NL1004908C2

NL1004908C2 - Combination device for garden, landscape or court cultivation or maintenance.

Info

Publication number: NL1004908C2
Application number: NL1004908A
Authority: NL
Inventors: Hans-Josef Brenner; Andreas Hurst
Original assignee: Sabo Maschinenfabrik Gmbh
Priority date: 1996-01-13
Filing date: 1996-12-30
Publication date: 1997-11-18
Also published as: NL1004908A1; GB9700247D0; GB2308963B; FR2744324B1; BE1011019A4; DE19601064C2; GB2308963A; DE19601064A1; FR2744324A1

Description

Combinatie-apparaat voor tuin-, landschaps- of hofbewerking of -onderhoudCombination device for garden, landscape or court cultivation or maintenance

De uitvinding heeft betrekking op een apparaat voor tuin-, landschaps- of hofbewerking of -onderhoud, met een 5 huis, dat door middel van een geleidingsbalk door een bedie-ningspersoon op het te bewerken oppervlak of te verzorgen oppervlak op wielen kan worden bewogen, met bevestigingsmiddelen, die dienen voor aanbrenging van een bewerkingsinstru-ment in het huis, met een motor, die aan het huis vastgezet 10 is, en met aandrijfmiddelen die dienen om de draaibeweging van de motor over te brengen op het bewerkingsinstrument.The invention relates to an apparatus for garden, landscaping or court work or maintenance, with a house, which can be moved on wheels by means of a guide beam by an operator on the surface to be treated or surface to be treated, with fasteners serving for mounting a machining tool in the housing, with a motor secured to the housing, and with driving means for transmitting the rotary motion of the motor to the machining tool.

Een dergelijk apparaat is beschreven in DE 39 30 123 Al. In het huis kunnen verschillende bewerkingsinstrumenten worden aangebracht, bijvoorbeeld een as met daarop vast 15 aangebrachte en daarmee roterende messen voor het verticute-ren, of een veegrol.Such an apparatus is described in DE 39 30 123 A1. Various processing instruments can be arranged in the housing, for instance an axle with blades fixed thereon and rotating therewith for scarifying, or a sweeping roller.

Daartoe is voorzien in houders, die met de zijwanden van het huis kunnen worden verbonden. De verticuteer-as draagt een zijdelings uit het huis stekende riemschijf, over 20 welke een riem kan worden gelegd, die via een riemschijf aan de uitgaande as van de motor geleid wordt. Het buiten het huis gelegen riemdrijfwerk wordt voorzien van een afdekking.For this purpose, holders are provided which can be connected to the side walls of the housing. The scarifying shaft carries a pulley projecting laterally from the housing, over which a belt can be laid, which is guided via a pulley on the output shaft of the motor. The belt drive located outside the house is provided with a cover.

Moet het apparaat worden gebruikt als veegapparaat, dan moet in het huis een veegborstelrol worden aangebracht, die 25 is voorzien van bijpassende bevestigingsdragers voor bevestiging aan het huis. Aangezien de veegborstelrol in aan die van de verticuteer-as tegengestelde draairichting moet draaien, is op de lager-as een omkeerdrijfwerk aangebracht. De aanbrenging ten opzichte van het huis geschiedt zodanig, 30 dat eerst, bijvoorbeeld wanneer eerder gebruik als verticu-teer-apparaat plaatsgevonden heeft, de verticuteer-as na het af nemen van de aandrijf riem van de riemschijf van de verticuteer-as wordt verwijderd door het losmaken van de bevesti-gingsdrager en daarna een veegborstelrol met zijn lager-as 35 door bevestiging van de houders aan het huis wordt vastgezet en vervolgens de aandrijfriem over beide riemschijven, namelijk die van de aandrijfmotor en die van de veegborstelrol wordt gelegd. Vervolgens moet de afdekking weer aange- 1004908 2 bracht worden.If the device is to be used as a sweeper, a sweeping brush roller must be provided in the housing, which is provided with matching mounting supports for attachment to the housing. Since the sweeping brush roller has to rotate in the opposite direction to that of the scarifying shaft, a reversing gear is mounted on the bearing shaft. The installation with respect to the housing is carried out in such a way that first, for example when previous use has been made as a scarifier, the scarifier shaft is removed from the scarifier pulley after the drive belt has been removed. loosening the fastening carrier and then a sweeping brush roller with its bearing shaft 35 is secured by fastening the holders to the housing and then placing the drive belt over both pulleys, that of the drive motor and that of the sweeping brush roller. The cover must then be reinstalled 1004908 2.

