NL1004121C1 - Spuitbus bestemd voor het afgeven van een meercomponenten materiaal. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Spuitbus bestemd voor het afgeven van een meercomponenten materiaal.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een spuitbus bestemd voor het afgeven van meerdere componenten ter vervaardiging van een meer-componenten-materiaal, in het bijzonder een pasteus cosmeticamateriaal, welke spuitbus meerdere 5 houders voor componenten omvat en afgeefmiddelen voor het uit de houders naar een of meer afgeefopeningen voeren van de af te geven componenten, waarbij voorts een bedieningsonderdeel aanwezig is voor het bedienen van de afgeefmiddelen.

In de stand van de techniek is een spuitbus bekend, die 10 twee gescheiden houders omvat, met elk een afzonderlijke pomp, waarmee twee componenten gescheiden aan een gemeenschappelijk afgeefmondstuk kunnen worden afgegeven.

Meercomponenten materialen worden dikwijls gebruikt bij cosmeticaprodukten, tandpasta, kleefmiddelen, verfstoffen etc. 15 De onderhavige uitvinding is tot geen van de genoemde materialen beperkt, doch in het vervolg van de beschrijving zal voor de duidelijkheid in hoofdzaak worden gesproken over pasteus cosmeticamateriaal, in het bijzonder verjongingsprodukten op basis van enzymen.

20 De spuitbus volgens de stand van de techniek heeft als belangrijk nadeel dat door de combinatie van de twee gescheiden houders hetzij esthetisch nadelige effekten optreden, daar het uiterlijk van genoemde spuitbus achteruit gaat door een zichtbare combinatie van beide houders, dan wel hoge vervaardigingskosten 25 met zich meebrengt, wanneer de combinatie onzichtbaar dient te worden uitgevoerd. In het bijzonder op cosmeticagebied gelden zeer hoge esthetische eisen.

De onderhavige uitvinding beoogt een spuitbus van de in de inleiding genoemde soort te verschaffen, die de nadelen 30 volgens de stand van de techniek niet bezit; dat wil zeggen voor wat betreft het uiterlijk niet bijzonder afwijkt van gangbare spuitbussen voor een-componentmaterialen en waarvoor de vervaardigingskosten betrekkelijk laag zijn.

De onderhavige uitvinding bezit daartoe als kenmerk dat 1004121 - 2 - de spuitbus een hoofdhouder en een of meer hulphouders omvat, waarbij de een of meer hulphouders in de hoofdhouder zijn opgenomen.

Aldus worden niet slechts de eerdergenoemde voordelen 5 verkregen, doch bestaat eveneens de mogelijkheid, om een standaardspuitbus te gebruiken, waarin een hulphouder wordt opgenomen.

De met de spuitbus volgens de uitvinding af te geven componenten zijn niet bijzonder beperkt en kunnen zowel vloeibare 10 als gasvormige componenten omvatten. Ook kunnen de componenten zelf uit meerdere bestanddelen bestaan. De afgifte van de componenten kan gescheiden uit verschillende afgeefopeningen plaatsvinden. Ook kunnen de componenten vooraf in een mengkamer, danwel in een uitstroomkanaal voorafgaand aan afgifte uit een 15 gemeenschappelijke afgeefopening worden gemengd. Dit mengen kan plaatsvinden in een speciaal daarvoor aanwezige mengkamer of door zogenaamde mengschotten of-ribben in het uitstroomkanaal. Met andere woorden het mengen van de betreffende componenten kan voor, tijdens of na afgifte daarvan plaatsvinden.

20 In het bijzonder zijn de afgeefmiddelen uitgevoerd in de vorm van tenminste een met het bedieningsonderdeel samenwerkende en met tenminste een houder verbonden pomp. Het is het mogelijk om meerdere pompen voor meerdere houders te combineren tot een pompsamenstel, of ook gebruik te maken van 25 één pomp voor meerdere houders. In dit verband wordt voor een voorbeeld van een gecombiuneerd pompsamenstel verwezen naar NL-A-1001366 van Aanvraagster.

