NL1003312C2 - Inrichting en werkwijze voor het scheiden van fracties. - Google Patents

Description

Inrichting en werkwijze voor het scheiden van fracties

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het scheiden van fracties, omvattende een hellend aangebrachte 5 schroeftransporteur aan het benedeneinde voorzien van een inlaat en aan het boveneinde voorzien van een uitlaat, waarbij de draaibare schroef door een mantel omgeven is, die tenminste gedeeltelijk van openingen voorzien is, welke openingen anderzijds uitmonden in een verzamelbak , waarbij de mantel stationair is aangebracht, het van 10 openingen voorziene deel een aan de onderzijde van de mantel aangebrachte, ten opzichte van het overige van de mantel heen en weer (trillend) verplaatsbare zeefplaat omvat, waarbij die trilbeweging tenminste een beweging in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van die schroef omvat.

15 Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Offenle- gungsschrift 3.407.284. De daarin beschreven inrichting dient in het bijzonder voor het door verdichten verwijderen van een zo groot mogelijke hoeveelheid vloeibare fractie uit materialen van organische afkomst. Als voorbeeld kan slib of groentenafval genoemd 20 worden.

In de techniek is het vaak gewenst fracties te scheiden uit een fluïdum dat bestaat uit een breed bereik van fracties liggend tussen dun vloeibaar en vast. Het met deze werkwijze en inrichting te verwerken afval omvat verpakkingsmaterialen, zoals metalen, kunststof-25 fen, glas en keramische materialen, produktresten die oorspronkelijk verpakt waren in de hiervoor genoemde verpakkingsmaterialen, hierna genoemd produktresten, die een vaste, vloeibare of hoogvisceuze consistentie kunnen bezitten, zoals verf, inkt, lijm, kit, olie, hoogvisceuze organische prrodukten en verder organische en waterige 30 vloeistoffen, en tenslotte diversen, waaronder materialen die bijvoorbeeld afkomstig zijn van het verpakkingsmateriaal of de produktresten, waaronder kunststoffen, hout, vezels, textiel, metaal, zowel ferro als non-ferro.

De hierboven beschreven materialen zijn niet goed te scheiden 35 met de inrichting volgens het hierboven genoemde Duitse Offenle-gungsschrift 3.407.284.

Om dit verf materiaal van het blik en kunststof te scheiden is in de stand der techniek voorgesteld dit aan een aanzienlijke tempe- 1 00331 2 2 ratuurwisseling te onderwerpen zodat het verfmateriaal en het blik-en kunststofmateriaal zich van elkaar scheiden. Daarna kunnen deze gescheiden materiaalstromen afzonderlijk verder verwerkt worden. Hiertoe wordt verwezen naar de Nederlandse octrooiaanvrage 9002193.

5 Normaliter treedt bij het gebruik van dergelijke zeven na ver loop van tijd verstopping op. Bij gebruikelijke open installaties betekent dit dat de inrichting stopgezet moet worden en de zeefplaat teruggespoeld moet worden. Dit is omslachtig. Dit wordt nog verder bemoeilijkt indien de inrichting van het gesloten type is.

10 Dit is noodzakelijk indien oplosmiddelen gebruikt worden en/of de aanwezige bestanddelen in het verfmateriaal tot explosiegevaar kunnen leiden. In dergelijke gevallen is een ommanteling noodzakelijk.

Het doel van de onderhavige uitvinding is in een inrichting te 15 voorzien waarmee een dergelijke scheiding wel mogelijk is. Dit doel wordt bij een hierboven beschreven inrichting verwezenlijkt doordat de schroef en de mantel cilindrisch uitgevoerd zijn en dat elke opening een leiplaat omvat, die zich uitstrekt vanaf het boveneinde van de opening in de richting van het benedeneinde en in die rich-20 ting steeds verder verwijderd is van de zeefplaat in de richting weg van de hartlijn van de schroef.

Gebleken is dat in tegenstelling tot draaien bij trillen van de zeefplaat het wel mogelijk is verstoppingen op effectieve wijze te voorkomen. Verondersteld wordt dat door trillen de viscositeit van 25 het dun vloeibare en pasteuze materiaal beïnvloed wordt waardoor het transport door de openingen van de zeefplaat bevorderd wordt. Bij proeven is gebleken dat geen noemenswaardige verstopping optreedt.

