NL1004702C2 - Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten en steunbuis vervaardigd volgens de werkwijze. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten en steunbuis vervaardigd volgens de werkwijze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1004702C2 NL1004702C2 NL1004702A NL1004702A NL1004702C2 NL 1004702 C2 NL1004702 C2 NL 1004702C2 NL 1004702 A NL1004702 A NL 1004702A NL 1004702 A NL1004702 A NL 1004702A NL 1004702 C2 NL1004702 C2 NL 1004702C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tube
- fiber material
- pipe section
- pipe
- station
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/12—Supports for plants; Trellis for strawberries or the like
- A01G9/122—Stakes
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Lining Or Joining Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten en steunbuis vervaardigd volgens de werkwijze.
De uitvinding heeft allereerst betrekking op een werk-5 wijze voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten, waarbij vezels uit natuurlijk materiaal, zoals bijvoorbeeld kokos, dan wel uit een kunstmatig materiaal, zoals bijvoorbeeld polypropeen, om een uit een stijf materiaal vervaardigde buis heen worden gebracht, 10 waarna er spiraalsgewijs draad omheen wordt gewikkeld om het vezelraateriaal op de buis vast te zetten, waarna een deel van het vezelmateriaal in het ene buiseinde wordt gedrukt en het andere buiseinde over een deel vrij van vezels wordt gehouden.
15 Dergelijke steunbuizen worden nabij een plant in de grond gestoken zodat de plant er tegen op kan groeien. Om het in de grond steken gemakkelijk te maken wordt het ene einde van de buis vrij van vezels gehouden. Het andere einde is afgedicht door het daarin gestoken vezelmateriaal zodat 20 de buis zelf, na in de grond te zijn gestoken, aan het gezicht is onttrokken en slechts de vezellaag zichtbaar zal zijn. De buis zal in het algemeen uit kunststof zijn vervaardigd.
Bij de bekende werkwijze moeten de buizen eest op de 25 gewenste maat worden afgezaagd en wordt in elk geval het omwikkelen van de vezels met draad met de hand uitgevoerd en moet de draad ook bij de einden van de buis met de hand worden vastgezet. Ook wordt het vezelmateriaal met de hand in het ene einde van de buis gedrukt.
30 Het zal duidelijk zijn dat dit veel arbeidstijd kost en dus relatief duur is. Daarbij zal ook geen gelijkmatig pro-dukt worden verkregen.
De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en verschaft daartoe een werkwijze, die daardoor is gekenmerkt, 35 dat standaard lengten van buizen met elkaar worden gekoppeld en met konstante snelheid in lengterichting naar een plaats worden geschoven waar er vezelmateriaal omheen wordt aangebracht, het vezelmateriaal vervolgens spiraalsgewijs met i Q Q 4? i..
2 draad wordt omwikkeld, de draad bij de uiteinden van de te vormen steunbuizen wordt vastgezet door het op elkaar leggen van een aantal windingen, de buis tezamen met het daarop aanwezige vezelmateriaal en draad, tussen twee naast elkaar 5 liggende eindwindingen in, wordt doorgezaagd, het vezelmateriaal op de buis wordt verschoven en het buiten de buis stekende vezelmateriaal in het open einde van de buis wordt gedrukt.
Hierdoor wordt tot aan het doorzagen van de buis een 10 kontinue beweging van de buis verkregen en vindt ook het omwikkelen met draad kontinu plaats. Het doorzagen van de buis kan zodanig plaats vinden dat steunbuizen met de gewenste lengte worden verkregen. Doordat gelijktijdig met het doorzagen van de buis ook de wikkeldraad wordt doorgesneden 15 vereist dit geen aanvullende handelingen.