Met voordeel zijn de afgeefmiddelen van tenminste een houder uitgevoerd in de vorm van een met het bedieningsonderdeel 3 0 samenwerkend ventiel, voor het met een afgeefopening in verbinding stellen van de houder, en een al dan niet direkt met de inhoud van de houder in verbinding staande drijf gashouder, met drijf gas worden alle voor spuitbussen bekende drijf gassen bedoeld, hoewel de voorkeur uitgaat naar lucht. Deze uitvoering 35 heeft als voordeel dat de gebruiker geen pompbewegingen behoeft te maken om materiaal voor onbepaalde tijd continu af te kunnen geven.

1004121 - 3 -

Bij voorkeur is tussen tenminste een van de verbindingen van de houders en het afgeefmondstuk een terugslagklep aanwezig.

De aanwezigheid van een terugslagklep biedt als voordeel, dat wordt voorkomen, dat bij niet gebruik van de spuitbus de 5 componenten uit hoofd- respektievelijk hulphouders met elkaar in aanraking kunnen komen, hetgeen dikwijls ongewenst is bij meer-componenten-materialen die juist voorafgaand aan of tijdens afgifte met elkaar dienen te worden gemengd. Zo worden bij vele cosmeticaprodukten enzymen gebruikt, die door middel van water 10 worden geaktiveerd. Derhalve dient bij niet-gebruik van de houder vanzelfsprekend te worden voorkomen dat water uit de hoofdhouder in aanraking komt met het enzym in de hulphouder.

Bij voorkeur is tenminste een van de houders een houder met variabel volume. Voorbeelden daarvan zijn houders met een 15 vrij beweegbare zuiger, tubes, ballonnen, zakjes etc.

Houders met variabel volume kunnen met behulp van de daarvoor bestemde pomp worden geleegd, zonder dat het volume van het uit de hulphouder verwijderde materiaal dient te worden aangevuld met lucht of dergelijke, zoals dikwijls het geval 20 is bij gangbare spuitbussen. Tijdens afgifte van de component uit genoemde hulphouder beweegt de zuiger in de richting van de pomp en neemt het volume van de houder dus af.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de uitvinding bevat deze een hulphouder. Bij voorkeur zijn de 25 desbetreffende pompen zodanig uitgevoerd, dat de verhouding tussen het per pompslag te verplaatsen volume van de hoofdcomponent en het volume van de hulpcomponent tenminste 1:1, bij voorkeur 5:1 en met de meeste voorkeur 10:1 bedraagt.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de spuitbus zijn 3 0 de hoofd- en hulphouders uitgevoerd in de vorm van concentrische houders.

Met voordeel omvat daarbij elke houder een vrij beweegbare zuiger.

In het bijzonder is elke houder voorzien van afzonderlijke 35 afgeefmiddelen.

Eerdergenoemde uitvoeringsvormen zullen in de figuurbe-schrijving verderop nader worden toegelicht.

1004121 - 4 -

De bij de spuitbus volgens de uitvinding gebruikte pompen zijn niet bijzonder beperkt en in de stand van de techniek algemeen bekend. Deze pompen omvatten zuigpompen, plunjerpompen, gecombineerde pompen voor het opzuigen en afgeven van meerdere 5 bestanddelen tegelijkertijd, vacuumdispensers etc. Vacuum dispensers zijn pompen die in het bijzonder voor tandpaste worden toegepast. Deze omvatten een houder met daarin een zuiger, die samenwerkt met een zich door de houder uitstrekkende gelè&ings-staaf. Door een bedieningsonderdeel met een pomp kan materiaal 10 uit de houder worden geperst, waardoor de zuiger geleid door de staaf in de houder wordt getrokken.

In een bijzonder uitvoeringsvorm is de spuitbus ingericht om tenminste een gasvormige component met een vloeibare component te mengen ter vorming van een schuim.

