NL1005618C2 - Werkwijze en inrichting voor het openen van een document, in het bijzonder een tijdschrift. - Google Patents

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET OPENEN VAN EEN DOCUMENT,

IN HET BIJZONDER EEN TIJDSCHRIFT

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het 5 openen van een document, in het bijzonder een tijdschrift. De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting ter uitvoering van de werkwijze.

Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend. De bekende 10 werkwijze wordt veelal uitgevoerd door vrouwen, die voor een leesmap bestemde tijdschriften één voor één van een voorraadstapel handmatig afnemen, die elk tijdschrift vervolgens met de hand nagenoeg in het midden openen en die tenslotte ieder aldus geopend tijdschrift op een zogenaamde 15 hechtmachine leggen. Een dergelijke hechtmachine dient om een kaft op elk geopend tijdschrift middels nietjes aan te brengen. Na de hechtmachine te hebben verlaten, zijn de gekafte tijdschriften in beginsel gereed om in leesmappen te worden aangebracht voor het vervolgens verspreiden van 20 deze leesmappen onder abonnees. De kaft dient om door versteviging de levensduur van het tijdschrift te vergroten en om het tijdschrift als deel van de leesmap herkenbaar te maken.

25 Een bezwaar van de bekende werkwijze is dat deze voor de eerdergenoemde vrouwen lichamelijk bijzonder zwaar is. De vrouwen dienen namelijk in het bijzonder aan het einde van een week - wanneer abonnees hun leesmappen met bijvoorbeeld voor de desbetreffende week nieuwe tijdschriften dienen te 30 ontvangen - langdurig over te werken, hetgeen vanwege de bij de werkwijze gehanteerde, vanuit ergonomisch oogpunt bezwaarlijke werkhouding tot veel lichamelijke klachten aanleiding geeft. Voorts geldt als nadeel van de bekende werkwijze dat de vrouwen ook onder psychische druk staan 35 hun lichamelijk zware, eentonige werkzaamheden binnen veelal korte tijd uit te voeren. Voorts geldt nog als 1005618 2 bezwaar dat indien een tijdschrift niet nagenoeg in het midden wordt geopend en derhalve de de kaft met het tijdschrift verbindende nietjes elders in het tijdschrift worden aangebracht, dit bij gebruik veelal resulteert in 5 een gemakkelijk scheurende verbinding van de kaft met het toen "foutief" geopende tijdschrift. Voor een leesmappen producerende onderneming geldt tenslotte nog als nadeel dat de eerdergenoemde ervaren vrouwen in geval van bijvoorbeeld ziekte niet gemakkelijk kunnen worden vervangen door met 10 name uitzendkrachten, daar de laatsten de benodigde ervaring en routine missen.

Het is het doel van de uitvinding een eenvoudige, elegante en machinale werkwijze voor het openen van een document, in 15 het bijzonder een tijdschrift, te verschaffen en daartoe heeft een werkwijze van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de dikte van het document wordt gemeten en dit vervolgens aan de hand van de gemeten dikte op vooraf bepaalde plaats wordt 20 geopend. In het bijzonder wordt daarbij uitgegaan van een referentie-document, waarvan eerst de dikte wordt gemeten, waarna een corresponderend, dat wil zeggen (in ieder geval qua dikte) gelijksoortig of identiek document aan de hand van de gemeten dikte van het referentie-document op de 25 vooraf bepaalde plaats wordt geopend.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt de vooraf bepaalde plaats ingesteld. Hierdoor is het mogelijk om in het 30 algemeen voorwerpen, in het bijzonder reclame artikelen (koffiezakjes, shampoo sachets, geurstroken en dergelijke) of antwoordcoupons op een vooraf ingestelde, door bijvoorbeeld een reclame makende onderneming gewenste plaats in het document aan te brengen. Eveneens kunnen hierdoor reeds 1005618 3 in het tijdschrift aangebrachte artikelen bij het openen worden ontweken, hetgeen de kans op beschadiging van deze artikelen voorkomt.