Het koppelen van buizen, die in standaard lengten worden vervaardigd, vindt plaats door het ene einde van een buis te voorzien van een verjongd deel zodat het passend in het einde van een andere buis kan worden geschoven. Hierdoor 20 levert het doorschuiven van de buis geen moeilijkheden op.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor toepassing van de boven beschreven werkwijze, welke inrichting is gekenmerkt door: middelen voor het voortschuiven van een streng van op elkaar volgende buizen 25 voor toevoer aan middelen waar vezelmateriaal om de buis heen wordt gebracht, een in lengterichting van de, van vezelmateriaal voorziene, buis heen en weer verplaatsbare wik-kelwagen waarop zich tenminste één gestel bevindt dat draaibaar is ten opzichte van de hartlijn van een door de inrich-30 ting verschoven buis en dat een aantal, om hun as draaibare, spoelen draagt waarop zich om het vezelmateriaal heen te wikkelen draad bevindt, waarbij besturingsmiddelen voor de wikkelwagen aanwezig zijn, zodanig dat de wikkelwagen in hoofdzaak op zijn plaats kan worden gehouden tijdens het 35 spiraalsgewijs met draad omwikkelen van het vezelmateriaal en tijdelijk in hoofdzaak met de buis mee kan bewegen voor het vormen van de eindwindingen, waarbij volgend op de wikkelwagen een heen en weer beweegbare zaagwagen aanwezig is die tijdelijk met de buis mee kan bewegen om deze tussen il 0 0 A7 0 2 3 twee eindwindingen in door te zagen om daarna naar zijn uitgangsstand terug te keren, en verder middelen aanwezig zijn voor het opvangen van het afgezaagde buisdeel, het verschuiven van het vezelmateriaal op het buisdeel en het 5 drukken van het buiten het buisdeel stekende vezelmateriaal in het open einde van het buisdeel.
In het bijzonder zal er in worden voorzien, dat op de wikkelwagen twee gestellen zijn aangebracht die elk een aantal draadspoelen dragen, welke gestellen in tegengestelde 10 richtingen draaibaar zijn voor het spiraalsgewijs in tegengestelde richtingen wikkelen van draden op het vezelmateriaal en voor het vormen van op elkaar liggende eindwindingen.
Daarbij kan de draairichting van de gestellen en de draairichting van de draadspoelen bij het daar vanaf trekken 15 van de draden zodanig worden gekozen dat de draden onder een zekere spanning worden gehouden. Er behoeven dan geen middelen aanwezig te zijn om de draadspoelen af te remmen.
Om wegdrukken van de buis tijdens het door zagen ervan te voorkomen kan de zaagwagen zijn voorzien van bedienbare 20 klemmen om het af te zagen buisdeel tijdens het doorzagen vast te houden, terwijl de klemmen het afgezaagde buisdeel direkt na het doorzagen vrij geven.
Daar na het af zagen van een buisdeel de zaagwagen weer terug naar zijn uitgangsstand moet worden verplaatst om 25 gereed te zijn voor het af zagen van een volgend buisdeel, is voorzien in middelen om een juist afgezaagd buisdeel zijdelings uit de baan van de aankomende buis te verwijderen. Deze middelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd doordat het oplegvlak waarop het afgezaagde buisdeel komt te liggen, in 30 dwarsrichting hellend is uitgevoerd.
In het bijzonder zullen middelen aanwezig zijn om het afgezaagde buisdeel in een eerste stationair opgesteld bewerkings-station op te vangen, in welk station bedienbare klemmen aanwezig zijn om het vezelmateriaal vast te houden 35 terwijl een in lengte richting van het buisdeel verplaatsbaar stootstuk aanwezig is om de buis over een zekere afstand door het vezelmateriaal heen te drukken.
Volgend op dit eerste bewerkings-station kan het buisdeel, dwars op zijn lengte richting, naar een tweede bewer- ,-j 0047 o ? 4 kings-station worden gebracht waar 2ich klemmen bevinden voor het vastklemmen van de buis en een in lengte richting van de buis verplaatsbaar indrukorgaan om het buiten de buis uitstekende vezelmateriaal in het einde van het buisdeel te 5 drukken.