15 De onderhavige uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening; daarin toont: Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de uitvinding, met een hoofdhouder en een hulphou-der in doorsnede; 20 Fig. 2 een bijzondere uitvoering van de pomp voor de hoofdhouder volgens fig. 1;

Fig. 3 een bijzondere uitvoering van het bedieningsonder deel van de spuitbus volgens fig. 1 in doorsnede; Fig. 4 een uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de 25 uitvinding in doorsnede met concentrische houders;

Fig. 5 een gewijzigde uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens fig. 4 met navulbare hulphouder;

Fig. 6 een gewijzigde uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens fig. 4 die met behulp van drijf gas werkt; 30 Fig. 7 een uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de uitvinding met een gecombineerd pompsamenstel; Fig. 8 een gewijzigde uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens fig. 7, die geschikt is voor het afgeven van schuim; en 35 Fig. 9 een vergroot aanzicht van een in fig. 8 met een cirkel aangegeven gedeelte.

De in fig. 1 getoonde spuitbus omvat een hoofdhouder 1004121 - 5 - 1 met een daarin opgenomen hulphouder 2, waarbij op de hoofdhouder 1 een bevestigingskraag 3 is geschroefd, welke dient voor bevestiging van een pompsamenstel en een bedieningsonderdeel 4.

5 De afgeefmiddelen voor de hoofdhouder 1 omvatten een pomp 5. Voorts is de houder met een stijgbuis 6 verbonden, die zich tot nabij de bodem van de hoofdhouder 1 uitstrekt. De pomp 5 omvat een zuigerkamer 7 met een daarin door het bedieningsonderdeel 4 verplaatsbare zuiger 8, die met een veer 9 samenwerkt. 10 De pomp 5 omvat een terugslagklep bestaande uit een met een zitting 11 samenwerkende kogel 12, die dient voor het in de zuigerkamer 7 kunnen zuigen van de component uit de hoofdhouder, doch uitstromen daarvan naar de stijgbuis te voorkomen. Voorts is een tweede terugslagklep aanwezig aan de uitstroomzijde van 15 de pomp 5, welke een met een zitting 12 samenwerkend aktief bediend sluitelement 13 omvat. Dit element 13 omvat enerzijds een bolvormig dichtingselement 14 en anderzijds een kraag 15. Genoemde kraag kan samenwerken met een element 16 dat de veer 9 ondersteund en in de omtrek daarvan is voorzien van openingen. 2 0 Bij gebruik van de spuitbus zal het bedieningsonderdeel 4 neerwaarts worden gedrukt, waardoor met behulp van de zuiger 8 de zuigerkamer 7 wordt leeggedrukt, het bolvormig gedeelte 14 de zitting 12 verlaat en materiaal door een uitstroomkanaal 17 van het bedieningsonderdeel de spuitbus kan verlaten. Tijdens 25 de neerwaartse beweging van het bedieningsonderdeel 4 komt een staafvormig onderdeel 18 in aanraking met het bolvormig gedeelte 14, die de verplaatsing van het staaf element 13 begrenst. Voorts omvat de zuigerkamer een opening 32 voor beluchting van de hoofdhouder 1.

30 Een pomp 23 voor de hulphouder 2 is overeenkomstig uitgevoerd en omvat twee terugslagkleppen, een kogel 19 die samenwerkt met een zitting 20, en een kogel 21 die samenwerkt met een zitting 22, waarbij de bewegingsvrijheid van de kogel 19 begrensd wordt door de veer 25. De pomp 23 van de hulphouder 35 2 omvat eveneens een veer 24, een zuigerkamer 25 en een zuiger 26.

Het bedieningsonderdeel 4 omvat een gescheiden 1004121 - 6 - uitstroomkanaal 27 voor gescheiden afgifte van de component uit de hulphouder 2. Voorts omvat het bedieningsonderdeel 4 een staafvormig onderdeel 28 dat dient voor begrenzing van de verplaatsing van de kogel 21.

