NL1026638C1

NL1026638C1 - Bundel verpakkingshoezen.

Info

Publication number: NL1026638C1
Application number: NL1026638A
Authority: NL
Inventors: Douwe Anne Hofma
Original assignee: Wentus B V; Form Plastics B V
Priority date: 2004-07-12
Filing date: 2004-07-12
Publication date: 2006-01-16

Description

Bundel verpakkingshoezen.

BESCHRIJVING

De uitvinding heeft betrekking op een bundel van op elkaar 5 gestapelde verpakkingshoezen voor bloemen, waarbij iedere verpakkingshoes bestaat uit een tweetal in hoofdzaak trapeziumvormige vellen, die langs een hoek met elkaar insluitende langsranden met elkaar zijn verbonden, terwijl de vellen althans bij de zich tussen de uiteinden van de langsranden uitstrekkende langste dwarsranden los van elkaar zijn voor 10 het vormen van een open uiteinde van de hoes en waarbij op uiteinden van vellen flappen aansluiten, die op elkaar gestapeld in een blok verenigd zijn.

Bij een bekende uitvoering van een dergelijke bundel van op elkaar gestapelde verpakkingshoezen zijn alle vellen voorzien van 15 flappen, die van de vellen zijn gescheiden door perforatielijnen en die in een blok zijn verenigd. Voor het scheiden van een hoes van de in het blok verenigde flappen moet een verhoudingsgewijs grote kracht op de desbetreffende hoes worden uitgeoefend. Dit vormt bij het met de hand verwerken van de hoezen in het algemeen geen bezwaar, maar deze 20 uitvoering is minder geschikt voor een snelle machinale verwerking van de hoezen in een automatische verpakkingsmachine.

Volgens de uitvinding is nu een verpakkingshoes voorzien van slechts een in het blok opgenomen flap, die langs een onderbroken snijlijn met slechts een van de beide deel van een hoes uitmakende vellen 25 verbonden is.

Door gebruikmaken van de constructie volgens de uitvinding kan een hoes met geringe krachtsinspanning van de desbetreffende flap worden gescheiden.

Volgens een verder aspect van de uitvinding zijn 30 verpakkingshoezen op doelmatige wijze in een automatische verpakkingsmachine te verwerken door toepassen van een werkwijze voor het 10280.^ 2 in een verpakkingsmachine verwerken van een bundel van op elkaar gestapelde verpakkingshoezen voor bloemen, waarbij iedere verpakkingshoes bestaat uit een tweetal in hoofdzaak trapeziumvormige vellen, die langs een hoek met elkaar insluitende langsranden met elkaar zijn verbonden, 5 terwijl de vellen althans bij de zich tussen de uiteinden van de langsranden uitstrekkende langste dwarsranden los van elkaar zijn voor het vormen van een open uiteinde «••an de hoes en waarbij op uiteinden van

V

vellen flappen aansluiten, die op elkaar gestapeld in een blok verenigd zijn en waarbij volgens de uitvinding voor het verwijderen van een hoes 10 van het blok een kracht wordt uitgeoefend op een voorste vel van de voorste hoes in de bundel waarvan alleen het andere vel is voorzien van een in het blok opgenomen flap.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

15 Figuur 1 toont schematisch een aanzicht op een hoes volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een tweetal op elkaar gestapelde folies waaruit de hoezen worden gevormd.

Figuur 3 toont schematisch een uit verschillende delen 20 opgebouwd stansmes, dat gebruikt wordt bij de vervaardiging van de hoezen.

Figuur 4 toont schematisch een deel van een zijaanzicht op een bundel op elkaar gestapelde verpakkingshoezen.

Zoals schematisch in figuur 1 is weergegeven is een 25 verpakkingshoes vervaardigd uit een tweetal op elkaar liggende vellen 1 en 2, die een in hoofdzaak trapeziumvormige doorsnede hebben en althans nabij hun langsranden 3 en 4 aan elkaar zijn gelast.

De langste dwarsrand 5 van het gezien in figuur 1 voorste vel 1 is op enige afstand gelegen onder de onderbroken snijlijn 6 30 waarlangs op het gezien in figuur 1 achterste vel 2 een uitstekende flap 7 aansluit.

102663# 3

Voor de vervaardiging van dergelijke verpakkingshoezen wordt gebruikelijk uitgegaan van een tweetal, bijvoorbeeld uit kunststof bestaande langgestrekte foliebanen, die op elkaar geplaatst door een bewerkingsinrichting worden gevoerd en waarbij zoals uit figuur 2 5 duidelijk zal zijn de verpakkingshoezen om en om worden gevormd om een optimale benutting van het materiaal te bereiken.

Voorafgaand aan het aan elkaar lassen van de langsranden 3 en 4 van de hoezen wordt tussen de beide foliebanen een inzetstuk 8 gestoken met behulp waarvan de bovenrand 5 in de bovenliggende foliebaan 10 wordt gesneden voor verwijdering van de in figuur 2 gearceerde gedeelten uit de bovenste baan. Vervolgens worden de hoezen langs de lijnen 3 en 4 aan elkaar gelast en van elkaar los gemaakt om vervolgens op elkaar gestapeld te worden.

