NL1022560C2 - Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL1022560C2
NL1022560C2 NL1022560A NL1022560A NL1022560C2 NL 1022560 C2 NL1022560 C2 NL 1022560C2 NL 1022560 A NL1022560 A NL 1022560A NL 1022560 A NL1022560 A NL 1022560A NL 1022560 C2 NL1022560 C2 NL 1022560C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
interior
vertical wall
holder
pressure
Prior art date
Application number
NL1022560A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Johannes Van Doormaal
Hendricus Adrianus Marien
Original Assignee
Arodo Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arodo Bvba filed Critical Arodo Bvba
Priority to NL1022560A priority Critical patent/NL1022560C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1022560C2 publication Critical patent/NL1022560C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B63/00Auxiliary devices, not otherwise provided for, for operating on articles or materials to be packaged
    • B65B63/02Auxiliary devices, not otherwise provided for, for operating on articles or materials to be packaged for compressing or compacting articles or materials prior to wrapping or insertion in containers or receptacles
    • B65B63/028Auxiliary devices, not otherwise provided for, for operating on articles or materials to be packaged for compressing or compacting articles or materials prior to wrapping or insertion in containers or receptacles by pneumatic means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B1/00Packaging fluent solid material, e.g. powders, granular or loose fibrous material, loose masses of small articles, in individual containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, or jars
    • B65B1/20Reducing volume of filled material
    • B65B1/26Reducing volume of filled material by pneumatic means, e.g. suction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Vacuum Packaging (AREA)

Description

......—Β—ΒΙ
Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal.
BESCHRIJVING
I 5 De uitvinding betreft een inrichting voor het verpakken van I een stroombaar vast materiaal zoals poeders of granulaten omvattende een I houder met een inwendige dat in een horizontaal vlak wordt omgeven door I de binnenzijden van tenminste één verticale wand, toevoermiddelen voor I het toevoeren van een materiaal fractie vanaf een voorraad van het I 10 materiaal naar het inwendige van de houder, compacteermiddelen voor het I binnen het inwendige van de houder na afdichting ervan door middel van I een verlaagde druk compacteren van de toegevoerde materiaal fractie en I afvoermiddelen voor het afvoeren van de gecompacteerde materiaal fractie I vanuit de houder aan een te sluiten verpakking.
I 15 Een dergelijke inrichting is bekend uit de internationale I octrooiaanvrage, gepubliceerd onder nummer WO 01/87715 A2. Bij de hierin I beschreven inrichting is er sprake van een trechter waarvandaan een I poederachtig materiaal middels een schroef naar een weegkamer wordt I getransporteerd. Zodra in de weegkamer een gewenst gewicht van het I 20 poederachtig materiaal is verzameld, wordt dit materiaal in een vacumeer- I kamer gestort alwaar het materiaal na sluiting van de vacumeerkamer aan I een verlaagde druk wordt blootgesteld teneinde het materiaal in de I vacumeerkamer te compacteren. Vervolgens opent de vacumeerkamer zich aan I zijn onderzijde waardoor het gecompacteerde materiaal vanuit de I 25 vacumeerkamer in een plastic zak valt waarna deze zak met daarin het I gecompacteerde materiaal nog enkele verdere verwerkingen ondergaat waaronder het sluiten ervan.
I Doordat het poederachtige materiaal reeds voordat het in de plastic zak terecht komt wordt gecompacteerd, wordt bereikt dat het I 30 poederachtige materiaal in de zak een uiterste compacte vorm kan aannemen I met alle voordelen van dien, zoals beschreven in genoemde internationale octrooiaanvrage. In de praktijk blijkt echter dat aan het vooraf compacteren van het poederachtige materiaal door dit materiaal in een vacumeerkamer te onderwerpen aan een verlaagde druk ook het nadeel met II zich meebrengt dat het risico bestaat dat het gecompacteerde materiaal na 5 opening van de vacumeermkamer daarin blijft hangen en derhalve niet onder invloed van de zwaartekracht zoals de bedoeling is in de plastic zak H valt. Dit nadeel blijkt met name of althans in ieder geval bij de verwerking van cement een probleem te vormen doordat ten minste cement H door het vooraf compacteren waarbij lucht uit de cement wordt gehaald, H 10 harder wordt en zich vastzet in de houder. Als oplossing voor deze H problematiek ziet men momenteel dat operators de druk in de vacumeerkamer H minder laag instellen dan dat zij uit oogpunt van het bereiken van de gewenste compactheid van het poederachtig materiaal zouden wensen. Dit betekent dat het poederachtig materiaal in een minder gecompacteerde 15 toestand in de zak terecht komt dan gewenst met alle nadelen van dien.
