NL1003431C2 - Rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor. - Google Patents

Rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor. Download PDF

Info

Publication number
NL1003431C2
NL1003431C2 NL1003431A NL1003431A NL1003431C2 NL 1003431 C2 NL1003431 C2 NL 1003431C2 NL 1003431 A NL1003431 A NL 1003431A NL 1003431 A NL1003431 A NL 1003431A NL 1003431 C2 NL1003431 C2 NL 1003431C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
motor
bicycle
gear
motor current
bicycle according
Prior art date
Application number
NL1003431A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1003431A1 (nl
Inventor
Johann Schloegl
Original Assignee
Egston Eggenburger Syst Elektr
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from AT34695U external-priority patent/AT833U1/de
Priority claimed from AT49795U external-priority patent/AT1077U1/de
Application filed by Egston Eggenburger Syst Elektr filed Critical Egston Eggenburger Syst Elektr
Publication of NL1003431A1 publication Critical patent/NL1003431A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1003431C2 publication Critical patent/NL1003431C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62MRIDER PROPULSION OF WHEELED VEHICLES OR SLEDGES; POWERED PROPULSION OF SLEDGES OR SINGLE-TRACK CYCLES; TRANSMISSIONS SPECIALLY ADAPTED FOR SUCH VEHICLES
    • B62M6/00Rider propulsion of wheeled vehicles with additional source of power, e.g. combustion engine or electric motor
    • B62M6/40Rider propelled cycles with auxiliary electric motor
    • B62M6/60Rider propelled cycles with auxiliary electric motor power-driven at axle parts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60LPROPULSION OF ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES; SUPPLYING ELECTRIC POWER FOR AUXILIARY EQUIPMENT OF ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES; ELECTRODYNAMIC BRAKE SYSTEMS FOR VEHICLES IN GENERAL; MAGNETIC SUSPENSION OR LEVITATION FOR VEHICLES; MONITORING OPERATING VARIABLES OF ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES; ELECTRIC SAFETY DEVICES FOR ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES
    • B60L50/00Electric propulsion with power supplied within the vehicle
    • B60L50/50Electric propulsion with power supplied within the vehicle using propulsion power supplied by batteries or fuel cells
    • B60L50/53Electric propulsion with power supplied within the vehicle using propulsion power supplied by batteries or fuel cells in combination with an external power supply, e.g. from overhead contact lines
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02KDYNAMO-ELECTRIC MACHINES
    • H02K7/00Arrangements for handling mechanical energy structurally associated with dynamo-electric machines, e.g. structural association with mechanical driving motors or auxiliary dynamo-electric machines
    • H02K7/10Structural association with clutches, brakes, gears, pulleys or mechanical starters
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K1/00Arrangement or mounting of electrical propulsion units
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60LPROPULSION OF ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES; SUPPLYING ELECTRIC POWER FOR AUXILIARY EQUIPMENT OF ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES; ELECTRODYNAMIC BRAKE SYSTEMS FOR VEHICLES IN GENERAL; MAGNETIC SUSPENSION OR LEVITATION FOR VEHICLES; MONITORING OPERATING VARIABLES OF ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES; ELECTRIC SAFETY DEVICES FOR ELECTRICALLY-PROPELLED VEHICLES
    • B60L2200/00Type of vehicles
    • B60L2200/12Bikes
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02KDYNAMO-ELECTRIC MACHINES
    • H02K7/00Arrangements for handling mechanical energy structurally associated with dynamo-electric machines, e.g. structural association with mechanical driving motors or auxiliary dynamo-electric machines
    • H02K7/10Structural association with clutches, brakes, gears, pulleys or mechanical starters
    • H02K7/116Structural association with clutches, brakes, gears, pulleys or mechanical starters with gears
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T10/00Road transport of goods or passengers
    • Y02T10/60Other road transportation technologies with climate change mitigation effect
    • Y02T10/64Electric machine technologies in electromobility
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T10/00Road transport of goods or passengers
    • Y02T10/60Other road transportation technologies with climate change mitigation effect
    • Y02T10/70Energy storage systems for electromobility, e.g. batteries

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Automatic Cycles, And Cycles In General (AREA)
  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)
  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)
  • Connection Of Motors, Electrical Generators, Mechanical Devices, And The Like (AREA)

