vario-containers, depot-containers, afvalemmers, afvalcontainers in miniatuurformaat enz.
20 Genoemde containersoorten hebben bij voorkeur betrekking op gangbare, in de handel verkrijgbare standaardmaten, zoals o.m. een hierop van toepassing zijnde standaardhoogte. Dergelijke standaardmaten voldoen bij voorkeur aan reeds bekende classificaties, zoals de reeds bekende, hierop van toepassing zijnde DIN- en/of RALnormering.
De af geheelde figuren zijn sterk vereenvoudigd afgebeeld zonder de wielas(sen), 25 wielen, deksel e.d. (uitgezonderd de in fïg. 16 besproken bijzondere deksel). De in de tekeningen weergegeven verschillende containers zijn voor de duidelijkheid zonder een systematische, onderling samenhangende schaal of wat voor schaal dan ook weergegeven.
Het genoemde onderscheid naar de afvalcontainer van het eerste, tweede en derde type is uiteraard niet uitputtend voor slechts drie contanrmaten bedoeld en kan op overeenkomstige 30 wijze worden uitgebreid tot een verdergande onderverdelin naar meer verschillende containermaten en bijbehorende typen. Bijzondere uitvoeringen van het afvalcontainersysteem zijn geformuleerd in de afhankelijke conclusies en de navolgende gedetailleerde beschrijving, waarin wordt verwezen naar de tekeningen. Bij de verderop uitgebreid beschreven figuren 1006027 -5- staan, tenzij anders bepaald, in de praktijk veel voorkomend stelsel binnenvolumematen van minicontainers als voorbeeld centraal. Tenzij anders bepaald, beslaat in dit voorbeeld het binnenvolume van de afvalcontainer van het eerste type van, i.c. 240 liter, voor het tweede type van, i.c. 140 liter en voor het derde type van, i.c. 60 liter.
5 Fig. 1 toont een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een sterk vereenvoudigd weerge geven container, van het eerste type met een eerste binnenvolume 1, gemeten vanaf de ruimte tussen bovenrand 2 tot aan de bodem 3 van de afvalcontainer van 240 liter. Een dergelijk type container kent bij voorkeur twee door volumemarkeringen 4,7 gedefinieerde subvolumes 5,8. Het eerste en grootste gedefinieerde subvolume 5 beslaat de ruimte tussen de bovenste 10 volumemarkering 4 en de bodem 3 en correspondeert met het binnenvolume van de afvalcontainer van het tweede type (zie fig. 2), i.c. 140 liter. Het tweede gedefinieerde subvolume 8 beslaat de ruimte tussen de onderste volumemarkering 7 en de bodem 3 en correspondeeert met het binnenvolume van de container van het derde type (zie fig.3) van i.c. 60 liter.
15 Fig. 2 toont een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een sterk, vereenvoudigd weergegeven container van het tweede type met een kleiner tweede binnenvolume 11, gemeten vanaf de ruimte tussen de bovenrand 12 tot aan de bodem 13, van 140 liter. Een dergelijk type container kent een door een volumemarkering 14 gedefinieerd subvolume 15 dat correspondeert met het 20 binnenvolume van de kleinere afvalcontainer van het derde type 20 (zie fig.3). Een dergelijke onderverdeling van het binnenvolume is ook hier uitgevoerd als een volumemarkering 15. Deze volumemarkering 14 duidt het hierboven genoemde subvolume 15 aan en heeft betrekking op de ruimte tussen onderkant van deze volumemarkering 16 tot aan de bodem 13 en beslaat in dit voorbeeld 60 liter.
Fig. 3 toont een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een container van het derde type 25 met een derde binnenvolume. Een dergelijke container is in deze figuur uitgevoerd als een reeds bekende afvalemmer. Het nog kleinere binnenvolume 17 van een dergelijke afvalcontainer bedraagt, gemeten vanaf de ruimte tussen de bovenrand 18 tot aan de bodem 19 in dit voorbeeld 60 liter.
