NL1005928C2 - Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een werkwijze voor de bereiding hiervan. - Google Patents

Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een werkwijze voor de bereiding hiervan. Download PDF

Info

Publication number
NL1005928C2
NL1005928C2 NL1005928A NL1005928A NL1005928C2 NL 1005928 C2 NL1005928 C2 NL 1005928C2 NL 1005928 A NL1005928 A NL 1005928A NL 1005928 A NL1005928 A NL 1005928A NL 1005928 C2 NL1005928 C2 NL 1005928C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
copolymer
group
precursor
aliphatic
cycloaliphatic
Prior art date
Application number
NL1005928A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Erne Koning
Andre Banier De Haan
Original Assignee
Dsm Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dsm Nv filed Critical Dsm Nv
Priority to NL1005928A priority Critical patent/NL1005928C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1005928C2 publication Critical patent/NL1005928C2/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08FMACROMOLECULAR COMPOUNDS OBTAINED BY REACTIONS ONLY INVOLVING CARBON-TO-CARBON UNSATURATED BONDS
    • C08F8/00Chemical modification by after-treatment
    • C08F8/30Introducing nitrogen atoms or nitrogen-containing groups
    • C08F8/32Introducing nitrogen atoms or nitrogen-containing groups by reaction with amines

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Addition Polymer Or Copolymer, Post-Treatments, Or Chemical Modifications (AREA)