Description

Rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor.
De uitvinding heeft betrekking op een rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor en een reflector, die in het gebied van diens 5 bagagedrager is aangebracht, waarbij de elektrische hulpmotor via een stroomverzorgingseenheid wordt gevoed en de stroom van de motor regelbaar is door een motorstroomregelaar die is omgeven door een huis.
Uit Duits Gebrauchsmuster DE-U-9407684 is een fiets met elektrische hulpmotor bekend met de volgende constructieve opbouw: de elek-10 tromotor omvat een onderzetaandrijving waarvan de aandrijfas, voorzien van aandrijftandkrans 24, loodrecht op de motoras staat. Deze aan-drijfeenheid is middels schroeven bevestigd aan een aan de onderkant van de zadelbuis 11 bevestigde grondplaat 25. Het voorste tandwiel 12 van de pedaalaandrijving is met een tandwiel 26 verbonden waarin de 15 motortandkrans 24 ingrijpt. De batterijen zijn links en rechts van het achterwiel in een aan de bagagedrager bevestigde tas geplaatst. Verder omvat de inrichting een of meerdere schakelaars om de hulpmotor in te schakelen.
Rijwielen van het bij aanhef gedefinieerde type onderscheiden zich 20 door een aandrijving die van een voor de omgeving zeer verdraagzaam type is, waarbij door aanvullend trappen van de berijder, bij hellingen of tegenwind, het tamelijk geringe draaimoment van de elektrisch hulpmotor kan worden gecompenseerd. Doordat de stroomverzorgingseenheid wordt meegevoerd, welke meestal is gerealiseerd door middel van 25 opnieuw oplaadbare accumulatoren, ontstaat echter een tamelijk groot eigen gewicht hetgeen het rendement van de aandrijving vermindert. Teneinde een zo goed mogelijke uitbuiting van de ter beschikking staande energie te realiseren, is bij dergelijke bekende rijwielen voorzien in een motorstroomregelaar voor het regelen van het toeren-30 tal, waarmee het voor de zich voordoende rijomstandigheden beste toerental van de motor kan worden ingesteld. Bekende rijwielen hebben de motorstroomregelaar direct op het stuur, zodat een ongunstige verdeling van het gewicht van de afzonderlijke componenten van de aandrijving ontstaat. Het op het stuur werkende gewicht heeft een onsymmetri-35 sche krachtwerking tot gevolg die de rustige loop van het rijwiel nadelig beïnvloedt. Met de hand moet steeds tegen de neiging van het voorwiel om te slingeren worden tegen gestuurd. Bovendien beweegt zich bij een dergelijke opstelling het zwaartepunt in de richting van de 1003431 2 voorstang hetgeen van nadeel is voor het rijgedrag van het rijwiel.
Aan de uitvinding ligt derhalve het probleem ten grondslag een rijwiel van het hiervoor genoemde type te verschaffen, waarbij een gunstige gewichtsverdeling van de afzonderlijke componenten is gerea-5 liseerd en de rijeigenschappen van het rijwiel ondanks de hulpaandrij-ving zeer goed zijn.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de motor-stroomregelaar in het gebied van het achtereinde van de bagagedrager is aangebracht en de reflector eventueel aan het huis van de motor-10 stroomregelaar is vastgemaakt.
Daardoor is het gewicht van de motorstroomregelaar enerzijds tamelijk laag en anderzijds in de buurt van het zwaartepunt van de rest van het rijwiel aangebracht. Dit heeft een bijzonder positieve invloed op het rijgedrag van het rijwiel, omdat het daardoor rustiger loopt en 15 spoorvast is.
Bovendien is bij tot nu toe bekende rijwielen met extra elektrische aandrijving de elektrische hulpmotor aan het gestel van het rijwiel, bijvoorbeeld aan de zadelsteunbuis of op speciale voor de bevestiging van de elektromotor bestemde aan het gestel van het rijwiel 20 aangebrachte steunen bevestigd. Bij deze vorm van plaatsing ontstaat het nadeel dat de elektromotor op tamelijk grote afstand van de bodem is gemonteerd waardoor het zwaartepunt van het gehele rijwiel naar boven toe wordt verschoven en daardoor de hantering van het rijwiel moeilijker is. Bijvoorbeeld wordt daardoor de ondersteuning door een 25 standaard minder stabiel, vereist het normale rijden meer aandacht met betrekking tot het in stand houden van het evenwicht en bij het voortduwen is omvallen van het rijwiel makkelijker mogelijk. Bovendien dienen bij de montage eigen inrichtingen, zoals bijvoorbeeld de reeds genoemde steunen of dergelijke montagehulpmiddelen te worden aange-30 bracht, waardoor het inbouwen van een elektrische aandrijving in een gebruikelijk rijwiel duur is. Teneinde bij een rijwiel volgens de uitvinding het zwaartepunt vein het rijwiel door de elektrische hulpmotor zo gunstig mogelijk te plaatsen en een eenvoudige montage van de elektromotor mogelijk te maken, kan volgens een verdere uitvoering van 35 de uitvinding daarin zijn voorzien dat de elektrische hulpmotor, die bij voorkeur als drijfwerkmotor is uitgevoerd, op een plaat is bevestigd die op de achterwielvork van het rijwiel nabij het traplager is aangebracht, bij voorkeur de plaats voor de bevestiging van de stan- 1003431 3 daard.