Voor de genoemde volumemarkeringen en de hieronder beschreven verschillende 30 aanbrengingswijzen geldt in het algemeen dat deze van een bij voorkeur van de ondergrond van de afvalcontainer onderscheidende kleur zijn voorzien en dat dergelijke volumemarkeringen to.v. elkaar tevens kunnen worden geaccentueerd d.m.v. verschillende kleuren (niet afgebeeld). Ook kunnen de volumemarkeringen worden gevormd d.m.v. een i006027 -6- afwijkend transparant gedeelte, d.m.v. een tekst of een bepaalde cijfercombinatie etc... Tevens kunnen volumemarkeringen in allerlei motieven, zoals beschreven in fig. 4 en 5 of d.m.v. het aanbrengen van een reliëf of inkeeping die bij voorkeur is ingefreesd, (zie fig.6) worden uitgewerkt. De genoemde volumemarkeringswijzen kunnen tevens in een bepaalde combinatie 5 worden aangebracht. Alle genoemde volumemarkeringswijzen kunnen verder zowel aan de aan de binnen- en/ of aan de buitenkant van de afvalcontainer worden aangebracht.
Bij het aanbrengen van bovengenoemde markeringen d.m.v. een onderscheidende stof zoals; een verf- of inktsoort, of stevig tape -voorzien van zeer sterke bevestigingslijm-, produktiematig of door de afvalproducent of -verzamelaar zelf (zie bijv. fig. 8 en 9) dienen 10 genoemde substanties goed te hechten aan het containermateriaal, veelal plastic, zoals HD-polyethyleen , en bestand te zijn tegen vrijkomende stoffen in het afval zelf.
Fig. 4 toont een container, als beschreven fig. 1, voorzien van volumemarkeringen 20 in de voorkeursvorm van een op de wand van deze afvalcontainer lopende onderbroken band 20 en wordt bij voorkeur aan de buitenkant van de voorzijde en de binnenkant van de 15 achterzijde aangebracht.
Fig. 5 toont een container als beschreven in fig.l, voorzien van volumemarkeringen rondom de wand van de container, in de vorm van een ononderbroken band 21.
Om te voorkomen dat afvalproducenten i.v.m. schommelingen in hun afvalgedrag te vroeg naar een te kleine container overgaan, kan door de afvalinzamelaar een (niet afgebeelde) 20 veiligheidsmarge worden ingesteld. Hiertoe staan bij voorkeur de volgende twee mogelijkheden open, fig. 1 staat hierbij als voorbeeld centraal: -De afstand tussen de bovenkant 10 en de onderkant 6 van de bovenste volumemarkering 4 fig.l kan vergroot worden. Dit gebeurt bij voorkeur door alleen de onderkant 6 naar beneden te verplaatsen; 25 -Het is ook mogelijk de gehele volumemarkering 4 in benedenwaartse richting op te schuiven.
Fig. 6 toont een container van het tweede type, die voorzien is van een bandvormige volumemarkering die als reliëf 22 in de wand, i.c. de buitenwand, van de container is aangebracht.
Dergelijke aan volumemarkeringen kunnen behalve op fabrieksmatige wijze, ook handmatig 30 d.m.v. een hiervoor geschikt markeringsinstrument waarbij een dergelijke volumemarkering bij voorkeur in de wand gefreesd of gesmolten wordt, worden aangebracht.
Fig. 7 toont een zijaanzicht van een zgn. reeds bekende duo-container, voorzien van 30een een reeds bekend verticaal vast of verplaatsbaar compartimentermgsschot 23, dat de container
Kjue; 27 -7- in twee compartimenten opsplitst. Bij voorkeur op dit compartimenteringsschot zijn volumemarkeringen 24 aangebracht. De hierdoor gedefinieerde gecompartimenteerde subvolumes corresponderen ten minste met kleinere tweede en nog kleinere derde gecompartimenteerde binnenvolumes binnen een stelsel van verschillende kleinere typen duo-5 containermaten.
De figuren 8 en 9 tonen twee voorzieningen waarmee niet alleen een fabrikant, maar ook de afvalproducent zelf op eenvoudige en betrouwbare wijze volumemarkeringen op een afvalcontainer kan aanbrengen.