Voor de juiste positionering van het buisdeel in de twee bewerkings-stations kan gebruik worden gemaakt van een opneemorgaan, dat twee in hoofdzaak V-vormige steunen bezit die zich op enige afstand van elkaar bevinden zodanig dat 10 zij elk kunnen dienen voor het ondersteunen van een buisdeel, welke steunen gemeenschappelijk in een in hoofdzaak vertikale richting omhoog kunnen worden verplaatst voor het van oplegpunten opnemen van twee buisdelen waarvan het ene zojuist is afgezaagd en het andere zich in het eerste stati-15 on bevindt, waarna het opneemorgaan in een in hoofdzaak horizontale richting kan worden verplaatst zodanig dat het zojuist afgezaagde buisdeel terecht komt bij het eerste station en het andere buisdeel terecht komt bij het tweede station, waarna het opneemorgaan naar beneden toe wordt gebracht 20 om het ene buisdeel in het eerste station aan te brengen en het tweede buisdeel in het tweede station, waarna het op-neemorgaan weer in horizontale richting naar zijn uitgangs-stand wordt terug bewogen.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van 25 een uitvoerings voorbeeld, getoond in de tekening, waarin:
Fig. 1 zeer schematisch een inrichting toont voor toepassing van de boven beschreven werkwijze;
Fig. 2 schematisch een zijaanzicht toont van de wikkel-wagen; 30 Fig. 3 schematisch een zijaanzicht toont van de zaagwa- gen en van de daarop volgende middelen voor het verder bewerken van afgezaagde buisdelen; en
Fig. 4 schematisch in bovenaanzicht de middelen toont voor het verder behandelen van de afgezaagde buisdelen.
35 De in fig. 1 getoonde inrichting omvat een frame 1 dat is voorzien van middelen, zoals in de vorm van motorisch aandrijfbare rollen 2, voor het in lengte richting verplaatsen van een buis 3. Daar de buizen een eindige lengte hebben kunnen de buizen met elkaar worden gekoppeld doordat elke ' v-fi? 5 buis aan een einde wordt voorzien van een verjongd deel 4.
Het frame 1 bezit verder geleiders 5 voor het geleiden van een wikkelwagen 6 en een zaagwagen 7. De wikkelwagen 6 wordt verplaatst doordat deze is gekoppeld met een over, 5 niet nader aangeduide, kettingwielen lopende ketting 8, van welke kettingwielen er tenminste één wordt aangedreven. Op overeenkomstige wijze wordt de zaagwagen 7 verplaatst met behulp van de ketting 9.
Na de aandrijfmiddelen 2 voor de buis 3 wordt de buis 10 omwikkeld met vezelmateriaal 10 zodat de van vezelmateriaal voorziene buis 11 wordt verkregen. Vervolgens wordt de buis 11 gevoerd door de wikkelwagen 6 waarin zich twee gestellen 12 bevinden die in tegengestelde richtingen draaibaar zijn. De gestellen 12 kunnen bijvoorbeeld lopen op rollen 13 waar- 15 van er tenminste één kan worden aangedreven. Het is echter uiteraard ook mogelijk de gestellen aan te brengen op een steunbuis die vanaf de zijwand van de wagen naar binnen toe steekt. Elk gestel 12 bezit een aantal assen 14 waarop draadspoelen 15 kunnen worden aangebracht waarop zich wik-20 keldraad 16 bevindt. Vanaf de spoelen 15 kunnen de wikkel-draden door niet nader aangeduide geleidingsorganen worden gevoerd zodat zij vanaf het gestel 12 de gewenste baan naar de buis 11 volgen. Doordat de gestellen 12 in tegengestelde richting draaien worden de draden spiraalsgewijs in tegenge-25 stelde richting op de bewegende buis 11 gewikkeld zolang de wikkelwagen 6 nagenoeg stil staat. Op een bepaald moment zal de wikkelwagen 6 met de buis 11 mee gaan bewegen zodat de draden op elkaar worden gewikkeld voor het vormen van een eindwinding 17, bestaande uit een aantal op elkaar en naast 30 elkaar liggende windingen. Op overeenkomstige wijze wordt dicht bij de ene eindwinding 17 een tweede eindwinding 17 tot stand gebracht.