Description

- 1 -
COPOLYMEER DAT IN OF AAN DE HOOFDKETEN ÉEN OF MEER 5 AMINE-GESUBSTITUEERDE IΜIDEGROEPEN BEVAT EN EEN
WERKWIJZE VOOR DE BEREIDING HIERVAN
De uitvinding heeft betrekking op een 10 copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat.
Uit EP-A-624.602 is een werkwijze bekend om aan een polyolefineketen succinimidegroepen aan te brengen. Dit wordt bereikt door een met 15 maleïnezuuranhydride gegraft polymeer te behandelen met een amine, waardoor uit de anhydridegroep van het maleïnezuuranhydride een imidegroep ontstaat. Deze publicatie beschrijft dat het amine een poly-amine kan zijn, in zo'n geval is de imidegroep gesubstitueerd met 20 éen of meer aminegroepen. Deze imidegroep is dus gesubstitueerd met de rest van het polyaminemolekuul.
Het moleculairgewicht van de polyolefineketen in EP-A-624.602 (gemeten als aantal gemiddeld moleculair gewicht, Ma) is laag, namelijk in het gebied 25 600-5000 g/mol. Er wordt beschreven dat boven deze waarde de produkten een te hoge viscositeit hebben.
Er is nu echter behoefte aan een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een hoger 30 moleculair gewicht heeft dan de reeds bekende. Een hoger moleculair gewicht is bijvoorbeeld nodig voor toepassing van het copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat als compatibilizer, hechtverbeteraar 35 of als lakbaarheidsverbeteraar. Een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en dat een moleculairgewicht heeft 1005928 - 2 - tussen 600-5000 g/mol voldoet hiervoor volstrekt niet. Het is echter gebleken dat copolymeren die in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevatten en een hoger moleculair gewicht 5 hebben, tijdens de bereiding de neiging hebben om in hoge mate gels te vormen. Met gels worden hier en hierna gecrosslinkte polymeren bedoeld. Gelvorming is hier een ongewenst verschijnsel omdat het de eigenschappen van het copolymeer nadelig beïnvloed. Zo 10 worden bijvoorbeeld de optische eigenschappen nadelig beïnvloed, doordat er in het produkt harde klontjes, de zogenoemde "specs", voorkomen. Verder worden ook de verwerkingseigenschappen nadelig beïnvloed omdat de viscositeit van het copolymeer stijgt door de 15 aanwezigheid van gels. Tevens wordt het, na de bereiding aanwezige aantal amine-gesubstitueerde imidegroepen dat beschikbaar is voor reaktie of interaktie met funktionele groepen in of aan andere polymeren verminderd. Hierdoor is om een zeker effect te 20 bereiken, een zeker niveau van hechting bijvoorbeeld, een grotere hoeveelheid van het gegeleerde copolymeer nodig dan van eenzelfde copolymeer zonder gels.
De uitvinding beoogt nu een copolymeer te verschaffen dat in of aan de hoofdketen éen of meer 25 amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat, dat de bovengenoemde nadelen niet heeft.
Dit wordt bereikt door een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en waarvan de Mn hoger is dan 30 7500 g/mol en het gelgehalte minder dan 5% bedraagt.
Een voordeel van de copolymeren volgens de uitvinding is dat een aminegroep beschikbaar is voor reaktie (of interaktie). Bij zo'n reaktie (of interaktie) kan gedacht worden aan een reaktie (of 35 interaktie) met (functionele) groepen in polymeren.
Hier en hierna zal in dit opzicht geen onderscheid meer gemaakt worden tussen interaktie en reaktie; hiervoor 1005928 - 3 - zal de algemene term reaktie gebruikt worden.
Een ander voordeel van het copolymeer volgens de uitvinding is dat een copolymeer beschikbaar is dat ondanks een hoog molgewicht toch een laag gelgehalte 5 heeft en daardoor geschikt is voor toepassing bijvoorbeeld als compatibilizer, hechtverbeteraar of lakbaarheidsverbeteraar.
Weer een ander voordeel bij het gebruik van copolymeren volgens de uitvinding is dat, de 10 mechanische eigenschappen van een compositie die dit copolymeer bevat tezamen met andere polymeren, niet of slechts in zeer lage mate worden aangetast. Bij mechanische eigenschappen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de treksterkte en/of slagvastheid.
15 Het de term copolymeer zoals hier en hierna gebruikt worden alle typen copolymeren bedoeld. De als zodanig gebruikte term is niet bedoeld om zich tot een soort te beperken. Zo worden bijvoorbeeld blok-, random-, graft- en alternerende copolymeren met de term 20 copolymeren aangeduid. Indien een specifieke soort copolymeer bedoeld wordt, zal het specifiek zo aangeduid worden.
Hier en hierna wordt verondersteld dat bij copolymerisatie, niet zijnde een graft-copolymerisatie, 25 tussen een amine-gesubstitueerde imidegroepen bevattend monomeer en éen of meer verschillende monomeren, de amine-gesubstitueerde imidegroepen in de hoofdketen ingebouwd worden, terwijl bij een graft-copolymerisatie van een amine-gesubstitueerde imidegroepen bevattend 30 monomeer (de graft) op een hoofdketen de amine- gesubstitueerde imidegroepen aan de hoofdketen vast komen te zitten. Indien noodzakelijk zal de laatste soort copolymeer nader aangeduid worden als "graft-copolymeer".
35 De hoofdketen van het copolymeer kan zowel opgebouwd zijn uit steeds dezelfde monomeren: de hoofdketen is dan een homopolymeer, als uit twee of 1005928 - 4 - meer verschillende monomeren: de hoofdketen is dan een copolymeer.
De keuze van de monomeren waaruit de hoofdketen opgebouwd is, is niet kritisch. Bij voorkeur 5 wordt gebruik gemaakt van een hoofdketen die is opgebouwd uit éen of meer olefinisch mono- of poly-onverzadigde monomeren. De aanwezigheid van met amine-gesubstitueerde imidegroepen in een dergelijke hoofdketen is van een bijzonder voordeel omdat in dit 10 type hoofdketen het inbrengen van groepen met extra functionaliteiten bijzonder effectief is. De monomeren kunnen zowel een alifatisch, cycloalifatisch als aromatisch karakter hebben. Het kan van voordeel zijn om een monomeer te gebruiken dat een semi-kristallijn 15 polymeer kan vormen.
Met meer voorkeur wordt gebruik gemaakt van éen of meer olefinisch onverzadigde monomeren met 2- 16 koolstofatomen. Met nog meer voorkeur wordt gebruik gemaakt van éen of meer olefinisch onverzadigde 20 monomeren met 2- 10 koolstofatomen. Met nog meer voorkeur wordt gebruik gemaakt van éen of meer olefinisch onverzadigde monomeren die gekozen worden uit de groep bestaande uit etheen, propeen, buteen, butadieen, hexeen, hexadieen, dicyclopentadieen en 25 ethylideen-norborneen. Met nog meer voorkeur wordt gebruik gemaakt van een hoofdketen bestaande uit polyetheen, polypropeen, etheen-propeen-copolymeer (EP-copolymeer) of etheen-propeen-dieen-copolymeer (EPDM-copolymeer). Met de meeste voorkeur wordt gebruik 30 gemaakt van hoge dichtheid polyetheen (HDPE), waaronder wordt verstaan een polyetheen met een dichtheid hoger dan 935 kg/m3.
Waar hier en hierna gesproken wordt over alifatisch, cycloalifatisch en/of aromatisch worden 35 alle stereochemische vormen hiervan bedoeld. Zonder nadere aanduiding zijn dus bijvoorbeeld zowel lineaire als vertakte, mono- als polycyclische en gebrugde als 1005928 - 5 - spiro-verbindingen bedoeld.