Bij deze oplossing is het van nadeel, dat de bedie-ningspersoon in het aandrijfmechanisme moet grijpen, d.w.z. de bedieningspersoon ervoor moet zorgen, dat het riemdrijf-5 werk op de juiste wijze gemonteerd wordt en ook de afdekking weer volgens de voorschriften wordt aangebracht. Zo kan het gemakkelijk gebeuren, dat de aandrijfriem niet juist gemonteerd is of vergeten wordt, om de afdekking aan te brengen. Dit leidt tot het in gevaar brengen van de bedieningspersoon 10 of andere personen.With this solution, it is a drawback that the operator has to reach into the drive mechanism, i.e. the operator has to ensure that the belt drive is correctly mounted and the cover is also put back on properly. It can thus easily happen that the drive belt is not correctly mounted or is forgotten to install the cover. This leads to endangering operator 10 or other persons.

De uitvinding heeft tot doel, te voorzien in een combi-natie-apparaat van de soort waarvoor rechten worden gevraagd, dat veilig te hanteren is en op eenvoudige wijze het verwisselen van de arbeidsinstrumenten mogelijk maakt, 15 waarbij bovendien gewaarborgd is, dat het betreffende aan te brengen arbeidinstrument wordt aangedreven met eraan toegewezen draairichting en toerental.The object of the invention is to provide a combination device of the type for which rights are claimed, which is safe to handle and which makes it possible in a simple manner to exchange the work instruments, while it is furthermore ensured that the relevant work tool to be brought is driven with the rotation direction and speed assigned to it.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de aandrijfmiddelen tenminste twee vast op het huis aange-20 brachte aandrijf-elementen omvatten, waarvan er tenminste één kan worden aangedreven met een aandrijf-draairichting, welke tegengesteld gericht is aan die van de overige aandrijf-elementen, waarbij de aandrijf-elementen permanent verbonden zijn met de uitgaande as van de motor; dat de 25 aandrijf-elementen koppelmiddelen bezitten, die van elkaar verschillen en zijn bestemd voor koppeling met bijpassende koppelingsmiddelen van de lager-as van één van verscheidene arbeidsinstrumenten en verder op de tegenover de aandrijf-elementen gelegen zijde van het huis houders alsmede lager-30 middelen, welke tezamen dienen om het betreffende andere einde van de lager-as aan het huis te bevestigen, losmaakbaar aangebracht zijn.This object is achieved according to the invention in that the drive means comprise at least two drive elements fixedly mounted on the housing, at least one of which can be driven with a drive direction of rotation, which is opposite to that of the other drive units. elements, the drive elements being permanently connected to the engine output shaft; that the drive elements have coupling means which differ from one another and are intended for coupling with matching coupling means of the bearing shaft of one of several work instruments and furthermore on the side of the housing holders opposite the drive elements as well as bearing parts. means which together serve to secure the respective other end of the bearing shaft to the housing are releasably mounted.