5 De hulphouder 2 omvat voorts een vrij beweegbare zuiger 29, die bij leging van de hulphouder 2 in de richting van de pomp 23 wordt bewogen. Een en ander is van voordeel, daar het volume van het uit de hulphouder 2 verwijderde materiaal niet met lucht of dergelijke behoeft te worden aangevuld, daar 10 dikwijls de component, die in kleine hoeveelheden aan een hoofdcomponent dient te worden toegevoegd gevoelig is voor externe invloeden, zoals lucht, vocht etc. De hulphouder 2 is in dit geval bij 30 op de pomp 23 geschroefd of geklikt. Met voordeel is de koppelingswijze tussen de houder 2 en de pomp 15 23 voor elke component uniek, zodat onjuist gebruik van componenten wordt uitgesloten.

Bij deze uitvoeringsvorm volgens fig. 1 zijn de pompen 5 en 23 als een pompsamenstel uitgevoerd, dat door de bevestigingskraag 3 op de hoofdhouder 1 is bevestigd onder 20 tussenkomst van een dichtingsring 31.

Hoewel in deze uitvoeringsvorm het -bedieningsonderdeel 4 een mondstuk met twee gescheiden afgeefopeningen 33 en 34 omvat, is het vanzelfsprekend mogelijk om beide pompen met een gemeenschappelijke afgeefopening te verbinden, eventueel onder 25 tussenkomst van een mengkamer, dan wel mengschotten of dergelijke in een gemeenschappelijk uitstroomkanaal. Ook kan de verhouding tussen de af te geven hoeveelheden componenten uit hoofd- en hulphouder gemakkelijk door geschikte keuze van de afmetingen van de pompen worden ingesteld.

30 In fig. 2 is een bijzondere uitvoeringsvorm getoond van de pomp 5 van de spuitbus volgens fig. 1, waarbij overeenkomstige onderdelen met overeenkomstige verwijzingscijfers zijn aangeduid. Bij deze pomp is afgezien van de gangbare onderdelen, zoals zuigerkamer 7 en zuiger 8 een dichtingselement 35 aanwezig, 35 dat kan samenwerken met een dichtingselement 36. Het dichtingselement 35 voorts kan samenwerken met een zitting 37 teneinde bij afgifte van materiaal de verbinding tussen de zuigerkamer 1004121 - 7 - 7 en de hoofdhouder te onderbreken.

Het dichtingselement 35 omvat een eenzijdig open cilindervormig gedeelte 38 en een dichtingsgedeelte 39, welke laatste kan samenwerken met de zitting 37. Het dichtingselement 5 36 omvat een staaf vormig gedeelte 40, dat aan het uiteinde is voorzien van lipjes 41 die onder wrijving kunnen samenwerken met de binnenzijde van het cilindervormig gedeelte 38 van het dichtingselement 35. Het dichtingselement 36 omvat voorts een verwijd gedeelte 42, dat kan samenwerken met een zitting 43 10 teneinde bij vulling van de zuigerkamer 7 deze van de omgeving, dat wil zeggen het uitstroomkanaal 17, af te sluiten. Wanneer de zuigerkamer is geleegd, is het staafvormige gedeelte 40 in het cilindervormig gedeelte 38 naar beneden verplaatst en zal bij de terugstelbeweging van de pomp het dichtingselement 35 15 uit de zitting 37 lichten, zodat materiaal uit de hoofdhouder 2 kan worden opgezogen.

