NL1006023C1 - Werkwijze en inrichting voor het omhullen van bundels bloemen met folie-materiaal. - Google Patents

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het omhullen van bundels bloemen met folie-materiaal.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 omhullen van bundels bloemen met folie-materiaal, waarbij bundels bloemen vanuit een aanvoerstation één voor één in een wikkelstation worden gevoerd.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het omhullen van bundels bloemen met folie-materiaal, 10 omvattende een wikkelstation voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan elkaar verbinden van het folie-materiaal .

Een dergelijke werkwijze en inrichting wordt toegepast voor het verpakken van bloemenbundels in bijvoorbeeld 15 transparant folie-materiaal. Dergelijke bekende werkwijzen hebben als nadeel, dat het in folie-materiaal omhullen van bundels bloemen met de hand door een aantal werknemers wordt uitgevoerd. De uitgevoerde werkzaamheden bestaan veelal uit een aantal geestdodende en lichamelijk monotone handelingen. 20 Lichamelijke overbelasting alsmede een hoog ziekteverzuim zorgen dienovereenkomstig in deze bedrijfstak voor een geringe produktiecapaciteit en lage efficiëntie. Daarnaast is het niet mogelijk om met de bekende werkwijzen en inrichtingen, zonder teveel snijverliezen in het folie-25 materiaal en beschadigingen aan de te verpakken bundels bloemen, tapse hoezen te vervaardigen.

De onderhavige uitvinding beoogt de bovengenoemde nadelen te ondervangen en een werkwijze alsmede inrichting te verschaffen, waarmee op een efficiënte en snelle wijze zonder 30 weinig of geen materiaalverliezen grote aantallen bundels bloemen in tapse foliehoezen kunnen worden verpakt, terwijl tevens de vermoeiende, geestdodende en lichamelijk monotone handelingen grotendeels aanzienlijk worden verminderd.

De werkwijze wordt volgens de uitvinding daartoe 35 gekenmerkt, doordat van weerszijden van het wikkelstation een strook folie-materiaal naar een eerste positie wordt gevoerd, alwaar zij door bevestigingsmiddelen langs een naad onder een eerste hoek ten opzichte van de lengterichting van : ' f\ r.

* 2 de stroken met elkaar worden verbonden, dat een bundel bloemen ter plaatse van de verbindings-naad op het folie-materiaal wordt geplaatst, dat de bundel bloemen tezamen met de verblndingsnaad 5 vanuit de eerste positie naar een tweede positie wordt verplaatst, zodanig dat de bundel bloemen door de beide stroken folie-materiaal wordt omgeven, dat de stroken folie-materiaal in de eerste positie naar elkaar toe worden bewogen en door de bevestigingsmiddelen 10 onder een tweede, supplementair aan de eerste hoek zijnde, hoek met elkaar worden verbonden, zodanig dat een, de bundel bloemen omhullende, foliehoes wordt gevormd. Hierdoor wordt op een volledig geautomatiseerde wijze een bundel bloemen met folie-materiaal omhuld, terwijl tevens het folie-15 materiaal zodanig om de bundel bloemen wordt aangebracht, dat een tapse foliehoes wordt verkregen. Zodoende worden snij-verliezen in het folie-materiaal aanzienlijk verminderd, terwijl de arbeidsomstandigheden voor het bedienend personeel ten gevolge van geautomatiseerd overnemen van de 20 vermoeiende, geestdodende en lichamelijk monotone handelingen worden verbeterd en lichamelijke overbelasting sterk afneemt.

Volgens de uitvinding wordt de werkwijze verder gekenmerkt, doordat tezamen met de bundel bloemen en de 25 verbindingsnaad de bevestigingsmiddelen onder aanname van de eerste hoek van de eerste positie naar de tweede positie worden verplaatst en dat de bevestigingsmiddelen vervolgens onder aanname van de tweede hoek naar de eerste positie worden terug-30 gevoerd. Door het volledig geautomatiseerd verplaatsen van bevestigingsmiddelen kunnen op een eenvoudige wijze tapse hoezen met instelbare hoeken worden verkregen.

