NL1005612C2 - Zeefdrukrol. - Google Patents

Zeefdrukrol. Download PDF

Info

Publication number
NL1005612C2
NL1005612C2 NL1005612A NL1005612A NL1005612C2 NL 1005612 C2 NL1005612 C2 NL 1005612C2 NL 1005612 A NL1005612 A NL 1005612A NL 1005612 A NL1005612 A NL 1005612A NL 1005612 C2 NL1005612 C2 NL 1005612C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cylinder
end ring
diameter
assembly
protrusion
Prior art date
Application number
NL1005612A
Other languages
English (en)
Inventor
Joop Nollet
Original Assignee
Twentse Graveerind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Twentse Graveerind filed Critical Twentse Graveerind
Priority to NL1005612A priority Critical patent/NL1005612C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1005612C2 publication Critical patent/NL1005612C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F15/00Screen printers
    • B41F15/14Details
    • B41F15/34Screens, Frames; Holders therefor
    • B41F15/38Screens, Frames; Holders therefor curved

Description

VO 1083
Titel: Zeefdrukrol
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel omvattende een dunwandige metalen cilinder met twee tegenover elkaar gelegen uiteinden en tenminste een eindring die nabij een uiteinde van de cilinder losmakelijk met de cilinder is 5 verbonden.
Een dergelijk samenstel is onder meer bekend uit het Amerikaanse octrooi 4 044 669. Bij het bekende samenstel is elk van de tegenover elkaar gelegen uiteinden van de metalen cilinder voorzien van een eindring die losmakelijk met de 10 cilinder is verbonden. De dunwandige metalen cilinder is op op zich bekende wijze bewerkt, zodat het samenstel kan worden gebruikt voor het zeefdrukken. Bij het zeefdrukken wordt het samenstel via de eindringen opgenomen in een drukmachine, waarbij het samenstel via de eindringen met de machine is 15 verbonden. In de machine wordt het samenstel voor het drukken via de eindringen roteerbaar aangedreven.
Doordat de eindringen losmakelijk met de dunwandige metalen cilinder zijn verbonden, kunnen de eindringen van de metalen cilinder worden losgekoppeld, waarna de metalen cilinder, 20 tezamen met andere metalen cilinders kan worden opgeborgen zonder veel ruimte in beslag te nemen.
Elke op te bergen metalen cilinder zal hierbij een (deel van een) te drukken patroon omvatten. Door de metalen cilinders bijvoorbeeld in elkaar te schuiven, kunnen deze zonder 25 veel ruimte in beslag te nemen, worden opgeborgen. Bovendien zijn de dunwandige metalen cilinders dermate flexibel dat deze enigszins kunnen worden samengedrukt zonder dat permanente vouwen in de cilinders ontstaan.
Voor het losmakelijk verbinden van een eindring met de 30 dunwandige metalen cilinder in een zich in tangentiële richting van de eindring uitstrekkende groef is een in radiale richting expandeerbare ring opgenomen die tegen de binnenwand van de metalen cilinder wordt geklemd voor bevestiging van de eindring aan de cilinder.
100561 : 2
In gebruik wordt op de cilinder van het samenstel in tangentiele richting een grote kracht uitgeoefend. Het gevolg hiervan is dat de eindringen van het bekende samenstel ten opzichte van de cilinder door kunnen slippen. Tevens blijkt de 5 cilinder onder invloed van de relatief grote, uitgeoefende krachten te kunnen torderen. Een en ander brengt met zich dat de cilinder van de eindringen af kan lopen en hierdoor zelfs onherstelbaar kan worden beschadigd.
De uitvinding beoogt een oplossing voor het bovengenoemde 10 probleem te verschaffen en heeft als kenmerk dat de tenminste ene eindring althans voor een deel is voorzien van een cilindervormig buitenoppervlak met tenminste een zich in radiale richting naar buiten toe uitstrekkend uitsteeksel, waarbij het cilindervormige buitenoppervlak van de tenminste ene eindring 15 althans voor een deel in de cilinder is geschoven en waarbij de cilinder is voorzien van tenminste een opneemopening waarin het uitsteeksel is opgenomen.
Doordat het uitsteeksel van de desbetreffende eindring met de opneemopening van de cilinder samenwerkt, is een bij-20 zondere stevige bevestiging van de eindring aan de cilinder verkregen. De hierboven geschetste problemen zullen zich dan ook niet meer voordoen.
Bij voorkeur neemt de hoogte van het uitsteeksel in axiale richting van de cilinder af. Hierdoor kan voor het 25 loskoppelen van de eindring van de cilinder de eindring in axiale richting in de cilinder worden gedrukt. Doordat de hoogte van het uitsteeksel in axiale richting afneemt, is het uitsteeksel voorzien van een afnemend glijvlak, welke bewerkstelligt dat het uitsteeksel uit de opneemopening kan worden 30 gemanipuleerd door de eindring in de genoemde richting te drukken. In het bijzonder wanneer de cilinder van nikkel is vervaardigd, kan deze voldoende oprekken voor het opnemen van de eindring zonder dat het tenminste ene uitsteeksel zich in de tenminste ene opneemopening bevindt. Vervolgens kan de 35 eindring een kwartslag worden gedraaid en uit de cilinder worden getrokken. Om het naar binnendrukken van de eindring mogelijk te maken, is volgens een geavanceerde uitvoeringsvorm 100561 2 3 de diameter van de eindring buiten en nabij het uiteinde van de cilinder kleiner of gelijk aan de diameter van het cilindervormige buitenoppervlak.