In fig. 3 is een bijzondere uitvoeringsvorm van het bedieningsonderdeel 4 getoond, waarbij de afgeefopening voor een van de componenten een terugslagklep omvat, welke een in 20 de opening van een dichtingsring 47 afdichtend element 48 omvat, welk element 48 een uitsteeksel 49 omvat, dat zich in de opening van de dichtingsring 47 uitstrekt. In deze uitvoeringsvorm zijn twee uitstroomkanalen 50 en 51 aanwezig, die respektievelijk uitmonden bij de dichtingsring 47 en in de ringvormige kamer 25 52. Juist voor het uitsteeksel 49 bevindt zich een afgerond verdelingselement 53, dat dient voor verdeling van het via het kanaal 50 toegevoerde materiaal, dat voorafgaand aan afgifte uit de afgeefopeningen 54 met het via de ringvormige ruimte 52 toegevoerde materiaal kan mengen. Bij deze uitvoeringsvorm 30 wordt mogelijk gemaakt om de componenten op een esthetische aantrekkelijke wijze af te geven. Dat wil zeggen bijvoorbeeld gekleurde strepen of andere patronen van een hulpcomponent op een hoofdcomonent. Het zal duidelijk zijn dat deze uitvoering geschikt is voor bijvoorbeeld montage op de spuitbus uit fig. 35 1.

Bij voorkeur bevinden het uitsteeksel 49 en de dichtingsring 47 zich zo dicht mogelijk bij afgeefopeningen 54. Een en 1004121 - 8 - ander om de dode ruimte voorbij de dichtingsring 47 20 klein mogelijk te maken.

In fig. 4 is een uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de uitvinding getoond omvattende twee concentrische houders 5 60 en 61, waarbij de houder 60 is voorzien van een vrij beweegbare ringvormige zuiger 62 en de houder 61 is voorzien van een vrij beweegbare zuiger 63. Beide houders omvatten een zogenaamde balgpomp met twee kogelterugslagkleppen. De houder 60 is verbonden met een balgpomp 64 en de houder 61 met een 10 balgpomp 65. De desbetreffende balgen zijn vervaardigd uit een enigszins stijf doch veerkrachtige kunststof. De balgpomp 64 omvat een kogelterugslapklep 66 en een kogelterugslagklep 67 en de balgpomp 65 een kogelterugslagklep 68 en een kogelterugslagklep 69. De balgpomp 64 is verbonden met een afgeefmondstuk 15 70, terwijl de balgpomp 65 is verbonden met een afgeefmondstuk 71. Beide balgpompen worden bediend met het gemeenschappelijke bedieningsonderdeel 4.

Bij gebruik zal het in de balgpompen aanwezige materiaal bij indrukken van het bedieningsonderdeel 4 door de afgeefmond-20 stukken 70 en 71 worden afgegeven, terwijl de terugslagkleppen 67 en 69 worden gesloten. Wanneer het bedieningsonderdeel wordt losgelaten, zal deze door de veerkracht van de balgpompen 64 en 65 terugbewegen en zullen de terugslagkleppen 67 en 69 worden geopend, zodat materiaal uit de houders 60 en 61 in de balgpompen 25 kan worden gezogen. Tijdens deze opzuigwerking zullen de zuigers 62 en 63 over geschikte afstand omhoog kunnen bewegen.

In fig. 5 is dezelfde spuitbus als in fig. 4 getoond, met als enige wijziging, dat de houder 61 een enigszins gewijzigde vorm heeft en een bevestigingskraag 72 omvat, die 30 kan aangrijpen rond de ringvormige houder 60. De houder 61 is aldus navulbaar uitgevoerd. Hierdoor wordt de mogelijkheid geboden, om de hoeveelheid materiaal in de houders 60 zodanig groot te laten zijn, dat deze geschikt is voor meerdere navullingen van de houder 61. Genoemde navullingen kunnen 35 bijvoorbeeld met een verbreekbaar membraan gesloten zijn welk membraan door inbrengen van de navulling in de spuitbus kan worden verbroken.