Volgens een nadere uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding wordt deze gekenmerkt, doordat voorafgaand aan 35 het onder de tweede hoek met elkaar verbinden van de stroken folie-materiaal door de bevestigingsmiddelen, tenminste één van de stroken folie-materiaal over een bepaalde lengte wordt teruggevoerd. Door het over een bepaalde lengte terugvoeren 1006023 3 van tenminste één van de stroken folie-materiaal kan op eenvoudige wij2e de spanning in de, de bundel bloemen omhullende, foliehoes worden ingesteld. Hiermee wordt een stevig, handelbaar produkt verkregen, hetgeen de verdere 5 verwerking van de, met het folie-materiaal omhulde, bundel bloemen aanzienlijk vergemakkelijkt. Tevens wordt zo een voor de consument aantrekkelijk produkt verkregen.

Volgens een nader kenmerk wordt de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de door de bevestigings-10 middelen in de eerste positie tussen de stroken folie- materiaal aangebrachte verbinding wordt gevormd door twee op enige afstand van en parallel aan elkaar gelegen verbindings-naden, waarbij het folie-materiaal tussen de twee verbindingsnaden vervolgens wordt geperforeerd of wordt 15 doorgesneden. Hiermee wordt bereikt, dat tijdens een verbindingshandeling zowel de juist verkregen foliehoes wordt afgedicht, terwijl tevens de eerste verbindingsnaad voor de daarop volgende te vervaardigen foliehoes wordt verkregen. Door het perforeren danwel doorsnijden van het folie-20 materiaal tussen de twee verbindingsnaden, kunnen op eenvoudige wijze de omhulde bundels bloemen verder in het verwerkingsproces worden behandeld.

Volgens een nader kenmerk wordt de werkwijze volgens de uitvinding daartoe gekenmerkt, doordat de bundels bloemen 25 vanuit het aanvoerstation ten opzichte van elkaar in hun lengterichting om en om gepositioneerd in het wikkelstation worden aangevoerd. Door het om en om positioneren van de bundels bloemen voordat zij in het wikkelstation worden aangevoerd, worden snijverliezen in folie-materiaal sterk 30 beperkt. Tevens kunnen de om en om omhulde bundels bloemen door hun onderlinge positionering ten behoeve van de verdere verwerking op een eenvoudige wijze worden behandeld, bijvoorbeeld voor het verpakken in dozen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting 35 voor het omhullen van bundels bloemen met folie-materiaal, omvattende een wikkelstation voorzien van bevestigingsmiddelen voor het aan elkaar verbinden van het folie-materiaal.

1006023 4

De inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de inrichting is voorzien van toevoermiddelen voor het vanuit twee verschillende richtingen aanvoeren van een strook folie-materiaal in het wikkelstation, welke stroken 5 folie-materiaal door middel van de bevestigingsmiddelen onder instelbare hoeken met elkaar te verbinden zijn. Zodoende kan op eenvoudige wijze een groot aantal tapse foliehoezen verkregen worden, waarvan de hoeken eenvoudig instelbaar zijn. Dit maakt het mogelijk de inrichting voor allerlei 10 typen bundels bloemen van verschillende afmetingen toe te passen.

Daarbij kan de inrichting volgens de uitvinding daartoe worden gekenmerkt, doordat de bevestigingsmiddelen, zich uitstrekkend over de breedte van de strook folie-materiaal, 15 zijn opgenomen in een frame, welk frame is voorzien van positioneringsmiddelen, welke de bevestigingsmiddelen een instelbare hoek ten opzichte van de lengterichting van de stroken folie-materiaal kunnen opdringen. Hierdoor is een eenvoudige bevestiging van de stroken folie-materiaal 20 mogelijk, terwijl tevens een eenvoudige hoekinstelling wordt verkregen. Daarbij kunnen de positioneringsmiddelen een instelbaar assenstelsel bevatten, dat met de bevestigingsmiddelen is verbonden. Daarnaast kan de inrichting volgens de uitvinding worden gekenmerkt, doordat 25 de positioneringsmiddelen de bevestigingsmiddelen in een eerste positie in het wikkelstation onder een bepaalde instelbare hoek met de lengterichting van het folie-materiaal positioneren, vervolgens de bevestigingsmiddelen onder aanname van de 30 eerste hoek tezamen met de bundel bloemen en de verbindings-naad naar een tweede positie verplaatsen, vervolgens de bevestigingsmiddelen onder aanname van een tweede hoek ten opzichte van de lengterichting van het folie-materiaal naar de eerste positie terugvoeren. Doordat 35 de positioneringsmiddelen de bevestigingsmiddelen zodanig positioneren, dat deze de stroken onder twee hoeken, welke supplementair aan elkaar zijn ten opzichte van de lengterichting van het folie-materiaal, met elkaar verbinden, 1°0602.9 5 kunnen zodoende op een eenvoudige en snelle wijze tapse foliehoezen voor de bundels bloemen worden vervaardigd.