5 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding wordt het document althans nagenoeg in het midden geopend. Dit bewerkstelligt de meest solide verbinding tussen het document en een daaromheen, bijvoorbeeld middels nietjes aangebrachte kaft. Zoals reeds eerder 10 is aangegeven, speelt dit in het bijzonder een rol bij een leesmappen producerende onderneming.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt het document zijwaarts 15 ten opzichte van de onderlinge verbinding van de bladzijden (de "rug") daarvan geopend. Dit heeft als voordeel dat het document zonder verdere belemmeringen verder voorwaarts kan worden geleid naar de eerdergenoemde hechtmachine. In het bijzonder wordt het document middels een steekorgaan, bij 20 voorkeur in de vorm van een doorn of naald, geopend. Voorts verdient het de voorkeur de dikte van het document middels plaatsing daarvan tussen klemorganen te meten, zoals nog nader aan de hand van hierna te bespreken figuren zal worden verduidelijkt.

25

Opgemerkt wordt dat in dit verband onder een document bij voorkeur een tijdschrift wordt verstaan, doch dat onder een document tevens dient te worden begrepen een boek, een agenda, een brochure en dergelijke. Kortom, in het algemeen 30 een bundel omvattende ten minste twee lagen velvormig materiaal, welke lagen elk aan een zijde onderling zijn verbonden.

1005618 4

De uitvinding refereert eveneens aan een inrichting ter uitvoering van de werkwijze.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens 5 de uitvinding is voorzien in middelen voor het meten van de dikte van het document, alsmede in middelen voor het op de vooraf bepaalde plaats openen van het document. Bij voorkeur is daarbij voorzien in middelen om de vooraf bepaalde plaats waarop het document wordt geopend, tevoren 10 in te stellen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting overeenkomstig de uitvinding zijn de middelen voor het meten van de dikte van het document en de middelen voor het 15 op een vooraf bepaalde plaats openen van het document mechanisch met elkaar zijn verbonden, bij voorkeur via een hefboommechanisme. In een andere voorkeursvariant is sprake van een hydraulische of elektromagnetische verbinding.

20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren betrekking hebbend op een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, hieronder ook wel aangeduid als "opleginrich-ting" (ten behoeve van tijdschriften).

25

In de figuren toont: fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een opleginrich-ting overeenkomstig de uitvinding; 30 fig. 2 een schematisch zij-aanzicht van een invoergedeelte en een voorraadhuifer van de opleginrichting van figuur 1; fig. 3 een schematisch zij-aanzicht van de opleginrichting van figuur 1; 1005618 5 fig. 4 een schematische afbeelding van een bij de oplegin-richting van figuur 1 gebruikte schuif met meene-mer; fig. 5 een aantal achtereenvolgende schematische dwars-5 doorsneden van een gebruikte geprofileerde gelei ding en een pen; fig. 6 een schematisch zij-aanzicht van bij de oplegin-richting van figuur 1 gebruikte middelen voor het meten van de dikte van een tijdschrift; 10 fig. 7 een schematisch zij-aanzicht van andere dikteme-tingsmiddelen; en fig. 8 een bovenaanzicht van de diktemetingsmiddelen van figuur 6.

15 In figuur 1 is een bovenaanzicht afgebeeld van de oplegin-richting. De opleginrichting omvat de volgende delen: een invoergedeelte 1, een voorraadhuifer 2, een uitstootinrich-ting 3, een diktebepalingshulpstuk 4, middelen 5 voor het openen van een tijdschrift en een geprofileerde geleiding 20 6. Met de opleginrichting worden tijdschriften die in gesloten toestand in het invoeringsgedeelte worden geplaatst, globaal ter hoogte van de helft van de dikte van het tijdschrift geopend en in een V-vormige, opengevouwen toestand opgelegd op een invoergedeelte 32 van een 25 hechtmachine 28. De hechtmachine 28 dient om een kaft middels nietjes om een tijdschrift aan te brengen.

In figuur 2 is in zij-aanzicht afgebeeld het invoergedeelte 1 en de voorraadhuifer 2 van de opleginrichting van figuur 30 1. Het invoergedeelte 1 omvat een in hoofdzaak loodrecht op de voorraadhuifer 2 geplaatste, schuinoplopende transportband 7. Op de transportband 7 wordt een stapel 8 met tijdschriften 9 met hun rug 10 naar de voorraadhuifer 2 toe op de transportband 7 geplaatst en vervolgens met de hand 1005618 6 of met behulp van borstels 11 uitgespreid, zodat de ruggen 10 van de tijdschriften 9 elk circa 4 cm in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar verschoven worden. Vanaf de transportband 7 vallen de tijdschriften 9 via een 5 geleiding 12 in de voorraadbuffer 2.