De elektromotor komt daardoor tamelijk dicht boven de grond te liggen en daardoor wordt geen verschuiving van het totale zwaartepunt naar boven maar juist een voordelige verlaging van het zwaartepunt van 5 het rijwiel naar beneden toe bereikt. Door het gebruik van deze in serie bij vrijwel elk rijwiel aanwezige montageplaat voor de standaard is een extra montagehulpmiddel voor het vastzetten van de elektrische hulpmotor aan het rijwiel niet nodig.
Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding kan daarin zijn 10 voorzien dat de drijfwerkmotor een montageflens heeft, die kan worden gevoerd in een aan de onderkant van de standaardplaat gevormde groef en dat de drijfwerkmotor met behulp van een door de standaardplaat stekende schroef, die grijpt in een aan de montageflens aangebrachte schroefdraad, op de standaardplaat kan worden vastgezet.
15 Door een dergelijke uitvoering van de montageflens kan een zeer eenvoudige en betrouwbare bevestiging van de drijfwerkmotor plaatsvinden.
Het kan zeer voordelig zijn wanneer het drijfwerk van de drijfwerkmotor is uitgevoerd als wormwieldrijfwerk.
20 Met behulp van een wormwieldrijfwerk kunnen namelijk de draaimo- menten nodig voor het aandrijven van een rijwiel betrouwbaar worden overgebracht bij betrekkelijk kleine geometrische afmetingen van het drijfwerk.
Verder kan erin zijn voorzien dat de uitgaande as van het drijf-25 werk via een eerste vrijloopinrichting kan worden verbonden met een aandrijfverbinding.
Met deze uitvinding wordt bereikt, dat bij normaal trapbedrijf het drijfwerk en de elektromotor niet mee hoeven te worden bewogen. Bij uitvoering van het drijfwerk als wormwieldrijfwerk is het aanbrengen 30 van een vrijloop absoluut nodig, aangezien de uitgaande as van het drijfwerk van een wormwieldrijfwerk niet van buitenaf kan worden bewogen.
In dit verband kan in verdere ontwikkeling van de uitvinding erin zijn voorzien dat de aandrijfverbinding wordt gevormd door een ket-35 tingaandrijving op het achterwiel van het rijwiel.
Daardoor wordt een betrouwbare overbrenging van het draaimoment van de elektromotor op het achterwiel gewaarborgd.
Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding kan erin zijn 10Ö34 3 1 n voorzien dat het huis van de motorstroomregelaar met de achterste dwarsstaaf van de bagagedrager is verbonden, bij voorkeur door middel van een schroefverbinding.
Daardoor kan een zeer stabiele en een zekere bevestiging van het 5 huis van de motorstroomregelaar worden bereikt.
Verder kan erin zijn voorzien dat de reflector door middel van een insnapverbinding vastzetbaar is op het huis van de motorstroomregelaar.
Op deze wijze is een snelle montage van de reflector uitvoerbaar 10 die op grond van het geringe eigen gewicht van de reflector absoluut een voldoende grote sterkte heeft.
In dit verband kan erin zijn voorzien dat de snapverbinding wordt gevormd door aan het huis van de motorstroomregelaar gevormde insnap-nokken en openingen in de achterwand van de reflector, waarbij de 15 insnapnok wordt gevormd door een penvormig element met een uitsteeksel, waarbij in langsrichting door het midden daarvan een spleet is gevormd die het verend insnappen mogelijk maakt.
Het insnappen van de reflector kan daardoor op zeer eenvoudige wijze teweeg worden gebracht.
20 Een verder kenmerk van de uitvinding kan zijn, dat de motorstroom regelaar een eerste en een tweede, van elkaar onafhankelijke stroombe-grenzingseenheden heeft, waarbij de eerste stroombegrenzingseenheid de motorstroom en de tweede stroombegrenzingseenheid de stroomvoedings-stroom begrenst.
25 Enerzijds wordt op deze wijze verhinderd dat de motorstroom bij te grote belasting in een voor de motor niet toelaatbaar bereik komt en anderzijds wordt verhinderd, dat de stroomverzorgingseenheid wordt belast door een stroom die de nominale waarde overschrijdt.