In tegenstelling tot de constructie volgens de stand der techniek zijn de mantel en schroef thans cilindrisch uitgevoerd, zodat 30 daarmee geen verdichten verkregen wordt. Afvoer van vloeistof vindt door de bijzondere hierboven beschreven opening plaats en door de vorm daarvan kunnen verstoppingen tegengegaan worden.

Hiermee wordt optimale scheiding van de verschillende fracties bereikt. Dit kan nog verder geoptimaliseerd worden indien elke ope-35 ning voorzien is van een verhoging bij het benedeneinde daarvan welke verhoging in de richting beneden-boven van de zeefplaat (gerefereerd aan de plaatsing van de schroeftransporteur) steeds dichter bij de hartlijn van de schroef ligt. Daarbij is de schroef vanzelf- 1 0033 1 2 3 sprekend zodanig gedimensioneerd dat geen aanlopen tegen de verhoging plaatsvindt.

Bij voorkeur is de zeefplaat voorzien van een kromming die met het uitwendige van de schroef overeenkomt, zodat de schroef steeds 5 met een in hoofdzaak constante geringe afstand over het oppervlak van de trillende zeefplaat beweegt.

De schroeftransporteur is volgens een van voordeel zijnde uitvoering onder een hoek in het bereik van 15-45° ten opzichte van de horizontaal geplaatst.

10 Zoals hierboven aangegeven, is het bij vele toepassingen wense lijk dat het transport en de scheiding in een inerte atmosfeer plaatsvindt. Daartoe is de mantel de transporteur alzijdig omhullend aangebracht en voorziet in een volledige afdichting.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor 15 het scheiden van fracties met de hierboven beschreven inrichting.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld nader verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede 20 de inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde zeefplaat; en

Fig. 3a-3c verschillende uitvoeringen van de openingen in de zeefplaat in dwarsdoorsnede.

25 In fig.1 is de inrichting volgens de uitvinding in zijn geheel met 1 afgebeeld. Deze omvat een schroeftransporteur 2 bestaande uit een schroef 3 waaromheen een mantel 13 aangebracht is. De hartlijn 19 van de schroef is onder een hoek α ten opzichte van de horizontaal aangebracht. De schroef draait met een niet nader afgeheelde 30 motor in de richting van pijl 4. Inlaat 6 dient voor de toevoer van de bij verwerking van verfafval vrijkomend materiaal terwijl uitlaat 7 uitkomt op een niet nader afgebeelde verdere inrichting voor het koelen van het daar beschikbare mengsel en het scheiden van verf en blik, zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 9002193.

35 In de weg van inlaat 6 naar uitlaat 7 aangegeven met pijl be weegt de verffractie over een zeefplaat 9 die deel uitmaakt van een trilinrichting 5, die bovendien voorzien is van een uitlaat 10 en een opvangbak 11. De trilinrichting is door middel van afdichtingen 1 0033 1 2 4 12 afdichtend aan mantel 13 bevestigd. De middelen om de inrichting 5 tenminste in de richting van de hartlijn 19 heen en weer te laten trillen zijn niet getoond. Deze kunnen alle in de stand der techniek bekende constructies bevatten, zoals een onbalansmotor of een motor 5 voorzien van een krukdrijfstangmechanisme waarbij de motor op een van de delen is aangebracht en de aan het krukmechanisme bevestigde drijfstang op de andere van de mantel-trilinrichting is aangebracht. De frequentie waarmee de trilinrichting 5 beweegt kan liggen tussen 10 en 300 Hz en is bij voorkeur 50 Hz.

10 Behalve openingen 14 is een opening Θ aangebracht in de mantel 13. Deze dient voor het direct afvoeren van laag viskeuze vloeistoffen.

Tijdens bedrijf zullen de vaste verffracties al dan niet gemengd met blikdelen en de blikdelen in opwaartse richting getrans-15 porteerd worden terwijl de vloeibare verffractie steeds in verdergaande mate van de vaste verffractie gescheiden wordt en door het hellend aanbrengen van de schroeftransporteur terugbeweegt. Met de uitvinding wordt beoogd tot hoog viskeuze vloeistof door de openingen 14 van de zeefplaat terug te laten bewegen. De zeefplaat kan 20 alle in de stand der techniek bekende constructies bevatten, zoals een (roestvast)stalen plaat met een dikte van ongeveer 1 cm.