Verwijzend naar figuur 2 en figuur 1 omvat de voorraadbuf-fer 2 vier opstaande wanden 13, 14, 15 en 16. Bij voorkeur zijn de wanden 13 en 14 verstelbaar uitgevoerd ten opzichte 10 van de respectieve wanden 15 en 16, zodat de binnenafmeting van de buffer aangepast kan worden aan de lengte en de breedte van de tijdschriften 9. Voorts omvat de voorraad-buffer een sensor 17 voor het bewaken van het niveau van de stapel 18 van de tijdschriften 9 in de voorraadbuffer 2.

15 Middels sensor 17 kan de snelheid van de transportband 7 van het invoergedeelte 1 worden bestuurd. Bij voorkeur wordt de snelheid van de transportband 7 niet in een vaste verhouding aan de verwerkingssnelheid van de hechtmachine 28 gerelateerd, daar bij dikke tijdschriften het niveau in 20 de voorraadbuffer 2 bij gelijke verwerkingssnelheid van de hechtmachine 28 sneller daalt dan bij dunne tijdschriften.

Refererend aan figuur 3 omvat de voorraadbuffer 2 aan de onderzijde daarvan een uitstootinrichting 3. De uitstootin-25 richting omvat een schuif 19 (figuur 4), welke schuif voorzien is van een opstaande meenemer 20 (figuur 4). De schuif met de meenemer kan heen- en terug worden bewogen met behulp van een elektrisch aangedreven kruk-drijfstang-mechanisme 21. Tijdens de heengaande beweging haakt de 30 meenemer steeds achter een tijdschrift en duwt deze het tijdschrift onder de stapel 18 uit. De rug 10 van het tijdschrift staat daarbij in hoofdzaak loodrecht op de meenemer 20. De meenemer 20 is wigvormig zodat deze bij de teruggaande beweging de tijdschriften van de stapel 18 niet 1005618 7 beschadigt. De afmetingen van de meenemer 20 kunnen aangepast worden aan de breedte en de hoogte van een te verwerken tijdschrift. Hiertoe is meenemer 20 bevestigd op een grondplaat 22. De grondplaat 22 is met behulp van een 5 makkelijk losneembare magneetsluiting aan de schuif 19 bevestigd (figuur 4). Aan de uittree-zijde (wand 16) van de voorraadhuifer 2 is een borstel 61 geplaatst die in hoogte instelbaar is. De borstel 61 zorgt er voor dat er maar één tijdschrift tegelijk onder de stapel 18 kan worden 10 uitgestoten.

In figuur 3 wordt elk tijdschrift, nadat het uitgestoten is, vervolgens verder getransporteerd met behulp van met gelijke snelheid lopende transportbanden 23 en 24 die boven 15 elkaar geplaatst zijn. Ter verhoging van de duidelijkheid zijn de tijdschriften niet in de figuur afgebeeld. Om te voorkomen dat het tijdschrift beschadigt, is de onderste transportband 23 vast opgesteld en is de bovenste transportband 24 verend opgesteld. Elk tijdschrift wordt door de 20 transportbanden 23 en 24 verder getransporteerd in de richting van de middelen 5 ter opening van het tijdschrift, hierna ook wel "splitsinrichting" 5 genoemd. De splitsin-richting 5 omvat een pen 33, welke pen verbonden is met de diktebepalingsmiddelen 4 middels een verbindingsstuk 34.

25

De pen 33 staat steeds stil ten opzichte van het tijdschrift en is met behulp van de middelen 4 op nader te beschrijven wijze zodanig ingesteld dat hij zich ongeveer op de halve hoogte van het tijdschrift bevindt. De pen 33 30 is bij voorkeur conisch, dat wil zeggen naaldvormig. De pen 33 kan ook anders gevormd zijn, bijvoorbeeld als een platte beitel of wig.

