NL1004326C1 - Bufferinrichting. - Google Patents

Bufferinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1004326C1
NL1004326C1 NL1004326A NL1004326A NL1004326C1 NL 1004326 C1 NL1004326 C1 NL 1004326C1 NL 1004326 A NL1004326 A NL 1004326A NL 1004326 A NL1004326 A NL 1004326A NL 1004326 C1 NL1004326 C1 NL 1004326C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor belt
transport
agricultural products
transporting
adjusting
Prior art date
Application number
NL1004326A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1004326A1 (nl
Inventor
Jan Bijlsma
Dirk Anne Bijlsma
Govert Bax
Original Assignee
Bijlsma Hercules B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bijlsma Hercules B V filed Critical Bijlsma Hercules B V
Priority to NL1004326A priority Critical patent/NL1004326C1/nl
Publication of NL1004326A1 publication Critical patent/NL1004326A1/nl
Priority to EP97201884A priority patent/EP0836799A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004326C1 publication Critical patent/NL1004326C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/34Devices for discharging articles or materials from conveyor 
    • B65G47/46Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points
    • B65G47/51Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination
    • B65G47/5195Devices for discharging articles or materials from conveyor  and distributing, e.g. automatically, to desired points according to unprogrammed signals, e.g. influenced by supply situation at destination for materials in bulk
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D17/00Digging machines with sieving and conveying mechanisms
    • A01D17/10Digging machines with sieving and conveying mechanisms with smooth conveyor belts, lath bands or rake bands
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D33/00Accessories for digging harvesters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D33/00Accessories for digging harvesters
    • A01D33/10Crop collecting devices, with or without weighing apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D51/00Apparatus for gathering together crops spread on the soil, e.g. apples, beets, nuts, potatoes, cotton, cane sugar
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D51/00Apparatus for gathering together crops spread on the soil, e.g. apples, beets, nuts, potatoes, cotton, cane sugar
    • A01D51/005Loaders for beets, beetleaf or potatoes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B1/00Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
    • B07B1/12Apparatus having only parallel elements
    • B07B1/14Roller screens
    • B07B1/15Roller screens using corrugated, grooved or ribbed rollers
    • B07B1/155Roller screens using corrugated, grooved or ribbed rollers the rollers having a star shaped cross section

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)

