NL1004008C2 - Contactinrichting. - Google Patents

Contactinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1004008C2
NL1004008C2 NL1004008A NL1004008A NL1004008C2 NL 1004008 C2 NL1004008 C2 NL 1004008C2 NL 1004008 A NL1004008 A NL 1004008A NL 1004008 A NL1004008 A NL 1004008A NL 1004008 C2 NL1004008 C2 NL 1004008C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact device
wire
leaf spring
channel
wires
Prior art date
Application number
NL1004008A
Other languages
English (en)
Inventor
Koop Lambertus Leonar Warringa
Original Assignee
Capax B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Capax B V filed Critical Capax B V
Priority to NL1004008A priority Critical patent/NL1004008C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1004008C2 publication Critical patent/NL1004008C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R13/00Details of coupling devices of the kinds covered by groups H01R12/70 or H01R24/00 - H01R33/00
    • H01R13/66Structural association with built-in electrical component
    • H01R13/6608Structural association with built-in electrical component with built-in single component
    • H01R13/6625Structural association with built-in electrical component with built-in single component with capacitive component
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R4/00Electrically-conductive connections between two or more conductive members in direct contact, i.e. touching one another; Means for effecting or maintaining such contact; Electrically-conductive connections having two or more spaced connecting locations for conductors and using contact members penetrating insulation
    • H01R4/28Clamped connections, spring connections
    • H01R4/48Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member
    • H01R4/4809Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member using a leaf spring to bias the conductor toward the busbar
    • H01R4/48185Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member using a leaf spring to bias the conductor toward the busbar adapted for axial insertion of a wire end
    • H01R4/4819Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member using a leaf spring to bias the conductor toward the busbar adapted for axial insertion of a wire end the spring shape allowing insertion of the conductor end when the spring is unbiased
    • H01R4/4821Single-blade spring
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R4/00Electrically-conductive connections between two or more conductive members in direct contact, i.e. touching one another; Means for effecting or maintaining such contact; Electrically-conductive connections having two or more spaced connecting locations for conductors and using contact members penetrating insulation
    • H01R4/28Clamped connections, spring connections
    • H01R4/48Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member
    • H01R4/4809Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member using a leaf spring to bias the conductor toward the busbar
    • H01R4/4828Spring-activating arrangements mounted on or integrally formed with the spring housing
    • H01R4/4833Sliding arrangements, e.g. sliding button
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R4/00Electrically-conductive connections between two or more conductive members in direct contact, i.e. touching one another; Means for effecting or maintaining such contact; Electrically-conductive connections having two or more spaced connecting locations for conductors and using contact members penetrating insulation
    • H01R4/28Clamped connections, spring connections
    • H01R4/48Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member
    • H01R4/4809Clamped connections, spring connections utilising a spring, clip, or other resilient member using a leaf spring to bias the conductor toward the busbar
    • H01R4/4828Spring-activating arrangements mounted on or integrally formed with the spring housing
    • H01R4/4837Single arrangement activating multiple springs

Landscapes

  • Connections Arranged To Contact A Plurality Of Conductors (AREA)