Bij deze uitvoering is het van voordeel, dat door de van elkaar verschillende koppelmiddelen het betreffende 35 uitgekozen arbeidsinstrument slechts aan één van de aandrij f-elementen kan worden toegewezen. Bovendien blijven de aandrijf-elementen en de drijfwerk-matige verbinding met de uitgaande as van de motor continu aan het huis van het apparaat. Bij het aanbrengen van de verschillende arbeidsin- 1004908 3 strumenten is ingrijpen door de bedieningspersoon niet nodig. Hierdoor wordt een verhoogde bedrijfszekerheid verkregen. Het kan niet gebeuren, dat onderdelen van het drijfwerk tijdens bedrijf open liggen, omdat bijvoorbeeld werd 5 vergeten, een afdekking aan te brengen.In this embodiment it is advantageous that the work tool selected in question can be assigned to only one of the drive elements by means of the coupling means which differ from one another. In addition, the drive elements and the gear-to-motor connection to the motor output shaft remain continuously on the housing of the device. No intervention by the operator is required when fitting the various work tools. This provides an increased operational reliability. It cannot happen that parts of the gear are open during operation, because, for example, it was forgotten to provide a cover.

Bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding is erin voorzien, dat de koppelmiddelen van de aandrijf-elementen worden gevormd door insteekboringen van verschillende doorsnede en de koppelmiddelen van de einden van de lager-assen 10 worden gevormd door een bijpassende doorsnede van de lager-as-einden. Daarbij nemen de koppelmiddelen van de aandrijf-elementen gelijktijdig de lagering van een einde van de lager-as van de arbeidsinstrumenten op zich.In one embodiment of the invention, it is provided that the coupling means of the drive elements are formed by insertion bores of different cross-sections and the coupling means of the ends of the bearing shafts 10 are formed by a corresponding cross-section of the bearing shaft ends . The coupling means of the drive elements thereby simultaneously bear the bearing of one end of the bearing axis of the work tools.

Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm ontstaat door 15 het feit, dat erin is voorzien dat één van de aandrijf-elementen door de uitgaande as van de motor en de andere aandrijf-elementen door het eerste aandrijf-element kunnen worden aangedreven.A particularly favorable embodiment results from the fact that it is provided that one of the drive elements can be driven by the output shaft of the motor and the other drive elements by the first drive element.

Hierdoor wordt verder een eenvoudiger opbouw verkregen, 20 want alleen het eerste aandrijf-element is direct aandrijvend verbonden met de uitgaande as van de motor. De aandrijving van de andere aandrijf-elementen is afgeleid van het eerste aandrijf-element. Alle aandrijf-elementen zijn echter permanent verbonden met de uitgaande as van de motor.This further provides a simpler construction, because only the first drive element is directly connected to the output shaft of the motor. The drive of the other drive elements is derived from the first drive element. However, all drive elements are permanently connected to the motor output shaft.

25 Voor het aandrijven van het eerste aandrijf-element is erin voorzien, dit met de uitgaande as van de motor te verbinden door een riem- of kettingdrijfwerk. De andere aandrijf-elementen zijn aandrijvend verbonden met het eerste aandrij f-element. Hiertoe is er ter aanvulling van de uit-30 vinding in voorzien, dat het direct aangedreven aandrijf-element een tandwiel draagt of een als tandwiel uitgevoerd tandwielsegment bezit. De andere aandrijf-elementen zijn dan eveneens gevormd als tandwielen. Ter aanvulling is het eerste direct aangedreven aandrijf-element voorzien van een 35 segment, dat is uitgevoerd als riemschijf.It is provided to drive the first drive element to connect it to the output shaft of the motor by a belt or chain drive. The other driving elements are connected to the first driving element in a driving manner. To this end, it is provided in addition to the invention that the directly driven drive element carries a gear wheel or has a gear segment designed as a gear wheel. The other drive elements are then also designed as gears. In addition, the first direct driven drive element is provided with a 35 segment, which is designed as a pulley.

Bovendien is erin voorzien, dat de koppelmiddelen van de aandrijf-elementen zodanig zijn aangebracht, dat alleen één ervan kan worden verbonden met een lager-as van een arbeidsinstrument. Hierdoor wordt gewaarborgd, dat telkens 1004908 4 slechts één arbeidsinstrument gebruikt kan worden.In addition, provision is made for the coupling means of the drive elements to be arranged such that only one of them can be connected to a bearing shaft of a work tool. This ensures that only one work tool can be used at a time.