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de tenmin-5 ste ene eindring voorzien van een zich in axiale richting uitstrekkende sleuf voor het door samenknijpen van de eindring verkleinen van de diameter van de eindring voor het loskoppelen van de tenminste ene eindring van de cilinder en vice versa. Door de diameter van de eindring aldus te verkleinen, 10 kan de eindring gemakkelijk voor bevestiging aan de cilinder gedeeltelijk in de cilinder worden geschoven. Wanneer de eindring aldus geplaatst is, kan de diameter worden vergroot, waarbij het tenminste ene uitsteeksel in de tenminste ene opneemopening wordt opgenomen. Door vervolgens de diameter van 15 de tenminste ene eindring weer te verkleinen, kan deze weer eenvoudig van de cilinder worden losgekoppeld.
Bij voorkeur is elk der uiteinden van de cilinder voorzien van een eindring die losmakelijk met de cilinder is verbonden .
20 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont.
Figuur 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding; figuur la in uitvergroting een uitsteeksel van een 25 eindring, opgenomen in een opening in een cilinder volgens de uitvinding figuur 2 een gedeelte van de linker eindring van het samenstel volgens figuur 1; en figuur 3 een zijaanzicht van de rechter eindring van het 30 samenstel volgens figuur 1.
In figuur 1 is met referentienummer 1 een samenstel overeenkomstig de uitvinding aangeduid. Het samenstel omvat een dunwandige metalen cilinder 2. De metalen cilinder 2 heeft een dusdanige dikte dat deze flexibel vervormbaar is. Het buiten-35 oppervlak 4 van de cilinder 2 is in dit voorbeeld op op zich bekende wijze bewerkt, zodat het samenstel kan worden gebruikt voor zeefdrukken.
1005612 4
Het samenstel omvat voorts twee eindringen 6, 8 die nabij de uiteinden 10, 12 losmakelijk met de cilinder 2 zijn verbonden. Elk der eindringen 6, 8 is althans voor een deel voorzien van een cilindervormig buitenoppervlak 14 met tenminste één en 5 in dit voorbeeld een aantal in radiale richting naar buiten toe uitstrekkende uitsteeksels 16. Hierbij is het cilindervormige buitenoppervlak 14 althans voor een deel in de cilinder 2 geschoven. De cilinder 2 is voorzien van tenminste één en in dit voorbeeld een aantal opneemopeningen 18. In dit voorbeeld 10 is in elke opneemopening 18 een uitsteeksel 16 opgenomen.
Zoals uit figuur 1 blijkt, kunnen de opneemopeningen 18 elk een driehoekige vorm hebben. Van bovenaf gezien hebben de uitsteeksels 16 eveneens een driehoekige vorm, welke vorm overeenkomt met de vorm van de opneemopeningen 18. Een en 15 ander dusdanig dat de opneemopeningen de uitsteeksels nauw omsluiten.
In figuur la is een alternatieve, bijzonder voordelige uitvoeringsvorm getoond van een uitsteeksel 16 en een bijbehorende opneemopening 18. Het uitsteeksel heeft een driehoe-20 kige vorm, waarbij de van het nabijgelegen einde van de cilinder afgekeerde top 36 enigszins is afgerond. De opneemopening 18 heeft een driehoekige vorm met ongeveer gelijke ingesloten hoeken tussen de zijden maar enigszins grotere afmetingen. De opneemopening 18 past derhalve met 25 geringe speling om het uitsteeksel 16. Bij spannen van de cilinder door uit elkaar bewegen van de eindringen 6, 8 wordt het driehoekige uitsteeksel 16 met het afgeronde einde 36 in de top van de opneemopening 18 getrokken en komt daardoor met zijn zijden strak tegen de zijden van de opneemopening 18 te 30 liggen. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen eventuele toleranties en vervormingen eenvoudig worden opgevangen, wordt een goede passing verkregen en is plaatsing van de eindringen* 6, 8 in de cilinder bijzonder eenvoudig mogelijk.
In gebruik wordt het samenstel via de eindringen 6, 8 met 35 een zeefdrukinrichting verbonden. De zeefdrukinrichting drijft de eindringen 6, 8 roterend aan. Doordat de uitsteeksels 16 in de opneemopeningen 18 zijn opgenomen, is een bijzondere stevi- 1005612 5 ge koppeling tussen de cilinder enerzijds en de eindringen anderzijds verkregen. Wanneer de eindringen 6, 8 roteerbaar worden aangedreven, kan dankzij de samenwerking van de uitsteeksels aan de opneemopeningen een zeer grote aandrijf-5 kracht op de cilinder 2 worden uitgeoefend zonder dat het risico aanwezig is dat de cilinder 2 van de eindringen 6, 8 afloopt.
In dit voorbeeld neemt de hoogte h van de uitsteeksels 16 in radiale richting van de cilinder 2 in axiale richting van 10 de cilinder 2 (zie ook figuur 2) af. In het voorbeeld van de figuren 1 en 2 neemt de hoogte van het uitsteeksel af in de richting van het tegenover het uiteinde 10, nabij welke de eindring 6 met de uitsteeksels is bevestigd, gelegen uiteinde 12. Dit laatste brengt met zich dat de eindring 6 in de 15 richting van het uiteinde 12 in de cilinder 2 kan worden gedrukt, teneinde de uitsteeksels 16 van de eindring 6 uit de opneemopeningen 18 te drukken. De eindring 6 wordt derhalve in de richting van de pijl 20 van figuur 1 gedrukt. In dit voorbeeld is de cilinder 2 althans in hoofdzaak uit nikkel 20 vervaardigd. Hierdoor kan de diameter van de cilinder 2 plaatselijk toenemen, teneinde de uitsteeksels 16 van de eindring 6 uit de opneemopeningen 18 te drukken, zoals hiervoor is omschreven. Hierna kan de eindring 6 een kwartslag worden gedraaid, zodat de axiale richting van de eindring 6 25 evenwijdig aan de pijl 20 komt te liggen. Vervolgens kan de eindring 6 uit de cilinder 2 worden geschoven.