1004121 - 9 -

Fig. 6 toont een uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de uitvinding, die opnieuw twee concentrische houders 60 en 61 omvat met respektievelijk een vrij beweegbare ringvormige houder 62 en een vrij beweegbare zuiger 63. Deze spuitbus is 5 echter bestemd voor afgifte met behulp van een drijf gas. Genoemd drijf gas bevindt zich in een ruimte 78 die wordt gevormd tussen de buitenwand van de houder 60 en een bodemgedeelte 79. In het bodemgedeelte 79 bevindt zich een vulventiel 80. Bij deze spuitbus werkt er dus een druk op de vrij beweegbare zuigers 10 62,-63. De houders staan elk in verbinding met een eigen geschikte bedieningsklep, te weten houder 61 met een bedienings-klep 80 en houder 60 met een bedieningsklep 81. Beide bedienings-kleppen werken op overeenkomstige wijze. De bedieningsklep 80 staat in verbinding met de af geef opening 71 en de bedieningsklep 15 81 met de afgeefopening 70. Daar beide bedieningskleppen op overeenkomstige wijze werken, zal uitsluitend de werking van bedieningsklep 80 worden besproken. Deze omvat een bedieningsele-ment 82 met een daarin aanwezig kanaal 83 met zijdelingse openingen 84 die worden afgedicht door een dichtingsring 85. 20 Het bedieningselement 82 wordt door een veer 86 in de in de figuur getoonde toestand gehouden. De verbinding met de houder 61 omvat een terugslagklep in de vorm van een kogeltje 87 in een zitting 88. Deze uitvoering van de spuitbus werkt zeer eenvoudig, daar hierbij geen pompbeweging meer noodzakelijk 25 is,'doch het eenvoudig indrukken van het bedieningsonderdeel 4 continue afgifte van materiaal bewerkstelligt. Tijdens indrukken van het bedieningsonderdeel 4 zullen de openingen 85 van de bedieningsklep in verbinding komen met de houder en kan door druk van het drijfgas op de zuigers 62 en 63 materiaal 30 worden af gegeven. Ook hierbij kunnen in plaats van gescheiden af geef openingen 70 respektieveli jk 71 eveneens een gemeenschappelijke afgeefopeningen worden gebruikt.

In fig. 7 is een uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de uitvinding getoond, omvattende een hoofdhouder 1 en een 35 hulphouder 2, waarbij de laatste een vrij beweegbare zuiger 29 omvat. De beide houders 1 en 2 zijn verbonden met een eigen pomp, waarbij de beide pompen in dit geval echter zijn 1004121 - 10 - gecombineerd tot een concentrisch pompsamenstel. Een pomp 90 voor de hulphouder 2 bezit een overeenkomstige werking als de in fig. 2 getoonde pomp en zal derhalve niet nader worden beschreven. De pomp 91 voor de hoofdhouder 1 omvat een 5 zuigerkamer 92 en een daarin vrij beweegbare zuiger 93. Voorts is een kanaal 94 aanwezig, dat wordt afgesloten door een dichtingsring 95, welke dichtingsring bij afgifte van materiaal kan worden geopend, om daardoor het kanaal 94 in verbinding te stellen met een ringvormige afgeefopening 96. De pomp 90 10 pompt materiaal uit de houder 2 via een kanaal 97 naar een centrale afgeefopening 98.

Bij de terugslagklep met kogel 11 en zitting 10 bevinden zich boven de kogel nokken 98 om te voorkomen, dat tijdens vulling van de zuigerkamer 92 de kogel in genoemde kamer beweegt. 15 Voorts is opnieuw in de wand van de zuigerkamer 92 een beluch-tingsopening 32 aanwezig voor beluchting van de hoofdhouder 1.

In dit geval is het gehele pompsamenstel onder tussenkomst van een dichtingsring 99 met behulp van een schroefkap 100 op de hoofdhouder bevestigd.

20 In fig. 8 is een uitvoeringsvorm van de spuitbus volgens de uitvinding getoond, die bestemd is voor het mengen van twee componenten met lucht, voor het afgeven van een schuim. Deze omvat in hoofdzaak het pompsamenstel volgens fig. 7 met een gecombineerde pomp voor de hulphouder 2 en een pomp voor de 25 hoofdhouder 1. De pomp 90 voor de hulphouder 2 omvat als terugslagklep een kogel 105 die kan samenwerken met een zitting 106·in plaats van het samenstel van dichtingselementen 35 en 36.

