NL1005008C2

NL1005008C2 - Een schaats voor skeelers.

Info

Publication number: NL1005008C2
Application number: NL1005008A
Authority: NL
Inventors: Johannes Albertus Hofmeijer
Original assignee: Johannes Albertus Hofmeijer; Elisabeth Margaretha Brouwer
Priority date: 1997-01-15
Filing date: 1997-01-15
Publication date: 1998-07-16

Description

Een schaats voor skeelers.

De uitvinding heeft betrekking, op het eenvoudig kunnen oxnbouwen van de meeste soorten en merken skeelers, zodat er mee geschaats of geskeelerd of gelopen kan worden.

Het ombouwen van schaats naar skeeler of omgekeerd komt 5 ook voor in de volgende patenten DE-A-9201253 /DE-A-8501080 /DE-A-3911899 /EP 0695513 Al /EP-A-0295081 /DE-A-3513022.

Deze uitvindingen zijn alleen te gebruiken op eigen model ijsschaats schoen of skeeler schoen, en zijn niet 10 toepasbaar op andere modelen skeelers.

Daarbij zijn er nog verschillende problemen met een aan tal van deze patenten, deze zijn beschreven in het patent: DE-A-9201253.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een 15 schaats, die toegepast kan worden op de meeste skeelers, zoniet kan dit worden berijkt door een simpele construktie verandering van de skeeler.

Deze construktie verandering houd in, dat het frame van de ijsschaats schoen of skeeler schoen gedemonteerd word, 20 wat bij de meeste skeelers/ schaats schoenen geen problemen geeft, daarna word aan de zool een schuif profiel beves tigt, de bevesteging kan met de algemene bekende beveste gings middelen worden gerealiseert, deze uitvinding om een schuifsysteem te gebruiken kan al toegepast worden bij het 25 spuit/ gieten van de skeeler schoen.

In de schuif profielen word dan een schaats met universele verbindings elementen ingeschoven, de verankering die hier bij nodig is, kan o.a een metalen pin zijn die door de dwars zijde van het schuif element steekt en daar door de 30 elementen met elkaar vast zet, door dat de pin aan een kant gebogen is kan de gebogen kant vergrendeld worden η p ~ 2

Andere vergrendelings metoden zijn ook toepasbaar.

Het nieuwe skeeler element kan zo ook op het schuif sys teem geschoven worden, waarbij moet worden opgemerkt dat 35 bij het oude skeeler element de wielen lagers en schroeven over gezet kunnen worden naar het nieuwe element.

Door het schuif element heeft men ook de mogelijk heid om verschillende soorten schaatsen en skeelers tegebruiken.

Om te lopen met de skeeler of ijsschaats schoen, wat van 40 pas kan komen bij het klunen en trialon, waarbij er ge schaatst geskeelerd en gelopen kan worden, het kan ook van pas komen bij het recreatie schaatsen/skeeleren waarbij men stukken kan over brugen zodat er geen schade ontstaat aan de schaats of skeeler en men hoeft geen exstra schoenen mee 45 te nemen.

Bij het ombouwen van skeelers, door een schaats element in de plaats van de wielen tezetten kan op een goedkope en eenvoudige manier een volwaardige schaats verkregen worden.

50 Het schaats element kan bestaan uit schaats element en verbindings element in een, of uit meer verschillende ele menten, dus schaatselement/houder.

De montage is als volgt: de wielen worden losgenomen, het bijpassende schaatselement/houder op de plaats van de 55 wielen gezet, en vast ge2et.

Het schaats element, wat kan worden uitgevoerd in ver schillende maten en matrialen is daardoor op de meeste merken en soorten skeelers te gebruiken.

Het schaats element en verbindings element en schuif 60 profiel kan bestaan uit verschillende matrialen.

In het schaats element word het glij ijzer gemonteerd ingegoten/ gelast of gelijmt.