Om bijvoorbeeld voor een combinatie-apparaat, dat als verticuteer-apparaat of als veegapparaat gebruikt kan worden, te bereiken, dat het door het apparaat in bedrijfsge-5 bruik van de grond opgenomen goed wordt opgevangen, is erin voorzien, dat het huis zowel aan de achterkant als aan de voorkant is voorzien van middelen voor het aanbrengen van een vanginrichting alsmede van een klep, door welke het huis in de richting van de eraan gehangen vanginrichting open is. 10 Voor het gebruik als veegapparaat wordt de voorklep geopend en in dit gebied een vanginrichting aangebracht, aangezien de veegborstelrol draait met een draairichting, die tegengesteld gericht is aan de draairichting van de wielen, waarop het huis verrijdbaar is, dus de aandrijfrichting, terwijl 15 bij het gebruik als verticuteer-apparaat de draairichting van de wielen, waarop het huis in arbeidsgebruik bewogen kan worden, overeenkomt met die van de messen-as.In order, for example, for a combination device which can be used as a scarifier or as a sweeper, to ensure that the soil absorbed by the device during operational use is provided, it is provided that the housing can be the rear as well as the front is provided with means for arranging a catch device as well as a flap through which the housing is opened in the direction of the suspended catch device. 10 For use as a sweeper, the front cover is opened and a catch device is fitted in this area, since the sweeping brush roller rotates with a direction of rotation opposite to the direction of rotation of the wheels on which the housing is movable, i.e. the drive direction, while 15 use as a scarifier the direction of rotation of the wheels, on which the housing can be moved in labor use, corresponds to that of the knife shaft.

Een voorkeuruitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is in de tekening schematisch voorgesteld.A preferred embodiment of the invention is shown schematically in the drawing.

20 Daarbij toont figuur 1 een zijaanzicht van een op een oppervlak beweegbaar apparaat volgens de uitvinding; figuur 2 een aanzicht van een doorsnede II - II volgens figuur 1; 25 figuur 3 een aanzicht van een doorsnede III - III door de aandrijf-elementen als detail; figuur 4 en 4b een aanzicht van een doorsnede IV - IV volgens figuur 1 door de houder aan de tegenover de aandrij f-elementen gelegen zijwand van het huis voor de beves-30 tiging van de verticuteer-as resp. de veegrol als detail; figuur 5 een vooraanzicht van een verticuteer-as voor inbouw en het gebruik van het apparaat als verticuteer-apparaat ; en figuur 6 een vooraanzicht van een veegrol voor toepas-35 sing bij gebruik van het apparaat als veegapparaat.In addition, figure 1 shows a side view of a surface movable device according to the invention; figure 2 shows a view of a section II-II according to figure 1; Figure 3 shows a view of a section III-III through the drive elements as detail; Figures 4 and 4b show a view of a section IV-IV according to Figure 1 through the holder on the side wall of the housing situated opposite the drive elements for attaching the scarifying shaft resp. the sweeping roller as a detail; figure 5 shows a front view of a scarifier shaft for installation and the use of the device as a scarifier; and Figure 6 is a front view of a sweeping roller for use when using the device as a sweeping device.

In de figuren 1 tot 3 is het apparaat volgens de uitvinding te zien, dat zowel voor gebruik als verticuteer-apparaat als ook als veegapparaat kan worden ingezet. Het apparaat omvat het huis 1, dat op de wielen 2 bewogen kan 1004908 5 worden. Hiertoe dient de geleidingsbalk 3, die is bestemd voor aangrijping door een bedieningspersoon. De arbeidsbewe-gingsrichting komt overeen met de pijlrichting B. Het huis 1 omvat de beide zijwanden 4, 5 en de bovenwand 6. De wielen 2 5 zijn zodanig op de beide zijwanden 4, 5 aangebracht, dat de onderrand van het huis 1 het oppervlak, waarop het huis wordt bewogen, kan naderen of ervan verwijderd kan worden.Figures 1 to 3 show the device according to the invention, which can be used both as a scarifier and as a sweeper. The device includes the housing 1, which can be moved on the wheels 2 1004908 5. The guide beam 3, which is intended for engagement by an operator, serves for this purpose. The working direction of movement corresponds to the arrow direction B. The housing 1 comprises the two side walls 4, 5 and the top wall 6. The wheels 2 5 are arranged on both side walls 4, 5 in such a way that the bottom edge of the housing 1 covers the surface. on which the house is moved may approach or be removed from it.