Volgens een nader kenmerk wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de bevestigingsmiddelen zijn 5 ingericht voor het aanbrengen van twee op enige afstand van en parallel aan elkaar gelegen verbindingsnaden in de stroken folie-materiaal. Hierbij wordt tijdens één stap zowel een tweede, de zojuist gevormde foliehoes afsluitende, verbindingsnaad, alsmede een eerste verbindingsnaad voor de 10 daarop volgende te vervaardigen foliehoes verkregen.

Volgens een nader kenmerk van de inrichting kunnen de bevestigingsmiddelen met behulp van warmte de verbindingen tussen de stroken folie-materiaal aanbrengen.

Bij een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding 15 kunnen de bevestigingsmiddelen met behulp van wrijving de verbindingen tussen de stroken folie-materiaal aanbrengen.

Eventueel kan de inrichting volgens de uitvinding worden gekenmerkt, doordat de bevestigingsmiddelen zijn voorzien van perforatiemiddelen voor het perforeren van de stroken folie-20 materiaal. Ook kunnen de bevestigingsmiddelen van de inrichting volgens de uitvinding zijn voorzien van snij-middelen voor het doorsnijden van de stroken folie-materiaal. Zodoende kunnen op eenvoudige wijze de omhulde bundels bloemen ten behoeve van de verdere behandeling worden 25 verwerkt en getransporteerd.

Volgens een nader kenmerk wordt de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de bevestigingsmiddelen aan de zijde, waar de stroken folie-materiaal een bundel bloemen omhullen, zijn voorzien van een, zich uitstrekkend over de 30 lengte van de bevestigingsmiddelen, rechte geleiderand ten behoeve van het sterk buigen van een over de geleiderand gevoerde strook folie-materiaal. Daarbij kunnen de toevoermiddelen ingericht zijn voor de terugvoer van tenminste een van de stroken folie-materiaal vanuit het 35 wikkelstation, bij voorkeur de strook folie-materiaal die over de rechte geleiderand loopt. Door een strook folie-materiaal terug te voeren, kan de spanning van de foliehoes, welke de bundel bloemen omhult, worden ingesteld. Door deze 1006023 6 strook folie-materiaal over een zich over de lengte van de bevestigingsmiddelen uitstrekkende rechte geleiderend te laten lopen, wordt dit folie sterk gebogen. Hierdoor wordt voorkomen, dat bladmateriaal van de bundel bloemen tussen de 5 met elkaar te verbinden stroken folie-materiaal terecht komt. De bundel bloemen wordt ten gevolge van het over de rechte geleiderand terugvoeren van de strook folie-materiaal in de foliehoes gewikkeld, waardoor zonder beschadiging aan de bundel bloemen een verbindingsnaad in het folie-materiaal 10 kan worden aangebracht.

Volgens een nadere uitvoering wordt de inrichting volgens de uitvinding daartoe gekenmerkt, doordat het wikkelstation is gekoppeld met een omkeerstation, welk omkeerstation de bundels bloemen ten opzichte van elkaar in 15 hun lengterichting om en om positioneert en naar het wikkelstation voert. Door het om en om ten opzichte van elkaar in de lengterichting positioneren van de bundels bloemen en deze vervolgens naar het wikkelstation te voeren, worden deze bundels met een minimum aan snijverliezen in het 20 folie-materiaal in tapse hoezen omhuld. Tevens maakt de om en om positionering het mogelijk de omhulde bundels bloemen ten behoeve van de verdere verwerking eenvoudig te transporteren c.q. in dozen te verpakken.

De inrichting kan volgens de uitvinding daarnaast zijn 25 voorzien van een regeleenheid voor het regelen van de snelheid van de toevoer en terugvoer van de stroken folie-materiaal, het instellen van de positioneringsmiddelen, het aansturen van de bevestigingsmiddelen en het aan- en afvoeren van de (omhulde) bundels bloemen. Hierdoor wordt een volledig 30 geautomatiseerde inrichting verkregen, waardoor arbeidsintensieve, vermoeiende, geestdodende en lichamelijk monotone handelingen worden voorkomen. Daarnaast wordt de efficiëntie alsmede de produktie-capaciteit aanzienlijk verhoogd.