1 00 5 6 1 8 8

Door de beweging van het tijdschrift dringt de pen 33 het tijdschrift binnen in het midden daarvan of enkele pagina's naast het midden, waardoor het tijdschrift in of nabij het midden gesplitst wordt. Bij voorkeur bevindt de pen zich 5 nabij de rug 10 van het tijdschrift 9, omdat daar ten gevolge van de hechtmiddelen in de rug van het tijdschrift tussen de twee helften van het tijdschrift dikwijls een holte aanwezig is, hetgeen het binnendringen van de pen vergemakkelijkt. De transportbanden 23 en 24 vormen tevens 10 een ondersteuning voor het te openen ("splitsen") tijdschrift en zorgen er daardoor voor dat het tijdschrift steeds op juiste wijze ten opzichte van de pen 33 gepositioneerd is. Nadat een tijdschrift door de pen in twee helften gesplitst is, wordt het tijdschrift door een 15 transportband 25 verder getransporteerd in de richting van de geprofileerde geleiding 6.

Refererend aan figuur 1 omvat de geprofileerde geleiding 6 twee op verschillende wijze geprofileerde zijden 26 en 27. 20 Het tijdschrift wordt langs de geprofileerde geleiding 6 getransporteerd in de richting van de hechtmachine 28 door middel van transportsnaren 29 en 30 (figuur 3), welke snaren het tijdschrift van bovenaf op de geleiding drukken. Tijdens het transport worden de beide zijden van het 25 tijdschrift door de respectieve geprofileerde zijden 26 en 27 uiteen gedrukt, totdat het tijdschrift open gevouwen is een V-vorm (figuur 5). Ter hoogte van het uiteinde 31 van de geprofileerde geleiding 6 wordt het opengevouwen tijdschrift aangeboden aan het invoergedeelte 32 van de 30 hechtmachine 28. Het tempo waarin dit gebeurt en het moment waarop het tijdschrift aan het invoergedeelte 32 van de hechtmachine 28 wordt aangeboden, wordt daarbij aangepast aan de verwerkingssnelheid van de hechtmachine 28 door een 1005618 9 niet-afgeheeld regelsysteem die de beweging van de transportsnaren 29 en 30 beïnvloedt.

In figuur 6 zijn in zij-aanzicht de diktemetingsmiddelen 4 5 afgebeeld. De middelen 4 omvatten een vast met een frame 35 (figuur 3) van de opleginrichting verbonden steunbalk 36, die uitmondt in een in hoofdzaak horizontale onderste klauw 37. Door middel van een stangenmechanisme 38 dat twee parallellen stangen 39 en 40 omvat, is onderste klauw 37 10 verbonden met bovenste klauw 41. Het stangenmechanisme is scharnierbaar aan de klauwen bevestigd door middel van scharnierpennen 42, 43, 44, 45 en 61. Halverwege tussen de scharnierpennen is aan de stangen 39 en 40 door middel van scharnierpennen 46 en 47 het ene uiteinde van verbindings-15 stuk 34 bevestigd. Het verbindingsstuk 34 draagt aan het andere uiteinde de pen 33. De pen 33 is losneembaar verbonden met verbindingsstuk 34. Uiteinden 48 en 49 van respectievelijk de bovenste en onderste klauw vormen samen een bek.

20

De afstelling van de hoogte van de pen gebeurt met behulp van een referentie-exemplaar van het te verwerken tijdschrift. Het referentie-exemplaar wordt in de bek geklemd die gevormd wordt door de uiteinden 48 en 49 van de 25 respectievelijk bovenste en onderste klauw. Door middel van het stangenmechanisme 38 dat een overbrengingsverhouding heeft van 1:2 wordt de pen 33 vanuit een uitgangspositie waarin de hartlijn daarvan juist aanligt met de onderzijde van een te verwerken tijdschrift dat op transportband 23 30 ligt, precies met de halve dikte van het referentie- exemplaar naar boven verplaatst, zodat de hartlijn van de pen 33 zich op de halve hoogte van te verwerken tijdschriften tussen de transportbanden 23 en 24 bevindt. Stangenmechanisme 38 is voorzien van een veer 60 om de bek die 1 0 0 5 6 1 8 10 gevormd wordt door de uiteinden 48 en 49 dicht te drukken, zodat uit wordt gegaan van de gecomprimeerde dikte van het te verwerken tijdschrift. Dit verhoogt de reproduceerbaarheid van het instellen. Door middel van een hendel 50 met 5 een excenteroverbrenging 51 kunnen de uiteinden van de klauwen 37 en 41 uiteenbewogen worden voor het inbrengen van het referentie-exemplaar. Door het toevoegen van een extra vel papier in de bek kan er voor gezorgd worden dat de pen 33 het tijdschrift steeds enigszins uit het midden 10 opent of splitst, hetgeen bijvoorbeeld van belang is bij het ontwijken van een in het midden van het tijdschrift aangebracht tussenvoegsel, zoals bijvoorbeeld een poster of antwoordcoupon. In het algemeen dient de hendel 50 derhalve ter instelling van de plaats waar het tijdschrift door de 15 pen 33 wordt geopend.

