NL1005478C2 - Tray. - Google Patents

Description

Tray

De uitvinding heeft betrekking op een tray, voorzien van cups voor ontvangst van perspluggen of losse vullingen ter opkweking van zaaigoed.

Een dergelijke tray is uit de praktijk bekend en 5 wordt gebruikt voor het opkweken van sla, koolplantjes en dergelijke. De bekende tray is gevormd uit piepschuim waarin holtes zijn gevormd die de cups vormen welke gevuld worden met het zaaigoed. De bekende piepschuimtrays worden op omgekeerde potplantjes in een kas geplaatst. Echter het gebruik 10 van deze bekende tray is vrij primitief, en is milieutechnisch bezwaarlijk vanwege de toepassing van het piepschuim. Ook bekend zijn trays die uit hard plastic zijn vervaardigd.

De bekende tray heeft een oppervlaktemaat van ongeveer 60 x 40 cm waarin de cups zijn opgenomen voor ontvangst 15 van perspluggen of los vulmateriaal met zaaigoed.

Met de uitvinding wordt beoogd de nadelen van de tray uit de stand van de techniek tegen te gaan.

Daartoe is de tray volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt, dat deze aan de onderzijde van de buitenste cups is 20 voorzien van een steunrand, en dat de tray aan de bovenzijde een draagvlak heeft dat is begrensd door een richel, op welk draagvlak de onderzijde van een dergelijke steunrand van eer. andere tray kan afsteunen. Bij plaatsing van de trays in kassen kunnen de trays zodoende zonder bezwaar op elkaar ge-25 plaatst worden zonder dat het zaaigoed van onderliggende trays belast wordt door de trays daarboven. Bovendien is met deze uitvoeringsvorm voorzien in een borging tegen onderlinge verschuiving van de trays doordat met de richel die aan de buitenzijde verloopt van de daar bovenop geplaatste steunrand 30 van de hoger liggende tray, verband gegeven wordt aan deze stapeling.

De stabiliteit van de stapeling van de trays, en het zaaigoed in de gestapelde trays als zodanig is ermee gediend dat de tray volgens de uitvinding aan de onderzijde voorzien 35 is van regelmatig verdeelde steunnokken geschikt voor afsteu-ning op het overgangsgebied tussen naastliggende cups van een 10054 78 2 ondergeplaatste tray. Bij voorkeur geldt dan dat het steun-vlak van de steunnokken op gelijke hoogte ligt als het draagvlak van de steunrand. Doorbuigen van de volle tray wordt zodoende effectief voorkomen zodat belasting van het 5 zaaigoed ook bij hoge stapels niet voorkomt. In de praktijk worden trays in stapels tot 30 hoog op elkaar geplaatst, waarbij iedere tray gevuld met perspluggen circa 5 a 6 kg weegt. Met de zojuist beschreven constructie van de tray is het mogelijk de daarbij optredende belastingen in de con-10 structie van de stapel te weerstaan.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de tray volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt, dat op het kruispunt van aangrenzende cups beluchtingsgaten zijn opgenomen. Voorts is voordelig dat de tray vrij is van een gesloten stootrand zo-15 dat de ruimten tussen de buitengelegen cups zijn ingericht als ventilatie-openingen voor de tray. Deze maatregelen bevorderen de goede ventilatie en beluchting van het in de tray opgenomen zaaigoed met name ook indien deze is gestapeld, en heeft tevens als voordeel dat een gelijkmatiger temperatuur-20 verdeling van het zaaigoed in de tray mogelijk is. Een en ander geeft een betere kwaliteit van het zaaigoed, een hoger kiempercentage en uniformere kiemplanten, en voorts gelijkmatiger groeiresultaten van het zaaigoed over de gehele tray en hardere planten.

25 De beluchtingsgaten hebben tevens het voordeel dat bewatering van het zaaigoed in een stapel trays effectief en gelijkmatig kan worden uitgevoerd met uitsluiting van het uit de stand van de techniek bekende randeffect, en dat reiniging van een stapel trays eenvoudig uitvoerbaar is indien gerei-30 nigd wordt met stoom. Dankzij deze beluchtingsgaten kan de stoom overal in de stapel de gewenste reinigende werking vervullen. Bovendien is de tray dan ook goed met water ondersteboven wasbaar, waarbij de beluchtingsgaten een goede ontwatering verschaffen.

35 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de tray is erdoor gekenmerkt, dat iedere cup een in hoofdzaak vierkante vorm heeft met afgeronde hoeken bovenin, en scherpe hoeken onderin. De afgeronde hoeken verschaffen daarbij stijfheid 1005·» · ;· 3 aan de tray, terwijl de scherpe hoeken dienen voor de wortel-geleiding in de cup.