De van de eindwindingen 17 voorziene buis 11 beweegt nu door de, stilstaande, zaagwagen 7 heen. Zie de figuren 1 en 35 3. De zaagwagen begint met de buis mee te bewegen zodra de in de zaagwagen aanwezige cirkelzaag 18 zich tussen de, dicht bij elkaar aanwezige, eindwindingen 17 in bevindt. De buis 11 wordt vastgeklemd met behulp van de klemmen 19 en de zaag 18 wordt langs de geleider 20 verplaatst met behulp van 6 de drukmediumcilinder 21 zodat de buis 11 wordt doorgezaagd en een buisdeel 22 wordt verkregen. De klemmen 19 worden nu gelost en het buisdeel 22 rolt over het hellende vlak 23 zijdelings weg. De zaag 18 wordt naar zijn uitgangsstand 5 terug bewogen en zodra de zaag 18 uit de bewegingsbaan van de buis 3 is gekomen kan de zaagwagen 7 worden stil gezet en daarna naar zijn uitgangsstand terug gebracht.
Het afgezaagde buisdeel 22 komt terecht in een eerste bewerkings-station 24. Zoals getoond in de figuren 3 en 4 10 bevinden zich daar klemmen 25, waarmee het vezelmateriaal 10 wordt vastgehouden, en een drukmediumcilinder 26 waarvan de zuigerstang is voorzien van een stootstuk 27 om de buis 3 over een zekere afstand door het vezelmateriaal 10 heen te drukken. De buis 3 zal dan, als gezien in fig. 4, links 15 buiten het vezelmateriaal uitsteken en het vezelmateriaal zal rechts buiten de buis uitsteken. Dit vezelmateriaal zal, ten gevolge van de zwaartekracht, tenminste gedeeltelijk binnen de omtrek van de buis 3 komen te liggen.
Zoals getoond in fig. 3 bevindt zich op enige afstand 20 naast het eerste station 24 een tweede station 28 waar het buisdeel 22 naar toe wordt gebracht en waar de buis 3 wordt vastgeklemd met behulp van de klemmen 29. Nu wordt het buiten de buis 3 uitstekende vezelmateriaal in de buis gedrukt met behulp van een indrukorgaan 30 dat zich bevindt aan de 25 zuigerstang van een drukmediumcilinder 31. Er is nu een voor het gebruik gereed zijnde steunbuis 32 verkregen.
Voor het transport van de buisdelen 22 van het station 24 naar het station 28 dient een opneemorgaan 33, dat twee V-vormige steunen 34 bezit. Het opneemorgaan 33 kan door 30 middel van de drukmediumcilinder 35 in vertikale richting verplaatst worden. De drukmediumcilinder 35 is aangebracht op een slede 36, die in horizontale richting verplaatsbaar is met behulp van een drukmediumcilinder 37.
Het opneemorgaan 33 kan op een bepaald moment op een 35 zodanig plaats worden gebracht, dat de steunen 34 zich onder respectievelijk het eerste station 24 en het tweede station 28 bevinden. Deze positie is aangegeven in fig. 3. Na behandeling van de beide buisdelen 22 in de twee stations wordt het opneemorgaan 33 omhoog gebracht voor het optillen van de 1004702 7 beide buisdelen en vervolgens wordt de slede 36 zijdelings verplaatst met behulp van de drukmediumcilinder 37 en wel naar links toe als gezien in fig. 3. Wanneer het buisdeel, dat zich eerst in het station 24 bevond, zich boven het 5 station 28 bevindt wordt het opneemorgaan 33 naar beneden toe verplaatst zodat het betreffende buisdeel in het station 28 wordt opgenomen. Het andere, door het opneemorgaan ondersteunde buisdeel kan vrij weg rollen vanaf het station 28. Het opneemorgaan 33 wordt nu naar rechts toe bewogen, als 10 gezien in fig. 3, en is dan gereed voor een volgende ver-plaatsings-cyclus. Op deze wijze wordt bereikt, dat de buisdelen 22 zich op de juiste plaats in de stations 24 en 28 zullen bevinden.
De snelheid waarmee de rollen 2 worden aangedreven en 15 die de bewegingssnelheid van de buis 3 bepalen kan vanaf een controle- en regelapparaat op een bepaalde waarde worden ingesteld. Vanuit dit apparaat wordt de omwentelings-snelheid van de gestellen 12 geregeld en de verplaatsing van de wik-kelwagen 6 bestuurd zodat de eindwindingen f7 op de gewenste 20 plaats op de buis 11 komen te liggen. Hierbij wordt rekening gehouden met de gewenste lengte van de uiteindelijk te verkrijgen steunbuizen. Ook wordt vanuit het apparaat de verplaatsing van de zaagwagen 7 geregeld zodat de zaag 8 de buis 11 op de plaats tussen twee eindwindingen f 7 in door-25 zaagt. De verdere behandeling van de afgezaagde buisdelen 22 in de bewerkings-stations 24 en 28 wordt eveneens door het controle- en regelapparaat bestuurd.