Volgens een andere variant van de uitvinding kan erin zijn voor-30 zien dat de motorstroomregelaar een motorstroomrelais heeft dat door een, bij voorkeur met behulp van een sleutel vergrendelbare schakelaar wordt bestuurd voor de elektrische verbreking van de stroomvoedings-eenheid en de elektrische hulpmotor. Het is daardoor mogelijk een zekere onderbreking van de stroomkring teweeg te brengen. Dit kan van 35 nut zijn voor een nooduitschakelaar, die dienovereenkomstig klein aan het stuur kan worden uitgevoerd, daarbij echter ook de door de motor werkende last zelfs bij maximale waarde van de stroom via de relaisbe-sturing kan uitschakelen. Verder kan de grendelfunctie worden gebruikt 1003431 5 als beveiliging tegen diefstal.
Volgens een andere variant van de uitvinding kan erin zijn voorzien dat voor de besturing van de motorstroomregelaar aan het stuur van het rijwiel een draaibare handgreep is gevormd, die afhankelijk 5 van diens hoekstand een weerstandpotentiometer draait die deel uitmaakt van de stuurkring.
Het is daardoor mogelijk de motorstroom naar behoefte in te stellen zonder de hand van het stuur te moeten nemen.
Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding kan erin zijn 10 voorzien, dat in de eindstand van de potentiometer een in/uitschake-laar kan worden bediend die een onderbreking van de motorstroom teweeg brengt. Verder kan de motorstroom met behulp van de draaiknop op eenvoudige wijze worden in- en uitgeschakeld.
Als een verder kenmerk van de uitvinding kan erin zijn voorzien, 15 dat de stroomvoedingseenheid wordt gevormd door twee oplaadbare accu’s die zijn ondergebracht in twee zadeltassen aan de bagagedrager.
Het gewicht van de accu's wordt hierdoor zeer goed verdeeld ten opzichte van het zwaartepunt van het rijwiel en ten opzichte van de motorstroomregelaar, zodat een zeer goed rijgedrag van het rijwiel 20 volgens de uitvinding wordt bereikt.
De uitvinding wordt hierna aan de hand van een in de tekening getoond uitvoeringsvoorbeeld verder toegelicht.
Fig. la toont het achtergedeelte van een uitvoeringsvorm van een rijwiel volgens de uitvinding in aanzicht; 25 fig· lb toont het rijwiel van fig. la in achteraanzicht; fig. 2 toont het trapdrijfwerk en de elektrische aandrijving van het rijwiel schematisch in bovenaanzicht; fig. 3 toont in zijaanzicht de aan de standaardplaat van het rijwiel bevestigde drijfwerkmotor; 30 fig. ^ toont de aan de standaardplaat van het rijwiel bevestigde drijfwerkmotor in bovenaanzicht; fig. 5a is een gedeeltelijk aanzicht van fig. la op grotere schaal in uiteengetrokken stand en fig. 5b is een achteraanzicht van fig. 5a in samengestelde stand. 35 Het rijwiel volgens de uitvinding getoond in fig. la en lb, heeft net zoals een gebruikelijk rijwiel een trapdrijfwerk 50, 60 bestaande uit een as 22 die door middel van pedalen 60 wordt aangedreven en is gelagerd in een trapaslager 113, en een voorste kettingwiel 53 en die 1003431 6 via een eerste aandrijfketting 61 een op een achterwiel 45 bevestigd eerste achterste kettingwiel 65 aandrijft.
In aanvulling op deze trapaandrijving heeft het rijwiel volgens de uitvinding een elektrische hulpaandrijving, die naar behoefte kan 5 worden bijgeschakeld. Deze bestaat uit een elektrische drijfwerkmotor 11 die is bevestigd op een in de buurt van het trapaslager op de achterwiel vork 12 van het rijwiel aangebrachte plaat 13 (fig. 3)· Bij de uitvoeringsvorm getoond in fig. la, lb, 2, 3 en 4 wordt deze plaat gevormd door een standaardmontageplaat 13 waaraan normalerwijze een 10 rijwielkantelstandaard is bevestigd, aan welke plaat de motor 11 met behulp van een schroefverbinding 15, 16, 18 is bevestigd. De elektrische hulpmotor hoeft echter niet te worden gevormd door een elektrische drijfwerkmotor, maar kan ook uit andere vormen van elektromotoren bestaan.
15 De aandrijfas 110 van de drijfwerkmotor 11 in fig. 2 en 3 kan worden verbonden met een aandrijfinrichting; bij voorkeur vindt deze verbinding plaats via een eerste vrijloopinrichting 114. Als alternatief kan echter ook een stijve verbinding zijn aangebracht van de uitgaande as 110 en de aandrijfverbinding.
20 Bij de uitvoeringsvorm van de uitvinding, getoond in de tekeningen la tot 4, wordt deze aandrijfverbinding gevormd door een kettingaan-drijving die het achterwiel 45 van het rijwiel aandrijft, waarbij op soortgelijke wijze als bij een pedaalaandrijving de rotatiebeweging van de drijfwerkmotor 11 via het uitgaande kettingwiel 111 wordt over-25 gebracht op een tweede aandrijfketting 62 en van daaruit via een tweede achterste kettingwiel 66 op de as 10 van het achterwiel. Als alternatief zou de aandrijfverbinding ook kunnen worden gevormd door een tandriemaandrijving, een V-riemaandrijving of dergelijke.