Op de bovenwand 6 is aan de buitenkant de motor 9 bevestigd. Deze bezit de uitgaande as ll, waarop een riem-10 schijf 10 is aangebracht. De motor 9 dient voor het aandrijven van ofwel een verticuteer-as 7 of een veegrol 8. De verticuteer-as 7 is in figuur 2 met getrokken lijnen in omtrek weergegeven, terwijl de veegrol 8 in gestreepte lijnen op het apparaat aangebracht weergegeven is. Men kan 15 echter ook ofwel de verticuteer-as 7 of de veegrol 8 aanbrengen. Voor het aandrijven van de verticuteer-as 7 resp. veegrol 8 dienen aandrijfmiddelen. Deze omvatten voor de in figuur 3 zichtbare uitvoering een drijfwerk-huis 15, dat is vastgezet aan de zijwand 4. In het huis 15 is door middel 20 van rollagers 21 een eerste aandrijfmiddel gelagerd, dat een tandwielsegment 14 en een riemschijf 13 omvat. De riemschijf 13 wordt aangedreven door de riem 12, die over de riemschijf 10 van de uitgaande as ll van de motor 9 geleid is. Het tandwiel segment 14 is in ingrijping met het tandwiel 16 als 25 tweede aandrijf element, dat eveneens in het huis 15 door rollagers 22 draaibaar gelagerd is. Het eerste, het tand-wielsegment 14 omvattende aandrijfelement bezit een insteek-boring 17 als koppelmiddel, dat in doorsnede van de cirkelvormige doorsnede afwijkt, d.w.z., bijvoorbeeld twee groeven 30 bezit, die evenwijdig lopen aan de draaias 18 van het aandrijf element, dat het tandwielsegment 14 bezit.The motor 9 is mounted on the outside of the top wall 6. It has the output shaft 11 on which a belt-10 disc 10 is mounted. The motor 9 serves to drive either a scarifying shaft 7 or a sweeping roller 8. The scarifying shaft 7 is shown in outline in drawn lines in figure 2, while the sweeping roller 8 is shown in dashed lines on the device. However, it is also possible to apply either the scarifying shaft 7 or the sweeping roller 8. For driving the scarifying shaft 7 resp. sweeping roller 8 serve drive means. For the embodiment shown in Figure 3, these comprise a gear housing 15, which is fixed to the side wall 4. In the housing 15, a first drive means is supported by means of roller bearings 21, which comprises a gear segment 14 and a pulley 13. The pulley 13 is driven by the belt 12, which is guided over the pulley 10 of the output shaft 11 of the motor 9. The gear segment 14 meshes with the gear 16 as a second drive element, which is also rotatably mounted in the housing 15 by roller bearings 22. The first drive element comprising the gear wheel segment 14 has an insertion bore 17 as coupling means, which deviates in cross-section from the circular cross-section, that is to say it has two grooves 30, which run parallel to the axis of rotation 18 of the drive element. gear segment 14.