De diameter van de eindringen 6 en 8 buiten en nabij de uiteinden 10, 12 van de cilinder 2 is in dit voorbeeld kleiner of gelijk aan de diameter d van het cilindervormige buitenop-30 pervlak 14. Hiermee is bewerkstelligd dat de eindringen 6, 8 voor het loskoppelen van de eindringen vein de cilinder in de cilinder kunnen worden gedrukt, zoals hiervoor is omschreven.
In dit voorbeeld is de diameter van elk der eindringen, met uitzondering van de diameter D' van elk der eindringen bij 35 de uitsteeksels kleiner of gelijk aan de diameter D van het cilindervormige buitenoppervlak 14. Deze laatste diameter komt 1005612 6 althans nagenoeg overeen met de binnendiameter van de cilinder 2.
In een alternatieve, niet getoonde uitvoeringsvorm is de diameter van het gedeelte van de eindringen 6, 8 dat in de 5 cilinder 2 wordt geschoven enigszins groter dan de binnendiameter D van de cilinder 2. Daarmee wordt het voordeel bereikt dat bij het inschuiven van de eindring de cilinder 2 enigszins wordt opgerekt en daardoor klemmend om het betreffende deel van de eindring komt te liggen. De in inschuifrichting 10 voorliggende rand van de eindring 6, 8 is daarbij afgerond teneinde de beschadiging van cilinder 2 en eindring 6, 8 te verhinderen.
In dit voorbeeld is de eindring 8 nog voorzien van een zich in axiale richting van de eindring 8 uitstrekkende sleuf 15 22. De breedte b van de sleuf 22 kan bijvoorbeeld 1 cm bedragen, terwijl de diameter d gelijk is aan 20 cm. Door nu de eindring 8 samen te knijpen, met andere woorden, door de breedte van de sleuf 22 te verkleinen, wordt de diameter D van de eindring 8 verkleind. Hierdoor kan de eindring 8 20 gemakkelijk van de cilinder 2 worden losgekoppeld. Hierbij is het niet noodzakelijk dat de eindring 8 bij de cilinder 2 naar binnen wordt gedrukt om de uitsteeksels 16 van deze eindring uit de opneemopeningen 18 te manipuleren. Uiteraard is dit wel mogelijk indien blijkt dat de diameter van de eindring 8 niet 25 voldoende kan worden verkleind. Uiteraard kan de diameter van de eindring 8 dienovereenkomstig worden verkleind, teneinde deze weer terug te plaatsen en met de cilinder 2 te verbinden.
Bij voorkeur is de eindring 8 verder voorzien van middelen 24 voor het variëren van de diameter van de eindring 8.
30 Dit is getoond in een zijaanzicht van de eindring 8, waarbij de cilinder 2 gemakshalve is weggelaten. De middelen bestaan hier uit een eerste en tweede nok 26, 28 die aan weerszijde van de sleuf 22 met het buitenoppervlak 4 van de eindring 8 zijn verbonden. De eerste nok 26 is voorzien van een doorbo-35 ring 30 met schroefdraad. De tweede nok 28 is voorzien van een doorboring 32 die een grotere diameter heeft dan de doorboring 30. Voorts is in de doorboringen 30, 32 een bout 34 aange- 10056 1 2 7 bracht, waarvan de schroefdraad samenwerkt met de schroefdraad van de doorboring 30. Door de bout 34 om zijn lengteas te roteren, wordt een schroefbeweging verkregen waarmee de breedte van de sleuf 22 kan worden ingesteld. Voor het ver-5 wijderen van de eindring 8 kan derhalve met behulp van de bout 34 de breedte van de sleuf 22 worden verkleind. Hierna kan de eindring 8 gemakkelijk van de cilinder 2 worden losgekoppeld. Voor het terugplaatsen van de eindring 8 in de cilinder 2 wordt de breedte van de sleuf 22 eveneens met behulp van de 10 bout 34 verkleind. Wanneer de eindring 8 aldus op zijn plaats is gebracht, wordt door rotatie van de bout 34 de breedte van de sleuf 22 vergroot totdat de diameter D overeenkomt met de binnendiameter van de cilinder 2. Tegelijkertijd worden de uitsteeksels 16 in de hiermee corresponderende opneemopeningen 15 18 opgenomen. Door het verder vergroten van de breedte b van de sleuf 22 wordt de eindring 8 tegen de binnenzijde van de cilinder 2 aangespannen.
"Met name bij uitvoeringsvormen waarbij de diameter van een of elke eindring 6,8 instelbaar is kunnen de uitsteeksels 20 16 een gelijkblijvende hoogte hebben, althans in radiale richting gezien. Dit kan fabricage- en sterkte technische voordelen hebben".
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvoorbeelden. Zo zullen in het algemeen 25 de eindringen 6 en 8 identiek zijn uitgevoerd. De eindring 6 kan in dat geval eveneens zijn voorzien van een sleuf 22 en de hiervoor omschreven middelen 24 voor het variëren van de breedte van deze sleuf. De uitsteeksels kunnen behalve driehoekige vormen tevens andere vormen aannemen. Het is mogelijk 30 dat de uitsteeksels rechthoekige, n-hoekige (n = 5, 6, ...), ronde of andere vormen hebben. Ook het materiaal waar de eindringen 6 en 8 van zijn vervaardigd, kan variëren. In het gegeven voorbeeld zijn de eindringen 6 en 8 van aluminium vervaardigd, maar zoals vermeld, is het eveneens mogelijk 35 andere materialen en zelfs kunststoffen toe te passen.
Dergelijke varianten worden alle geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
1005612

