NL1004797C2 - Hekwerkconstructie. - Google Patents

Description

Hekwerkconstructie.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hekwerkconstructie omvattende een aantal op onderlinge afstand aangebrachte staanders 5 aan de onder- en bovenzijde voorzien van liggers, welke liggers van openingen voor die staanders voorzien zijn, alsmede koppelmiddelen voor het verbinden van die staanders en liggers, waarbij die staanders voorzien zijn van opnames voor het aangrijpen van die koppelmiddelen.

Een dergelijke constructie is bekend uit de Europese octrooiaan-10 vrage 0.381.289. Bij de daar beschreven constructie is de bovenste langsligger een hol extrusieprofiel. Aan de onderzijde is dit extru-sieprofiel voorzien van openingen voor het ontvangen van de vrije uiteinden van de staanders. Het zich in het extrusieprofiel uitstekende deel van de staanders is voorzien van zich in hoofdzaak loodrecht 15 op de langshartlijn daarvan uitstrekkende doorgaande openingen. Borging van de staanders in het extrusieprofiel vindt plaats door het aanbrengen van een in het holle extrusieprofiel aan te brengen langs-stang. Deze langsstang wordt door de openingen in de verschillende staanders geschoven.

20 Daarbij is het essentieel dat de langsstang zich door een aantal staanders uitstrekt. Anders zouden de staanders roteerbaar ten opzichte van de ligger zijn. Daardoor is het noodzakelijk bij montage zeer nauwkeurig de openingen in de staanders ten opzichte van elkaar uit te richten. Het is niet mogelijk een aanzienlijke tolerantie aan te bren-25 gen tussen de staven en de openingen in de staanders omdat daardoor speling zou ontstaan en de staanders een geringe hoekverdraaiing zouden kunnen uitvoeren. Daardoor zou het hek kunnen rammelen, hetgeen ongewenst is.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een hekwerkcon-30 structie te voorzien die ter plaatse opgericht kan worden. Dat wil zeggen, een hekwerkconstructie die bij uitstek geschikt is om door doe-het-zelvers samengevoegd te worden en als pakket geleverd kan worden. Bovendien moet deze hekwerkconstructie op bijzonder eenvoudige wijze uitgebreid kunnen worden waarbij zoveel mogelijk met universele 35 delen gewerkt wordt. Tevens is het van belang dat dergelijke delen eenvoudig te vervaardigen zijn om de kostprijs van de hekwerkconstructie zo laag mogelijk te houden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven hekwerkconstructie rt 004797 2 verwezenlijkt doordat die koppelmiddelen bestaan uit een aantal in die liggers beweegbare schuifdelen met een lengte in hoofdzaak gelijk aan de afstand tussen de staanders en nabij de uiteinden daarvan voorzien van met die opnames samenwerkende grendeldelen.

5 Aan de uitvinding ligt het inzicht ten grondslag borging van de verschillende staanders ten opzichte van de liggers niet langer uit te voeren met behulp van een langwerpige zich over een groot aantal staanders uitstrekkende borgpen, maar met behulp van verschillende schuifdelen. Daarbij dient één schuifdeel steeds geplaatst te worden 10 tussen twee aangrenzende staanders in de betreffende ligger. De hek-werkconstructie wordt opgebouwd door na het plaatsen van de betreffende ligger staander voor staander daarin aan te brengen. Na het aanbrengen van een staander wordt het schuifdeel of borgplaat volgens de uitvinding ingebracht. Daarbij kan steeds de optimale onderlinge posi-15 tie tussen de staander en het schuifdeel gevonden worden. Daarna wordt de volgende staander ingebracht, gevolgd door het aanbrengen van het volgende schuifdeel of de volgende borgplaat.

Om verplaatsing van de schuifdelen respectievelijk borgplaten te vergemakkelijken is de betreffende ligger aan de onderzijde bij voor-20 keur voorzien van een langssleuf. Daarmee is het enerzijds mogelijk om met behulp van een schroevendraaier of dergelijke het betreffende schuifdeel te verplaatsen. Anderzijds opent dit de mogelijkheid om aan het schuifdeel een sierornament aan te brengen dat zich door de langs-ligger naar beneden uitstrekt.