Description

5
BUFFERINRICHTING
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het tijdens transport bufferen van landbouwproducten, zoals aardappelen, omvattende: 10 een gestel; een met het gestel verbonden houder met een instortopening voor toevoer en een uitvoeropening voor uitvoer van de landbouwproducten; transportmiddelen, welke in de houder naar de uitvoeropening leiden voor transport van een stroom landbouwproducten; en een zeef, 15 welke met de transportmiddelen is verbonden voor doorvoer van de landbouwproducten en het uit de stroom verwijderen van vuil, zoals aarde en stenen.
Een dergelijke inrichting is algemeen bekend in de techniek, waarbij de transportmiddelen hellend op-20 waarts zijn gericht voor transport in in hoofdzaak bovenwaartse richting van de landbouwproducten om deze direct uit te storten op de zeef.
De inrichting volgens de bekende techniek heeft als nadeel, dat wanneer de stroom eventueel tijdelijk een 25 groot volume omvat, bijvoorbeeld juist na het instorten van een hoeveelheid landbouwproducten, deze stroom dusdanig is, dat de werking van de zeef wordt belemmerd. Hierbij worden de lagen aan de bovenzijde van de stroom van landbouwproducten niet aan de werking van de zeef 30 onderworpen en wordt onnodig veel vuil mee vervoerd naar bijvoorbeeld een opslag, wanneer de onderhavige inrichting een element in een opeenvolging van transporteurs naar een dergelijke opslag vormt. Het onnodig mee vervoerde vuil kan verrotting van de landbouwproducten met 35 zich mee brengen en heeft in elk geval tot gevolg, dat de stroom een groot volume blijft behelzen, waardoor een onnodig grote opslag nodig is en verdere transporteurs in 1 G ü4 ??β 2 de opeenvolging naar de opslag toe relatief zwaar dienen te zijn uitgevoerd.
De uitvinding beoogt althans een bovengenoemd bezwaar weg te nemen, en verschaft hiertoe een inrich-5 ting, welke zich onderscheidt, doordat tussen de transportmiddelen en de zeef woelmiddelen zijn aangebracht, welke in bedrijf de landbouwproducten doorvoeren en hierop inwerken om deze ten opzichte van elkaar in de stroom te verplaatsen.
10 In een inrichting volgens de onderhavige uit vinding wordt door de woelmiddelen bewerkstelligd, dat de naar de zeef te voeren stroom landbouwproducten gelijkmatig en beperkt is, waardoor de zeef doeltreffend hierop in kan werken. Bovendien worden de landbouwproducten door 15 de werking van de woelmiddelen reeds enigszins gereinigd, aangezien hiermee vuil van naburige landbouwproducten wordt afgeschraapt, doordat de landbouwproducten over elkaar rollen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de woel-20 middelen ten hoogste bij een top van de transportmiddelen aangebracht, zodat op de van de transportmiddelen afkomstige landbouwproducten wordt ingewerkt, voordat deze worden onderworpen aan de werking van de zeef. Hierbij wordt een enigszins neerwaartse beweging vanaf de trans-25 portmiddelen via de woelmiddelen en de zeef bewerkstelligd onder invloed van de zwaartekracht, zodat hiertoe geen nadere maatregelen voor transport zijn vereist.
In een eerste uitvoeringsvorm omvat een inrichting volgens de onderhavige uitvinding de maatregel, dat 30 de woelmiddelen ten minste één aanvullende transportband omvatten. Bij voorkeur is hierbij de aanvullende transportband onder een geringere hellingshoek geplaatst dan de opwaarts gerichte transportband, zodat de stroom landbouwproducten bij de overgang tussen de transportband 35 en de aanvullende transportband is gebogen, zodat de stroom landbouwproducten wordt omgewoeld.
In een tweede uitvoeringsvorm omvat een inrichting volgens de onderhavige uitvinding de maatregel, dat i ( u ' : ' 3 de transportband en de aanvullende transportband als één een eenheid vormende transportband zijn vormgegeven. Hierbij is het mogelijk de transportband en de aanvullende transportband met een enkele aandrijving te laten 5 bewegen. Bij voorkeur en in samenhang met de bovengenoemde bocht in de stroom omvat de inrichting in de tweede uitvoeringsvorm de maatregel, dat de een eenheid vormende transportband ten minste één knik bevat in de voortbewe-gingsrichting van de stroom.
10 In een derde uitvoeringsvorm omvat een inrich ting volgens de onderhavige uitvinding de maatregel, dat de woelmiddelen zijn verbonden met stelmiddelen voor het instellen van de stand hiervan ten opzichte van de transportmiddelen. Op deze wijze kan, in het bijzonder in het 15 geval van als een aanvullende transportband vormgegeven woelmiddelen, de werkzaamheid van de woelmiddelen worden beïnvloed, en naar believen worden ingesteld. Bij voorkeur is hierbij een inrichting volgens de derde uitvoeringsvorm met een aanvullende transportband zodanig, dat 20 de aanvullende transportband aansluitend op de transportband zwenkbaar is gelagerd, waarbij in hoofdzaak het naar de zeef gerichte einde hiervan is verbonden met de stelmiddelen, waarbij de werkzaamheid van de woelmiddelen wordt beïnvloed door instelling van de zwenkstand van de 25 aanvullende transportband ten opzichte van de transportband. Hierbij omvatten de stelmiddelen bij voorkeur een aandrijfbare schroefspindel.