De verbinding van de twee achterste kettingwielen 65, 66 met de 30 achteras wordt gevormd door een tweede vrijloopinrichting 14. Deze kan zijn uitgevoerd hetzij als gebruikelijke enkelvoudige vrijloopinrich-ting, waarbij de beide achterste kettingwielen 65, 66 stijf met elkaar zijn verbonden en via een gemeenschappelijke vrijloopinrichting op de as 10 van het achterwiel werken, danwel als dubbele vrijloopinrich-35 ting, dat wil zeggen dat elk van de beide achterste kettingwielen 65, 66 via een afzonderlijke vrijloopinrichting op de as 10 van het achterwiel werkt. De uitvoeringsvorm als dubbele vrijloop heeft ten opzichte van de uitvoering met enkelvoudige vrijloop het voordeel, dat 1003431 7 tijdens het bedrijf van de drijfwerkmotor 11 de kettingaandrijving van het pedaaldrijfwerk niet meedraait, de pedalen 60 dus in rust blijven.
De wijze van bevestiging van de drijfwerkmotor 11 aan het rijwiel is getoond in fig. 3 en 4. De drijfwerkmotor 11 heeft een montageflens 5 15 die kan worden gebracht in een groef 130 aan de onderkant van de standaardplaat 13· Aangezien de montageflens 15 van de drijfwerkmotor 11 precies in deze groef 130 passend is uitgevoerd, wordt alleen al door het inbrengen van de montageflens 15 in deze groef 130 ver draaiing van de drijfwerkmotor 11 om diens verticale hartlijn verhin-10 derd. De eigenlijke bevestiging van de drijfwerkmotor 11 vindt plaats met behulp van een schroef 16 die steekt door de standaardplaat 13 en grijpt in een aan de montageflens 15 aangebrachte schroefdraad 18. Daarbij kan, zoals getoond in de tekeningen, een contraplaat 17 aan de bovenkant van de achterwielvork 12 zijn aangebracht waartegen de kop 15 van de schroef 16 komt te liggen. Het aanbrengen van een dergelijke contraplaat 17 heeft ten opzichte van de andere denkbare varianten, namelijk de schroef 16 uit te voeren met kortere schroefdraad en de kop ervan tegen de bovenkant van de standaardplaat 13 zelf aan te leggen, het voordeel, dat de kop van de schroef 16 gemakkelijker toe-20 gankelijk is voor gereedschap en dus eenvoudiger te monteren.
Aangezien de groef 130 bij alle soorten rijwielen in wezen evenwijdig aan de trapas 22 verlopend is uitgevoerd, kan door de boven beschreven bevestiging van de drijfwerkmotor 11 bij dienovereenkomstige nauwkeurige uitvoering van de montageflens 15, het uitgaande ket-25 tingwiel 111 op zeer eenvoudige wijze bij vrijwel elk rijwieltype in lijn met het achterste kettingwiel 66 worden gericht. Het is derhalve op zeer eenvoudige wijze mogelijk een gebruikelijk rijwiel achteraf te voorzien van de hier beschreven elektrische aandrijving.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt de elektrische hulpmo-30 tor gevormd uit een elektromotor met bekrachtiging door middel van een permanente magneet en een anker met zeer lage weerstand, waarmee een rendement van meer dan 80# kan worden bereikt. Het drijfwerk van de drijfwerkmotor 11 is bijvoorbeeld uitgevoerd als wormwieldrijfwerk met stalen worm en bronzen wormwiel. Andere drijfwerkuitvoeringsvormen 35 zijn echter ook mogelijk, zoals bijvoorbeeld drijfwerken met rechte tandwielen, drijfwerken met kegelvormige tandwielen of dergelijke.
De stroomvoeding 20 voor het doen werken van de drijfwerkmotor 11, bijvoorbeeld een oplaadbare accu, is ondergebracht in een dubbele 1003431 8 draagtas 21 uit twee delen, die aan de bagagedrager 3 van het rijwiel is aangebracht. Vanuit deze stroombron loopt een gedeeltelijk vrij aangelegde leiding 21 naar het achtereinde van de bagagedrager 3. in het bereik waarvan overeenkomstig de uitvinding een motorstroomrege-5 laar 4 is geplaatst. De anders op deze plaats aangebrachte reflector 2 is bevestigd op het huis van de motorstroomregelaar. Hij kan echter eventueel ook op een andere plaats worden aangebracht of, wanneer hij in een land wettelijk niet is voorgeschreven, worden weggelaten. Vanaf de motorstroomregelaar 4 loopt een verdere leiding 72 voor de voeding 10 van de drijfwerkmotor 11, welke leiding eveneens gedeeltelijk vrij is aangelegd. De leidingen 71. 72 zijn daarbij, voor zover dit mogelijk is, dicht langs het gestel van het rijwiel volgens de uitvinding aangelegd.