25 De samenwerkende grendeldelen tussen de schuifdelen resp. borg plaat en de staander kunnen alle in de stand der techniek bekende constructies omvatten. Er wordt echter de voorkeur aan gegeven de staanders te voorzien van een opening of uitsparing liggend in het vlak dat zich uitstrekt in hoofdzaak loodrecht op de langshartlijn van 30 de betreffende staander. Indien het betreffende borgdeel vervolgens van een uitsteeksel voorzien is dat in de betreffende uitsparing of opening valt, kan vergrendeling in axiale richting ten opzichte van de langshartlijn van de staander verwezenlijkt worden en in een borging tegen rotatie van de staander ten opzichte van de ligger voorzien 35 worden. Juiste positionering van uitsparing respectievelijk opening in de staander ten opzichte van de borgplaat kan tijdens het monteren van elke borgplaat afzonderlijk verwezenlijkt worden. Omdat stap voor stap gewerkt wordt, is het voor een doe-het-zelver bijzonder eenvoudig de ' ί w / 3 betreffende schuifdelen aan te brengen.

De schuifdelen kunnen op alle in de stand der techniek voorstelbare wijzen uitgevoerd worden. Een bijzonder eenvoudige constructie is die waarbij de schuifdelen een U-profiel omvatten. Indien de liggers 5 als gesloten rechthoekig kokerprofiel uitgevoerd zijn met eventueel aan de onderzijde een langssleuf, kunnen dergelijke U-profielen zonder verdere aanpassing in de liggers geschoven worden.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de ligger als extrusieprofiel uitgevoerd, bijvoorbeeld uit 10 aluminium materiaal. In een dergelijk geval is het bijzonder eenvoudig aanpassingen te maken voor het opnemen van de schuifdelen. Zo is het mogelijk een dergelijk extrusieprofiel nabij de verticale zijwanden van een opname te voorzien voor het daar inbrengen van een als veer lip uitgevoerd schuifdeel. Dit kan een eenvoudige vlakke plaat zijn die 15 nabij de uiteinden voorzien is van de hierboven beschreven grendelde-len. In de vlakke plaat kunnen bovendien openingen aangebracht zijn die bijvoorbeeld kunnen dienen voor het doorsteken van een schroevendraaier of dergelijke bij een uitvoering waarbij het extrusieprofiel aan de onderzijde van een langssleuf voorzien is voor het verplaatsen 20 van dergelijke schuifdelen. Bovendien kunnen deze openingen indien deze voorzien zijn van verende delen als borging dienen voor een van onderen af in te brengen pen die dient ter bevestiging van een plaat waaraan bijvoorbeeld de hierboven beschreven sierornamenten bevestigd kunnen zijn. Ter verdere bevestiging van een dergelijke plaat kan de 25 ligger nabij de onderzijde voorzien zijn van opstaande randen met een achtersnedendeel. Daarbinnen kan een verdere veerlip of hulpborgplaat aangebracht worden.

Bevestiging van de afwerkdelen kan op alle in de stand der techniek bekende wijzen plaatsvinden. De bevestigingsdelen kunnen eind-30 spitsen en eindbogen omvatten. Een mogelijke bevestiging daarvan is het uitvoeren van dergelijke delen nabij de koppeling met de staanders met behulp van een sok die over dergelijke staanders schuift. Daardoor wordt het binnenkomen van regenwater tegengegaan. De koppeling kan eveneens alle in de stand der techniek bekende constructies omvatten, 35 maar bij voorkeur zijn dergelijke afwerkdelen voorzien van een inwendige pen die zich in het inwendige van de staander uitstrekt. Door op een dergelijke pen een borgplaat aan te brengen die anderzijds aangrijpt op de staander is het op bijzonder eenvoudige wijze eenmalig : - - . C 7 4 mogelijk een dergelijk afwerkdeel aan de staanders te bevestigen. Een dergelijke borgplaat kan van lippen voorzien zijn die een diameter begrenzen die enigszins kleiner of groter is dan het betreffende deel. Indien bijvoorbeeld de lippen aangebracht zijn aan de zijde van de pen 5 is die diameter kleiner en zullen deze bij het inbrengen van de pen naar buiten uitveren. Een teruggaande beweging is niet meer mogelijk. Dergelijke lippen kunnen vanzelfsprekend ook of uitsluitend aan de buitenzijde van een dergelijke ring aangebracht zijn om in vergrendeling met de verticale staander te voorzien. Om dergelijke afwerkdelen 10 met name indien deze enkelvoudig uitgevoerd zijn, zoals eindspitsen, onverdraaibaar ten opzichte van de staander aan te brengen, kan de uitsparing daarbinnen voor het plaatsen op de staanders onder een hoek ten opzichte van de langshartlijn uitgevoerd zijn.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekeningen 15 afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 in zijaanzicht een hekwerkconstructie volgens de uitvinding;