Bij voorkeur bevinden zich aan de hoofdketen van het copolymeer volgens de uitvinding éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen volgens Formule I.
5 Het voordeel van een amine-gesubstitueerde imidegroep (met een cyclisch karakter) volgens Formule I is dat het copolymeer volgens de uitvinding een primaire aminegroep beschikbaar heeft. Een primaire aminegroep is bijzonder reaktief, in ieder geval veel reaktiever 10 dan een secundaire of tertiaire aminegroep. De hogere mate van reaktiviteit van een primaire boven die van een secundaire of tertiaire aminegroep kan van voordeel zijn bij verschillende toepassingen van het copolymeer volgens de uitvinding.
15 _ /\ _ 20 0 —Cv ? ° (I) R2 25 NH2 waarin:
Rl gekozen wordt uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen 30 met 1-20 koolstofatomen, waarbij de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben. R1 kan éen of meer van de aanwezige valenties gebruiken om binding aan te gaan met de hoofdketen.
R2 is een groep die voldoet aan Formule II: -{(R3).-Xp-(R4)q}t- (II) 35 1005928 - 6 - R3 en R4 onafhankelijk van elkaar gekozen kunnen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-20 koolstofatomen, waarbij de groep een verzadigd of 5 onverzadigd karakter kan hebben, X een hetero-atoom is, dat gekozen kan worden uit de groep bestaande uit N(R5), P(R6)(R7), 0, S, Si(R®)(R9), waarbij Rs gekozen kan worden uit de groep bestaande uit H en alifatische, cycloalifatische en aromatische 10 groepen met 1-12 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, R6, R7, R®, R9 kunnen onafhankelijk van elkaar gekozen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 15 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, m= 0-6, p= 0-3, q= 0-6, r= 1-10, onder de voorwaarde dat m+p+q>0.
Bij voorkeur wordt R1 gekozen uit een 20 alifatische, cycloalifatische of aromatische groep met 2-14 koolstofatomen. Met meer voorkeur wordt R1 gekozen uit een alifatische of aromatische groep met 2-10 koolstofatomen. Met nog meer voorkeur wordt R1 zodanig gekozen dat het copolymeer in of aan de hoofdketen 25 amine-gesubstitueerde succinimide of amine- gesubstitueerde ftaalimide of amine-gesubstitueerde itaconimide groepen bevat. Dergelijke amine-gesubstitueerde imidegroepen hebben namelijk een bijzonder stabiele ringstruktuur.
30 Bij voorkeur wordt R2 gekozen uit de groep bestaande uit mono- en polyamines (waarin X een heteroatoom met de Formule N(RS) is) en alifatische, cycloalifatische of aromatische koolwaterstoffen (waarin ps0). Met meer voorkeur wordt R2 gekozen uit de 35 groep bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische koolwaterstoffen met 1-12 koolstofatomen. Indien R2 gekozen wordt uit deze reeks heeft het 1005928 - 7 - copolymeet een laag gelgehalte. Het nog meet vootkeut wordt R2 gekozen uit de groep bestaande uit alifatische koolwaterstoffen met 1-6 koolstofatomen.
Het aantal gemiddelde moleculair gewicht, Hn, 5 wordt bepaald op een voor de vakman bekende wijze. Een geschikte methode om Mn te bepalen is met behulp van Gel-Permeatie-Chromatografie (GPC). Met behulp van dezelfde techniek kan ook het gewichtsgemiddelde moleculair gewicht (M*) bepaald worden.
10 Het copolymeer volgens de uitvinding heeft een M„ die hoger is dan 7500 g/mol. Bij voorkeur is de Mn hoger dan 10.000 g/mol. Het copolymeer volgens de uitvinding heeft bij voorkeur een M* die hoger is dan 50.000 g/mol. Met nog meer voorkeur is de Mw hoger dan 15 75.000 g/mol. In zijn algemeenheid geldt dat het resultaat bij de toepassing van een copolymeer volgens de uitvinding, zoals bijvoorbeeld als compatibilizer, hechtverbeteraar of lakbaarheidsverbeteraar, beter is als het moleculair gewicht hoger is.
20 Voor de eigenschappen van het copolymeer volgens de uitvinding is het van belang dat het vloeigedrag goed is. Verder moet, wil het copolymeer volgens de uitvinding goed bruikbaar zijn in een aantal toepassingen zoals bijvoorbeeld als compatibilizer, 25 hechtverbeteraar of lakbaarheidsverbeteraar, het copolymeer veel omstrengelingen kunnen vormen met andere polymeren. Deze beide eigenschappen, namelijk vloeigedrag en de mate van het vormen van omstrengelingen, worden in negatieve zin beïnvloedt 30 door een hoog gelgehalte. Daarom is het noodzakelijk dat het gelgehalte van het copolymeer volgens de uitvinding minder dan 5% bedraagt. Bij voorkeur bedraagt het gelgehalte minder dan 3,5%, met meer voorkeur minder dan 2,0% en met de meeste voorkeur 35 minder dan 1,5%.
Het gelgehalte als boven bedoeld, wordt op de volgende wijze bepaald. Van het te onderzoeken polymeer 1005928 - 8 - wordt ongeveer 2 g, W0, in een korfje ingewogen. Het korfje heeft een maaswijdte van 40 mesh (ASTM Ell-70). Vervolgens wordt het korfje tezamen met het ingewogen polymeer, gedurende 20 uur in kokende xyleen gehangen. 5 Na 20 uur wordt het niet-opgeloste deel van het polymeer uit het korfje verwijderd en onder vacuum gedroogd tot een constant gewicht bereikt is, Wx. Het gelgehalte wordt als volgt berekend: 10 gelgehalte - { Wx / W0 } * 100%
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor de bereiding van copolymeren volgens de uitvinding. De werkwijze omvat tenminste de volgende 15 stappen.
1 Reaktie van een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer anhydride groepen bevat, het anhydride bevattend copolymeer, met een diamine-verbinding, tot een precursor, waarbij de 20 reaktie tussen het anhydride bevattend copolymeer en de diamine-verbinding plaatsvindt in een geschikt verdeelmiddel, 2 omzetting van de precursor in een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine- 25 gesubstitueerde imidegroepen bevat, door de precursor te onderwerpen aan een warmtebehandeling.
Het de term precursor wordt hier en hierna 30 bedoeld de verbinding die gevormd is door reaktie van een anhydride bevattend copolymeer met een diamine-verbinding. Deze verbinding hoeft nog slechts een thermische behandeling te ondergaan om in het copolymeer volgens de uitvinding over te gaan. Het is 35 echter niet altijd noodzakelijk om de precursor direct een thermische behandeling te laten ondergaan, om zo het copolymeer te verkrijgen. De precursor kan ook als i 1005928 - 9 - zodanig enige tijd opgeslagen, behandeld en/of verhandeld worden, voor zij enige vorm van een thermische behandeling ondergaat.
Het in de werkwijze toe te passen copolymeer 5 dat in of aan de hoofdketen éen of meer anhydride groepen bevat, het anhydride bevattend copolymeer, kan er bijvoorbeeld uitzien als voorgesteld door Formule I-a, als het doel is een met amine-gesubstitueerde imidegroepen gefunctionaliseerd copolymeer volgens 10 Formule I te maken.
Rl 15 / \ o = C C -=- o \./ (I-a) 20
Anhydride bevattende copolymeren kunnen bereid worden volgens methoden die bekend zijn bij de vakman. Een voorbeeld van een geschikte methode is om een anhydride te mengen met een polyolefine bij een 25 temperatuur tussen 150 en 300 °C, in aanwezigheid van een vrije-radikaal initiator, bijvoorbeeld een organisch peroxide. Dergelijke methoden worden bijvoorbeeld beschreven in J. Polym. Sc., Polymer Chem. Ed., Vol. 22, 1335-1347.