Description

1004008
CONTACTINRICHTING
5 De uitvinding betreft een vast met een compo nent verbonden contactinrichting voor het met tenminste een draad verbinden van een in een elektrisch apparaat op te nemen component, waarbij de contactinrichting omvat: - een kanaal voor elk van de te verbinden 10 draden, waarbij een zijde van het kanaal door een met de component verbonden geleider wordt gevormd; - een bladveer voor elk van de kanalen voor het vastklemmen van de tenminste ene draad in het betreffende kanaal, waarbij de bladveer is ingericht voor het raken 15 van de draad aan de tegenover de geleider gelegen zijde en voor het uitoefenen van een naar de geleider toe gerichte klemkracht op de draad; en - een vrijmaakorgaan voor het vrijmaken van de draad bij het tot in het kanaal steken of het uit het 20 kanaal trekken van de draad.
Een dergelijke inrichting is bekend uit EP-A-0 012 520.
Deze bekende inrichting heeft het nadeel dat de kracht, die door de gebruiker moet worden uitgeoefend 25 voor het indrukken van het vrijmaakorgaan, aanzienlijk is.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke contactinrichting, waarbij minder kracht hehoeft te worden uitgeoefend voor het 30 indrukken van het vrijmaakorgaan, maar waarbij toch voldoende klemkracht door de bladveer wordt uitgeoefend voor het betrouwbaar vasthouden van de draad.
Dit doel wordt bereikt, doordat dat de bladveer van een verlenging is voorzien die is ingericht om bij 35 indrukking van het vrijmaakorgaan de bladveer van de draad af te doen bewegen.
Als gevolg van deze maatregelen ontstaat een hefboomwerking, zodat de bladveer met uitoefening van een
] O 0/Π^Q
2 relatief kleine kracht kan worden losgemaakt van de draad en de draad gemakkelijk kan worden verwijderd of kan worden ingestoken.
Hierbij zij opgemerkt dat bij de voorziene 5 toepassing bij een door netvoeding gevoed apparaat wette-lijke vereisten gelden, dat een dergelijke verbinding met de hand of met gebruik van een schroevendraaier ook door een leek gemakkelijk moet kunnen worden losgemaakt.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het 10 beweegbare deel van de bladveer hoofdzakelijk vlak, en strekt de verlenging van de bladveer zich onder een hoofdzakelijk rechte hoek ten opzichte van de rest van de bladveer uit.
Deze maatregelen leiden tot een zelfs sterkere 15 hefboomwerking.
De uitvinding is evenmin beperkt tot elektrisch handgereedschap; zij is toepasbaar bij andere elektrische apparaten, zoals broodroosters, mixers, "entertainment"-elektronica en dergelijke.
20 Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvor men blijken uit de overige onderconclusies.
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 25 figuur l: een perspectivisch aanzicht van een schakelaar die van twee contactinrichtingen volgens de onderhavige uitvinding is voorzien; en figuur 2: een doorsnede volgens de lijn II-II in figuur 1.
30 In figuur 1 is een elektronische regelaar 1 getoond, zoals deze veelal wordt toegepast bij bijvoorbeeld elektrisch gereedschap, bijvoorbeeld een elektrische boormachine. De regelaar 1 wordt gevormd door een huis 2, waarin de regelelektronica is ondergebracht aan 35 één zijde, waarvan een regelknop 3 is aangebracht voor het regelen van een toerentalkoppel of een andere grootheid van de motor, waarmee de elektronische regeleenheid 2 is verbonden.
1004008 3
Een dergelijke elektronische regeleenheid is door middel van twee draden 4,5 verbonden met een netaan-sluiting, en zij is tevens door middel van twee draden 6,7 verbonden met de elektronische aandrijfinrichting. De 5 aansluitdraden 4,5 vormen een deel van een netsnoer dat door middel van een niet in de tekening weergegeven trekontlasting naar buiten is gevoerd. In het algemeen zijn deze draden van een samengestelde, dat wil zeggen een niet-massieve ader voorzien.
10 Met de twee draden 6,7 is de elektronische regeleenheid met de gevoede component, bijvoorbeeld een elektromotor, verbonden.
In plaats van de hier getoonde elektronische regeleenheid is het tevens mogelijk dat gebruik gemaakt 15 wordt van een losse schakelaar, bijvoorbeeld in het geval van "entertainment"-elektronica.
Voor het maken van een verbinding is het huis 2 voorzien van een verlenging 8 die in essentie wordt gevormd door een bodemplaat 8 en een bovenplaat 9, die 20 verbonden worden door een aantal verbindingswanden 10. In de bovenplaat 9 zijn twee gaten 11 aangebracht, waar de gestripte einden 12,13 van de netaansluitdraden 4,5 kunnen worden ingestoken. Hierbij komen de gestripte einden 12,13 tot in een kanaal dat zich loodrecht op de 25 hoofdrichting van de bodemplaat 9 parallel aan de wanden 10 uitstrekt. Aan één zijde wordt de rand van het kanaal gevormd door een contactstrook 14, respectievelijk 15 die de verbinding vormen met de in het huis 2 opgenomen elektronica. Aldus vindt een direkt contact plaats tussen 30 de draden 4,5 en de aansluitstrook.