35

De uitvinding zal aan de hand van een tekening worden toegelicht. De tekening toont in: figuur la en lb een schematisch uitvoeringsvoorbeeld van 1006023 7 een inrichting volgens de uitvinding; figuren 2a tot en met 2e de werkwijze-stappen voor het omhullen van een bundel bloemen met behulp van de inrichting volgens de uitvinding; 5 figuren 3a en 3b een nadere toelichting op de stappen volgens de figuren 2a tot en met 2e; figuur 4 een detail van de inrichting volgens de uitvinding.

10 Figuur la en lb tonen een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding. De inrichting of het wikkelstation omvat een frame 1, welk frame is voorzien van positioneringsmiddelen 7a, 7b en 8a, 8b. Tevens zijn in het frame 1 bevestigingsmiddelen 6a en 6b opgenomen. De 15 bevestigingsmiddelen 6a en 6b zijn zodanig met de positioneringsmiddelen 7a en 7b, respektievelijk 8a en 8b verbonden, dat de positioneringsmiddelen 7a en 7b de bevestigingsmiddelen 6a en 6b in vertikale richting kunnen verplaatsen, terwijl de positioneringsmiddelen 8a en 8b de 20 bevestigingsmiddelen 6a en 6b in horizontale richting kunnen verplaatsen. Aan weerszijden van het frame 1 zijn toevoer-middelen 2 en 3 geplaatst, van waaruit stroken folie-materiaal 5a en 5b naar de positie A nabij de bevestigingsmiddelen 6a, 6b worden gevoerd. Voor een juiste werking van 25 de inrichting zijn de toevoermiddelen 2 en 3 voorzien van een aantal aandrijfrollen 4a en 4b ten behoeve van een geregelde toevoer van de stroken folie-materiaal 5a respektievelijk 5b.

De positioneringsmiddelen 7a, 7b en 8a, 8b kunnen zijn uitgevoerd als zuiger/cylinder-combinaties, waarbij met 30 behulp van een drukmedium, bijvoorbeeld perslucht of olie, de bevestigingsmiddelen door middel van de zuigerstangen 9a, 9b respektievelijk 10a, 10b, in vertikale respektievelijk horizontale richting verplaatsbaar zijn. De positioneringsmiddelen 7a, 7b en 8a, 8b kunnen eventueel ook als elektro-35 motoren worden uitgevoerd, welke via de aandrijfassen 9a, 9b en 10a, 10b de bevestigingsmiddelen 6a, 6b in de overeenkomstige richtingen kunnen verplaatsen. Hierdoor is het mogelijk om met behulp van de positioneringsmiddelen de 8 bevestigingsmiddelen in een willekeurige hoek ten opzichte van de lengterichting van het folie-materiaal in te stellen.

Zoals verderop zal worden beschreven, toont de figuur la een bundel bloemen 14, welke bundel bloemen tijdens een 5 omhullingsstap door het folie-materiaal 5c is omhuld. Volgens de uitvinding kunnen de bevestigingsmiddelen 6a en 6b zijn voorzien van niet getoonde snij- of perforatiemiddelen, zodat de in de foliehoes 5c omhulde bundels bloemen 14 elk afzonderlijk of in de vorm van een aaneengeschakelde rij 10 omhulde bundels op overigens bekende wijze via een over rollen 11a en 11b lopende transportbaan 12 worden afgevoerd, naar een verderop in de lijn gelegen, niet getoond verwerkingsstation.

In de figuur lb wordt een zijaanzicht van het wikkel-15 station volgens figuur la getoond. Hier toont de figuur lb het frame 1, waarin de positioneringsmiddelen 7a en 7b zijn opgenomen, welke via de instelbare aandrijfassen 9a en 9b met de bevestigingsmiddelen 6a en 6b zijn verbonden. De bevestigingsmiddelen 6a en 6b zijn zodanig in het frame 1 20 opgenomen, dat zij zich over de dwarsrichting van de niet-getoonde stroken folie-materiaal 5a en 5b uitstrekken.

Doordat de positioneringsmiddelen 7a en 7b onafhankelijk van elkaar aanstuurbaar zijn, kunnen de bevestigingsmiddelen 6a en 6b via de aandrijfassen 9a en 9b 25 een willekeurige positie worden opgedrongen, waarbij zij onder een instelbare hoek ten opzichte van de lengterichting van de stroken folie-materiaal 5a en 5b staan. Hierdoor is het mogelijk om de stroken folie-materiaal 5a en 5b onder willekeurige instelbare hoeken ten opzichte van hun lengte-30 richting met elkaar te verbinden. De hoek die de aldus verkregen verbindingsnaad ten opzichte van de lengterichting van de strook folie-materiaal vormt, kan geheel afhankelijk van de gewenste instellingen, bijvoorbeeld tussen de -30° en +30° liggen.