30 Velerlei diamine-verbindingen zijn geschikt voor toepassing in de werkwijze volgens de uitvinding. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een diamine-verbinding die tenminste éen primaire amine-groep bevat, omdat dit de reaktiviteit van de diamine-35 verbinding ten opzichte van het anhydride bevattend copolymeer bevordert. Met meer voorkeur wordt in de werkwijze volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een 1005928 - 10 - diamine-verbinding die voldoet aan Formule III: H2N-{R2}-NH2 (III) 5 waarin R2 is een groep die voldoet aan Formule II: -{(R3)B-Xp-(R4)q}r- (II) waarin: 10 R3 en R4 onafhankelijk van elkaar gekozen kunnen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-20 koolstofatomen, waarbij de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, 15 X een hetero-atoom is, dat gekozen kan worden uit de groep bestaande uit N(RS), P(RS)(R7), O, S, Si(Rö)(R9), waarbij R5 gekozen kan worden uit de groep bestaande uit H en alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 koolstofatomen waarin de groep een 20 verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, R6, R7, R8, R9 kunnen onafhankelijk van elkaar gekozen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of 25 onverzadigd karakter kan hebben, m= 0-6, p= 0-3, q= 0-6, r* 1-10, onder de voorwaarde dat m+p+q>0.
Voor R2 geldt verder wat reeds eerder beschreven is.
30 Bij het gebruik van een diamine-verbinding volgens
Formule III wordt éen primaire aminegroep gebruikt voor reaktie met het anhydride bevattend copolymeer, waarbij de andere primaire aminegroep beschikbaar blijft. Een primaire aminegroep is bijzonder reaktief in ieder 35 geval veel reaktiever dan een secundaire of tertiaire aminegroep. De hogere mate van reaktiviteit van een primaire boven die van een secundaire of tertiaire 1005928 - 11 - aminegroep kan van voordeel zijn bij verschillende toepassingen van het copolymeer volgens de uitvinding. Met meer voorkeur wordt R2 in de diamine-verbinding volgens Formule III gekozen uit de groep bestaande uit 5 polyamines (waarin X een heteroatoom met de Formule N(R5) is) en alifatische, cycloalifatische of aromatische koolwaterstoffen (waarin p=0). Met nog meer voorkeur wordt R2 in de diamine-verbinding gekozen uit de groep bestaande uit alifatische, cycloalifatische en 10 aromatische koolwaterstoffen met 1-12 koolstofatomen. Met de meeste voorkeur wordt R2 in de diamine-verbinding gekozen uit de groep bestaande uit alifatische koolwaterstoffen met 1-6 koolstofatomen.
In de werkwijze volgens de uitvinding vindt 15 de reaktie tussen het anhydride bevattend copolymeer en de diamine-verbinding plaats in een geschikt verdeelmiddel. Ook een mengsel van verdeelmiddelen kan toegepast worden. Met de term geschikt verdeelmiddel wordt hier en hierna bedoeld een verdeelmiddel dat niet 20 reageert met het anhydride bevattend copolymeer noch met de diamine-verbinding. Het verdeelmiddel moet wel in staat zijn om de diamine-verbinding op te lossen. De mate van oplossen is niet kritisch en mag ook heel laag zijn. Als ondergrens van de oplosbaarheid van de 25 diamine-verbinding in het verdeelmiddel is bijvoorbeeld 0,1 gew% een goede waarde. Bij voorkeur wordt tenminste 1 gew% diamine-verbinding opgelost in het verdeelmiddel.
Het verdeelmiddel moet enige mate in het 30 anhydride bevattend copolymeer oplossen zodanig dat een zwelling van het copolymeer verkregen wordt. Bij voorkeur lost het verdeelmiddel voor tenminste 1 gew% in het anhydride bevattend copolymeer op. Met meer voorkeur lost het verdeelmiddel voor tenminste 5 gew% 35 op, met de meeste voorkeur lost het verdeelmiddel voor tenminste 10 gew% op. De mate van oplossen van het verdeelmiddel in het anhydride bevattend copolymeer is 1005928 - 12 - voor de vakman door eenvoudige proeven uit te voeren, vast te stellen.
Geschikte verdeelmiddelen zijn bijvoorbeeld Ci-C5 alkanen of alkenen, zoals bijvoorbeeld methaan, 5 ethaan, propaan, pentaan, etheen en propeen, gehalogeneerde koolwaterstoffen met 1 of 2 C-atomen, zoals bijvoorbeeld dichloromethaan, gehalogeneerde zwavelverbindingen, zoals bijvoorbeeld zwavelhexafluoride en ethers zoals bijvoorbeeld 10 dimethylether. Volgens de uitvinding wordt bij voorkeur ethaan, propaan, etheen of propeen toegepast. Met de meeste voorkeur wordt propaan toegepast.
De temperatuur en druk waarbij de diamine-verbinding en het anhydride bevattend copolymeer met 15 elkaar reageren zijn niet aan strikte grenzen gebonden. Bij voorkeur wordt deze stap in de werkwijze zo uitgevoerd dat het verdeelmiddel zich in superkritische toestand bevindt. Het uitvoeren van de werkwijze in de superkritische toestand is van voordeel omdat dan het 20 verdeelmidddel, na verwijderen van de precursor of het copolymeer volgens de uitvinding niet of slechts in zeer geringe mate achterblijft.
Met superkritische toestand van het verdeelmiddel wordt volgens de uitvinding verstaan die 25 toestand waarbij de temperatuur hoger is dan, of gelijk aan 0,9 maal de kritische temperatuur en de druk gelijk is aan, of hoger dan 0,9 maal de kritische druk van het extractiemiddel. Bij voorkeur ligt de temperatuur niet boven 1,5 maal de kritische temperatuur.
30 De temperatuur, mits boven de kritische temperatuur, kan binnen brede grenzen gekozen worden. Grenzen aan het temperatuurgebied kunnen gevormd worden door de temperatuur waarbij éen of beide reaktanten degraderen. Verder zullen de grenzen voornamelijk 35 bepaald worden door de proces-economie. Hoe hoger de temperatuur gekozen wordt, hoe "zwaarder" en dus hoe duurder in zijn algemeenheid de benodigde apparatuur 1005928 - 13 - uitgevoerd zal moeten worden. De temperatuur waarbij de werkwijze uitgevoerd wordt, ligt bij voorkeur tussen 0 en 300 °C, met meer voorkeur ligt de temperatuur tussen 10 en 200 °C, met de meeste voorkeur ligt de 5 temperatuur tussen 15 en 100 °C.
De werkwijze volgens de uitvinding wordt meestal uitgevoerd bij een gereduceerde druk tussen 0,9 en 10. Onder gereduceerde druk wordt volgens de uitvinding verstaan de verhouding tussen de toegepaste 10 absolute druk en de kritische druk van het verdeelmiddel. Desgewenst kunnen andere drukken worden toegepast, rekening houdend met de temperatuur en veiligheidseisen. De druk kan bijvoorbeeld gekozen worden tussen 10 en 1500 bar, bij voorkeur tussen 50 en 15 800 bar, met de meeste voorkeur tussen 80 en 400 bar.
De molaire verhouding tussen de hoeveelheid diamine-verbinding en het anhydride bevattend copolymeer is niet aan strikte grenzen gebonden. De molaire verhouding (diamine:anhydride) kan gekozen 20 worden tussen 1:1 en 20:1. Bij voorkeur wordt de molaire verhouding gekozen tussen 2:1 en 10:1.
De stap, in de werkwijze volgens de uitvinding, die in superkritische toestand plaatsvindt, kan zowel continu als batchgewijze uitgevoerd worden.
25 Het is mogelijk, hoewel niet noodzakelijk, om de precursor die in de eerste stap van de werkwijze verkregen is, in dit stadium af te scheiden van het verdeelmiddel. De vakman kan eenvoudig beoordelen of het afscheiden een voordeel oplevert.