Verder zijn twee bladveren 16, respectievelijk 17 aangebracht, welke L-vormig gebogen zijn, en welke met één poot zich parallel uitstrekken aan een van de verbindingswanden 10. De andere poot strekt zich vanaf de 35 bovenwand 9 schuin naar beneden uit, en raakt daarbij de ingestoken draad 4, respectievevelijk 5 het gestripte einde 12, respectievelijk 13 daarvan. Hierbij wordt er op gewezen dat voor het fixeren van de bladveren 16 de v» ^ A i' v-' O' 4 bovenwand 9 van uitstulpingen 18, respectievelijk 19 is voorzien. Tevens is het mogelijk anderssoortige fixatie-methoden toe te passen, bijvoorbeeld door het opsluiten van het vlakke deel tussen parallelle wanddelen.
5 Het zal duidelijk zijn dat door de specifieke vorm van de bladveren het insteken van de draden 12, respectievelijk 13 gemakkelijk is. Hierbij wordt er op gewezen dat de veren 16, respectievelijk 17 een grote kracht opwekken om een zo goed mogelijk contact te hand-10 haven tussen de contactstroken 14, respectievelijk 15 en de ingestoken, gestripte draadeinden 12, respectievelijk 13. Om ondanks deze grote contactdruk het insteken te vergemakkelijken, is een vrijmaakorgaan aangebracht in de vorm van een drukknop 20. Deze drukknop 20 is gemakkelijk 15 met de hand te bedienen, waarbij deze met de hand naar beneden kan worden gedrukt, waartoe de drukknop 20 verbonden is met een geleidepen 21 die zich in een vast met de bodemplaat 8 verbonden kanaal 22 uitstrekt. In het kanaal 22 is een schroefveer 23 aangebracht. Als gevolg 20 van deze schroefveer wordt bij het indrukken van de knop 20 een kracht ondervonden. De drukknop 20 is verder verbonden met twee bedieningspennen 24, respectievelijk 25 die zich parallel aan de geleidepen 21 uitstrekken, en die, bij het voldoende ver indrukken van de drukknop 20, 25 omgebogen verlengingen 26, respectievelijk 27 van de bladveren 16, respectievelijk 17 indrukken, zodat de randen 28, respectievelijk 29, die zijn ingericht om de gestripte einden 12, respectievelijk 13 te raken, vrijkomen van de draadeinden 12, respectievelijk 13, zodat deze 30 gemakkelijk in-, respectievelijk uit kunnen worden genomen.
Vervolgens zal de werking van deze inrichting worden beschreven.
Aanvankelijk wordt, zoals genoemd is, de druk-35 knop 20 tegen de werking van de veer 23 in worden ingedrukt, zodat de pennen 24, respectievelijk 25 drukken tegen de verlengingen 26, respectievelijk 27 van de bladveren 16 en 17. De volledige breedte van de kanalen 1004008 5 komt dan vrij, zodat de gestripte einden 12,13 van de draden 4 en 5 kunnen worden ingestoken. Wanneer deze draden voldoende ver zijn ingestoken, wordt de knop 20 terug losgelaten, zodat de bladveren kunnen terugveren.
5 Door hun kracht drukken zij de draadeinden 12, respectievelijk 13 voldoende stevig tegen de contactstroken 14 en 15 aan, zodat een goed contact wordt verkregen. Bij het losmaken van de draden wordt een omgekeerde procedure uitgevoerd; de drukknop 20 wordt ingedrukt, waarna de 10 draden 12,13 kunnen worden losgehaald.
In het bijzonder bij de toepassing, waarbij netsnoeren 4,5 met de elektronische regeleenheid worden verbonden, wordt veelal ter ontstoring een condensator 30 toegepast. Deze condensator is parallel geschakeld aan de 15 ingangsaansluitingen van de elektronische regeleenheid.
Volgens de onderhavige uitvinding is het huis 2 van vasthoudbeugels 31,32 voorzien die zorgdragen voor een goede fixatie van de in het algemeen blokvormige condensator. Dit is in het bijzonder van belang in ver-20 band met de veelal trillende omgeving waarin een dergelijke regeleenheid wordt toegepast, zodat het gevaar van lostrillen of kapottrillen niet denkbeeldig is.
Hierbij strekken de aansluitdraden 33, respectievelijk 34 van de condensator zich uit tot in het 25 gebied tussen de bovenplaat 9 en de onderplaat 8. Door het ombuigen van de contactveren 16, respectievelijk 17, hetgeen blijkt uit figuur 2, kunnen deze tevens worden gebruikt voor het maken van contact met de desbetreffende aansluitdraden 33,34. Dit vereenvoudigt bovendien de 30 montage, zodat de condensator 30 slechts eenvoudigweg behoeft te worden ingestoken.
Ten slotte wordt er op gewezen dat de afstand tussen de bovenplaat 9 en de bodemplaat 8 van de aan-sluitinrichting kleiner is dan de dikte van het huis l.
35 Anders uitgedrukt is de bovenplaat 9 van de aansluitinrichting versprongen ten opzichte van de bovenplaat van het huis. Dit biedt de mogelijkheid de aansluitdraden direkt boven de bovenplaat 9 van de aansluitinrichtingen :004008 6 om te buigen en parallel aan het bovenvlak weg te leiden, zonder dat de afstand tussen de onderplaat en de draden groter is dan de afstand tussen de onderplaat en de bovenplaat van het huis.
5 In het bijzonder bij toepassingen waar de ruimte beperkt is, is dit aantrekkelijk. Een ander aspect van de onderhavige constructie is dat de bedieningsknop bedienbaar is vanaf dezelfde zijde als de draden worden ingestoken; dit vergemakkelijkt de montage.
' ' Π0 0 8