In een vierde uitvoeringsvorm omvat een inrichting volgens de onderhavige uitvinding de maatregel van 30 een aandrijving voor althans de transportmiddelen en roet de aandrijving verbonden waarnemingsmiddelen voor waarneming van dikte van de stroom om een transportsnelheid van de transportmiddelen te besturen in overeenstemming met deze dikte. Hierbij leidt bijvoorbeeld een grotere dikte 35 van de stroom, een groter volume hiervan, tot verlaging van de transportsnelheid om de stroom landbouwproducten voldoende gelegenheid te bieden onder invloed van de woelmiddelen omgevormd te worden tot een gelijkmatige 1004326 4 toevoer hiervan naar de zeef. Bij voorkeur omvat een inrichting in de vierde uitvoeringsvorm de maatregel, dat de stelmiddelen met de waarnemingsmiddelen zijn verbonden voor het instellen van de stand hiervan in overeenstem-5 ming met de dikte van de stroom. Ook hierbij geldt, dat de werkzaamheid van de woelmiddelen op deze wijze afhankelijk is gesteld van het volume in de stroom landbouwproducten.
De uitvinding zal hieronder nader worden toege-10 licht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld hiervan.
In de tekening toont:
Fig. 1 een gedeeltelijk opengewerkt zijaanzicht van een inrichting volgens de onderhavige 15 uitvinding;
Fig. 2 een schematisch zijaanzicht van een detail van de in fig. 1 getoonde inrichting; en Fig. 3A-3D schematische aanzichten van delen van de in fig. 1 getoonde inrichting in afzonder-20 lijke bedrijfstoestanden hiervan.
In fig. 1 is een als stortbak 1 vormgegeven inrichting volgens de onderhavige uitvinding getoond, waarbij als transportband 3 vormgegeven transportmiddelen 25 een bodem van de stortbak 1 vormen, en wanden 2 aan weerszijden van de transportband 3 de stortbak 1 completeren. Hierbij omvat de transportband 3 een motorkast 8, een op de motorkast aangesloten voeding 9, en met de motorkast 8 verbonden transmissie 7, een omkeerwiel 16 30 als deel van de transmissie 7, en een rond het aangedreven omkeerwiel 16 en een hiertegenover gelegen vrij lopend omkeerwiel 25 geslagen band 13.
De transportband 3 vertoont in de hier getoonde uitvoeringsvorm een knik nabij een kantelpunt 11, om welk 35 kantelpunt 11 een gedeelte van de transportband 3, waar tevens de motorkast 8 en de transmissie 7 deel van uitmaken, kantelbaar is. Door de knik in de transportband 3 nabij het kantelpunt 11 wordt de opwaarts gerichte stroom 1004326 5 aardappelen 17 gebroken na het instorten van een hoeveelheid aardappelen bij het deze aardappelen 17 in de stortbak 1 houdende schot 19 in de figuur aan de linker zijde. Door het breken van de stroom aardappelen nabij het 5 kantelpunt 11, rollen de aardappelen over elkaar heen en wordt voorafgaand aan de invloed van een in de transport-richting achter de transportband 3 geplaatste zeef, reeds een grote hoeveelheid van het aan de aardappelen klevende vuil hiervan afgeschraapt door het omwoelen en breken van 10 de stroom aardappelen. Derhalve vormt het kantelbare gedeelte van de transportband 3 de woelmiddelen.
Het om het kantelpunt 11 kantelbare gedeelte van de transportband 3 is in hoek verstelbaar met behulp van een aandrijfbare schroefspindel 12. Hiermee kan de 15 werkzaamheid van de woelmiddelen worden ingesteld aan de hand van de richting van het om het kantelpunt 11 kantelbare gedeelte van de transportband 3, en de aldus gevormde knik nabij het kantelpunt 11 in de transportband 3. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat voor de schroef-20 spindel 12 evenzeer andere, op zichzelf in de techniek bekende middelen kunnen worden gebruikt, zoals een hydraulische cilinder of dergelijke.
De bij het kantelpunt 11 gebroken stroom aardappelen 17 wordt naar de zeef 4 gevoerd in een stroom met 25 een gelijkmatige en beperkte dikte, waarbij de zeef 4, zoals hieronder nader zal worden beschreven, tevens een aanvullende schraapwerking vertoont om vuil van de aardappelen 17 te verwijderen. Hiertoe zijn rollen 15 dwars op de bewegingsrichting van de stroom aardappelen 17 30 aangebracht. De rollen zijn hierbij vormgegeven als ster-assen 15, zoals duidelijker in fig. 2 is getoond. De sterassen 15 zijn op een onderlinge afstand van elkaar geplaatst, waarbij deze afstand instelbaat is met behulp van het schroefspindel 10. Door draaiing van het 35 schroefspindel 10 wordt een grotere of kleinere afstand tussen de sterassen 15 ingesteld, waarbij een gewenste voorkeursafstand in hoofdzaak afhankelijk is van het soort aardappelen en de grondsoort waaruit deze aardappe- 1 l v,-· . _ ..