Het glij ijzer kan worden uit gevoerd in verschillende lengte's dikte's en matriaal soorten 65 De meeste skeelers zijn open uitgevoerd wat problemen kan geven bij regen of bij kou dit kan worden tegen gegaan door

^ o ^ ^ B

3 een hoes tegebruiken die om de skeeler word gezet, die hoes bestaat uit een buitenste kunstof laag die wel lucht door laat maar geen regen.

70 De hoes kan in verschillende kleuren en maten bestaan.

100 50 C 3

Claims

1. Universeel glij-ijzer-aanpasdeel voor het tot een ijsschaats ombouwen van een rolschaats, in het bijzonder een 5 zgn. skeeler met uitsluitend twee of meer in rolrichting achter elkaar opgestelde rijwielen, waarbij dat aanpasdeel een schaatsijzer of montagemiddelen daarvoor omvat, en waarbij dat aanpasdeel voorts een of meer bevestigingsmiddelen omvat voor bevestiging van het aanpasdeel aan een zich onder de 10 rolschaatsschoen bevindende steun voor de wielen, waarbij die bevestigingsmiddelen zodanig zijn uitgevoerd, dat het aanpasdeel voor rolschaatsen van verschillend fabrikaat toepasbaar is.

2. Aanpasdeel volgens conclusie 1, waarbij die 15 bevestigingsmiddelen ten minste één instelbaar bevestigingsorgaan omvatten voor aanpassing van de bevestigingsmiddelen aan verschillend uitgevoerde steunen.

3. Aanpasdeel volgens conclusie 2, waarbij die verstelbare bevestigingsorganen één of meer sleufgaten omvatten, die bij 20 voorkeur verstellen in de glij- of rolrichting toestaan, en welke gaten bestemd zijn om samen te vallen met de gaten in de steun waardoorheen de assen van de wielen van de rolschaats steken (zie fig 1).

4. Aanpasdeel volgens één der voorgaande conclusies 2 of 25 3, waarbij die bevestigingsorganen ten minste één sleufgat en ten minste één rond gat omvatten, welke gaten bestemd zijn om samen te vallen met de gaten in de steun waardoorheen de assen van de wielen van de rolschaats steken (zie fig 1).

5. Aanpasdeel volgens conclusie 2, waarbij die 30 bevestigingsorganen ten minste één in lengterichting van het aanpasdeel verstelbaar aan het aanpasdeel bevestigde houder omvatten, welke houder een gat bezit dat, eventueel door geschikt in lengterichting van het aanpasdeel verstellen van de houder, bestemd is om samen te vallen met een gat in de 35 steun waardoorheen de as van een wiel van de rolschaats steekt (zie fig 6).

6. Aanpasdeel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij die verstelbare bevestigingsorganen één of meer afzonderlijke, afneembare delen omvatten, teneinde een dikte 40 aan te passen (zie fig 2). } 0 0 5 0 0 8

7. Aanpasdeel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bevestigingsmiddelen ten minste één gat omvatten dat bestemd is om samen te vallen met een gat in de steun waardoorheen de as van een wiel van de rolschaats 5 steekt, waarbij dat gat een verwijding heeft (zie fig 3).

8. Aanpasdeel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij zijn gedeelte met de bevestigingsmiddelen bestemd is om in de wielruimte van de steun van de rolschaats gestoken te worden, en waartoe dat gedeelte bij voorkeur een breedte heeft 10 die althans in hoofdzaak nauwkeurig overeenstemt met de inwendige breedte van die wielruimte, en waartoe dat gedeelte bij voorkeur althans in hoofdzaak parallelle zijwanden heeft (zie fig 2).

9. Aanpasdeel volgens conclusie 8, waarbij het bedoelde 15 gedeelte ten minste één uitsparing omvat, waarvan de plaats overeenstemt met de plaats van een versteviging in de wielruimte (zie fig 1 en fig 6).

10. Aanpasdeel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij dit één of meer vloeistukken omvat teneinde de steun 20 aan voor- en/of achterzijde te verlengen om aangepast te zijn aan de lengte van het aanpasdeel (zie fig 28).

11. Aanpasdeel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat die vloeistukken met een klem- of klikverbinding aan het aanpasdeel zijn te bevestigen (zie fig 29). 1005008