Met behulp van een bedieningselement, dat aan het stuur van het 15 rijwiel volgens de uitvinding is aangebracht, en dat in de tekening niet is getoond, kan door besturing van de motorstroomregelaar 4 het toerental van de drijfwerkmotor 11 en daarmee de snelheid van het rijwiel worden beïnvloed. Het verstellingsgebied van de motorstroomregelaar 4 bedraagt 0 tot 100#. Deze heeft tot taak de door de besturing 20 bepaalde motorstroom onafhankelijk van de zich voordoende belastingen constant te houden. De voorkeur gaat in het bijzonder uit naar een uitvoeringsvorm van de motorstroomregelaar waarbij twee onafhankelijk van elkaar werkende stroombegrenzingen zijn aangebracht, waarbij een eerste stroombegrenzing verhindert dat een maximale motorstroom wordt 25 overschreden en een tweede stroombegrenzing verhindert dat een maximale nominale voedingsstroom wordt overschreden. Op deze wijze is een bescherming van deze twee inrichtingen onder alle zich voordoende omstandigheden gewaarborgd onafhankelijk van de bedrijfssituatie. De elektrische leidingen, die nodig zijn voor de elektrische verbinding 30 van het bedieningselement met de motorregelaar, zijn niet in de figuren getoond, verlopen echter eveneens langs delen van het gestel of in het gestel zelf, zodat de gebruiker bij zijn bewegingen niet wordt gehinderd.
Het niet getoonde bedieningselement kan bijvoorbeeld zodanig zijn 35 uitgevoerd, dat de handgreep van het stuur als draaibare greep is uitgevoerd, die afhankelijk van zijn hoekstand een potentiometer verdraait. De hoekstand van de draaibare greep, die telkens wordt aangehouden, komt dan overeen met een weerstandswaarde die vervolgens wordt 1 0 0 3 43 1 9 gebruikt voor de besturing van de motorstroom. In diens eindstand kan de potentiometer een schakelaar hebben die een motorstroomrelais bestuurd, zodat een in- en uitschakelen van de motorstroom kan plaatsvinden. Aan de handgreep van het stuur of in diens bereik kan verder 5 een nooduitschakelaar zijn aangebracht ter onderbreking van de motorstroom, zodat een zekere scheiding van motor en stroomverzorging kan worden bereikt. Door het aansturen van een motorstroomrelais kunnen ook grotere stromen zelfs door een zeer kleine schakelaar worden verwerkt. Verder kan ook een in/uitschakelaar zijn aangebracht, die ver-10 grendelbaar is met een sleutel en die de verbinding van motor en stroomverzorging afsluitbaar kan scheiden, hetgeen onder omstandigheden toepassing kan vinden als veiligheid tegen diefstal.
Verder kan aan het stuur een LED-aanwijzing met twee kleuren zijn aangebracht, die bij een groene aanwijzing aanduidt gereed voor be-15 drijf en bij een rode aanwijzing waarschuwt voor een lage stand van de laadcapaciteit van de stroomverzorging, bijvoorbeeld van de accu.
Het rijwiel volgens de uitvinding is uitgerust met een gewone bagagedrager 3» die aan de achterste wielvork en aan de achterwielas is gemonteerd. In wezen bestaat hij uit twee telkens opzij van het 20 achterwiel 45 verlopende beugels met een dwarssteun 1. Daaraan is de motorstroomregelaar 4 aangebracht.
In fig. 5a en 5b is het detail A uit fig. la getoond, waarbij twee schroeven 31 zijn geschroefd door dienovereenkomstige boringen 49 in de dwarssteun 1 van de bagagedrager 3 in van schroefdraad voorziene 25 boringen 48 in het huis 40 van de motorstroomregelaar 4. De verbinding van de dwarssteun 1 en het huis 40 van de motorstroomregelaar kan echter ook met behulp van andere verbindingsmiddelen worden uitgevoerd. Daarmede is het huis 40 van de motorstroomregelaar 4 vast op de bagagedrager 3 te schroeven. Op deze wijze wordt een zeer gunstige 30 gewichtsverdeling in het rijwiel en een stabiele bevestiging van de motorstroomregelaar 4 bereikt.
Een reflector 2 wordt door middel van een insnapverbinding 5 vastgezet aan het huis 40 van de motorstroomregelaar 4. De snapverbinding bestaat daarbij uit twee insnapnokken 5 die aan de tegenover de beves-35 tigingszijde van het huis 4 gelegen wand van het huis zijn gevormd en die in een boring 59 in de achterwand vein de reflector 2 kunnen insnappen. De insnapnokken kunnen daarbij zodanig zijn gevormd dat zij reeds grijpen in de openingen die bestemd zijn voor het vastschroeven 1003421 10 van de reflector 2. De reflector 2 daarbij met voordeel een in de handel gebruikelijk reflectorelement voor rijwielen zijn dat in veel landen verplicht is.
De insnapnok 5 is overeenkomstig fig. 5a gevormd uit een penvormig 5 element met een uitsteeksel, waarin in langsrichting door diens midden heen een spleet is uitgespaard, die het elastisch insnappen van de insnapnokken 5 mogelijk maakt. In de ingeschoven toestand gaan de tijdens het naar binnen schuiven in de openingen 59 tegen elkaar gedrukte delen weer in de uitgangsstand terug, terwijl het uitsteeksel 10 een uit de openingen 59 glijden van het element belemmert.
Het vastleggen van de reflector 2 aan het huis 4 van de motor-stroomregelaar kan echter ook met willekeurig andere geschikte verbindingsmiddelen plaatsvinden.
1003431