35 In de figuren 2a tot en met 2e worden achtereenvolgens de werkwijze-stappen getoond voor het met folie-materiaal omhullen van een bundel bloemen door het wikkelstation volgens de uitvinding. In de figuren 2a tot en met 2e worden 1006023 9 enkel de relevante onderdelen van de inrichting uit figuur la en lb getoond en bezitten deze onderdelen dezelfde referentie-aanduidingen. In figuur 2a zijn de toevoermiddelen 2 en 3 getoond, alsmede aandrijfrollen 4a en 4b, waarmee 5 stroken folie-materiaal 5a en 5b naar een eerste positie A worden gevoerd. De stroken folie-materiaal 5a en 5b zijn, zoals hierboven beschreven, met behulp van bevestigingsmiddelen 6a en 6b onder een instelbare eerste hoek ten opzichte van de lengterichting van de stroken folie-materiaal 10 met elkaar verbonden. In de eerste positie A is ter plaatse van de verbindingsnaad tussen de stroken folie-materiaal 5a en 5b een bundel bloemen 14 geplaatst. Zoals in de figuur 2b getoond, verplaatsen de positioneringsmiddelen 7a en 7b (zie ook figuur la en lb) de bevestigingsmiddelen 6a en 6b onder 15 aanname van de eerste hoek naar een tweede positie B. Doordat de stroken folie-materiaal 5a en 5b ter plaatse van de verbindingsnaad door de bevestigingsmiddelen 6a en 6b worden vastgeklemd, wordt in de richting van de pijlen vanuit de toevoermiddelen 2 en 3 folie-materiaal 5a respektievelijk 5b 20 meegevoerd.

Zoals getoond in de figuur 2b verplaatst de bundel bloemen 14 mee naar de tweede positie B en wordt zodoende door de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b omgeven. Vervolgens worden de bevestigingsmiddelen 6a en 6b door de 25 positioneringsmiddelen 8a en 8b (zie figuur la) van elkaar af bewogen en onder aanname van een tweede hoek ten opzichte van de lengterichting van de stroken folie-materiaal 5a en 5b door de positioneringsmiddelen 7a, 7b en 8a, 8b terug gevoerd naar de eerste positie A. Deze tweede hoek is 30 supplementair aan de eerste hoek en wordt door de positioneringsmiddelen 7a en 7b aan de bevestigingsmiddelen 6a en 6b opgedrongen.

Zoals getoond in de figuur 2c worden de bevestigingsmiddelen 6a en 6b via het met de stippellijnen aangeduide 35 traject vanuit de tweede positie B naar de eerste positie A gevoerd. Tijdens het in de figuur 2c in de positie A naar elkaar toebrengen van de bevestigingsmiddelen 6a en 6b worden de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b naar elkaar 1006023 10 toegebracht.

Zoals duidelijk in de figuur 2d is te zien, zijn de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b nog niet door de bevestigingsmiddelen 6a en 6b met elkaar verbonden, maar is 5 tussen de beide stroken folie-materiaal een kleine tussenruimte aanwezig. Met behulp van de aandrijfrollen 4a wordt de strook folie-materiaal 5a over een instelbare lengte terug gevoerd in de richting van de toevoermiddelen 2. Zodoende wordt de hoes 5c ingekort en wordt een, de bundel bloemen 14 10 omhullende, foliehoes 5c met een gewenste spanning in het folie-materiaal verkregen. Wanneer de strook folie-materiaal 5a over de gewenste afstand door de aandrijfrollen 4a is teruggevoerd en zodoende de gewenste spanning in de foliehoes 5c is verkregen, worden door de positioneringsmiddelen 8a en 15 8b de bevestigingsmiddelen 6a en 6b naar elkaar toe bewogen. Met behulp van warmte of wrijving worden de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b ter plaatse van de positie A met elkaar verbonden. Een en ander zoals getoond in de figuur 2e. Doordat de bevestigingsmiddelen 6a en 6b onder een tweede 20 hoek, welke tweede hoek supplementair is aan de eerste hoek, ten opzichte van de lengterichting van de stroken folie-materiaal 5a en 5b door de positioneringsmiddelen 7a, 7b, 8a en 8b zijn geplaatst, wordt een tapse, de bundel bloemen 14 omhullende, foliehoes 5c verkregen. De inrichting is nu 25 ingesteld voor de volgende bundel bloemen.