6 len afkomstig zijn. De sterassen 15 bevattende zeef 4 vormt een van de transportband 3 afzonderlijk deel van de inrichting, maar is zodanig met het om het kantelpunt 11 kantelbare deel van de transportband 3 gekoppeld, dat 5 verbinding ongeacht instelling van de schroefspindel 12 tussen dit deel van de transportband 3 en de zeef in stand wordt gehouden, zodat geen aardappelen verloren kunnen gaan en door middel van een zeefketting 5 of een vuilafvoerband 6 als ongewenst vuil afgevoerd kunnen 10 worden. De bij de knik in de transportband 3 omgewoelde en bij de zeef 4 aan een zeefbewerking onderworpen stroom aardappelen is vervolgens gereed voor verder transport naar bijvoorbeeld een opslag, hetgeen wordt bewerkstelligd met een dwars op de stroom aardappelen verlopende 15 transporteur 20, waarmee of via welke de aardappelen 17 naar bijvoorbeeld een schuur worden vervoerd. Deze transporteur 20 wordt hier ondersteund door een deel 22 van het gestel 24, en wordt aangedreven door een motor 21, welke tevens aan het gestel is bevestigd.
20 De hier getoonde stortbak 1 is verder voorzien van een sensor 23 in het binnenste hiervan om de dikte van de hier voorbij bewegende stroom aardappels 17 waar te nemen. De sensor is aan een met de wand 2 verbonden arm bevestigd. De motor 8 is hierbij ingericht om de 25 snelheid, waarmee de band 13 wordt bewogen, aan te passen aan de waargenomen dikte van de stroom. Teneinde een dikke stroom aardappels gelegenheid te geven in voldoende mate over het kantelpunt ll te breken, kan op deze wijze de snelheid worden verlaagd. Ter aanvulling of als alter-30 natief is het tevens mogelijk, dat een (niet getoonde) afzonderlijke aandrijving voor het schroefspindel 12 is aangebracht, welke aandrijving met de sensor is verbonden, teneinde de stand van het om het kantelpunt 11 kantelbare deel van de transportband 3 op soortgelijke 35 wijze te variëren in afhankelijkheid van de dikte van de stroom.
7
In fig. 2 is een gedeelte getoond van de in fig. 1 getoonde en als stortbak 1 gevormde inrichting volgens de onderhavige uitvinding.
De band 13 is hierbij om het aangedreven om-5 keerwiel 16 geslagen, waarbij het omkeerwiel 16 voor aandrijving hiervan is verbonden met de transmissie 7.
Een behuizing 26 bevat in hoofdzaak de transmissie 7 en het omkeerwiel 16. Deze behuizing 26 wordt echter tevens aangegrepen door de schroefspindel 12 bij het kantelbare 10 bevestigingspunt 27. Hiermee is de stand van de behuizing en derhalve van het om het kantelpunt 11 kantelbare gedeelte van de transportband 3 instelbaar om de hiervoor beschreven werking van de woelmiddelen te bewerkstelligen.
15 De zeef 4 is door middel van een losmaakbare haak 14 verbonden met de behuizing 26 om zelfs na verandering van de stand van de behuizing 26 verbinding hiervan met de zeef 4 in stand te houden.
De zeef omvat hier ster-assen 15, welke elk 20 zijn gevormd door een opeenvolging van stervormige organen met vingers 18, welke vingers bij voorkeur van een zacht materiaal, zoals rubber, zijn vervaardigd, zodat bij draaiing van de ster-assen 15 de aardappelen 17 van de ene ster-as 15 naar de andere worden doorgegeven in de 25 transportrichting van de aardappelen over de zeef 4.
In fig. 3A t/m 3D zijn een aantal standen van het stationaire deel van de transportband, het kantelbare deel van de transportband 3 en de zeef 4 getoond.
Het niet-kantelbare deel van de transportband 3 30 is onder een hoek van 27° met de horizontaal gelegen voor elk van de in fig. 3A t/m 3D getoonde toestanden. In de figuren 3A en 3B is het om het kantelpunt 11 kantelbare deel van de transportband 3 onder een hoek van 8,5° geplaatst, terwijl in de figuren 3C en 3D het kantelbare 35 gedeelte van de transportband 3 in een exact horizontale stand is gebracht. De zeef 4 sluit in elk van de getoonde gevallen in fig. 3A t/m 3D aan op het einde van de transportband 3 om hiervan af vallende aardappelen op te 1004326 8 vangen en aan de zeefwerking hiervan te onderwerpen. Afhankelijk van de gewenste werking van de zeef 4 kan door verstelling van de haak 14, welke expliciet is getoond in fig. 2, worden bewerkstelligd, dat de zeef 4 5 in lijn aansluit op de transportband, of dat hierbij enig hoogteverschil optreedt.
De keuze tussen deze twee standen van de haak 14 is eveneens afhankelijk van de weerstand van de aardappelen tegen een dergelijk hoogteverschil en de hierbij 10 behorende vrije val, en is derhalve afhankelijk van het soort aardappelen 17, dat hier wordt behandeld. Eenzelfde overweging met betrekking tot hoogteverschillen geldt voor het einde van de zeef aan de tegenover de transportband 3 gelegen zijde, waar de aardappelen 17, zoals in 15 fig. 1 is getoond, af storten op transporteur 20, welke met de aan een als deel van het gestel 24 vormgegeven draagprofiel bevestigde motor wordt aangedreven om de aardappelen 17 af te voeren naar bijvoorbeeld een schuur.
10043*6