De zo in een bundel verenigde hoezen worden bewerkt met het 15 schematisch in figuur 3 in doorsnede weergegeven stansmes, dat uit meerdere gekromde, in eikaars verlengde gelegen stansmesgedeelten 9-14 is opgebouwd, waarvan de naar elkaar toegekeerde uiteinden op enige afstand van elkaar zijn gelegen. Verder zijn de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de buitenste stansmesgedeelten 9 en 14 voorzien van zich tenminste 20 nagenoeg loodrecht op de desbetreffende gekromde gedeelten 9 en 14 uitstrekkende stansgedeelten 15 resp. 16. Onder gebruikmaking van dit stansmes worden met behulp van de stansmesgedeelten 15 en 16 de in het verlengde van de achterste vellen 2 gelegen flappen 7 gevormd, die met de langste dwarsranden van de desbetreffende vellen 2 verbonden zijn langs 25 de door de stansmesdelen 10-13 gevormde onderbroken snijlijn 6. Het zal duidelijk zijn, dat zodoende de flappen 7 slechts in enkele punten, overeenkomend met de tussenruimtes tussen de stansmesgedeelten 9-14, met de desbetreffende vellen 2 zijn verbonden.

De flappen 7 worden bij voorkeur in een blok 17 met elkaar 30 verenigd door het door de desbetreffende flappen 7 doorsteken van een tweetal verwarmde pennen, die in de flappen 7 een tweetal gaten 18 vormen 1026638 4 en daarbij tevens de flappen 7 aan elkaar hechten door versmelten van het kunststof materiaal waaruit de flappen 7 zijn vervaardigd.

Het zo gevormde blok kan nu in een machine voor het automatisch verpakken van bloemen of dergelijke worden opgehangen met 5 behulp van een tweetal deel van de machine uitmakende pennen 19, die door de desbetreffende gaten 18 worden gestoken.

De voorste hoes van een zo gevormde bundel hoezen kan nu gemakkelijk van het blok van aan elkaar gehechte flappen 7 worden verwijderd door bijvoorbeeld, gezien in figuur 1 met behulp van een 10 zuignap of dergelijke aan te grijpen op het linker boveneinde van het voorste vel 1 om vervolgens deze zuignap enigszins loodrecht op het vlak van tekening in figuur 1 en verder gezien in figuur 1 in een horizontale richting te bewegen, waardoor het andere vel 2 van de zo gegrepen hoes van zijn desbetreffende in het blok vastgeklemde flap 7 zal worden 15 losgetrokken. Dit lostrekken kan met geringe krachtsinspanning plaatsvinden, daar het vel 2 slechts in enkele punten met de flap 7 verbonden is.

102663S

Claims

1. Bundel van op elkaar gestapelde verpakkkingshoezen voor bloemen, waarbij iedere verpakkingshoes bestaat uit een tweetal in 5 hoofdzaak trapeziumvormige vellen, die langs een hoek met elkaar insluitende langsranden met elkaar zijn verbonden, terwijl de vellen althans bij de zich tussen de uiteinden van de langsranden uitstrekkende langste dwarsranden los van elkaar zijn voor het vormen van een open uiteinde van de hoes en waarbij op uiteinden van vellen flappen 10 aansluiten, die op elkaar gestapeld in een blok verenigd zijn, met het kenmerk, dat een verpakkingshoes is voorzien van slechts een in het blok opgenomen flap, die langs een onderbroken snijlijn met slechts een van de beide deel van een hoes uitmakende vellen verbonden is.

2. Bundel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de op een 15 flap aansluitende dwarsrand van een vel op enige afstand is gelegen van de dwarsrand van het andere vel van de verpakkingshoes.

3. Bundel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een flap aansluit op een langste dwarsrand van het desbetreffende vel.

4. Bundel volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de bundel is voorzien van een tweetal door de flappen verlopende gaten.

5. Bundel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een vel van een verpakkingshoes met een flap is verbonden in enige punten, die op afstand zijn gelegen van de uiteinden van een flap.

6. Werkwijze voor het in een verpakkingsmachine verwerken van een bundel van op elkaar gestapelde verpakkingshoezen voor bloemen, waarbij iedere verpakkingshoes bestaat uit een tweetal in hoofdzaak trapeziumvormige vellen, die langs een hoek met elkaar insluitende langsranden met elkaar zijn verbonden, terwijl de vellen althans bij de 30 zich tussen de uiteinden van de langsranden uitstrekkende langste dwarsranden los van elkaar zijn voor het vormen van een open uiteinde van 1026038 de hoes en waarbij op uiteinden van vellen flappen aansluiten, die op elkaar gestapeld in een blok verenigd zijn, met het kenmerk, dat voor het i verwijderen van een hoes van het blok een kracht wordt uitgeoefend op een | voorste vel van de hoes waarvan alleen het andere vel is voorzien van een ! 5 in het blok opgenomen flap.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat voor het verwijderen van een hoes van het blok een kracht wordt uitgeoefend op een voorste vel in de nabijheid van een nabij een zijkant van het vel gelegen bovenste deel van het vel.

8. Stansmes voor toepassing bij een werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stansmes is opgebouwd uit meerdere in eikaars verlengde gelegen gekromde stansmesgedeelten, waarvan de naar elkaar toegekeerde uiteinden op afstand van elkaar zijn gelegen.

9. Stansmes volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de buitenste stansmesgedeelten zijn voorzien van zich dwars op deze buitenste stansmesgedeelten uitstrekkende verdere stansmesgedeelten.

10 286 3 8_ _