Claims (13)

1. Vast met een component verbonden contactin-5 richting voor het met tenminste een draad verbinden van een in een elektrisch apparaat op te nemen component, waarbij de contactinrichting omvat: - een kanaal voor elk van de te verbinden draden, waarbij een zijde van het kanaal door een met de 10 component verbonden geleider wordt gevormd; - een bladveer voor elk van de kanalen voor het vastklemmen van de tenminste ene draad in het betreffende kanaal, waarbij de bladveer is ingericht voor het raken van de draad aan de tegenover de geleider gelegen zijde 15 en voor het uitoefenen van een naar de geleider toe gerichte klemkracht op de draad; en - een vrijmaakorgaan voor het vrijmaken van de draad bij het tot in het kanaal steken of het uit het kanaal trekken van de draad, 20 met het kenmerk, dat de bladveer van een ver lenging is voorzien die is ingericht om bij indrukking van het vrijmaakorgaan de bladveer van de draad af te doen bewegen.
2. Contactinrichting volgens conclusie 1, met 25 het kenmerk, dat het beweegbare deel van de bladveer hoofdzakelijk vlak is, en dat de verlenging van de bladveer zich onder een hoofdzakelijk rechte hoek ten opzichte van de rest van de bladveer uitstrekt.
3. Contactinrichting volgens conclusie 1 of 2, 30 met het kenmerk, dat de bladveer zich hoofdzakelijk onder een scherpe hoek ten opzichte van de positie van de in te steken draad uitstrekt.
4. Contactinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de contactinrichting is ingericht voor het met 35 ten minste twee draden verbinden van de component, en waarbij voor elk van de draden een klemorgaan is aangebracht, met het kenmerk, dat het vrijmaakorgaan is inge 1004008 u * richt voor het hoofdzakelijk tegelijkertijd vrijmaken van beide klemorganen.
5. Contactinrichting volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de bladveer ter plaatse van 5 het kanaal van een opening is voorzien, en dat een rand van de opening is ingericht om de te verbinden draad klemmend te raken.
6. Contactinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as van het 10 kanaal zich parallel aan een omgebogen, vastgeklemd deel van de bladveer uitstrekt.
7. Contactinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de contactinrichting verbonden is met een elektronische regelaar voor 15 elektrisch handgereedschap.
8. Contactinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de contactinrichting is ingericht voor het maken van een verbinding met een netsnoer.
9. Contactinrichting volgens conclusie 8, met 20 het kenmerk, dat de contactinrichting is ingericht voor het opnemen van een ontstoringscomponent, bijvoorbeeld een condensator.
10. Contactinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de contactinrichting is ingericht voor 25 het met zijn aansluitdraden dwars op de kanaalas opnemen van de ontstoringscomponent.
11. Contactinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat voor het opnemen van de aansluitdraden van de ontstoringscomponent secundaire kanalen zijn 30 aangebracht, aan een zijde van elk waarvan een geleider is aangebracht die een geheel vormt met de zich langs het desbetreffende kanaal uitstrekkende geleider.
12. Contactinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand 35 tussen de bovenzijde van het kanaal en de onderzijde van de aansluitinrichting kleiner is dan de dikte van het huis. 1004008 ^
13. Contactinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vrijmaakor-gaan bedienbaar is vanaf dezelfde zijde als de draden kunnen worden ingestoken. 10Ü4O08
NL1004008A 1996-09-11 1996-09-11 Contactinrichting. NL1004008C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004008A NL1004008C2 (nl) 1996-09-11 1996-09-11 Contactinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004008 1996-09-11
NL1004008A NL1004008C2 (nl) 1996-09-11 1996-09-11 Contactinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004008C2 true NL1004008C2 (nl) 1998-03-19