Claims (13)

1. Inrichting voor het tijdens transport buffe-5 ren van landbouwproducten, zoals aardappelen, omvattende: - een gestel; - een met het gestel verbonden houder met een instortope-ning voor toevoer, en een uitvoeropening voor uitvoer van de landbouwproducten; 10. transportmiddelen, welke in de houder naar de uitvoeropening leiden voor transport van een stroom landbouwproducten; en - een zeef, welke met de transportmiddelen is verbonden voor doorvoer van de landbouwproducten en het uit de 15 stroom verwijderen van vuil, zoals aarde en stenen, met het kenmerk, dat tussen de transportmiddelen en de zeef woelmiddelen zijn aangebracht, welke in bedrijf de landbouwproducten doorvoeren en hierop inwerken om deze ten opzichte van elkaar in de stroom te verplaatsen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de transportmiddelen in de transportrichting hiervan opwaarts hellend in de houder zijn geplaatst, met het kenmerk, dat de woelmiddelen ten hoogste bij een top van de transportmiddelen zijn aangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,waarbij de transportmiddelen een transportband omvatten, met het kenmerk, dat de woelmiddelen ten minste één aanvullende transportband omvatten.
4. Inrichting volgens conclusies 2 en 3, met 30 het kenmerk, dat de aanvullende transportband onder een geringere hellingshoek is geplaatst dan de opwaarts gerichte transportband.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de transportband en de aanvullende trans- 35 portband als een een eenheid vormende transportband zijn vormgegeven.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de een eenheid vormende transportband ten < f) ^ n p. minste één knik bevat in de voortbewegingsrichting van de stroom.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de woelmiddelen zijn verbonden 5 met stelmiddelen voor het instellen van de stand hiervan ten opzichte van de transportmiddelen.
8. Inrichting volgens conclusie 7 en één van de conclusies 3 tot en met 6, met het kenmerk, dat de aanvullende transportband aansluitend op de transportband 10 zwenkbaar is gelagerd, waarbij in hoofdzaak het naar de zeef gerichte einde hiervan is verbonden met de stelmiddelen.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de stelmiddelen een aandrijfbare schroef- 15 spindel omvatten.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies gekenmerkt door een aandrijving voor althans de transportmiddelen en met de aandrijving verbonden waarne-mingsmiddelen voor waarneming van de dikte van de stroom 20 om een transportsnelheid van de transportmiddelen te besturen in overeenstemming met deze dikte.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de stelmiddelen met de waarnemingsmiddelen zijn verbonden voor het instellen van de stand hiervan in 25 overeenstemming met de dikte van de stroom.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zeef één mechanisme omvat uit de groep van roteerbaar aan te drijven spiralen, cilinders en rollen met zich in radiale richting hiervan 30 uitstrekkende stervormige schijven en dergelijke.
13. Inrichting volgens althans conclusie 6 en 8, met het kenmerk, dat een aandrijving voor de transportmiddelen in het zwenkbare deel van de transportmiddelen is aangebracht. ' M 35
NL1004326A 1996-10-21 1996-10-21 Bufferinrichting. NL1004326C1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004326A NL1004326C1 (nl) 1996-10-21 1996-10-21 Bufferinrichting.
EP97201884A EP0836799A1 (en) 1996-10-21 1997-06-19 Buffer device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004326A NL1004326C1 (nl) 1996-10-21 1996-10-21 Bufferinrichting.
NL1004326 1996-10-21