Fig. 2 een detail van de constructie volgens fig. 1, opengewerkt en gedeeltelijk in doorsnede; 20 Fig. 3 een detail van het bovendeel van het hekwerk volgens fig. 1 in doorsnede;

Fig. 4 in bovenaanzicht een verdere uitvoering van een borgplaat volgens de uitvinding;

Fig. 5 een dwarsdoorsnede van een langsligger voorzien van de 25 borgplaat volgens fig. 4;

Fig. 6 een voorbeeld van een op de staanders aan te brengen eind-spits die gedeeltelijk in dwarsdoorsnede afgebeeld is; en

Fig. 7 de in fig. 6 afgebeelde eindspits aangebracht op de betreffende staander.

30 In fig. 1 is met 1 een hekwerkconstructie aangegeven. Deze bestaat uit een bovenligger 2, een benedenligger 3 alsmede zich daartussen uitstrekkende staanders 4. Deze staanders zijn op vaste onderlinge afstand aangebracht. Op de staanders 4 zijn eindspitsen 5 aangebracht. In zowel de boven- als onderligger zijn openingen aangebracht voor het 35 ontvangen van deze staanders. De openingen in de bovenligger 2 zijn zoals blijkt uit fig. 2 met 13 aangegeven. Eindstaanders 32 en 33 zijn aanwezig, in de getoonde uitvoering bestaat de eindstaander 32 uit een rechtstreeks in de bodem gedreven buis. Eindstaander 33 strekt zich ί 00479 7 5 slechts over zeer beperkte lengte of helemaal niet in de bodem uit. Daarbinnen wordt een vastzetprofiel 34 aangebracht dat zich wel in de bodem uitstrekt. In fig. 1 is het vastzetprof iel 34 uitstekend uit eindstaander 33 getoond. Het is de bedoeling dat door slaan dit pro-5 fiel verder in de bodem aangerbracht wordt, zodat dit tenminste gelijk ligt met de bovenbegrenzing van eindstaander 33. Op deze wijze is het bijzonder eenvoudig mogelijk het hekwerk samen te voegen en te plaatsen.

Uit fig. 2 blijkt eveneens dat zich in de bovenligger 2 tussen de 10 staanders 4 een borgplaat 6 bevindt. Deze borgplaat 6 is U-vormig uitgevoerd en aan de onderzijde voorzien van een daaraan bevestigde sierkrul 8. Aan beide uiteinden is de borgplaat 6 voorzien van uitsparingen 10 waarbij de rechter uitsparing 10 in het midden voorzien is van een lip 11, terwijl aan de linkerzijde een opname 12 aanwezig is 15 voor het ontvangen van de doorgaande borgplaat 6, zoals links in fig. 2 getekend is.

Staander 4 is voorzien van een doorgaande opening 9. De afmeting daarvan komt nauwkeurig overeen met de breedte van lip 11. Dit betekent dat indien lip 11 volledig door staander 4 geschoven is, deze 20 niet noemenswaardig kan draaien zodat rammelen van de hekwerkconstruc-tie uitgesloten is. Verplaatsing van de borgplaat 6 is mogelijk door het aangrijpen van sierkrul 8. Doordat bovenligger 2 aan de onderzijde voorzien is van een langssleuf 7, is het inschuiven van borgplaat 6 zonder meer mogelijk.