30 Bij voorkeur wordt nadat de reaktie tussen het anhydride bevattend copolymeer en de diamineverbinding heeft plaatsgevonden, al dan niet gevolgd door verwijdering van het verdeelmiddel, de niet-gereageerde diamineverbinding verwijderd. Deze 35 verwijdering gebeurt door de precursor te behandelen met een verdeelmiddel dat polairder is dan het verdeelmiddel dat in de eerste stap gebruikt is. Het de 1005928 - 14 - term polairder wordt hier en hierna bedoeld dat de absolute waarde van het dipoolmoment groter is.
Een geschikt verdeelmiddel dat polairder is dan het verdeelmiddel dat in de eerste stap gebruikt 5 is, kan gekozen worden uit verdeelmiddelen die van zichzelf (inherent) polairder zijn, of uit mengsels van verdeelmiddelen met verschillende mate van polariteit. Het voordeel van de keuze voor een mengsel is dat op eenvoudige wijze een hele verzameling verdeelmiddelen 10 met verschillende, naar wens in te stellen, polariteiten verkregen kan worden. Het in stellen gebeurt door verdeelmiddel en polairder verdeelmiddel in verschillende verhoudingen te mengen. De meest geschikte verhouding is op eenvoudige wijze door de 15 vakman vast te stellen.
Het is mogelijk, hoewel niet noodzakelijk, om de precursor in dit stadium af te scheiden van het verdeelmiddel. De vakman kan eenvoudig beoordelen of het afscheiden een voordeel oplevert. Bij voorkeur 20 wordt in dit stadium, dus voor de precursor aan een thermische behandeling onderworpen wordt, verdeelmiddel verwijderd. Indien dit niet gebeurt wordt ook het verdeelmiddel aan de thermische behandeling onderworpen, terwijl dit voor het eindresultaat niet 25 noodzakelijk is. Het opwarmen en later weer afkoelen van het verdeelmiddel kost veel energie en daarom is deze manier van werken minder gewenst.
Vervolgens wordt de precursor in het copolymeer volgens de uitvinding omgezet, door de 30 precursor te onderwerpen aan een thermische behandeling. Welk type thermische behandeling is niet kritisch. De vakman kan door eenvoudig experimenteren bepalen welke thermische behandeling hiervoor het meest geschikt is. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de 35 precursor in een oven te behandelen. Het type oven is niet kritisch, zo kan bijvoorbeeld een vacuumoven gebruikt worden, maar ook andere oventypen zijn 1005928 - 15 - geschikt. Een andere manier van het toepassen van een thermische behandeling is bijvoorbeeld het verwerken van de precursor op een extruder, bijvoorbeeld tezamen met een blend van polymeren waarin het copolymeer van 5 de uitvinding een gunstige werking uit kan oefenen.
Zo'n thermische behandeling kan bijvoorbeeld ook plaatsvinden in een verdeelmiddel.
De temperatuur waarbij de thermische behandeling plaatsvindt is niet aan strikte grenzen 10 gebonden en zal gedeeltelijk bepaald worden door de combinatie van (anhydride bevattend) copolymeer en het type diamine-verbinding. Een geschikte temperatuur zou in het interval 40-400 °C kunnen liggen. Bij voorkeur wordt een temperatuur gekozen in het interval 50-300 15 °C. Met nog meer voorkeur wordt de temperatuur gekozen in het interval 60-250 °C.
De uitvinding heeft tevens betrekking op het copolymeer dat bereid is volgens de werkwijze van de uitvinding.
20 De uitvinding heeft tevens betrekking op de precursor van het copolymeer volgens de uitvinding. De precursor is de verbinding die gevormd is door reaktie van een anhydride bevattend copolymeer met een diamine-verbinding. Deze verbinding hoeft nog slechts een 25 thermische behandeling te ondergaan om in het copolymeer volgens de uitvinding over te gaan. Deze precursor is een vaste stof. De precursor bevat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde zuurgroepen en heeft een aantal gemiddeld moleculair 30 gewicht, M„, dat hoger is dan 7500 g/mol en het gelgehalte bedraagt minder dan 5%. Het gelgehalte kan op dezelfde wijze bepaald worden als reeds hiervoor beschreven voor het copolymeer volgens de uitvinding.
Er wordt verondersteld, zonder dat dit 35 bedoeld is om andere mogelijkheden uit te sluiten, dat de precursor een amid-zuur is. De precursor van een copolymeer volgens Formule I kan, bij deze 1005928 -16- 5 veronderstelling, voorgesteld worden door Formule I-b.
/ \ o -= c c =- o
I I
N OH
10 I M
R2 NH2 (I-b) 15
Er wordt nu verder verondersteld dat de thermische behandeling resulteert in het afsplitsen van water ten gevolge van de reaktie tussen de OH-groep van het zuur en de H van de NH-groep van het amide. Door deze 20 condensatiereaktie treedt ringsluiting op tot de imide-struktuur zoals voorgesteld door Formule I.
Een precursor van een copolymeer volgens de uitvinding dient een struktuur te hebben die met die van het copolymeer gelijkenis vertoont* Wat dus over 25 het copolymeer volgens de uitvinding gezegd is met betrekking tot de vormen met de meeste voorkeur kan hier dus herhaald worden voor de precursor volgens de uitvinding .
De precursor volgens de uitvinding heeft een 30 H,, die hoger is dan 7500 g/mol. Bij voorkeur is de M„ hoger dan 10.000 g/mol. De precursor volgens de uitvinding heeft bij voorkeur een M* die hoger is dan 50.000 g/mol. Met nog meer voorkeur is de M* hoger dan 75.000 g/mol.
35 Voor de eigenschappen van de precursor volgens de uitvinding (en later het hieruit gevormde copolymeer volgens de uitvinding) is het van belang dat 1005928 - 17 - het vloeigedrag goed is. Verder moet, wil het copolymeer ontstaan uit de precursor volgens de uitvinding goed bruikbaar zijn in een aantal toepassingen zoals bijvoorbeeld als compatibilizer, 5 hechtverbeteraar of lakbaarheidsverbeteraar, de precursor veel omstrengelingen kunnen vormen met andere polymeren. Deze beide eigenschappen, namelijk vloeigedrag en de mate van het vormen van omstrengelingen, worden in negatieve zin beïnvloedt 10 door een hoog gelgehalte. Daarom is het noodzakelijk dat het gelgehalte van de precursor volgens de uitvinding minder dan 5% bedraagt. Bij voorkeur bedraagt het gelgehalte minder dan 3,5%, met meer voorkeur minder dan 2,0% en met de meeste voorkeur 15 minder dan 1,5%.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor de bereiding van precursors van copolymeren volgens de uitvinding. De werkwijze omvat tenminste de volgende stap: 20 1 Reaktie van een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer anhydride groepen bevat, het anhydride bevattend copolymeer, met een diamine-verbinding, tot een precursor, waarbij de reaktie tussen het anhydride bevattend copolymeer 25 en de diamine-verbinding plaatsvindt in een geschikt verdeelmiddel.
Met een dergelijke precursor heeft de vakman die betrokken is bij het verwerken van de precursor en het copolymeer volgens de uitvinding, de mogelijkheid 30 om, indien hij hierin een voordeel ziet, een thermische behandeling minder te laten plaatsvinden op de precursor en het copolymeer volgens de uitvinding. Het voordeel hiervan kan in voorkomende gevallen zijn dat het uiteindelijke gelgehalte beperkt kan worden.