In fig. 2 is in perspectivisch aanzicht de zeefplaat voorzien van openingen afgebeeld. Daaruit blijkt dat deze een kromming heeft die overeenkomt met de kromming van het uitwendige deel van de 25 schroef. Bovendien blijkt dat de openingen trapeziumvormig uitgevoerd zijn.

Uit fig. 3a-3c blijken verschillende varianten van de openingen die aangegeven zijn met 14-16. In fig. 3a is de opening 16 voorzien van een verhoging 18. In fig.3b is een leiplaat 17 aanwezig terwijl 30 in fig. 3c beide constructieve eigenschappen opgenomen zijn. Als voorbeeld kan worden genoemd dat de maximale breedte van de openingen 30 mm is en het hoogtepunt van de verhoging resp. het laagste punt van de leiplaat ongeveer 10 mm ten opzichte van het oppervlak van de zeefplaat verplaatst is.

35 De omwentelingssnelheid van een dergelijke schroef kan alle in de stand der techniek bekende waarden omvatten.

Met de hierboven beschreven inrichting zijn proeven uitgevoerd om na te gaan welk percentage vloeibare fractie afgescheiden werd.

1003312 5

Bij constructies volgens de stand der techniek werd ongeveer 10 gew.% afgescheiden als de vloeibare fractie. Bij de inrichting volgens de onderhavige aanvrage werd ongeveer 20 gew.% als vloeibare fractie afgescheiden.

5 Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van het verwerken van verfafval besproken is, zal begrepen worden dat met de inrichting volgens de uitvinding dezelfde voordelen bereikt kunnen worden bij het verwerken van elk ander fluïdum waarvan de viscositeit zich uitstrekt tussen dun vloeibaar - viskeus- vast. Deze en andere wij-10 zigingen liggen voor de hand na het lezen van bovenstaande beschrijving en binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

1 0033 1 2

Claims (8)

1. Inrichting voor het scheiden van fracties, omvattende een hellend aangebrachte schroeftransporteur aan het benedeneinde voorzien van een inlaat en aan het boveneinde voorzien van een uitlaat, 5 waarbij de draaibare schroef door een mantel omgeven is, die tenminste gedeeltelijk van openingen voorzien is, welke openingen anderzijds uitmonden in een verzamelbak , waarbij de mantel stationair is aangebracht, het van openingen voorziene deel een aan de onderzijde van de mantel aangebrachte, ten opzichte van het overige van de 10 mantel heen en weer (trillend) verplaatsbare zeefplaat (9) omvat, waarbij die trilbeweging tenminste een beweging in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van die schroef omvat, met het kenmerk, dat de schroef (3) en de mantel (2) cilindrisch uitgevoerd zijn en dat elke opening een leiplaat (17) omvat, die zich uitstrekt vanaf het 15 boveneinde van de opening in de richting van het benedeneinde en in die richting steeds verder verwijderd is van de zeefplaat in de richting weg van de hartlijn van de schroef.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij nabij het benedeneinde van elke opening een verhoging (18) in de zeefplaat is aange- 20 bracht, welke verhoging in de richting beneden-boven steeds dichter bij de hartlijn van de schroef ligt.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de schroeftransporteur onder een hoek « liggend in het bereik van 15-45° ten opzichte van de horizontaal is aangebracht.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de mantel de transporteur alzijdig omhult.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de ruimte binnen de schroeftransporteur afgedicht is ten opzichte van de omgeving.

6. Werkwijze voor het scheiden van fracties uit een mengsel omvattende een fluïdumfractie met een viscositeit van 5.000 100.000 centipoise omvattende het doorleiden door een inrichting volgens een van de conclusies 1-5, waarbij nabij de schroef een inerte atmosfeer gehandhaafd wordt.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij het toegevoegde materiaal een mengsel van blikdelen en verfachtig materiaal omvat.

8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het verfachtige materiaal vloeibare, pasteuze en vaste delen omvat. 1003312