Fig. 8 toont een aanzicht van een afvalcontainer voor plaatsing in de binnen-en/ of buitenwand 10 van de afvalcontainer geschikte peilstrook 25, die bij voorkeur in stickervorm is aangebracht en die zich uitstrekt vanaf een bodem en /of een bovenrand en zich bij voorkeur over de gehele wand van de afvalcontainer. Op deze peilstrook is de genoemde onderverdeling naar volumemarkeringen 26 aangebracht. Tevens kan (niet afgebeeld) op overeenkomstige wijze op een hiervoor geschikte peilstok een genoemde onderverdeling naar volumemarkeringen 15 worden aangebracht
Fig. 9 toont een sjabloon, bij voorkeur in de vorm van een op de afvalcontainer, i.c. het eerste type, aangepaste versie van de reeds bekende, m.b.t. gft-afval hierop aangepaste, papieren afvalzak voor containers. Bij een dergelijk sjabloon bevindt zich bij voorkeur aan de boven- en onderkant van de zak en bij voorkeur aan zowel de buiten- en binnenkant (zodat 20 het sjabloon twee keer kan worden gebruikt) van het sjabloon een door een bepaalde sealing bedekte plakrand (niet afgebeeld). Waarbij de lijm bij voorkeur een dusdanige adhesie vertoont dat het sjabloon voor hergebruik zonder noemenswaardige beschadigingen aan de wand en het sjabloon zelf kan worden verwijderd. Met een dergelijke lijm wordt bij voorkeur de zak aan de geprefereerde binnen- of buitenkant van de afvalcontainer bevestigd. D.m.v. deze 25 vastgemaakte zak kan de afvalproducent zelf genoemde volumemarkeringen, in een bepaalde genoemde (uitgezonderd een ondoorbroken voim) vorm, adequaat op de aanwezige, op deze markeringsvorm aangepaste, voorgevormde uitsparingen 27 aanbrengen. Dergelijke voorgevormde uitsparingen worden daadwerkelijk uitsparingen doordat deze (niet afgebeeld) bij voorkeur losgemaakt worden en de hierdoor ontstane zijflappen 28 vervolgens tot aan de 30 vouwrand 29 naar buiten toe worden uitgevouwen.
Voor bevestiging van de gevormde uitsparingen zelf wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van hiervoor bestemde door een bepaalde sealing af gedekte plakranden (niet afgebeeld), die zich (niet afgebeeld) bij voorkeur aan zowel de binnenkant als de buitenkant aan de onderkant en -8- bovenkant, rondom de vouwranden 29 van de gevormde uitsparingen 27 bevinden.
De figuren 10 tm 18 tonen afvalcontainers met een transformerende onderverdeling. Figuur 10.1 toont de binnenkant van een container met een konische containervorm en onderling in omtrekgrootte verschillende verkleiners, waarbij de bovenste verkleiner 30 een 5 grotere omtrek dan de onderste 31 heeft. Voor dergelijke verkleiners geldt dat deze bij voorkeur uitsluitend door de bevoegde afvalverzamelaar uitneembaar zijn en dat deze verkleiners -ran corrosie te voorkomen- bij voorkeur in kunststof of roestvrijstaal zijn uitgevoerd. Tevens kan de verkleiner Lb.v. de bevestiging aan de zijkanten van een of meer schroefgaten zijn voorzien (niet afgebeeld). Verder wordt bij voorkeur één verkleiner te gelijk 10 in de container bevestigd, hoewel in de tekeningen meerdere verkleiners tegelijk zijn gemonteerd. De verkleiner transformeert de afvalcontainer in een van buiten toegangkelijk effectief binnenvolume en een zich hieronder bevindend afgesloten ineffectieve binnenvolume. Het genoemde effectieve, binnenvolume beslaat de ruimte gemeten tussen de bovenrand 32 van de binnenwand van de container tot aan de aangebrachte verkleiner 30,31. Een dergelijke 15 verkleiner rust op in de binnenwand van de container meegevormde steunpunten 33 (in dwarsdoorsnede weergegeven). Het ineffectieve binnnvolume van een dergelijke transfoimeerbare afvalcontainer beslaat de ruimte onder een dergelijke verkleiner 30,31 tot aan de eigenlijke bodem 34.
De instelhoogte van de steunpunten van deze transformerende onderverdeling bij een container 20 van het eerste type, i.c. 240 liter, heeft de afvalcontainer twee instelmogelijkheden; het eerste effectieve binnenvolume 35 correspondeert met het binnenvolume van een afvalcontainer van het tweede type, i.c. 140 liter, en het tweede effectieve binnenvolume 36 correspondeert met het binnenvolume van een afvalcontainer van het derde type, i.c. 60 liter.