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1004326A1 NL1004326A1 (nl) 1997-06-17
NL1004326C1 true NL1004326C1 (nl) 1997-11-25

Family

ID=19763717

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004326A NL1004326C1 (nl) 1996-10-21 1996-10-21 Bufferinrichting.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0836799A1 (nl)
NL (1) NL1004326C1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1017528C2 (nl) * 2001-03-07 2002-02-26 Oldenhuis Exp Inrichting voor het behandelen van landbouwproducten, in het bijzonder aardappelen.
CN101803508A (zh) * 2010-03-10 2010-08-18 戴文育 转盘式马铃薯收获机
US20190246682A1 (en) * 2018-02-14 2019-08-15 Michigan Sugar Company Dirt removal and piling machine

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE559040A (nl) *
DE502278C (de) * 1928-11-07 1930-07-12 Ernst Burgwedel Maschine zum Ernten von Hackfruechten, insbesondere Kartoffeln, mit einer an das Schar anschliessenden Foerdervorrichtung
GB776567A (en) * 1953-11-28 1957-06-12 Axel Rasmussen Digging or gathering and classifying machine for potatoes and other similar crops
FR1162833A (fr) * 1955-12-19 1958-09-17 Vansteenkiste Fa Installation pour la séparation des pommes de terre, de la verdure et des mauvaisesherbes, dans une arracheuse de pommes de terre
GB9502605D0 (en) * 1995-02-10 1995-03-29 Kverneland Underhaug As Root crop harvester
DE19606601C2 (de) * 1996-02-22 2000-01-27 Franz Kleine Agrartechnik Gmbh Vorrichtung zum Aufnehmen von Wurzelfrüchten mit mindestens einem Fördermittel

Also Published As

Publication number Publication date
EP0836799A1 (en) 1998-04-22
NL1004326A1 (nl) 1997-06-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4014390A (en) Beach cleaner apparatus
EP1182921B1 (en) Method and apparatus for harvesting crops
CA1192158A (fr) Dispositifs d&#39;extraction de matieres solides en vrac a l&#39;etat finement divise depuis le fond d&#39;un silo
MXPA03001414A (es) Sistema y metodo de condimentacion.
CA2021038C (en) Distribution device
FR2474272A1 (fr) Systeme d&#39;alimentation pour l&#39;ensemble de traitement d&#39;une moissonneuse-batteuse
NL1004326C1 (nl) Bufferinrichting.
JPH0726377B2 (ja) 海浜清掃用車両
NL9401573A (nl) Werkwijze en inrichting voor het transporteren en reinigen van bol- en knolgewassen, en een rooimachine voorzien van een dergelijke inrichting.
US5930987A (en) Harvesting apparatus
NL8202987A (nl) Transportorgaan.
WO1993001007A1 (fr) Installation de tri automatique
NL1015647C2 (nl) Oogstinrichting voor het rooien van gewassen.
FR2556923A1 (fr) Machine a recolter les tomates
US7156236B2 (en) Machine for removing articles deposited on the ground
US5678397A (en) Harvesting apparatus
US4345655A (en) Rock picker with storage conveyors
NL1006993C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het sorteren van producten.
EP0136442A1 (fr) Crible pour ballast de voie ferrée permettant l&#39;élimination d&#39;une partie des terres et des éléments du ballast de dimension inférieure au calibre prescrit
US2150717A (en) Apparatus for screening and loading coal
JP3010047B1 (ja) 砂地クリ―ナ
JP2984257B1 (ja) 砂地クリーナ
CA2684270A1 (en) Particle separator and system for sorting particles of matter from a mixture
FR2666252A2 (fr) Trieur mobile surbaisse avec table de secouage et brosse vis pour le calibrage des pois fourragers et des cereales.
WO1992006250A1 (en) Improvements in or related to cleaning aggregate materials

Legal Events

Date Code Title Description
ZD Corrections to earlier publications

Free format text: CORRECTIONS TO PAMPHLETS

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20010501