Claims (10)

1. Rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor (11) en een in het gebied van diens bagagedrager (3) geplaatste reflector (2), waarbij de elektrische hulpmotor (11) via een stroomverzorgingseenheid 5 (20) wordt gevoed en de motorstroom regelbaar is door een motorstroom-regelaar (40) die is omgeven door een huis (4), met het kenmerk, dat de motorstroomregelaar (40) voor de elektrische hulpmotor (11) in het bereik van het achtereinde van de bagagedrager (3) is aangebracht en eventueel de reflector (2) aan het huis (4) van de motorstroomregelaar 10 (40) is vastgelegd.
2. Rijwiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elektrische hulpmotor, die bij voorkeur als drijfwerkmotor (11) is uitgevoerd, is vastgezet op een plaat die op de achterwielvork (12) van het rijwiel in het gebied van het trapaslager (1) is aangebracht, bij 15 voorkeur de montageplaat (13) voor de standaard.
3· Rijwiel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de drijfwerkmotor (11) een montageflens (15) heeft, die kan worden gebracht in een aan de onderkant van de standaardplaat (13) gevormde groef (130), en dat de drijfwerkmotor (11) met behulp van een schroef (16) aan de 20 standaardplaat (13) kan worden bevestigd, welke schroef gaat door de standaardplaat (13) en grijpt in de schroefdraad (16) van een schroefdraad (18) in de montageflens (15)·
4. Rijwiel volgens conclusie 2 of 3· met het kenmerk, dat het drijfwerk van de drijfwerkmotor (11) is uitgevoerd als wormwieldrijf- 25 werk.
5. Rijwiel volgens één der conclusies 2 tot 4, met het kenmerk, dat de uitgaande as (110) van het drijfwerk van de drijfwerkmotor (11) via een eerste vrijloopinrichting (114) kan worden verbonden met een aandrijfverbinding.
6. Rijwiel volgens één der conclusies 1 tot 5. met het kenmerk, dat de aandrijfverbinding bestaat uit een kettingaandrijving die het achterwiel van het rijwiel aandrijft.
7· Rijwiel volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het huis (4) van de motorstroomregelaar (40) is verbonden met de 35 achterste dwarssteun (1) van de bagagedrager (3), bij voorkeur door middel van een schroefverbinding (31, 49, 48).
8. Rijwiel volgens één der conclusies 1 tot 7. met het kenmerk, dat de reflector (2) aan het huis (4) van de motorstroomregelaar (40) 1003431 is bevestigd door middel van een insnapverbinding (5. 59).
9. Rijwiel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de insnapverbinding bestaat uit insnapnokken (5) die zijn gevormd aan het huis (4) van de motorstroomregelaar (*Κ)) en in de achterwand van de reflector 5 (2) gevormde openingen, waarbij de insnapnok (5) bestaat uit een penvormig element met een uitsteeksel, welke pen in de langsrichting door diens midden heen een spleet heeft die het elastisch insnappen mogelijk maakt.
10. Rijwiel volgens één der voorgaande conclusies, met het ken-10 merk, dat de stroomverzorgingseenheid (21) wordt gevormd door twee oplaadbare accu's, die in twee zadeltassen (20) zijn ondergebracht die aan de bagagedrager (3) zijn bevestigd. **»**»«* 1003431
NL1003431A 1995-06-27 1996-06-26 Rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor. NL1003431C2 (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT34695U AT833U1 (de) 1995-06-27 1995-06-27 Fahrrad mit elektroantrieb
AT34695 1995-06-27
AT49795 1995-09-13
AT49795U AT1077U1 (de) 1995-09-13 1995-09-13 Fahrrad mit zuschaltbarem elektro-hilfsmotor