Deze insteekboring 17 dient voor het opnemen van het van bijpassende koppelmiddelen 30 voorziene einde van de lager-s 23, die bij de verticuteer-as 7 hoort. In het bij-35 zonder in figuur 3 is te zien, dat de doorsnede van de insteekboring 17 groter is dan die van de insteekboring 20 in het tandwiel 16, dat het tweede aandri j f element vormt en bestemd is voor de aandrijving van de lager-as 24 van de veegrol 8. De insteekboring 20 is eveneens voorzien van 1004908 6 evenwijdig aan de draaias 19 lopende groeven, waarin bijpassende wiggen van de lager-as 24 als koppelmiddelen 31 van de veegrol 8 grijpen, wanneer deze gemonteerd is. Verder is in figuur 3 te zien, dat de draaicirkel van de verticuteer-as 7 5 met de diameter DV in het gebied van de draaicirkel van de veegrol 8 met de diameter DK ligt. Dit houdt in, dat de afstand A van de beide insteekboringen 17, 20 zo klein gedimensioneerd is, dat op grond van de overdekking van slechts één van de arbeidsinstrumenten, namelijk de verticu-10 teer-as 7 of de veegrol 8, gemonteerd kan worden. Bovendien is door de van elkaar afwijkende doorsnede van de insteekboringen 17, 20, d.w.z., die van de insteekboring 20 is kleiner resp. anders bemeten dan die van de insteekboring 17, slechts een bepaalde aanbrenging mogelijk. De lager-as 23 15 van de verticuteer-as 7 past alleen in insteekboring 17, terwijl de lager-as 24 van de veegrol 8 alleen in insteekboring 20 past. Het aandrijfelement met het tandwielsegment 14, dat dient voor het aandrijven van de verticuteer-as 7, wordt aangedreven met dezelfde draairichting NI als de 20 uitgaande as 11 van de motor 9. Deze wordt namelijk direct aangedreven via de riem 12 en de riemschijf 13. Daarmee draait de verticuteer-as 7 in de arbeidsbewegingsrichting B. Het met het tandwielsegment 14 in ingrijping zijnde tandwiel 16 voor het aandrijven van de veegrol 8 draait overeenkom-25 stig met een aan de draairichting NI tegengestelde draairichting N2 en daarmee tegen de arbeidsbewegingsrichting B in. In figuur 1 wijkt de afbeelding van de aandrijf-elementen in zoverre van de volgens figuur 3 geprefereerde oplossing af, dat bij figuur 1 de drijfriem 12 en de riemschijf 30 13 nabij de zijwand 4 zijn aangebracht, terwijl volgens figuur 3 het tandwiel segment 14 en het tandwiel 16 van de zijwand 4 direct naast elkaar liggen. Voor het opnemen van het van het te bewerken oppervlak opgenomen goed dient een vangzak 25, die in twee verschillende aanbrengposities op 35 het huis 1 kan worden aangebracht. Bij het gebruik als verticuteer-apparaat moet de vangzak 25 aan de achterkant van het huis 1 worden aangebracht. Hiertoe is aan de achterkant van het huis 1 een opening 28 aangebracht, die is afgesloten door een klep 26, wanneer de vangzak 25 er niet 1004908 7 aan gehangen is. Voor het gebruik als veegapparaat moet de vangzak 25, zoals in gestreepte lijnen is weergegeven in figuur l, worden aangebracht op de voorkant van het huis l. Hiertoe is dit eveneens voorzien van een verzwenkbare klep 5 27, die een opening 29 af dekt. De vangzak 25 wordt na het optillen van de klep 27 aangebracht op de voorzijde van het huis 1. Wanneer het apparaat wordt gebruikt als verticuteer-apparaat, staat de klep 27 in de tegen het huis l aanliggende stand, d.w.z. de opening 29 is afgesloten, terwijl de 10 opening 28 geopend is, doordat de klep 26 naar boven gezwenkt gehouden wordt, nadat de vangzak 25 op de achterkant aangebracht is. Aan de tegenover de aandrijf-elementen 14, 16 liggende zijwand 5 kan ofwel de lager-as 23 van de verti-cuteer-as 7 of de lager-as 24 van de veegrol 8 met zijn 15 einde door middel van een houder 32a, 32b vastgezet worden, zoals de figuren 4a en 4b tonen. De houder 32a is aan de lager-as 24 van de veegrol 8 toegewezen onder tussenschakeling van een rollager en kan door middel van een schroef 33 worden vastgezet aan de buitenkant van de zijwand 5. Daartoe 20 bezit de zijwand 5 een sleuf 35, die de lager-as 24 passeert, en verder een schroefdraadboring 34 voor de schroef 33. Overeenkomstig is aan de lager-as 23 van de verticuteer-as een houder 32b aangebracht, die eveneens door middel van de schroef 33, die in de schroefdraadboring 34 kan