Family

ID=19763497

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004008A NL1004008C2 (nl) 1996-09-11 1996-09-11 Contactinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1004008C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH293258A (de) * 1950-07-15 1953-09-15 Schachenmann Conrad Dr Jur Schraubenlose Verbindungsklemme.
DE1764494B1 (de) * 1968-06-14 1971-12-16 Broekelmann Jaeger & Busse Fassungsstein
EP0012520A1 (en) * 1978-11-27 1980-06-25 Lucerne Products, Inc. Trigger operated tool handle switch
DE9202445U1 (nl) * 1992-02-26 1992-04-16 Electro-Terminal Gesellschaft M.B.H., Innsbruck, At
EP0621655A1 (de) * 1993-04-20 1994-10-26 Vossloh Schwabe GmbH Anschlusselement für wenigstens ein elektrisches Betriebsmittel
EP0678932A1 (de) * 1994-04-20 1995-10-25 Vossloh Schwabe GmbH Elektrische Anschluss- und Verbindungsklemme

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH293258A (de) * 1950-07-15 1953-09-15 Schachenmann Conrad Dr Jur Schraubenlose Verbindungsklemme.
DE1764494B1 (de) * 1968-06-14 1971-12-16 Broekelmann Jaeger & Busse Fassungsstein
EP0012520A1 (en) * 1978-11-27 1980-06-25 Lucerne Products, Inc. Trigger operated tool handle switch
DE9202445U1 (nl) * 1992-02-26 1992-04-16 Electro-Terminal Gesellschaft M.B.H., Innsbruck, At
EP0621655A1 (de) * 1993-04-20 1994-10-26 Vossloh Schwabe GmbH Anschlusselement für wenigstens ein elektrisches Betriebsmittel
EP0678932A1 (de) * 1994-04-20 1995-10-25 Vossloh Schwabe GmbH Elektrische Anschluss- und Verbindungsklemme

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7909664B2 (en) Wire termination apparatus and method
US4166934A (en) Modular electrical switch/outlet assembly
US4701138A (en) Solderless electrical connector
CA2399184C (en) Safety receptacle with jacketed internal switches
EP2096714B1 (en) Electrical connection device with contact spring operated by a lever having an inlet opening for the end of an electric cable
KR20050063796A (ko) 평면 가요성 케이블과 구성요소 사이의 커넥터 장치
US20100304596A1 (en) Wire termination apparatus and method
US20100304619A1 (en) Wiring termination mechanisms and use thereof
US9343828B2 (en) Push button power poke home connector
CA2164209C (en) Quick connect and disconnect electrical terminal
JPH11500266A (ja) クランプ接触装置
JP2008034217A (ja) 接続装置
JP6648046B2 (ja) 接続機器
JPS5991677A (ja) 電気的導体の接続装置
NL1004008C2 (nl) Contactinrichting.
JP2001307789A (ja) 電気コネクタ
FI108483B (fi) Sõhk÷pistorasia, jolla on parannetut irtikytkentõominaisuudet
MXPA02010306A (es) Barrera para dedos para interruptores de energia electrica e interruptor de energia electrica que lo incorpora.
EP2048741B1 (en) Screwless Terminal for Electrical Leads
CN111108651A (zh) 用于连接电线的连接装置
US3019406A (en) Wiring device with wire gripping electrical connector
EP2889964B1 (en) Spring connection terminal with actuation lever
JPH0523422U (ja) 圧接形ケーブル接続器
US6856232B2 (en) Mounting fixture for switch connectors
FI126887B (en) Strain relief

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080401