De zuiger 93 is voorzien van een hulpzuiger 107 en werkt 30 samen met een veer 108. De pomp 91 omvat aan de bovenzijde een dichtingsrichting in de vorm van een vaste zuiger 109. Boven genoemde dichtingsring is een aanvullende pomp 110 aanwezig voor het verpompen van lucht. Deze pomp omvat een ringvormige zuiger 111 met nokken 112 en 113 en een tussen genoemde nokken 35 aanwezige doorgang 114. De nokken kunnen samenwerken met aanslagen 115 en 116. De aanslag 115 is aanwezig op een bedieningscilinder 116 voor bediening van de zuiger 93 van de 1004121 - 11 - pomp 91. In de bedieningscilinder 116 bevindt zich de zuigercilinder 117 van de pomp 90. Tussen genoemde zuigercilinder 119 en de bedieningscilinder 116 is een ringvormige ruimte aanwezig voor doorvoer van het materiaal uit de zuigerkamer 5 92 van de pomp 91. Bij gebruik zal de nok 112 op de zuiger 111 afdichtend tegen de ringvormige aanslag 116 en zal lucht tussen nok 113 en aanslag 115 door kunnen bewegen naar de ringvormige ruimte 119 en via het in fig. 9 op vergrote schaal aangegeven mengkamersamenstel voor de uitstroomopening 121 van het 10 bedieningsonderdeel kunnen verlaten in de vorm van een schuim.

In fig. 9 is de bedieningscilinder 116, de zuigercilinder 117 met het daartussen aanwezige kanaal 118 zichtbaar, alsmede het kanaal 119 voor de toevoer van lucht. Het bedieningsonderdeel 4 omvat een doorgaande centraal kanaal 122 dat plaatselijk van 15 een ringvormige schouder is voorzien, waarop de bedieningscilinder 116 onder tussenkomst van nokjes, dan wel groeven in een van beide onderdelen steunt. Op dezelfde wijze steunt daarop de bedieningszuiger 117, die aan het uiteinde in het kanaal 122 is voorzien van een kap 123 met schuin in de uitstroomrich-20 ting gerichte omtreksopeningen 124, waardoor een geschikte voormenging kan worden verkregen tussen de beide aldus toegevoerde componenten. Het aldus gevormde mengsel treedt in de vorm van een cilindervormige kolom in het kanaal 122, welke kolom dwars daarop door via kanaal 119 toegevoerde lucht wordt 25 getroffen, hetgeen een zeer goede menging oplevert. In dit verband wordt verwezen naar EP-A-0 483 240. Nabij genoemde afdekkap 123 is in de bedieningszuiger 117 een dichtingsring 125 aanwezig, die kan samenwerken met een door ribben in de zuiger 117 bevestigd dichtingselement 126, die kan samenwerken 30 met de opening in de ring 125. Het mengsel van de componenten uit de hoofdhouder en de hulphouder 2 wordt met voordeel in een verhouding van ongeveer 1:10 met lucht gemengd.

De bedieningszuiger 117 steunt op ribben 127 die zich aan de binnenzijde van het uitstroomkanaal 122 van het 35 bedieningsonderdeel 4 bevinden.

Het gehele samenstel is met behulp van een bevestigingskap 128 op een houder te bevestigen. Met 129 is een beluchtingsope- 1004121 - 12 - ning aangegeven voor beluchting van de ruimte tussen de zuiger 109 en de beweegbare zuiger 93 van de pomp 91. Deze beluchtings-opening kan ook worden weggelaten, waarbij de veer 108 eveneens kan worden weggelaten, en de ruimte bóven de zuiger 93 in dat 5 geval als vacuumveer werkt.

Wanneer het pompsamenstel is gebruikt voor het afgeven van schuim en het bedieningsonderdeel 4 wordt losgelaten, zal de pomp 110 opnieuw met lucht worden gevuld doordat de ringvormige nok 113 afdicht tegen de aanslag 115 en lucht tussen 10 de bevestigingskap 128 en de buitenwand 130 van het bedieningsonderdeel 4 door kan bewegen tussen de nok 112 en de aanslag 116 door en vervolgens door de openingen 114 in de zuiger 111.