worden 25 geschroefd, aan de buitenkant van de zijwand 5 kan worden vastgezet.This insertion bore 17 serves to receive the end of the bearing s 23, which is provided with the mating shaft 7, provided with matching coupling means 30. In particular, in Figure 3, it can be seen that the diameter of the insertion bore 17 is greater than that of the insertion bore 20 in the gear wheel 16, which forms the second drive element and is intended for driving the bearing shaft 24 of the sweeping roller 8. The insertion bore 20 is also provided with 1004908 6 grooves running parallel to the axis of rotation 19, in which matching wedges of the bearing shaft 24 engage as coupling means 31 of the sweeping roller 8 when it is mounted. It can further be seen in figure 3 that the turning circle of the scarifying shaft 75 with the diameter DV is in the area of the turning circle of the sweeping roller 8 with the diameter DK. This means that the distance A of the two insertion bores 17, 20 is dimensioned so small that, due to the covering of only one of the working instruments, namely the scarifying tar shaft 7 or the sweeping roller 8, can be mounted . Moreover, due to the deviating cross-section of the insertion bores 17, 20, i.e. that of the insertion bore 20 is smaller, respectively. dimensioned differently than that of the insertion bore 17, only a certain application is possible. The bearing shaft 23 of the scarifying shaft 7 only fits in insertion bore 17, while the bearing shaft 24 of the sweeping roller 8 only fits in insertion bore 20. The drive element with the gear segment 14, which serves to drive the scarifying shaft 7, is driven with the same direction of rotation NI as the output shaft 11 of the motor 9. This is driven directly via the belt 12 and the pulley 13. Thus, the scarifying shaft 7 rotates in the working direction B. The gear 16 engaging the gear segment 14 for driving the sweeping roller 8 rotates correspondingly to a direction of rotation N2 opposite the direction of rotation N1 and thus against the direction of working direction B. . In figure 1 the representation of the drive elements deviates from the preferred solution according to figure 3 in that in figure 1 the drive belt 12 and the pulley 30 13 are arranged near the side wall 4, while in figure 3 the gear segment 14 and the gear wheel 16 of the side wall 4 lie directly next to each other. A collecting bag 25, which can be arranged on the housing 1 in two different application positions, serves to receive the material received from the surface to be processed. When used as a scarifier, the catch bag 25 must be attached to the back of the housing 1. To this end, an opening 28 is provided at the rear of the housing 1, which is closed by a flap 26 when the catch bag 25 is not suspended from it. For use as a sweeper, the catch bag 25, as shown in dashed lines in Figure 1, must be fitted to the front of the housing 1. For this purpose it is also provided with a pivotable valve 27, which covers an opening 29. The collecting bag 25 is placed on the front of the housing 1 after lifting the flap 27. When the device is used as a scarifier, the flap 27 is in the position abutting the housing 1, ie the opening 29 is closed, while the opening 28 is opened, by keeping the flap 26 pivoted upwards, after the catch bag 25 has been placed on the back. On the side wall 5 opposite the drive elements 14, 16, either the bearing shaft 23 of the verticalizing shaft 7 or the bearing shaft 24 of the sweeping roller 8 can be terminated by means of a holder 32a, 32b secured as shown in Figures 4a and 4b. The holder 32a is assigned to the bearing shaft 24 of the sweeping roller 8 with the interposition of a roller bearing and can be fixed by means of a screw 33 to the outside of the side wall 5. For this purpose, the side wall 5 has a slot 35, which bearing shaft 24 passes, and furthermore a threaded bore 34 for the screw 33. Correspondingly, a holder 32b is arranged on the bearing shaft 23 of the scarifying shaft, which can also be inserted by means of the screw 33, which can be inserted into the threaded bore 34 25, can be secured to the outside of the side wall 5.