35 Wat hiervoor beschreven is voor de werkwijze voor de bereiding van copolymeren volgens de uitvinding, geldt evenzeer voor de werkwijze voor de 1005928 - 18 - bereiding van precursors van copolymeren volgens de uitvinding, met uitzondering van de stap waarin de thermische behandeling plaatsvindt op de precursor teneinde deze om te zetten in het copolymeer volgens de 5 uitvinding.
De uitvinding heeft tevens betrekking op precursors van copolymeren bereid volgens de werkwijze van de uitvinding.
De uitvinding heeft tevens betrekking op de 10 toepassing van het copolymeer volgens de uitvinding als compatibilizer, hechtverbeteraar en lakbaarheidsverbeteraar.
De gunstige eigenschappen die het copolymeer volgens de uitvinding als compatibilizer vertoont, 15 komen in velerlei polymerenblends tot hun recht, vooral in blends van polaire en apolaire polymeren. Blends van polymeren kunnen bijvoorbeeld bestaan uit polymeren gekozen uit de groep: polyolefinen, polyamiden, op styreen gebaseerde polymeren, polyesters, 20 polycarbonaten, polyetheretherketonen, copolymeren van koolstofmonoxide met etheen en/of propeen. Bij voorkeur wordt het copolymeer volgens de uitvinding gebruikt in polymerenblends met een of meer polyolefinen en/of polymeren gebaseerd op styreen en maleinezuuranhydride 25 en/of polymeren gebaseerd op etheen en/of propeen en/of koolstofmonoxide. Met meer voorkeur worden de copolymeren volgens de uitvinding gebruikt in blends met een of meer polyolefinen en/of polyamide en/of een polyester en/of een styreen- 30 maleinezuuranhydridepolymeer. Met de meeste voorkeur worden de copolymeren volgens de uitvinding gebruikt in blends van polyetheen (PE) met styreen-maleinezuuranhydride (SMA), blends van etheen-propeen-dieen monomeer (EPDM) met styreen-acrylonitril (SAN) en 35 styreen-maleinezuuranhydride (SMA) en blends van EPDM met polybuteentereftalaat (PBT).
De gunstige eigenschappen die dit copolymeer 1005928 - 19 - als b.echtverbeteraar vertoont, komen in veel samenstellingen van polymeren tot hun recht. Geschikte samenstellingen van polymeren om het copolymeer bij te gebruiken zijn: samenstellingen van een of meer 5 polyolefinen en/of op styreen gebaseerde polymeren en/of polycarbonaten en/of polyetheretherketonen en/of op etheen en/of propeen en/of koolstofmonoxide gebaseerde copolymeren. In de meeste gevallen zal het copolymeer volgens de uitvinding gebruikt worden in 10 laminaten om hechting te bereiken of verbeteren tussen twee polymeerbevattende lagen. Bij voorkeur wordt het copolymeer volgens de uitvinding gebruikt in samenstellingen van polyolefinen met polyetheentereftalaat.
15 De gunstige eigenschappen die dit copolymeer als lakbaarheidsverbeteraar vertoont, komen in velerlei polymeren tot hun recht. Geschikte polymeren om het copolymeer bij te gebruiken zijn polyolefinen. Bij voorkeur wordt het copolymeer volgens de uitvinding 20 gebruikt voor polyetheen en/of polypropeen.
Voorbeeld I:
Hoge dichtheid polyetheen (HDPE, p= 962 kg/m3) dat 0,26 gew% maleïnezuuranhydride (MZA) bevat, 25 het MZA-bevattend PE (monster 1), wordt gedurende 12 uur in contact gebracht met propaan waarin een overmaat
1,4-diaminobutaan (DAB) is opgelost. De temperatuur is hierbij 50 °C en de druk is 200 bar. Na verloop van de aangegeven 12 uur, wordt de autoclaaf geopend en de 30 helft van het gemodifidceerde PE wordt verwijderd. Deze gemodificeerde PE bevat een 6-voudige overmaat DAB (monster 2). De andere helft van het gemodificeerde PE wordt bij 70 °C behandeld met een mengsel van propaan en 5 gew% ethanol. Door droging in een vacuumstoof en 35 terugweging op opeenvolgende tijdstippen bleek 0,24 gew% DAB achter te blijven (monster 3). Dit komt goed overeen met het feit dat 0,26 gew% MZA 0,23 gew% DAB
100 5928 - 20 - kan binden.
Voor beide monsters (2 en 3) van met DAB gemodificeerde MZA-bevattend PE vindt de thermische behandeling plaats door verwerking op een extruder.
5 Beide monsters worden gedurende 5 min. bij 200 °C en een toerental van 250 rpm op een mini-extruder gekneed. Hierdoor vindt imidisatie plaats. (Monster 4 en 5) 0,9 g MZA-bevattend PE en 0,9 g geïmidiseerd PE zijn gedurende 5 min. bij 230 °C en 250 rpm ieder 10 gemengd met 3,6 g styreen-maleïnezuuranhydride (SMA), zie ook Tabel II. Uit de bijgevoegde foto's is duidelijk de verbeterde morfologie te herkennen van het geïmidiseerd PE/SMA mengsel (foto 1) t.o.v. het MZA-bevattend PE/SMA mengsel (foto 2).
15 De resultaten van de proeven worden in Tabel I weergegeven. Monster 1 is nog onbehandeld MZA-bevattend PE. Monster 2 is het met een overmaat DAB behandelde MZA-bevattend PE, waarbij de DAB niet verwijderd is. Monster 3 is het met DAB behandelde MZA— 20 bevattend PE, waaruit de overmaat DAB wel verwijderd is. Monster 4 is monster 2 na imidisatie in de extruder. Monster 5 is monster 3 na imidisatie in de extruder.
25 Tabel I
Gelgehalte van diverse monsters
Monster Materiaal Gelgehalte 1 MZA-PE 1,1 % 2 MZA-PE/ overmaat DAB 0,9 % 30 3 MZA-PE/ DAB 1,2 % 4 monster 2 na imidisatie, MZI- 1,1 %
PE
5 monster 3 na imidisatie, MZI- 1,1 %
PE
1005928 - 21 -
Tabel II:
Aangemaakte blends met SMA
Monste Materiaal Niet-extraheerbaar r met MEK* 5 6 MZA-PE/SMA monster 1 + 19,3 gew%
20/80 SMA
7 MZI-PE/SMA monster 4 + 27,8 gew%
20/80 SMA
8 MZI-PE/SMA monster 5 + 27,2 gew%
20/80 SMA
* MEK = Methylethylketon.
10 Van monster 6 bleek na extractie met MEK 19,3 gew% niet op te lossen. Dit ligt zeer dicht bij de verwachte 20 gew% van het ingewogen MZA-PE. Monsters 7 en 8 hadden na extractie met MEK 27,8 en 27,2 gew% onoplosbaar residu. Dit is een sterke aanwijzing voor 15 een chemische binding tussen de PE en de SMA £ase. Het is aannemelijk dat de fijnere morfologie van de MZI-PE/SMA blends (zie foto's) door de compatibiliseringseigenschappen van het MZI-PE wordt veroorzaakt.
20
Vergelijkend Experiment A
Hoge dichtheid polyetheen (HDPE) dat 0,11 gew% MZA bevat, werd met 20-voudige overmaat DAB bij kamertemperatuur in een tuimelmenger voorgemengd. Het 25 mengsel werd vervolgens in een dubbelschroefsextruder (ZSK-30) gecompoundeerd. De insteltemperatuur van de extruder was 250 °C, de verblijftijd in de smelt bedroeg 1-1,5 min. Niet gebruikt-DAB werd via een ontgassingsopening weggezogen. Indien iedere MZA-30 eenheid met éen DAB-molecuul zou hebben gereageerd onder vorming van niet-gecrosslinkte, primaire aminegroepen bevattende HDPE, dan zou volgens 1ÜU 5928 - 22 - berekening het totale stikstofgehalte van de gemodificeerde HDPE 320 mg stikstof per kg polymeer moeten bedragen. Indien echter ieder DAB-molecuul met twee MZA-eenheden zou hebben gereageerd, en er dus een 5 gecrosslinkt produkt zou zij ontstaan, dan zou de gemodificeerde HDPE in totaal 160 mg stikstof per kg polymeer moeten bevatten. Volgens elementenanalyse op stikstof bevatte de gemodificeerde HDPE in totaal 210 mg stikstof per kg polymeer, terwijl alle MZA-eenheden 10 waren omgezet. Dit gevonden stikstofgehalte duidt op een deels gecrosslinkt produkt. De bepaling van het gelgehalte leverde een gelgehalte op van 4,3 %, hetgeen beduidend hoger is dan de ca 1% welke kan worden behaald met de methode volgens de uitvinding.
1005928