In figuur 8 zijn de diktemetingsmiddelen 4 met de van het verbindingsstuk 34 voorzien pen 33 in bovenaanzicht getekend.

20

De diktemetingsmiddelen 4 kunnen ook zijn uitgevoerd zoals afgebeeld in figuur 7, waarin het te verwerken tijdschrift tussen twee boven elkaar geplaatste geleidingsplaten 52 en 53 wordt geleid. De hoogte van de bovenste geleidingsplaat 25 52 is instelbaar ten opzichte van de onderste geleidings plaat 53 en het frame 35 van de opleginrichting door middel van een handwiel 54 en een schroefspindel 55 van de opleginrichting. De verplaatsing van de bovenste geleidingsplaat 53 wordt door middel van een verbindingsstuk 56 30 doorgegeven aan een hefboom 57, die scharnierbaar verbonden is met het frame 35. In een overbrengingsverhouding van 1:2 is een verbindingsstuk 58 middels een draaikoppeling 59 verbonden met de hefboom 57. Het verbindingsstuk 58 is op zijn beurt verbonden met de pen 33. Door de gekozen 1005618 11 overbrengingsverhouding is het met dit mechanisme mogelijk de pen 33 steeds op de halve dikte van het tussen de geleidingsplaten 52 en 53 te verwerken tijdschrift in te stellen.

5

Eventueel kan de overbrengingsverhouding anders gekozen worden, bijvoorbeeld door het verbindingsstuk 58 instelbaar te verbinden met hefboom 57.

1005618

Claims (13)

1. Werkwijze voor het openen van een document, in het 5 bijzonder een tijdschrift, met het kenmerk, dat de dikte van het document wordt gemeten en dit vervolgens aan de hand van de gemeten dikte op een vooraf bepaalde plaats wordt geopend.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij wordt uitgegaan van een referentie-document, waarvan de dikte wordt gemeten, waarna een qua dikte corresponderend document aan de hand van de gemeten dikte op de vooraf bepaalde plaats wordt geopend. 15

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vooraf bepaalde plaats waarop het document wordt geopend, tevoren wordt ingesteld.

4. Werkwijze volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij het document althans nagenoeg in het midden daarvan wordt geopend.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot 25 en met 4, waarbij het document zijwaarts ten opzichte van de rug daarvan wordt geopend.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij het document middels een steekorgaan 30 wordt geopend.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij de dikte van het document middels plaatsing daarvan tussen klemorganen wordt gemeten. 1 00 5 6 1 8

8. Inrichting ter uitvoering van een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 7.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij is voorzien in 5 middelen voor het meten van de dikte van het document, alsmede in middelen voor het op de vooraf bepaalde plaats openen van het document.

10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij voorts is 10 voorzien in middelen ter instelling van de vooraf bepaalde plaats waarop het document wordt geopend.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de middelen voor het meten van de dikte van het document 15 en de middelen voor het op de vooraf bepaalde plaats openen van het document mechanisch met elkaar zijn verbonden, bij voorkeur via een hefboommechanisme.

12. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de 20 middelen voor het meten van de dikte van het document en de middelen voor het op de vooraf bepaalde plaats openen van het document hydraulisch met elkaar zijn verbonden.

13. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij de middelen voor het meten van de dikte van het document en de middelen voor het op de vooraf bepaalde plaats openen van het document elektromagnetisch met elkaar zijn verbonden. 30 1005618