De niet afgebeelde afvalcontainer van het tweede type ,van i.c. 140 liter, kent op 25 overeenkomstige wijze eén instelmogelijkheid naareen specifiek eerste, effectief binnenvolume dat correspondeert met het binnenvolume van een afvalcontainer van het derde type, i.c. 60 liter.
Fig. 10.2 toont ter illustratie een gedeeltelijk maar nu in perspectief weergegeven herhaling van fig. 1. Fig. 10.3 toont een container met een onderverdeling naar zowel genoemde 30 volumemarkeringen 37, voor de duidelijkheid anders afgebeeld, als tevens naar een hierop gebaseerde plaatsing van verkleiners 38 op genoemde steunpunten 38.
Fig. 11 toont een afvalcontainer volgens fig 10. ,waarbij de binnenwand ter perfectionering voorzien is van alternatief schuin aflopend steunpunt 39, waarop de te IU06027 -9- bevestigen verMeiner, met een op een dergelijk steunpunt aangepaste zijkant 40, op de zijrand van het steunpunt naar beneden glijdt en zichzelf op de juiste genoemde strategische hoogte vastzet.
Fig. 12.1 toont, zwart weergegeven, een schouderstructuur 41 in een afvalcontainer die 5 een alternatieve toepassing op de steunstructuur vormt De schouderstructuur is voorzien van een of meerdere verdiepingen 42 waarvan vorm en positie corresponderen met de contour van de onderzijde van de aanbrengbare verkleiner 43.
Fig. 12.2 toont de voorgestane bevestiging 44 van dergelijke verkleiners op de hiervoor bestemde steunpunten van de schouderstructuur. Een dergelijke schouderstructuur kan zijn 10 uitgevoerd als integraal met de wand (zie fig. 12.1 en fig.12.2) meegevormde constructie of als los schouder dat middels bevestigingsmiddelen aan de binnenwand van de container wordt bevestigd.
Fig. 13.1 toont enkele geprefereerde bevestigingsorganen, die niet alleen zodanig op een adequate afsluiting van een verkleiner betrekking hebben, maar ook een verkleiner 15 beschermen tegen verwijdering door onbevoegden. Dergelijke bevestigingsorganen bestaan uit een specifieke schroefvork 45, een hierop aangepaste schroef 46 en een passende schroefring 47. Etergelijke bevestigingsorganen zijn bij voorkeur uit een stevig, corrosiebestendig materiaal, zoals kunststof of roestvrij staal samengesteld. Om onbevoegde bevestiging en verwijdering te ontmoedigen is de specieke schroefvork van twee uiteinden 48 voorzien die 20 exact passen in de hiervoor bestemde gaten 49 van de specifieke schroefkop.
Fig. 13.2 toont twee voorgestane bevestigingsvoorzieningen. Ter bevestiging van een verkleiner wordt de vorming van enkele schroefgaten 50 hierin, zoals afgebeeld, voorgestaan. Tevens wordt de vorming van hierop aansluitende schroefholten 51 op steunpunten van een steunstructuur als hiervoor besproken, voorgestaan.
25 Fig 14.1. toont een voorkeursuitvoering van de afsluiting van de verkleiner met het steunpunt Hiertoe worden een of meer integraal meegevormde uitsparingen 52.1, 52.2 op de steunstructuur voor samenwerking met de hierbij passende verkleiner aangebracht. De eerste uitsparing 52.1 doet dienst als positioneringsnok, waardoor de zijcontour van de verkleiner op de steunstructuur rust 30 De tweede uitsparing wordt voorkeur gevormd door een verdere uitsparing in de eerste uitsparing in het steunpunt en is ingericht voor samenwerking met een onder de verkleiner uitstekende positioneringsnok 53. Verder kan tussen de verkleiner en het steunpunt een rubberen ring (niet afgebeeld) worden bevestigd. Tevens kan de eigenlijke bodem i.v.m.
J 006027 -10- onverhoopte lekkage vanuit de verkleiner, van een niet afgebeelde ontwateringsstop zijn voorzien.