Het zal duidelijk zijn, dat slechts een enkele mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding 30 in de tekening is weergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindingsgedachte te vallen zoals deze in de conclusies is aangegeven.
conclusies 1004702
Claims (12)
1. Werkwijze voor het vervaardigen van, met vezels (10) omwoelde, steunbuizen (32) voor planten, waarbij vezels uit natuurlijk materiaal, zoals bijvoorbeeld kokos, dan wel uit 5 een kunstmatig materiaal, zoals bijvoorbeeld polypropeen, om een uit een stijf materiaal vervaardigde buis (3) heen worden gebracht, waarna er spiraalsgewijs draad (16) omheen wordt gewikkeld om het vezelmateriaal (10) op de buis (3) vast te zetten, waarna een deel van het vezelmateriaal (10) 10 in het ene buiseinde wordt gedrukt en het andere buiseinde over een deel vrij van vezels wordt gehouden, «et het kenmerk, dat standaard lengten van buizen (3) met elkaar worden gekoppeld en met konstante snelheid in lengterichting naar een plaats worden geschoven waar er vezelmateriaal (10) om-15 heen wordt aangebracht, het vezelmateriaal (10) vervolgens spiraalsgewijs met draad (16) wordt omwikkeld, de draad bij de uiteinden van de te vormen steunbuizen (32) wordt vastgezet door het op elkaar leggen van een aantal windingen (17), de buis tezamen met het daarop aanwezige vezelmateriaal (10) 20 en draad (16), tussen twee naast elkaar liggende eindwindin-gen (17) in, wordt doorgezaagd, het vezelmateriaal (10) op de buis (3) wordt verschoven en het buiten de buis stekende vezelmateriaal (10) in het open einde van de buis (3) wordt gedrukt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het koppelen van buizen (3), die in standaard lengten worden vervaardigd, plaats vindt door het ene einde van een buis te voorzien van een verjongd deel (4) zodat het passend in het einde van een andere buis kan worden geschoven.
3. Inrichting voor toepassing van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, welke inrichting is gekenmerkt door: middelen (2) voor het voortschuiven van een streng van op elkaar volgende buizen (3) voor toevoer aan middelen waar vezelmateriaal (10) om de buis (3) heen wordt gebracht, een 35 in lengterichting van de, van vezelmateriaal voorziene, buis (11) heen en weer verplaatsbare wikkelwagen (6) waarop zich tenminste één gestel (12) bevindt dat draaibaar is ten opzichte van de hartlijn van een door de inrichting verschoven buis (11) en dat een aantal, om hun as draaibare, spoelen (15) draagt waarop zich om het vezelmateriaal (10) heen te 5 wikkelen draad (16) bevindt, waarbij besturingsmiddelen voor de wikkelwagen (6) aanwezig zijn, zodanig dat de wikkelwagen (6) in hoofdzaak op zijn plaats kan worden gehouden tijdens het spiraalsgewijs met draad (16) omwikkelen van het vezelmateriaal (10) en tijdelijk in hoofdzaak met de buis (11) 10 mee kan bewegen voor het vormen van de eindwindingen (17), waarbij volgend op de wikkelwagen (6) een heen en weer beweegbare zaagwagen (7) aanwezig is die tijdelijk met de buis (11) mee kan bewegen om deze tussen twee eindwindingen (17) in door te zagen om daarna naar zijn uitgangsstand terug te 15 keren, en verder middelen (23) aanwezig zijn voor het opvangen van het afgezaagde buisdeel (22), het verschuiven van het vezelmateriaal (10) op het buisdeel en het drukken van het buiten het buisdeel stekende vezelmateriaal (10) in het open einde van het buisdeel (22).