25 De hierboven beschreven constructie wordt als volgt samengevoegd:

Uitgaande van een langsligger 2 wordt daarin een staander 4 geschoven. Door de monteur is redelijk in te schatten waar de opening 9 zich ten opzichte van de ligger 2 bevindt. Vervolgens wordt borgplaat 6 naar binnen geschoven. Deze slaat aan tegen staander 4 en door het 30 verdraaien van staander 4 en het enigszins omhoog of omlaag bewegen kan opening 9 voor lip 11 bewogen worden. Indien juiste positionering plaatsvindt, schuift borgplaat 6 automatisch verder doordat door de gebruiker enige druk op sierkrul 8 uitgeoefend zal worden. Begrepen zal worden dat bij het ontbreken van een dergelijke sierkrul 8 door 35 het inbrengen van een schroevendraaier achter borgplaat 6 hetzelfde effect verwezenlijkt kan worden. Vervolgens kan de volgende staander ingebracht worden, enz.

Daarbij ontstaat de toestand zoals afgebeeld is in fig. 3.

1004797 6

De hierboven beschreven langsligger kan als eenvoudig gewalst profiel uitgevoerd zijn. Dit kan zowel uit staal als aluminium of enig ander materiaal vervaardigd zijn.

Indien het mogelijk is de langsligger op andere wijze te vervaar-5 digen met behulp van bijzondere aanpassingen, liggen verdere meer eenvoudige constructies voor de borgplaat binnen de mogelijkheden. Een dergelijke variant is aan de hand van fig. 4 en 5 getoond. Fig. 4 toont in bovenaanzicht een gewijzigde borgplaat 26. Deze bestaat uit een platte strip materiaal, zoals een strip verenstaal. Echter kan elk 10 ander verend materiaal gebruikt worden. Deze platte strip is nabij de uiteinden voorzien van lippen 21 en voor wat betreft de vergrendeling met de staanders op overeenkomstige wijze als de hierboven beschreven borgplaat 6 uitgevoerd. In de strip 26 zijn kruisvormige openingen 30 aangebracht.

15 De langsligger van de hekwerkconstructie is in fig. 5 met 22 aan gegeven. Deze is bij de tegenoverliggende zijden aan de bovenkant daarvan van steeds twee op afstand liggende verdikkingen 23 voorzien. De daartussen begrensde opname dient voor het geleiden van borgplaat 26 zoals in fig. 5 getoond is. Doordat de afstand tussen tegenoverlig-20 gende opnames enigszins kleiner is dan de breedte van de lip zal deze enigszins gekromd staan zoals uit fig. 5 duidelijk blijkt. Het is mogelijk de openingen 30 te gebruiken voor het verplaatsen van de borgplaat, bijvoorbeeld door het inbrengen van een puntig deel zoals een schroevendraaier. Bovendien is het mogelijk de openingen 30 te 25 gebruiken voor het eenmalig inbrengen van een pen 27 zoals in fig. 5 getoond is. Door het uitveren van de delen die de opening 30 begrenst, wordt in borging van pen 27 voorzien. Verdere borging kan verwezenlijkt worden door de aanwezigheid van de opstaande achtersnedenrand-uitsteeksels 24. Daarin kan een hulpborgplaat 25 geschoven worden die 30 eveneens van een opening 31 voorzien is die uitgevoerd zal zijn als opening 30. Op deze wijze kan pen 27 vastgelegd worden, waarbij tussen pen 27 en ligger 2 een plaat 29 opgenomen is. Een dergelijke plaat 29 kan voorzien zijn van een sierkrul 2Θ.

Aan de hand van fig. 6 en 7 zal als voorbeeld de bevestiging van 35 een afwerkdeel en in dit geval een eindspits 5 beschreven worden. Eindspits 5 is in het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld een gietstuk voorzien nabij het benedeneinde van een holte voor het daarin opnemen van het vrije uiteinde van de staander. Zoals uit fig. 6 blijkt is het t ÖC47;·: 7 vrije uiteinde van de staander afgeschuind en dit afgeschuinde deel is met 19 aangegeven. De opname in de eindspits 5 komt hier nauwkeurig mee overeen. In deze opname is een pen 14 aangebracht die enigszins conisch toeloopt. Daarop kunnen borgringen 16 geschoven worden. Deze 5 borgringen 16 bestaan uit veerkrachtig materiaal, in het bijzonder verenstaal en ze zijn zowel aan de binnenzijde als de buitenzijde voorzien van een rondom lopende krans verende uitsteeksels 20. Tegen de af geschuinde rand 17 van de opname aan de onderzijde van de eindspits 5 is een verende ring 1Θ aangebracht die bijvoorbeeld uit een 10 rubbermateriaal kan bestaan.