Een verdere verbetering wordt daarbij verschaft indien iedere cup van boven naar beneden gezien een in hoofd-5 zaak gelijkmatig verlopende verjonging heeft. Dit ondersteunt de goede lossing van het plantmateriaal, maar heeft bovendien het voordeel dat door het grotere onderin de cup aanwezige volume aan aarde, vocht beter in de cup wordt vastgehouden.

In verband met de stapeling van meerdere trays op 10 elkaar is het wenselijk dat de tray tussen de aangrenzende cups is voorzien van althans aan de bovenzijde van de cups verlopende luchtkokers. Deze luchtkokers verschaffen stijfheid aan de constructie van de tray waardoor deze ondanks de grote belasting uit relatief dun spuitgietmateriaal vervaar-15 digd kan worden.

De stijfheid van de tray wordt nog verder bevorderd door in enkele rijen cups tussen naastliggende cups verstevi-gingsribben op te nemen.

Het is voorts wenselijk dat iedere cup in de hoeken 20 scherp afgebakende geleidingskanalen heeft ten behoeve van de wortelgeleiding.

Een ander aspect van de tray volgens de uitvinding is dat de hart tot hart maat van naastliggende cups in hoofdzaak gelijk is voor alle cups van de tray. Hiermee leent de 25 tray volgens de uitvinding zich voor gebruik op automatische plantmachines, en wel in het bijzonder ook omdat de zojuist genoemde maatregel te zamen met het ontbreken van een stoot-rand aan de buitenzijde van de tray ertoe leidt dat de constante hart tot hart maat ook geldt voor de buitenste cups 30 van naastgelegen trays.

Het is daarbij wenselijk dat de steunrand op enkele plaatsen tussen naastliggende cups onderbroken is voor het verschaffen van een gleuf voor mechanisch transport van de tray.

35 Weer een ander aspect van de tray volgens de uitvin ding betreft de omstandigheid dat de steunrand aan de onderzijde van enkele cups onderbroken is voor het verschaffen van een gleuf voor opname van de steunrand van een kruiselings ondergeplaatste tray.

1005478 4

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin fig. 1 de tray volgens de uitvinding in perspectivisch bovenaanzicht toont; 5 fig. 2 de tray volgens de uitvinding in perspecti visch benedenaanzicht toont; fig. 3 in boven- en zijaanzicht een tray volgens de uitvinding toont; en fig. 4 een perspectivisch zicht op een uitgesneden 10 enkele cup uit een tray volgens de uitvinding toont; fig. 5 in onderaanzicht de tray volgens de uitvinding toont; fig. 6 in detail twee naastgelegen trays volgens de uitvinding toont die worden voortbewogen door middel van een 15 wielmechanisme; en fig. 7 in detail een gedeeltelijk zijaanzicht van de tray volgens de uitvinding toont.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

20 In fig. 1 wordt een tray 2 voor ontvangst van pers- pluggen of losse vullingen in cups 16 getoond, waarbij de tray 2 aan de bovenzijde voorzien is van een draagvlak 17 en een richel 18. Dit draagvlak 17 en de richel 18 dienen voor opname van een aan een overeenkomstige tray aan de onderzijde 25 van de buitenste cups daarvan geplaatste steunrand 10 (zie fig. 2) .

In fig. 2 is duidelijk getoond dat de tray 2 een in de omtreksrichting verlopende steunrand 10 heeft die geschikt is voor plaatsing op het draagvlak 17 binnen de richel 18 30 (zie fig. 1) van een ondergeplaatste tray 2.

In fig. 2 wordt verder getoond dat de steunrand 10 op enkele plaatsen tussen naastliggende cups onderbroken is voor het verschaffen van een gleuf 1 voor mechanisch transport van de tray.

35 Fig. 3 toont dat in het bovenvlak van de tray 2 op het kruispunt van aangrenzende cups 16 beluchtingsgaten 19 zijn opgenomen. Deze bieden tevens de mogelijkheid dat een stapel trays 2 volgens de uitvinding door stomen gereinigd worden.

1 ΰ 0 5 -k :< 5

In fig. 5 is getoond dat de tray aan de onderzijde voorzien is van regelmatig verdeelde steunnokken 4 geschikt voor afsteuning op het overgangsgebied 5 tussen naastliggende cups van een ondergeplaatste tray. Een dergelijk overgangsge-5 bied is in fig. 3 voor een aantal plaatsen aangegeven met verwijzingscijfer 5.

Het is wenselijk dat het steunvlak van de steunnokken 4 op gelijke hoogte ligt met het draagvlak 17 van de steunrand 10.

10 In fig. 2 en 3 is duidelijk zichtbaar dat de tray 2 vrij is van een gesloten stootrand, zodat de ruimten tussen de buitengelegen cups 16 zijn ingericht en kunnen functioneren als ventilatie-openingen 6 van de tray 2; zie tevens fig. 7.