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1003431A1 NL1003431A1 (nl) 1996-12-31
NL1003431C2 true NL1003431C2 (nl) 1997-08-05

Family

ID=25592406

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003431A NL1003431C2 (nl) 1995-06-27 1996-06-26 Rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE29610696U1 (nl)
IT (1) IT240758Y1 (nl)
NL (1) NL1003431C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN103085933B (zh) * 2013-02-28 2015-05-27 原动力实业有限公司 一种自行车改装方法
CN203172840U (zh) * 2013-02-28 2013-09-04 智原动力科技有限公司 一种助力自行车
AT13508U1 (de) * 2013-08-02 2014-02-15 Mario Preining Montagesystem zur Anbindung eines elektrischen Antriebssystem an Fahrräder
AT14293U1 (de) * 2014-01-13 2015-07-15 Kraut Daniel Set mit Elektromotor für Fahrräder

Also Published As

Publication number Publication date
DE29610696U1 (de) 1996-09-19
ITMI960465V0 (nl) 1996-06-27
IT240758Y1 (it) 2001-04-11
ITMI960465U1 (it) 1997-12-27
NL1003431A1 (nl) 1996-12-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8721495B2 (en) Rear derailleur and gear shift system
EP1564122B1 (en) Bicycle lighting apparatus with mountable display
US6152250A (en) Power driving control system of electrically-assisted bicycle
EP1398266A2 (en) Bicycle power supply
US9573652B2 (en) Bicycle derailleur
CA2318841C (en) Electricity generation for pedalled vehicles
CN100381330C (zh) 带有保护结构的机动化前拨链器组件
CA2809067C (en) Mounting adapter for an electric cycle
EP2535254A1 (en) Bicycle chain tensioner device
US20050280244A1 (en) Bicycle control apparatus mountable in a seat tube
US20140155204A1 (en) Front derailleur
EP1452440B1 (en) Bicycle shift control apparatus
US20080207369A1 (en) Bicycle crankset with two chainrings
US20060046883A1 (en) Bicycle power supply mounting apparatus
NL1003431C2 (nl) Rijwiel met inschakelbare elektrische hulpmotor.
EP2353980A1 (en) Power-source placement on electrically motorised bicycle
US7901118B2 (en) Luminous pedal for a bicycle
US20040108683A1 (en) Power stabilizing apparatus for a bicycle electrical component
EP2476575A1 (en) Drive control of an electrically motorised bicycle
CA3152702C (en) Electric bicycle conversion kits
EP1549542B1 (fr) Organe de fixation de dispositif d entrainement de velo
GB2422584A (en) Drive unit for a bicycle
NL8901981A (nl) Elektromotorische hulpaandrijving voor rijwielen.
DK9600221U3 (da) Cykel med tilkoblelig elektrohjælpemotor
CA3186210C (en) Electric bicycle conversion kits

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020101