Doordat de bevestigingsmiddelen 6a en 6b nu door de positioneringsmiddelen in een positie zijn geplaatst, waarvan de hoek supplementair is aan de hoek in de positie volgens de figuur 2a, dient de volgende te omhullen bundel bloemen in 30 zijn lengterichting andersom ten opzichte van de reeds omhulde bundel bloemen in de positie A te worden gepositioneerd. Op deze wijze kunnen om en om in hun lengterichting ten opzichte van elkaar gepositioneerde bundels bloemen 14, 14a etc. met behulp van deze inrichting in tapse 35 hoezen worden omhuld, waardoor snijverliezen in het folie-materiaal tot een minimum worden beperkt.

In de figuur 3 wordt bovenstaande nog eens toegelicht. Hierin worden een aantal bundels bloemen 14a, 14b, 14c en 14d 1006o?3 11 getoond, welke door het wikkelstation volgens de uitvinding elk in foliehoezen 5c, 5c', 5c'' en 5c'1' zijn omhuld.

Doordat de bevestigingsmiddelen 6a en 6b door de, niet getoonde, positioneringsmiddelen 7a, 7b, 8a en 8b in 5 afwisselende posities met hoeken, welke supplementair aan elkaar zijn, ten opzichte van de lengterichting van de stroken folie-materiaal 5a en 5b worden opgedrongen, wordt, zoals getoond in de figuur 3b, een keten van onderling geschakelde tapse foliehoezen verkregen. De bundels bloemen 10 14a, 14b, 14c en 14d zijn telkens in hun lengterichting om en om in de eerste positie A gepositioneerd. Zoals getoond in de figuur 3b en hierna gedetailleerd zal worden beschreven, zijn de bevestigingsmiddelen 6a en 6b zodanig ingericht, dat zij verbindingsnaden tussen de beide foliestroken 5a en 5b 15 aanbrengen, welke verbindingsnaden uit twee op enige afstand van en parallel aan elkaar gelegen verbindingsnaden 16a en 16b bestaan.

Figuur 4 toont gedetailleerd de bevestigingsmiddelen, zoals deze worden toegepast in het wikkelstation volgens de 20 uitvinding. De bevestigingsmiddelen bestaan uit twee balkvormige elementen 6a en 6b, welke elk aan weerszijden van de stroken folie-materiaal zijn geplaatst. De bevestigingsmiddelen 6a en 6b strekken zich, zoals getoond in de figuur lb, over de volledige breedte van de strook folie-materiaal 25 uit. Zoals getoond in de figuur 4 zijn de bevestigingsmiddelen 6a en 6b in de eerste positie A door de, niet getoonde positoneringsmiddelen 8a en 8b op enige afstand van elkaar geplaatst, zodat de stroken folie-materiaal 5a en 5b tussen de door de beide bevestigingsmiddelen gevormde ruimte 30 lopen en niet met elkaar in vaste verbinding zijn. De bevestigingsmiddelen 6a en 6b kunnen met behulp van de positioneringsmiddelen 8a en 8b (zie figuur la) naar elkaar toe worden bewogen, zodat de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b tussen de beide bevestigingsmiddelen worden 35 vastgeklemd.

Het bevestigingsmiddel 6b is voorzien van een tweetal warmte-elementen 21a en 21b, welke zich eveneens over de volledige lengte van het bevestigingsmiddel 6b uitstrekken.

J006023 12

Met behulp van deze warmte-elementen 21a en 21b, kunnen de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b ter plaatse worden verhit, waardoor zij verweken of smelten en ter plaatse over de volledige breedte van het folie-materiaal een vaste 5 verbinding met elkaar vormen. Op deze wijze wordt zoals getoond in de figuur 3b een verbinding tussen de beide stroken aangebracht, welke verbinding bestaat uit twee op enige afstand van en parallel aan elkaar gelegen verbindingsnaden. Zoals getoond is het bevestigingsmiddel 6b 10 eveneens voorzien van een snijmes 22, dat kan samenwerken roet een op het bevestigingsmiddel 6a aangebrachte stempel 23, welke stempel 23 met behulp van een aandrijfas 24 en een aanstuurelement 25 in de richting van het snijmes 22 kan worden verplaatst. Hiermee kan op eenvoudige wijze het folie-15 materiaal tussen de beide aangebrachte verbindingsnaden worden doorgesneden, zodat de gevormde hoes 5c via niet getoonde transportbanden voor verdere verwerking kan worden afgevoerd.