Fig. 15 toont een afvalcontainer waarbij ter stabilisering van de container het afgesloten onderste ineffectieve binnenvolume onder de verkleiner, i.c. een loze ruimte, van een ter 5 verzwaring dienende ballast 54 is voorzien. Een dergelijke ballast bestaat bovendien bij voorkeur uit een stof met een absorberend vermogen. Een dergelijke absorberende stof kan doorsijpelend lekwater opnemen en bij voorkeur tevens hinderlijke stankvorming tegengaan.
Fig. 16 toont aan de linker kant een afvalcontainer als afgebeeld in fig. 12.1, i.t.t. fig. 12.1 met deksel. Aan de rechterkant is afzonderlijk een dergelijke open afgebeelde deksel 10 55 getoond, die is voorzien van een houder (niet afgebeeld) en aan de onderkant van een (niet afgebeelde) geprefereerde transparante af dekplaat, voor het opbergen van verkleiners. Voor de bevestiging van een dergelijke afdekplaat wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van de bevestigingsorganen als vermeld in fig. 12.
15 Fig. 17. toont een registratie- en een controlevoorziening. Ter registratie dient een bepaald opbrengbaar materiaal, i.c. uitgevoerd en afgebeeld als een sticker 56 die dient voor de registratie en controle van het door de afvalproducent in gebruik genomen effectieve binnenvolume, en de voor de afvalproducent toepasselijke tariefgroep. De sticker kan voor dit doel van kleur, tekst- of cijfercombinatie verschillen. Een dergelijke sticker wordt bijvoorkeur 20 aan de voorzijde, waar de deksel geopend wordt, aangebracht. Ook door chiptechniek of barcodes kan (niet afgebeeld) de registratie ter hand worden genomen.
Ter perfectionering van de controle van het geregistreerde effectieve binnenvolume, dat een afvalproducent daadwerkelijk in gebruik heeft, kan bij voorkeur tevens een verticale transparante streep 57 met volumemarkeringen 58 worden aangebracht.
25 Fig. 18 toont een zijaanzicht in dwarsdoorsnede van een sterk vereenvoudigd weergegeven afvalcontainer van het eerste type. Waarbij de genoemde onderverdeling naar het effectieve binnenvolume is uitgevoerd als een plaatsbare binnenbak 59. In dit voorbeeld beslaat de afgebeelde binnenbak, het genoemde tweede effectieve binnenvolume, 60 liter.
1006027
Claims (19)
1. Afvalcontainersysteem voor het inzamelen van afval, omvattende een stelsel van ten minste containers van een eerste type met een eerste binnenvolume en containers van een tweede type met een kleiner tweede binnenvolume, gekenmerkt door, een onderverdeling voor het definiëren van een subvolume van het binnenvolume van de containers van het eerste type, 5 waarbij het genoemde gedefinieerde subvolume van elk van de containers van het eerste type correspondeert met het binnenvolume van elk van de containers van het tweede type.
2. Afvalcontainersysteem volgens conclusie 1, verder omvattende tenminste containers van een derde type, elk met een nog kleiner derde binnenvolume dan het binnenvolume van elk van de containers van het tweede type, en waarbij de containers van het eerste type elk 10 tevens zijn voorzien van een onderverdeling die een tweede subvolume definieert, dat correspondeert met genoemd binnenvolume van de containers van het derde type, en waarbij de containers van het tweede type elk zijn voorzien van een onderverdeling die ten minste een kleiner subvolume definieert dat correspondeert met het genoemde binnenvolume van elk van de containers van het derde type.
3. Afvalcontainersysteem volgens conclusie 1 of 2 verder omvattende een stelsel van standaardmaten van reeds bekende stelsels van genoemde containersoorten, of een stelsel bestaande uit een combinatie van dergelijke containersoorten.
4. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de onderverdeling van het binnenvolume van de containers telkens is uitgevoerd als een in de 20 wand van de afvalcontainer aangebrachte volumemarkering, waarbij de genoemde volumemar- kering genoemd subvolume tussen de volumemarkering en de bodem aangeeft.
5. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gevormde subvolume verminderd is met de genoemde veiligheidsmarge.
6. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies, verder 25 omvattende ten minste de genoemde verschillende markeringsvormen, aanbrengwijzen en onderscheidingswijzen en genoemde aanbrengapparatuur.
7. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies waarbij de onderverdeling van het binnenvolume van de container van het genoemde grotere type naar het genoemde kleinere type telkens is uitgevoerd als een in de container plaatsbare binnenbak 30 van bij voorkeur de genoemde variocontainer.
8. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste 1006027 -12- een van de genoemde totale binnenvolumes een totaal volume vormt van een compartiment van een duo-container met twee compartimenten gescheiden door een verticaal compartimen-teringsschot.
9. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij genoemde 5 onderverdeling is aangebracht op een peilstrook die zich bij voorkeur uitstrekt vanaf een bodem en/ of een bovenrand van de container van genoemd eerste, respektievelijk tweede type, welke peilstrook bij voorkeur is uitgevoerd als een sticker, of peilstok.
10. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies verder omvattende een sjabloon voor plaatsing aansluitend op een bodem of een bovenrand, ten behoeve van 10 genoemde containers van het eerste en tweede type, welk sjabloon genoemde volume-markeringen aangeeft.
11. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies verder omvattende een verkleiner voor het verkleinen van het totale binnenvolume van ten minste genoemde containers van het eerste type tot een kleiner effectief van buiten toegangkelijk binnenvolume 15 waarbij een container van het eerste type is voorzien van genoemde verkleiner die de genoemde afvalcontainer van het tweede type vormt.
12. Afvalcontainersysteem volgens conclusie 11, waarbij genoemde containers van het eerste type elk zijn voorzien van in de wand aangebrachte steunpunten voor genoemde verkleiner.
13. Afvalcontainer volgens conclusie 12, waarbij genoemde steunpunten zijn uitgevoerd als een schouderstructuur, voor het ondersteunen van een verkleiner, waarbij de schouderstructuur is voorzien van een of meerdere verdiepingen waarvan vorm en positie corresponderen met de contour van de onderzijde van de verkleiner, en waarbij de schouderstructuur en de verkleiner voor samenwerking met die schouderstructuur zijn voorzien 25 van, qua plaats en vorm, corresponderende positioneringsnokken, verdiepingen en bevestigingsvoorzieningen.
14. Afvalcontainer volgens conclusie 13, waarbij de schouderstructuur integraal met de wand van de container is meegevormd.
15. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies verder omvattende 30 een deksel die voorzien is van een houder voor het opbergen van ten minste een verkleiner en verder omvattende een ter verzwaring dienende ballast onder de aangebrachte verkleiner en een zich op de bodem afsluitbare, genoemde ontwateringsstop.
16. Afvalcontainersysteem volgens een der voorgaande conclusies verder i u06027 -13- omvattende containers, gekenmerkt door, een onderverdeling voor het definiëren van een of meer subvolumes van het binnenvolume van een afvalcontainer, die niet met in een dergelijk stelsel voorkomende een of meer genoemde kleinere containertypen corresponderen, waarbij deze specifieke, niet corresponderende onderverdeling ten minste betrekking heeft op 5 genoemde uitvoeringen naar in de wand aangebrachte volumemarkeringen, respektievelijk transformerende verkleiners.
17. Afvalcontainer volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende tegen verwijdering of verandering beveiligde identificatie en registratiemiddelen, zoals een sticker, 10 een chip, of een barcode, die de opgegeven aanwezigheid van een geplaatste verkleiner, respektievelijk een gedefinieerd subvolume, aangeven.
18. Werkwijze voor het inzamelen van afval, waarbij aan afvalproducenten ten minste afvalcontainers van een eerste type, elk met een eerste binnenvolume, en afval containers van een tweede type, elk met een kleiner, tweede binnenvolume, ter beschikking 15 worden gesteld, door afvalproducenten in genoemde containers aangeboden afval met regelmatige tussenpozen wordt verzameld en bij het verzamelen uit genoemde containers in een verzamelhouder wordt overgebracht, met het kenmerk, dat het binnenvolume van de afvalcontainers van het eerste type wordt onderverdeeld voor het definiëren van ten minste een subvolume van het binnenvolume van de afvalcontainers van het eerste type, dat 20 correspondeert met het totale binnenvolume van elk van de containers van het tweede type.