Claims (13)

1. Samenstel omvattende een dunwandige metalen cilinder met twee tegenover elkaar gelegen uiteinden en tenminste een eindring die nabij een uiteinde van de cilinder losmakelijk met de cilinder is verbonden, met het kenmerk, dat de tenminste ene 5 eindring althans voor een deel is voorzien van een cilindervormig buitenoppervlak met tenminste een zich in radiale richting naar buiten toe uitstrekkend uitsteeksel, waarbij het cilindervormige buitenoppervlak van de tenminste ene eindring althans voor een deel in de cilinder is geschoven en waarbij 10 de cilinder is voorzien van tenminste een opneemopening waarin het uitsteeksel is opgenomen.
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opneemopening het uitsteeksel nauw omsluit.
3. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 tijdens plaatsing van een eindring de opneemopening het uitsteeksel met enige ruimte omgeeft, waarbij door axiale verplaatsing van de eindring het uitsteeksel met althans een gedeelte van zijn omtrek strak aan komt te liggen tegen een corresponderend deel van de rand van de opneemopening.
4. Samenstel volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de hoogte van het uitsteeksel in radiale richting van de cilinder, afneemt in axiale richting van de cilinder.
5. Samenstel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de hoogte van het uitsteeksel afneemt in de richting van het 25 tegenover het uiteinde van de cilinder, nabij welke de tenminste ene eindring met het uitsteeksel is bevestigd, gelegen uiteinde.
6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de diameter van de eindring buiten en nabij het uiteinde van de 30 cilinder kleiner of gelijk is aan de diameter van het cilindervormige buitenoppervlak.
7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de diameter van de tenminste ene eindring met uitzondering van de diameter van de tenminste ene eindring bij het uitsteeksel 1005612 kleiner of gelijk is aan de diameter van het cilindervormige buitenoppervlak.
8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitendiameter van althans een gedeelte van het 5 tijdens gebruik in de cilinder opgenomen deel van de eindring enigszins groter is dan de binnendiameter van de cilinder.
9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene eindring is voorzien van een zich in axiale richting uitstrekkende sleuf voor het door 10 samenknijpen van de eindring verkleinen van de diameter van de eindring voor het loskoppelen van de tenminste ene eindring van de cilinder en vice versa.
10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tenminste ene eindring is voorzien van middelen voor het 15 variëren van de diameter van de tenminste ene eindring.
11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de cilinder althans in hoofdzaak is vervaardigd uit nikkel.
12. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tenminste ene eindring is voorzien van een 20 aantal uitsteeksels en het buitenoppervlak van de tenminste ene eindring is voorzien van een aantal opneemopeningen, waarbij in elk van de opneemopeningen een van de uitsteeksels is opgenomen.
13. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat elk van de uiteinden van de cilinder is voorzien van een eindring die losmakelijk met de cilinder is verbonden. 1005612
NL1005612A 1997-03-24 1997-03-24 Zeefdrukrol. NL1005612C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005612A NL1005612C2 (nl) 1997-03-24 1997-03-24 Zeefdrukrol.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005612A NL1005612C2 (nl) 1997-03-24 1997-03-24 Zeefdrukrol.
NL1005612 1997-03-24