Claims (28)

1. Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer 5 amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat, met het kenmerk dat Ma hoger is dan 7500 g/mol en het gelgehalte minder dan 5% bedraagt.
2. Copolymeer volgens conclusie 1 met het kenmerk dat éen of meer groepen volgens Formule I zich aan de 10 hoofdketen bevinden. Rl 15 / \ O =c c = o l 20 | m2 (I> 25 waarin: R1 gekozen wordt uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-20 koolstofatomen, waarbij de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben 30 en waarbij Rl éen of meer van de aanwezige valenties kan gebruiken om binding aan te gaan met de hoofdketen, R2 is een groep die voldoet aan Formule II: 35 -{(R3)a-Xp-(R4)q}t- (ID 1005928 - 24 - R3 en R4 onafhankelijk van elkaar gekozen kunnen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-20 koolstofatomen, waarbij de groep een verzadigd of 5 onverzadigd karakter kan hebben, X een hetero-atoom is, dat gekozen kan worden uit de groep bestaande uit N(R5), P(R6)(R7), O, S, Si(R®)(R9), waarbij R5 gekozen kan worden uit de groep bestaande uit H en alifatische, 10 cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, Re, R7, Re, R9 kunnen onafhankelijk van elkaar gekozen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, 15 cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, m= 0-6, p= 0-3, q= 0-6, r= 1-10, onder de voorwaarde dat m+p+q>0.
3. Copolymeer volgens éen der conclusies 1-2 met het kenmerk dat de hoofdketen opgebouwd is uit éen of meer olefinisch mono- of poly-onverzadigde monomeren.
4. Copolymeer volgens éen der conclusies 1-4 met het 25 kenmerk dat de hoofdketen polyetheen (PE), polypropeen (PP), etheen-propeen-dieen monomeer-rubber (EPDM), etheen-propeen-rubber (EPR) is.
5 H2N-{R2}-NH2 (III) waarin R2 een groep is die voldoet aan Formule II: -{(R3)m-Xp-(R4)q}r- (II) 10 waarin: R3 en R4 onafhankelijk van elkaar gekozen kunnen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-20 15 koolstofatomen, waarbij de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, X een hetero-atoom is, dat gekozen kan worden uit de groep bestaande uit N(R5), P(R6)(R7), O, S, Si(Re)(R9), waarbij R5 gekozen kan worden uit de 20 groep bestaande uit H en alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, R6, R7, R8, R9 kunnen onafhankelijk van elkaar gekozen worden uit 25 de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, m= 0-6, p= 0-3, q= 0-6, r= 1-10, onder de 30 voorwaarde dat m+p+q>0.
5. Copolymeer volgens éen der conclusies 2-4 met het kenmerk dat R1 gekozen wordt uit een alifatische, 30 cycloalifatische of aromatische groep met 2-14 koolstofatomen.
6. Copolymeer volgens éen der conclusies 1-5 met het kenmerk dat het aantal gemiddelde moleculair gewicht, M„, hoger is dan 10.000 g/mol.
7. Copolymeer volgens éen der conclusies 1-6 met het kenmerk dat het gewichtsgemiddeld moleculair gewicht, M*, hoger is dan 50.000 g/mol. 1005928 - 25 -
8. Copolymeer volgens éen der conclusies 1-7 met het kenmerk dat het gelgehalte minder dan 3,5% bedraagt.
9. Copolymeer volgens éen der conclusies 1-8 met het 5 kenmerk dat het gelgehalte minder dan 2,0% bedraagt.
10. Precursor die in of^aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde zuurgroepen bevat en een aantal gemiddeld moleculair gewicht, Mn, heeft dat 10 hoger is dan 7500 g/mol en waarvan het gelgehalte minder dan 5% bedraagt.
11. Precursor volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het aantal gemiddelde moleculair gewicht, Mn, hoger is dan 10.000 g/mol.
12. Precursor volgens éen der conclusies 10-11 met het kenmerk dat het gewichtsgemiddeld moleculair gewicht, M*, hoger is dan 50.000 g/mol.
13. Precursor volgens éen der conclusies 10-12 met het kenmerk dat het gelgehalte minder dan 3,5% 20 bedraagt.
14. Werkwijze voor de bereiding van een copolymeer volgens éen der conclusies 1-9, waarbij de werkwijze tenminste de volgende stappen omvat: 1 reaktie van een copolymeer dat in of aan de 25 hoofdketen éen of meer anhydride groepen bevat, het anhydride bevattend copolymeer, met een diamine-verbinding, tot een precursor, waarbij de reaktie tussen het anhydride bevattend copolymeer en de diamine-30 verbinding plaatsvindt in een geschikt verdeelmiddel, 2 omzetting van de precursor in een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat, 35 door de precursor te onderwerpen aan een warmtebehandeling. 1005928 - 26 -
15. Werkwijze voor de bereiding van een copolymeer volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de diamine-verbinding voldoet aan Formule III:
16. Werkwijze voor de bereiding van een copolymeer volgens éen der conclusies 14-15, met het kenmerk dat het verdeelmiddel zich in superkritische toestand bevindt.
17. Werkwijze voor de bereiding van een precursor volgens éen der conclusies 10-13, waarbij de werkwijze tenminste de volgende stap omvat: 1005928 - 27 - 1 reaktie van een copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer anhydride groepen bevat, het anhydride bevattend copolymeer, met een diamine-verbinding, tot een 5 precursor, waarbij de reaktie tussen het anhydride bevattend copolymeer en de diamine-verbinding plaatsvindt in een geschikt verdeelmiddel.
18. Werkwijze voor de bereiding van een precursor 10 volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de diamine-verbinding voldoet aan Formule III: H2N-{R2}-NH2 (III) 15 waarin R2 een groep is die voldoet aan Formule II: -{(R3)„-Xp-(R4)q>r- (ID waarin:
19. Werkwijze voor de bereiding van een precursor volgens éen der conclusies 17-18, met het kenmerk dat het verdeelmiddel zich in superkritische 5 toestand bevindt.
20. Toepassing van een copolymeer volgens éen der conclusies 1-9 als compatibilizer.
20 R3 en R4 onafhankelijk van elkaar gekozen kunnen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-20 koolstofatomen, waarbij de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, 25. een hetero-atoom is, dat gekozen kan worden uit de groep bestaande uit N(RS), P(R6)(R7), O, S, Si (R8) (R9), waarbij R5 gekozen kan worden uit de groep bestaande uit H en alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 30 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, R6, R7, R8, R9 kunnen onafhankelijk van elkaar gekozen worden uit de reeks bestaande uit alifatische, cycloalifatische en aromatische groepen met 1-12 35 koolstofatomen waarin de groep een verzadigd of onverzadigd karakter kan hebben, m= 0-6, p= 0-3, q= 0-6, r= 1-10, onder de 1005928 -28- voorwaarde dat m+p+q>0.
21. Toepassing van een copolymeer volgens éen der conclusies 1-9 als compatibilizer voor een 10 polymerenblend met een of meer polyolefinen en/of polymeren gebaseerd op styreen en maleinezuuranhydride en/of polymeren gebaseerd op etheen en/of propeen en/of koolstofmonoxide.
22. Toepassing van een copolymeer volgens éen der 15 conclusies 1-9 als hechtverbeteraar.
23. Toepassing van een copolymeer volgens éen der conclusies 1-9 als hechtverbeteraar voor samenstellingen van een of meer polyolefinen en/of op styreen gebaseerde polymeren en/of 20 polycarbonaten en/of polyetheretherketonen en/of op etheen en/of propeen en/of koolstofmonoxide gebaseerde copolymeren.
24. Toepassing van een copolymeer volgens éen der conclusies 1-9 als lakbaarheidsverbeteraar.
25. Toepassing van een copolymeer volgens éen der conclusies 1-9 als lakbaarheidsverbeteraar voor polyetheen en/of polypropeen.
26. Copolymeer bereid volgens éen der conclusies 14- 16.
27. Toepassing van een copolymeer bereid volgens een der conclusies 14-16 als compatibilizer, hechtverbeteraar of lakbaarheidsverbeteraar.
28. Precursor bereid volgens éen der conclusies 17-19. 1005928
NL1005928A 1997-04-29 1997-04-29 Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een werkwijze voor de bereiding hiervan. NL1005928C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005928A NL1005928C2 (nl) 1997-04-29 1997-04-29 Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een werkwijze voor de bereiding hiervan.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005928A NL1005928C2 (nl) 1997-04-29 1997-04-29 Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een werkwijze voor de bereiding hiervan.
NL1005928 1997-04-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005928C2 true NL1005928C2 (nl) 1998-11-02