15 In fig. 3 en 7 wordt verder getoond dat de steunrand 10 aan de onderzijde van enkele cups 16 onderbroken is voor het verschaffen van een gleuf 7 voor opname van de steunrand 10 van een kruiselings ondergeplaatste tray.

In fig. 4 is een enkele cup 16 getoond, en is duide-20 lijk de vierkante vorm zichtbaar met afgeronde hoeken 20. De cup 16 heeft van boven naar beneden gezien een in hoofdzaak gelijkmatig verlopende verjonging 22. Enerzijds dient deze verjonging 22 voor het bevorderen van de lossing van pers-pluggen nadat het kweekgoed is opgekweekt; anderzijds maakt 25 dit mogelijk dat de tray 2 tussen aangrenzende cups 16 is voorzien van luchtkokers. Iedere cup 16 is in de hoeken 20 voorzien van scherp afgebakende geleidingskanalen 23 ten behoeve van de wortelgeleiding.

In fig. 2, 6 en 7 zijn de verstevigingsribben 8 30 zichtbaar die in enkele rijen cups tussen naastliggende cups zijn aangebracht.

In fig. 6 zijn twee naastliggende trays 2' en 2'' getoond met cups 16' en 16'', waarbij deze voortbewogen worden in een automatische plantmachine. Aangezien, zoals met 35 name uit fig. 6 maar tevens uit de andere figuren blijkt, de hart tot hart maat van naastliggende cups in hoofdzaak gelijk is voor alle cups van een tray 2, 2', 2'', is een dergelijke automatische behandeling mogelijk. Daarbij is uit fig. 6 duidelijk dat de naastliggende trays 2' en 2'' naastliggende 1005478 6 cups 16' en 16'' hebben, waarvoor genoemde hart tot hart maat is gehandhaafd. Dit is bereikt doordat de trays 2, 2' en 2'' vrij zijn van een gesloten stootrand, en de tray aan haar buitenzijde direct begrensd wordt door de buitenste cups.

1005** /8

Claims (13)

1. Tray (2), voorzien van cups (16) voor ontvangst van perspluggen of losse vullingen ter opkweking van zaaigoed, met het kenmerk, dat de tray (2) aan de onderzijde van de buitenste cups (16) is voorzien van een steunrand (10), en 5 dat de tray (2) aan de bovenzijde een draagvlak (17) heeft dat is begrensd door een richel (18), op welk draagvlak (17) de onderzijde van een dergelijke steunrand (10) van een andere tray kan afsteunen.

2. Tray volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 deze aan de onderzijde voorzien is van regelmatig verdeelde steunnokken (4) geschikt voor afsteuning op het overgangsgebied (5) tussen naastliggende cups van een ondergeplaatste tray.

3. Tray volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 15 het steunvlak van de steunnokken (4) op gelijke hoogte ligt als het draagvlak (17) van de steunrand (10).

4. Tray volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat in het bovenvlak van de tray (2) op het kruispunt van aangrenzende cups (16) beluchtingsgaten (19) zijn opgenc- 20 men.

5. Tray (2) volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat deze vrij is van een gesloten stootrand zodat de ruimten tussen de buitengelegen cups (16) zijn ingericht als ventilatie-openingen (6) voor de tray.

6. Tray volgens een der conclusies 1-5, met het ken merk, dat iedere cup (16) een in hoofdzaak vierkante vorm heeft met afgeronde hoeken (20).

7. Tray volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat iedere cup (16) van boven (21) naar beneden gezien 30 een in hoofdzaak gelijkmatig verlopende verjonging (22) heeft.

8. Tray volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de tray (2) tussen de aangrenzende cups (16) is voorzien van althans aan de bovenzijde van de cups (16) ver- 35 lopende luchtkokers. 1005478

9. Tray volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de tray (2) in enkele rijen cups tussen naastliggende cups is voorzien van verstevigingsribben (8).

10. Tray volgens een der conclusies 1-9, met het 5 kenmerk, dat iedere cup in de hoeken (20) scherp afgebakende geleidingskanalen (27) heeft ten behoeve van de wortelgelei-ding.

11. Tray volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hart tot hart maat van naastliggende cups 10 in hoofdzaak gelijk is voor alle cups van de tray.

12. Tray volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de steunrand (10) op enkele plaatsen tussen naastliggende cups (16) onderbroken is voor het verschaffen van een gleuf (1) voor mechanisch transport van de tray.

13. Tray volgens een der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de steunrand (10) aan de onderzijde van enkele cups (16) onderbroken is voor het verschaffen van een gleuf (7) voor opname van de steunrand (10) van een kruiselings ondergeplaatste tray. 100 54 7?·