Voorafgaand aan het aanbrengen van de verbindingsnaden 20 in de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b door de bevestigingsmiddelen 6a en 6b, kan indien nodig en wenselijk een bepaalde spanning in het folie-materiaal 5c worden aangebracht. Hiertoe dient, zoals eerder getoond in de figuur 2d, de strook folie-materiaal 5a door de aandrijf-25 rollen 4a over een bepaalde instelbare afstand te worden teruggevoerd in de richting van de pijl. Teneinde te voorkomen dat tijdens het terugvoeren van de strook folie-materiaal 5a ook bladmateriaal van de bundel bloemen 14 in de ruimte tussen de beide bevestigingsmiddelen 6a en 6b wordt 30 meegenomen, zijn de bevestigingsmiddelen voorzien van een rechte geleiderend 26, welke zich over de lengte van de bevestigingsmiddelen uitstrekt. Zoals getoond loopt over de geleiderand 26 de terug te voeren strook folie-materiaal 5a. Tijdens het terugvoeren van de strook folie-materiaal 5a 35 buigt het folie-materiaal sterk over de rechte geleiderand 26 en wordt voorkomen, dat bladmateriaal van de bundel bloemen 14 in de ruimte tussen de bevestigingsmiddelen 6a en 6b wordt meengenomen. Zodoende kan tijdens het aanbrengen van de 1006023 13 verbindingsnaden tussen de beide stroken folie-materiaal 5a en 5b geen beschadiging aan de bundel bloemen 14 optreden. Tijdens het terugvoeren van de strook folie-materiaal 5a tolt de bundel bloemen enigszins om zijn eigen lengte-as en 5 wikkelt zich in de foliehoes 5c, waarbij het folie-materiaal de bundel met een bepaalde spanning omhult. Aldus wordt een tapse foliehoes 5c verkregen, waarbij de bundel bloemen zo min mogelijk wordt beschadigd.

Eventueel kunnen de snijmessen 22 uitgevoerd zijn als 10 een getand mes, waarmee het folie-materiaal tussen de verbindingsnaden wordt geperforeerd en niet wordt doorgesneden. Hoewel in deze uitvoeringsvorm de verbindingsnaden met behulp van warmte in de stroken folie-materiaal worden aangebracht, kunnen de verbindingsnaden tussen de 15 stroken folie-materiaal ook met behulp van, door wrijving opgewekte, warmte door de bevestigingsmiddelen worden aangebracht. Daarnaast zal het duidelijk zijn, dat de lokatie van de warmte-elementen 21a, 21b alsmede het snijmes 22 en de ermee samenwerkende stempel 23 ook in andere configuraties in 20 de bevestigingsmiddelen 6a en 6b kunnen worden gemonteerd. Eventueel kunnen de beide bevestigingsmiddelen 6a en 6b van warmte-elementen zijn voorzien. In plaats van de strook folie-materiaal 5a kan ook de strook folie-materiaal 5b ten behoeve van het verkrijgen van de juiste spanning in de 25 foliehoes 5c worden terug gevoerd. In dat geval dient dan de rechte geleiderand 26 aan het bevestigingsmiddel 6b te worden gemonteerd.

1006023

Claims (18)

1. Werkwijze voor het omhullen van bundels bloemen met folie-materiaal, waarbij bundels bloemen vanuit een aanvoer- 5 station één voor één in een wikkelstation worden gevoerd, met het kenmerk. dat van weerszijden van het wikkelstation een strook folie-materiaal naar een eerste positie wordt gevoerd, alwaar zij door bevestigingsmiddelen langs een naad onder een 10 eerste hoek ten opzichte van de lengterichting van de stroken met elkaar worden verbonden, dat een bundel bloemen ter plaatse van de verbindings-naad op het folie-materiaal wordt geplaatst, dat de bundel bloemen tezamen met de verbindingsnaad 15 vanuit de eerste positie naar een tweede positie wordt verplaatst, zodanig dat de bundel bloemen door de beide stroken folie-materiaal wordt omgeven, dat de stroken folie-materiaal in de eerste positie naar elkaar toe worden bewogen en door de bevestigingsmiddelen 20 onder een tweede, supplementair aan de eerste hoek zijnde, hoek met elkaar worden verbonden, zodanig dat een, de bundel bloemen omhullende, foliehoes wordt gevormd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tezamen met de bundel bloemen en de verbindingsnaad de 25 bevestigingsmiddelen onder aanname van de eerste hoek van de eerste positie naar de tweede positie worden verplaatst en dat de bevestigingsmiddelen vervolgens onder aanname van de tweede hoek naar de eerste positie worden teruggevoerd .