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat op de wikkelwagen (6) twee gestellen (12) zijn aangebracht die elk een aantal draadspoelen (15) dragen, welke gestellen (12) in tegengestelde richtingen draaibaar zijn voor het spiraalsgewijs in tegengestelde richtingen wikkelen van 25 draden (16) op het vezelmateriaal (10) en voor het vormen van op elkaar liggende eindwindingen (17).
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de draairichting van de gestellen (12) en de draairichting van de draadspoelen (15) bij het daar vanaf trekken van de dra- 30 den (16) zodanig zijn gekozen dat de draden (16) onder een zekere spanning worden gehouden.
6. Inrichting volgens een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de zaagwagen (7) is voorzien van bedienbare klemmen (19) om het af te zagen buisdeel (22) tijdens het 35 doorzagen vast te houden, terwijl de klemmen (19) het afgezaagde buisdeel (22) direkt na het doorzagen vrij geven. d i: · .'
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat is voorzien in middelen (23) om een juist afgezaagd buisdeel (22) zijdelings uit de baan van de aankomende buis (11) te verwijderen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het zijdelings verplaatsen van een afgezaagd buisdeel (22) worden gevormd doordat het oplegvlak (23) waarop het afgezaagde buisdeel (22) komt te liggen, in dwarsrichting hellend is uitgevoerd.
9. Inrichting volgens een der conclusies 3-8, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn om het afgezaagde buisdeel (22) in een eerste stationair opgesteld station (24) op te vangen, in welk station bedienbare klemmen (25) aanwezig zijn om het vezelmateriaal (10) vast te houden terwijl een 15 in lengte richting van het buisdeel (22) verplaatsbaar stootstuk (27) aanwezig is om de buis (3) over een zekere afstand door het vezelmateriaal (10) heen te drukken.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat volgend op het eerste bewerkings-station (24) het buisdeel 20 (22), dwars op zijn lengte richting, naar een tweede bewerkings-station (28) wordt gebracht waar zich klemmen (29) bevinden voor het vastklemmen van de buis (3) en een in lengte richting van de buis (3) verplaatsbaar indrukorgaan (30) om het buiten de buis (3) uitstekende vezelmateriaal 25 (10) in het einde van het buisdeel (22) te drukken.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat voor het positioneren van het buisdeel (22) in de twee bewerkings-stations (24,28) gebruik wordt gemaakt van een opneemorgaan (33), dat twee in hoofdzaak V-vormige steunen 30 (34) bezit die zich op enige afstand van elkaar bevinden zodanig dat zij elk kunnen dienen voor het ondersteunen van een buisdeel (22), welke steunen gemeenschappelijk in een in hoofdzaak vertikale richting omhoog kunnen worden verplaatst voor het van oplegpunten opnemen van twee buisdelen (22) 35 waarvan het ene zojuist is afgezaagd en het andere zich in ‘r , het eerste station bevindt, waarna het opneeroorgaan (33) in een in hoofdzaak horizontale richting kan worden verplaatst zodanig dat het zojuist afgezaagde buisdeel (22) terecht komt bij het eerste station (24) en het andere buisdeel te-5 recht komt bij het tweede station (28), waarna het opneera-orgaan (33) naar beneden toe wordt gebracht om het ene buisdeel (22) in het eerste station (24) aan te brengen en het tweede buisdeel in het tweede station (28), waarna het op-neemorgaan (33) weer in horizontale richting naar zijn 10 uitgangsstand wordt terug bewogen.