In figuur 5 is een verticuteer-as 7 te zien. Op de lager-as 23 zijn messenschijven aangebracht, die langs de lager-as 23 verdeeld aangebracht zijn en over de omtrek 30 verdeelde tandvormige uitsteeksels voor insnijding in de grasnerf bezitten. Verder zijn de koppelmiddelen 30 in de vorm van wiggen aan één einde van de lager-as 23 te zien, terwijl op het andere einde de houder 32b is aangebracht.Figure 5 shows a scarifying shaft 7. Knife discs are provided on the bearing shaft 23, which are arranged distributed along the bearing shaft 23 and have tooth-shaped projections distributed over the periphery 30 for cutting into the grass grain. Furthermore, the coupling means 30 in the form of wedges can be seen on one end of the bearing shaft 23, while on the other end the holder 32b is arranged.

In figuur 6 is de veegrol 8 met zijn lager-as 24 te 35 zien, waarbij op het ene einde van de lager-as 24 de koppelmiddelen 31 in de vorm van wiggen zijn aangebracht. Op het andere einde is een houder 32a aangebracht.Figure 6 shows the sweeping roller 8 with its bearing shaft 24, the coupling means 31 being arranged in the form of wedges on one end of the bearing shaft 24. A container 32a is mounted on the other end.

- conclusies - 1004908- conclusions - 1004908

Claims

1. Apparatus for garden, landscaping or court work or maintenance, with a house (1) which, by means of a guide beam (3), is operated by an operator on the surface to be treated or surface on wheels (2 ) can be moved, with fasteners, which serve to mount a working tool (7, 8) in the housing (1), with a motor (9) fixed to the housing (1), and with drive means which transmitting the rotational movement of the motor (9) to the working instrument (7, 8), characterized in that the drive means comprise at least two driving elements (14, 16) fixedly mounted on the housing (1), of which at least one (16) can be driven with a driving direction of rotation (N2), which is opposite to that of the other driving elements (14), the driving elements (14, 16) being permanently connected to the output shaft (11) of the motor (9); that the drive elements (14, 16) have coupling means (17, 20) which are different from each other and are intended for coupling with matching coupling means (30, 31) of the bearing shaft (23, 24) of one of several working instruments (7, 8) and further on the side (5) of the housing (1) opposite the driving elements (14, 16) of the housing (1) holders (32) as well as bearing means, which together serve to serve the respective other end of the bearing shaft (23, 24) to the housing (1).

2. Device according to claim 1, characterized in that the coupling means of the drive elements (14, 16) are formed by insertion bores (17, 20) of different cross-section and the coupling means (30, 31) of the ends of the bearing shafts (23, 24) are formed by a matching cross section of the bearing shaft ends.

Device according to claim 1, characterized in that one (14) of the drive elements (14, 16) through the output shaft (11) of the motor (9) and the other drive elements ( 16) can be driven by the first drive element (14) 1004908.

Device according to claim 3, characterized in that the first drive element (14) is connected to the output shaft (11) of the motor (9) by a belt or chain gear and the other drive elements (16) are connected via the drive to the first drive element (14).

Device according to claim 3, characterized in that the directly driven first drive element carries a gear 10 or has a gear segment designed as a gear (14), and the other drive elements are also designed as gears (16).

Device according to claim 5, characterized in that the directly driven drive element (14) has a segment designed as a pulley (13).

Apparatus according to claim 1, characterized in that the coupling means (17, 20) of the drive elements (14, 16. are arranged such that only one of them can be connected to a bearing shaft (23, 24) of a working instrument (7, 8) An apparatus according to claim 1, characterized in that the housing (1) is provided at the rear as well as at the front with means for arranging a catching device (25). ) as well as a valve (26, 27) through which the housing 25 (1) is open towards the suspended catch (25).