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk. dat voorafgaand aan het onder de tweede hoek met elkaar verbinden van de stroken folie-materiaal door de bevestigingsmiddelen, tenminste één van de stroken folie-materiaal over een bepaalde lengte wordt teruggevoerd.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk. dat de door de bevestigingsmiddelen in de eerste positie tussen de stroken folie-materiaal aangebrachte verbinding wordt gevormd door twee op enige afstand van en 1006023 parallel aan elkaar gelegen verbindingsnaden, waarbij het folie-materiaal tussen de twee verbindingsnaden vervolgens wordt geperforeerd of wordt doorgesneden.

5. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de bundels bloemen vanuit het aanvoer- station ten opzichte van elkaar in hun lengterichting om en om gepositioneerd in het wikkelstation worden aangevoerd.

6. Inrichting voor het omhullen van bundels bloemen met folie-materiaal, omvattende een wikkelstation voorzien 10 van bevestigingsmiddelen voor het aan elkaar verbinden van het folie-materiaal, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van toevoermiddelen voor het vanuit twee verschillende richtingen aanvoeren van een strook folie-materiaal in het wikkelstation, welke stroken folie-materiaal 15 door middel van de bevestigingsmiddelen onder instelbare hoeken met elkaar te verbinden zijn.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen, zich uitstrekkend over de breedte van de strook folie-materiaal, zijn opgenomen in een 20 frame, welk frame is voorzien van positioneringsmiddelen, welke de bevestigingsmiddelen een instelbare hoek ten opzichte van de lengterichting van het folie-materiaal kunnen opdringen.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk. 25 dat de positioneringsmiddelen een instelbaar assenstelsel bevatten, dat met de bevestigingsmiddelen is verbonden.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen de bevestigingsmiddelen in een eerste positie in het wikkelstation onder een 30 bepaalde instelbare hoek met de lengterichting van het folie-materiaal positioneren, vervolgens de bevestigingsmiddelen onder aanname van de eerste hoek tezamen met de bundel bloemen en de verbindings-naad naar een tweede positie verplaatsen, 35 vervolgens de bevestigingsmiddelen onder aanname van een tweede hoek ten opzichte van de lengterichting van het folie-materiaal naar de eerste positie terugvoeren.

10. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en 1006023 met 9, roet het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen zijn ingericht voor het aanbrengen van twee op enige afstand van en parallel aan elkaar gelegen verbindingsnaden in de stroken folie-materiaal.

11. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en met 10, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen met behulp van warmte de verbindingen tussen de stroken folie-materiaal aanbrengen.

12. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en 10 met 10, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen met behulp van wrijving de verbindingen tussen de stroken folie-materiaal aanbrengen.

13. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en met 12, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen zijn 15 voorzien van perforatie-middelen voor het perforeren van de stroken folie-materiaal.

14. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en met 13, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen zijn voorzien van snijmiddelen voor het doorsnijden van de stroken 20 folie-materiaal.

15. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en met 14, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen aan de zijde, waar de stroken folie-materiaal een bundel bloemen omhullen, zijn voorzien van een, zich uitstrekkend over de 25 lengte van de bevestigingsmiddelen, rechte geleiderand ten behoeve van het sterk buigen van een over de geleiderand gevoerde strook folie-materiaal.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de toevoermiddelen ingericht zijn voor de terugvoer van 30 tenminste één van de stroken folie-materiaal vanuit het wikkelstation, bij voorkeur de strook folie-materiaal, dat over de rechte geleiderand loopt.

17. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en met 16, met het kenmerk, dat het wikkelstation is gekoppeld 35 met een omkeerstation, welk omkeerstation de bundels bloemen ten opzichte van elkaar in hun lengterichting om en om positioneert en naar het wikkelstation voert.

18. Inrichting volgens één van de conclusies 6 tot en 1006023 met 17, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een regeleenheid voor het regelen van de snelheid van de toevoer en terugvoer van de stroken folie-materiaal, het instellen van de positioneringsmiddelen, het aansturen van de 5 bevestigingsmiddelen alsmede het aan- en afvoeren van de (omhulde) bundels bloemen. 1006023