19. Werkwijze voor het inzamelen van afval volgens conclusie 18 waarbij genoemde afvalcontainers van het tweede type worden verkregen door verkleining van genoemde afvalcontainers van het eerste type. : Ü 6 0 2 T
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1006027A NL1006027C2 (nl) | 1996-06-11 | 1997-05-12 | Afvalcontainersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. |
PCT/NL1997/000319 WO1997047536A1 (en) | 1996-06-11 | 1997-06-06 | Waste container system and method for collection of waste |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1003318 | 1996-06-11 | ||
NL1003318A NL1003318C2 (nl) | 1996-06-11 | 1996-06-11 | Containersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. |
NL1006027 | 1997-05-12 | ||
NL1006027A NL1006027C2 (nl) | 1996-06-11 | 1997-05-12 | Afvalcontainersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1006027C2 true NL1006027C2 (nl) | 1997-09-22 |
NL1006027A1 NL1006027A1 (nl) | 1997-09-22 |
Family
ID=26642398
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1006027A NL1006027C2 (nl) | 1996-06-11 | 1997-05-12 | Afvalcontainersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1006027C2 (nl) |
WO (1) | WO1997047536A1 (nl) |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE8601883U1 (de) * | 1986-01-25 | 1986-08-28 | Schneider, Walter, 72793 Pfullingen | Sondermüllbehälter mit mehreren Einzelbehältern, jeweils mit einem eigenen Deckel |
DE9115757U1 (de) * | 1991-12-19 | 1992-02-13 | Pontech Gesellschaft für technologische Entwicklungen mbH, 2800 Bremen | Müllbehälter, insbesondere fahrbarer Müllgroßbehälter |
DE4200387A1 (de) * | 1992-01-07 | 1993-07-15 | Klaus Aepfelbach Gmbh | Muellbehaelter-system |
DE4417325C2 (de) * | 1993-05-24 | 1999-03-25 | Klaus Fuechtjohann | Vorrichtung zur Verringerung des Abfallvolumens eines Müllgefäßes o. dgl. |
DE9409066U1 (de) * | 1994-06-03 | 1994-08-11 | Jakobsohn, Siegfried, 58644 Iserlohn | Müllbehälter mit Deckel |
-
1997
- 1997-05-12 NL NL1006027A patent/NL1006027C2/nl not_active IP Right Cessation
- 1997-06-06 WO PCT/NL1997/000319 patent/WO1997047536A1/en active Search and Examination
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO1997047536A1 (en) | 1997-12-18 |
NL1006027A1 (nl) | 1997-09-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5111958A (en) | Compartmentalized refuse collection unit | |
US3893615A (en) | Multiple compartment refuse container | |
US5662235A (en) | Receptacle for recyclable materials | |
US5076458A (en) | Recyclable trash collection station for household usage | |
US9428332B2 (en) | Outdoor trash container with bag holder | |
US5172652A (en) | Absorbent pet waste container | |
US3226015A (en) | Waste receptacle | |
US4458962A (en) | Refuse bins | |
NL1006027C2 (nl) | Afvalcontainersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. | |
US5007581A (en) | Garbage collection device | |
US20060197297A1 (en) | Apparatus for use in the storage and transportation of recyclable waste | |
US2064538A (en) | Sidewalk vault | |
US1658880A (en) | Tower | |
US4694972A (en) | Apparatus for refuse collection and disposal | |
KR200449161Y1 (ko) | 쓰레기통 겸용 인쇄물 배포대 | |
EP3636561B1 (en) | Device for separate collection of waste | |
NL1002276C2 (nl) | Afvalverzamelinrichting. | |
BE1016916A3 (nl) | Afvalverzamelingsinrichting met driepuntsweging. | |
KR102179113B1 (ko) | 비닐봉투 걸이형 분리수거함 | |
US1043510A (en) | Waste-receptacle. | |
KR100779058B1 (ko) | 적층식 쓰레기통 | |
ITNA20010027U1 (it) | Copricontenitore con copertura atto ad occultare i contenitori per laraccolta rifiuti. | |
US1162878A (en) | Storage-casing for refuse-receptacles. | |
NL1003318C2 (nl) | Containersysteem en werkwijze voor het inzamelen van afval. | |
WO2008152395A1 (en) | Liner for receptacle to receive waste |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
PD2A | A request for search or an international type search has been filed | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20011201 |