Het zal duidelijk zijn dat de spuitbus volgens de uitvinding zoals in het voorgaande beschreven, niet beperkt 15 is tot de getoonde uitvoeringsvormen, doch dat vele variaties van af geef middelen, zoals aan de gemiddelde vakman bekend kunnen worden toegepast, m.a.w. er kunnen andere pomp- respectievelijk ventielmechanismes worden toegepast.

De in het voorgaande beschreven houders met vrij 2 0 beweegbare zuigers kunnen worden vervangen door elke geschikte houder met variabel volume, zoals zakjes, tubes, ballonnen etc.

Alle houders van de spuitbus volgens de uitvinding kunnen uit een niet-zuurstofdoorlatende kunststof zijn vervaardigd, zodat de zich in de houders bevindende componenten, met name 25 die in de hulphouder, niet reageren.

Indien het niet-zuurstofdoorlatende materiaal van de hulphouder zelf niet de overige gewenste .eigenschappen bezit, kan de hulphouder als een gecoëxtrudeerde tube uit meerdere lagen zijn vervaardigd, waarvan een inwendige laag geen zuurstof 3 0 doorlaat, terwijl de hulphouder toch de vereiste flexibiliteit bezit om het volume daarvan te kunnen verkleinen.

1004121

Claims (12)

1. Spuitbus bestemd voor het afgeven van meerdere componenten ter vervaardiging van een meer-componenten-materiaal, in het 5 bijzonder een pasteus cosmeticamateriaal, welke spuitbus meerdere houders voor componenten omvat en afgeefmiddelen voor het uit de houders naar een of meer afgeefopeningen voeren van de af te geven componenten, waarbij voorts een bedieningsonderdeel aanwezig is voor het bedienen van de afgeefmiddelen, met het 10 kenmerk, dat de spuitbus een hoofdhouder en een of meer hulphouders omvat, waarbij de een of meer hulphouders in de hóofdhouder zijn opgenomen.

2. Spuitbus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 afgeefmiddelen zijn uitgevoerd in de vorm van tenminste een met het bedieningsonderdeel samenwerkende en met tenminste een houder verbonden pomp.

3. Spuitbus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 afgeefmiddelen van tenminste een houder zijn uitgevoerd in de vorm van een met het bedieningsonderdeel samenwerkend ventiel, voor het met een afgeefopening in verbinding stellen van de houder, en een al dan niet direkt met de inhoud van de houder in verbinding staande drijfgashouder. 25

4. Spuitbus volgens een of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat tussen tenminste een van de houders en een afgeefopening een terugslagklep aanwezig is. 3 0

5. Spuitbus volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een van de houders een houder met variabel volume is.

6. Spuitbus volgens een of meer van de conclusies 1-5, met 35 het kenmerk, dat de spuitbus één hulphouder bevat.

7. Spuitbus volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 1004121 » - 14 - verhouding tussen het per pompslag te verplaatsen volume van de hoofdcomponent en de hulpcomponent tenminste 1:1 bedraagt.

8. Spuitbus volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 5 verhouding tussen het per pompslag te verplaatsen volume van de hoofdcomponent en de hulpcomponent tenminste 10:1 bedraagt.

9. Spuitbus volgens een of meer van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de hoofd- en hulphouders concentrische houders 10 zijn.

10. Spuitbus volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat elke houder een vrij beweegbare zuiger omvat.

11. Spuitbus volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke houder is voorzien van afzonderlijke met het bedieningsonderdeel bedienbare afgeefmiddelen.

12. Spuitbus volgens een of meer van de conclusies 1-3, met 20 het kenmerk, dat de spuitbus is ingericht om tenminste een gasvormige component met een vloeibare component te mengen ter vorming van een schuim. 1004121