12. Steunbuis voor een plant vervaardigd met behulp van de werkwijze volgens conclusie 1 of 2. 1004702
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004702A NL1004702C2 (nl) | 1996-12-05 | 1996-12-05 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten en steunbuis vervaardigd volgens de werkwijze. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1004702A NL1004702C2 (nl) | 1996-12-05 | 1996-12-05 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten en steunbuis vervaardigd volgens de werkwijze. |
NL1004702 | 1996-12-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1004702C2 true NL1004702C2 (nl) | 1998-06-08 |
Family
ID=19763998
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1004702A NL1004702C2 (nl) | 1996-12-05 | 1996-12-05 | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten en steunbuis vervaardigd volgens de werkwijze. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1004702C2 (nl) |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2318577A1 (fr) * | 1975-07-21 | 1977-02-18 | Biscaro Elia | Element en forme de tige, destine en particulier au soutien de plantes en pot en general |
NL7809062A (nl) * | 1977-09-05 | 1979-03-07 | Gerrit Hendrik Koenders | Plantenstok. |
AU2995477A (en) * | 1976-10-22 | 1979-04-26 | Hollis J F | Climbing plant support |
WO1986001681A1 (en) * | 1984-09-17 | 1986-03-27 | Tommaso Vanetti | Process and means for manufacturing rods for supporting and watering plants, and rods obtained thereby |
DE29617312U1 (de) * | 1996-10-04 | 1997-05-15 | Blome, Bernhard, 27239 Twistringen | Pflanzsystem |
-
1996
- 1996-12-05 NL NL1004702A patent/NL1004702C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2318577A1 (fr) * | 1975-07-21 | 1977-02-18 | Biscaro Elia | Element en forme de tige, destine en particulier au soutien de plantes en pot en general |
AU2995477A (en) * | 1976-10-22 | 1979-04-26 | Hollis J F | Climbing plant support |
NL7809062A (nl) * | 1977-09-05 | 1979-03-07 | Gerrit Hendrik Koenders | Plantenstok. |
WO1986001681A1 (en) * | 1984-09-17 | 1986-03-27 | Tommaso Vanetti | Process and means for manufacturing rods for supporting and watering plants, and rods obtained thereby |
DE29617312U1 (de) * | 1996-10-04 | 1997-05-15 | Blome, Bernhard, 27239 Twistringen | Pflanzsystem |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CN109436938B (zh) | 塑料管材在线自动换卷切割捆扎卸卷装置 | |
CN101622184B (zh) | 用于制造纤维束的装置和方法 | |
US9580194B2 (en) | Wrapping machine | |
US5318399A (en) | Method and apparatus for removing ties and wrappers from textile fiber bales | |
CN109678000B (zh) | 线束双端定长变径全自动切圈扎一体机 | |
CN111348234B (zh) | 集pe膜和编织带包装为一体的线卷缠绕包装机 | |
CN112298713B (zh) | 一种管材收卷捆扎装置 | |
CA2009888C (en) | Method and apparatus for continuously packaging batches of containers or the like | |
US4285630A (en) | Method of automatically transferring a plurality of objects between two different supporting surfaces | |
US5048261A (en) | Top sheet dispenser for a stretch wrapping apparatus | |
US4134559A (en) | Equipment for processing material in sheet or ribbon form | |
NL1004702C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van, met vezels omwoelde, steunbuizen voor planten en steunbuis vervaardigd volgens de werkwijze. | |
KR100287029B1 (ko) | 자동인발장치 및 인발라인 | |
JP4393876B2 (ja) | ストリップ状製品を用いてタイヤカバーを製造するためにストリップ状製品を貯蔵したり移送する装置 | |
CN214986289U (zh) | 一种长条料自动分段捆扎设备 | |
CN113562547B (zh) | 一种丝盘自动绕线机 | |
CN210284886U (zh) | 一种管材收卷捆扎装置 | |
CN212217762U (zh) | 一种光缆用钢铝带全自动换盘及纵包接续生产设备 | |
EP1645344B1 (de) | Verfahren und Anlage zum Transportieren und Verbinden von Rohren entlang ihrer Längserstreckungsrichtung | |
EP0899082A2 (de) | Verfahren zum Abtrennen eines geöffneten Folienschlauchstücks und Vorrichtung zur Durchführung des Verfahrens | |
CZ283781B6 (cs) | Způsob a zařízení pro předávání jednotlivých cívek nebo skupin cívek z textilního stroje na dopravní ústrojí cívek a prázdných cívek z dopravního ústrojí na textilní stroj | |
JP4148541B2 (ja) | 合成糸のバンドル化方法及びバンドル化装置 | |
US4768364A (en) | Continuous coiling machine for rod and strip stock | |
CN114084401B (zh) | 一种线材捆扎包装生产设备 | |
CN221138821U (zh) | 一种纱线筒自动包装机 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140701 |