Family

ID=19764876

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005928A NL1005928C2 (nl) 1997-04-29 1997-04-29 Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een werkwijze voor de bereiding hiervan.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1005928C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102898796A (zh) * 2012-11-05 2013-01-30 科创聚合物(苏州)有限公司 高电性能pbt及其制作工艺

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2107538A5 (nl) * 1970-09-12 1972-05-05 Mitsubishi Rayon Co
EP0156210A2 (en) * 1984-03-08 1985-10-02 Dainippon Ink And Chemicals, Inc. Curable resin compositions based on tertiary amino group-containing vinyl polymers
US4579674A (en) * 1981-12-28 1986-04-01 Texaco Inc. Hydrocarbylsuccinimide of a secondary hydroxyl-substituted polyamine and lubricating oil containing same
EP0400866A1 (en) * 1989-05-30 1990-12-05 Exxon Chemical Patents Inc. Improved multifunctional viscosity index modifier additives derived from polyamines containing one primary amino group and at least one secondary amino group
EP0415213A2 (de) * 1989-09-01 1991-03-06 Bayer Ag Aminogruppen aufweisende Copolymerisate, ein Verfahren zu ihrer Herstellung und ihre Verwendung als Bindemittel oder Bindemittelkomponente
EP0501865A1 (fr) * 1991-02-25 1992-09-02 Acome Procédé de fabrication de matériau thermoplastique, matériau thermoplastique obtenu et son utilisation comme matériau transparent résistant à haute température
JPH04296308A (ja) * 1991-03-27 1992-10-20 Dai Ichi Kogyo Seiyaku Co Ltd アミノ基を有する共重合体及びその製造方法
WO1994013761A1 (en) * 1992-12-17 1994-06-23 Exxon Chemical Patents Inc. Gel-free alpha-olefin dispersant additives useful in oleaginous compositions
EP0654486A2 (en) * 1993-11-19 1995-05-24 Tosoh Corporation Copolymer production process
WO1996027622A1 (en) * 1995-03-07 1996-09-12 Dupont Canada Inc. Nucleophilic amine functionalized polyolefin

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2107538A5 (nl) * 1970-09-12 1972-05-05 Mitsubishi Rayon Co
US4579674A (en) * 1981-12-28 1986-04-01 Texaco Inc. Hydrocarbylsuccinimide of a secondary hydroxyl-substituted polyamine and lubricating oil containing same
EP0156210A2 (en) * 1984-03-08 1985-10-02 Dainippon Ink And Chemicals, Inc. Curable resin compositions based on tertiary amino group-containing vinyl polymers
EP0400866A1 (en) * 1989-05-30 1990-12-05 Exxon Chemical Patents Inc. Improved multifunctional viscosity index modifier additives derived from polyamines containing one primary amino group and at least one secondary amino group
EP0415213A2 (de) * 1989-09-01 1991-03-06 Bayer Ag Aminogruppen aufweisende Copolymerisate, ein Verfahren zu ihrer Herstellung und ihre Verwendung als Bindemittel oder Bindemittelkomponente
EP0501865A1 (fr) * 1991-02-25 1992-09-02 Acome Procédé de fabrication de matériau thermoplastique, matériau thermoplastique obtenu et son utilisation comme matériau transparent résistant à haute température
JPH04296308A (ja) * 1991-03-27 1992-10-20 Dai Ichi Kogyo Seiyaku Co Ltd アミノ基を有する共重合体及びその製造方法
WO1994013761A1 (en) * 1992-12-17 1994-06-23 Exxon Chemical Patents Inc. Gel-free alpha-olefin dispersant additives useful in oleaginous compositions
EP0654486A2 (en) * 1993-11-19 1995-05-24 Tosoh Corporation Copolymer production process
WO1996027622A1 (en) * 1995-03-07 1996-09-12 Dupont Canada Inc. Nucleophilic amine functionalized polyolefin

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
CHEMICAL ABSTRACTS, vol. 119, no. 6, 9 August 1993, Columbus, Ohio, US; abstract no. 50176h, page 20; XP000407001 *

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102898796A (zh) * 2012-11-05 2013-01-30 科创聚合物(苏州)有限公司 高电性能pbt及其制作工艺

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Yang et al. Highly elastic, strong, and reprocessable cross-linked polyolefin elastomers enabled by boronic ester bonds
Li et al. Preparation and characterization of maleic anhydride-functionalized syndiotactic polystyrene
EP0225186B1 (en) Process for grafting maleic anhydride or styrene-maleic anhydride onto polyolefins
Lu et al. Synthesis of maleic anhydride grafted polyethylene and polypropylene, with controlled molecular structures
US5001197A (en) Polypropylene composition and method for functionalization of polypropylene
US11111330B2 (en) Synthesis of multiphase self-healing polymers from commodity monomers
Aglietto et al. Radical bulk functionalization of polyethylenes with ester groups
Song et al. Chemical reactions and reactivity of primary, secondary, and tertiary diamines with acid functionalized polymers
Mülhaupt et al. Reactive blending of polypropylene/polyamide‐6 in the presence of tailor‐made succinic anhydride‐terminated oligopropene compatibilizers
US6699949B2 (en) Process of preparing maleic anhydride modified polyolefins by the oxidation adducts of borane and maleic anhydride
NL1005928C2 (nl) Copolymeer dat in of aan de hoofdketen éen of meer amine-gesubstitueerde imidegroepen bevat en een werkwijze voor de bereiding hiervan.
Lambla et al. Reactive blending of polymers by interfacial free‐radical grafting
CN111417673A (zh) 制备交联聚烯烃粒子的方法
US20150240017A1 (en) Disentangled ultra high molecular weight polyethylene graft co-polymers and a process for preparation thereof
JP4686022B2 (ja) 末端マレイン化オリゴオレフィン/ジアミノポリジメチルシロキサン・マルチブロック共重合体およびその製造方法
CN111527148B (zh) 用于改性聚碳酸酯的方法
CN111320725B (zh) 含锗苯乙烯衍生物单体及其制备方法,含锗苯乙烯衍生物的官能化聚烯烃及其用途
Devrim et al. Functionalization of isotactic polypropylene with citraconic anhydride
Kim et al. Free radical grafting of styrene onto polyethylene in intensive mixer
US5185401A (en) Monofunctional polymers of olefins and block copolymers obtained therefrom
Mohamed et al. Synthesis and characterization of polypropylene grafted with p-hydroxy-N-phenyl maleimide
CN111417682A (zh) 改性聚碳酸酯共混物的方法
Srinivasa Rao et al. Graft copolymerisation of N‐vinyl pyrrolidone onto polypropylene copolymer in melt: Effect of grafting on thermomechanical properties and paint adhesion
CN111727205A (zh) 制备聚烯烃-丙烯酸粒子的方法
Chen et al. Maleic anhydride/styrene melt grafting and crosslinking onto ethylene‐octene copolymer

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20011101