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005612C2 true NL1005612C2 (nl) 1998-09-28

Family

ID=19764648

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005612A NL1005612C2 (nl) 1997-03-24 1997-03-24 Zeefdrukrol.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1005612C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023697C2 (nl) * 2003-06-19 2004-12-21 Perdix Technologies B V Samenstel en werkwijze voor het monteren van een dergelijk samenstel.

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2276113A (en) * 1940-12-26 1942-03-10 Howard J Strauss Fabric printing machine
US4044669A (en) * 1974-05-30 1977-08-30 Almedahls Aktiebolag Rotary screen mounting device

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2276113A (en) * 1940-12-26 1942-03-10 Howard J Strauss Fabric printing machine
US4044669A (en) * 1974-05-30 1977-08-30 Almedahls Aktiebolag Rotary screen mounting device

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023697C2 (nl) * 2003-06-19 2004-12-21 Perdix Technologies B V Samenstel en werkwijze voor het monteren van een dergelijk samenstel.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
GB2103470A (en) Lint remover
US5151737A (en) Photoconductive drum having expandable mount
US7563220B2 (en) Drum for a creasing device
US3661341A (en) Collapsible reel
CN103129176B (zh) 卷筒芯保持装置以及图像记录装置
EP0881074B1 (en) Dynamic clamps for flexible plates
CA1038688A (en) Rotary screen mounting device
US8029201B2 (en) Rewinding reel for carbon ribbon/label carrier of label printer
DE7535872U (de) Expansionsdorn
NL1005612C2 (nl) Zeefdrukrol.
US4984915A (en) Web holding device
KR940703734A (ko) 회전 절단 다이 조립체(rotary cutting die assembly)
US5775631A (en) Support shaft assembly for stably supporting rolls of material
CA2079856A1 (en) Winding shaft with clamping device for cardboard winding tubes
KR101915619B1 (ko) 프린터의 지관 클램핑 하우징
JP4216096B2 (ja) ガン式ディスペンサ
GB2173851A (en) Flex-action rivet for securing sheets together
DE19722460C1 (de) Lagerung einer zylindrischen Walze
KR970070590A (ko) 풀림방지 너트 및 볼트
US6749147B2 (en) Friction winding shaft for reversible rotation
KR960005419B1 (ko) 접는식의 릴
MXPA02009734A (es) Tubo de devanado.
US5951023A (en) Air chuck
CN217397429U (zh) 一种便于拆装的加压容器泄压装置
US6457411B2 (en) Blanket cylinder providing for ready mounting and dismounting of a blanket

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20011001