In fig. 7 is de gemonteerde toestand van eindspits 5 op staander 4 getoond. Door het naar binnen bewegen van de eindspits worden de borg-lippen 20 langs de binnenomtrek van de staander 4 geschoven. Terugbewegen is niet mogelijk omdat de diameter van de borgring 16 in vlakke 15 toestand van de borglippen 20 groter is dan de inwendige diameter van de staander 4. Hetzelfde geldt voor de bevestiging van borgring 16 aan pen 14. Begrepen moet worden dat de hierboven beschreven ring ook voor andere borgdoeleinden onafhankelijk van het hierboven beschrevene toegepast kan worden.

20 Door het afgeschuind zijn van het vrije boveneinde van staander 4 en de aanwezigheid van een dienovereenkomstige uitsparing in het inwendige van spits 5 is verdraaiing onmogelijk. Door de aanwezigheid van de veerring 18 wordt eventuele initiële speling bij het terugtrekken van eindspits 5 opgenomen, waardoor deze vast op staander 4 aange-25 bracht is.

In plaats van de hier beschreven bevestiging is het ook denkbaar spitsen 5 met een klikverbinding aan staander 4 te bevestigen.

Het is mogelijk staander 4 op te bouwen uit een deel dat vooraf in de grond gebracht wordt en een deel dat daaroverheen geschoven wordt.

30 Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuit voering beschreven is, dient begrepen te worden dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden zonder buiten het bereik van de onderhavige aanvrage te geraken. Dergelijke wijzigingen zijn voor de vakman voor de handliggend na het lezen van het bovenstaande en liggen 35 binnen het bereik van de bijgevoegde conclusies.

W/7&7

Claims (11)

1. Hekwerkconstructie omvattende een aantal op onderlinge afstand aangebrachte staanders (4) aan de onder- en bovenzijde voorzien van 5 liggers (2, 22; 3), welke liggers van openingen voor die staanders voorzien zijn, alsmede koppelmiddelen voor het verbinden van die staanders en liggers, waarbij die staanders voorzien zijn van opnames voor het aangrijpen van die koppelmiddelen, met het kenmerk. dat die koppelmiddelen bestaan uit een aantal in die liggers beweegbare 10 schuifdelen (6) met een lengte in hoofdzaak gelijk aan de afstand tussen de staanders en nabij de uiteinden daarvan voorzien van met die opnames samenwerkende grendeldelen.

2. Hekwerkconstructie volgens conclusie 1, waarbij die liggers een in de gebruikstoestand aan de onderzijde open profiel omvatten.

3. Hekwerkconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die met die opnames samenwerkende grendeldelen uitsteeksels (11) omvatten.

4. Hekwerkconstructie volgens conclusie 3, waarbij die met die opnames samenwerkende grendeldelen omvatten in hoofdzaak met de bui- 20 tenomtrek van die staanders overeenkomende uitsparingen (10).

5. Hekwerkconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die grendeldelen zich in hoofdzaak loodrecht op de langshart-lijn van de staanders uitstrekken.

6. Hekwerkconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarbij die schuifdelen (6) een U-profiel omvatten.

7. Hekwerkconstructie volgens een van de conclusies 1-5, waarbij die schuifdelen een veerlip (26) omvatten.

8. Hekwerkconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende aan de bovenzijde van die staanders te bevestigen afwerkde- 30 len (5).

9. Hekwerkconstructie volgens conclusie 8, waarbij die afwerkdelen van bevestigingsmiddelen (14-16) voor die staanders voorzien zijn.

10. Hekwerkconstructie volgens conclusie 9, waarbij die bevestigingsmiddelen omvatten een zich vanaf die afwerkdelen in de holle 35 staanders uitstrekkende pen (14) welke pen voorzien is van een ring, welke ring aan ten minste een zijde voorzien is van een aantal zich radiaal daarvanaf uitstrekkende borglippen (20).

11. Hekwerkconstructie volgens conclusie 10, waarbij de ring omvat 1004797 een cirkelrond lijf waarvanaf zich naar twee zijden radiaal lippen uitstrekken. 1004797