De uitvinding beoogt voor de bovenbeschreven nadelen een oplossing of althans een verbetering, al dan niet in voorkeurs- uitvoeringsvormen van de uitvinding, te bieden. In eerste instantie I kenmerkt de inrichting volgens de uitvinding zich hiertoe door 20 verplaatsingsmiddelen voor het naar het inwendige van de houder toe en van het inwendige van de houder af verplaatsen van ten minste een deel van de ten minste ene verticale wand van de houder. Door nadat het materiaal in de houder gecompacteerd is door deze aan een verlaagde druk te onderwerpen, het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale I 25 wand van de houder van het inwendige van de houder af te verplaatsen, komt het gecompacteerde materiaal los van dit verplaatsbare deel waardoor I het daaraan blijven hangen van het gecompacteerde materiaal na opening van de houder is uitgesloten. Teneinde het naar het inwendige van de I houder toe verplaatsen van het verplaatsbare deel van de ten minste ene I 30 verticale wand van de houder repeterend mogelijk te maken, is het noodzakelijk dat dit verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale 3 wand van de houder eveneens naar het inwendige van de houder toe verplaatsbaar is, hetgeen binnen het kader van de uitvinding zowel plaats kan vinden voordat de houder wordt gevuld met een hoeveelheid materiaal, tijdens dit vullen van de houder met het vaste stroombare materiaal of 5 zelfs tijdens het onderwerpen van het toegevoerde materiaal aan een verlaagde druk binnen de gesloten houder. In het laatste geval biedt de verplaatsing van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand van de houder naar het inwendige van de houder toe nog een positieve bijdrage aan het compacteren van het stroombare vaste materiaal.
10 Bij grote voorkeur omvat de ten minste ene verticale wand een elastisch materiaal dat tijdens verplaatsing van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand vervormt. Het toepassen van elastisch materiaal maakt het op constructief relatief eenvoudige wijze mogelijk om een gasdichte en poederdichte houder te creëren ondanks de 15 verplaatsbaarheid van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand van de houder.
Bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is er sprake van dat het elastisch materiaal de vorm van een doek heeft. Met een doekvormig elastisch materiaal is het mogelijk dat een relatief groot 20 oppervlak van de bijbehorende verticale wand wordt beslagen door het elastische materiaal.
Teneinde te voorkomen dat het doekvormig elastisch I materiaal onder invloed van de verlaagde druk in de houder teveel opbolt, waardoor in het gecompacteerde materiaal een complementaire holle vorm I 25 zou kunnen ontstaan, is de houder bij voorkeur aan de naar het inwendige van de houder gekeerde zijde van het doekvormig elastisch materiaal I voorzien van een vlakke plaat. Deze vlakke plaat of een bekleding daarvan maakt direct contact met het materiaal in de houder, waardoor dit I materiaal in gecompacteerde toestand de vlakke vorm van het oppervlak van I 30 deze plaat zal overnemen.
Alternatief of in combinatie is het tevens binnen het kader van de uitvinding voordelig indien de houder aan de van het inwendige van de houder afgekeerde zijde van het doekvormig elastisch materiaal is H voorzien van een verdere vlakke plaat. Indien er uitsluitend aan de van de houder afgekeerde zijde van het doekvormig elastisch materiaal sprake H 5 is van een vlakke plaat, is deze vlakke plaat in staat om te voorkomen H dat het doekvormig elastisch materiaal bolt ten gevolge van de verlaagde druk in de houder, bijvoorbeeld doordat het doekvormig elastisch H materiaal is vastgelijmd op de vlakke plaat. Bij deze variant maakt de H naar het inwendige van de houder gekeerde zijde van het doekvormig 10 elastisch materiaal contact met het te compacteren materiaal in de H houder. Indien er sprake is van vlakke platen aan weerszijden van het H doekvormig elastisch materiaal is het op eenvoudige wijze mogelijk om een verbinding tussen het doekvormig elastisch materiaal enerzijds en de vlakke platen anderzijds teweeg te brengen door middels schroefbout- 15 verbindingen de beide vlakke platen met elkaar te verbinden, waarbij de H bouten zich uitstrekken door gaten in het doekvormig elastisch materiaal en het doekvormig elastisch materiaal aldus wordt ingeklemd tussen de I vlakke platen.
Bij voorkeur betreft het elastisch materiaal een rubber dat 20 zowel een goede elastische vervormbaarheid kent als een goede weerstand I tegen verlies van elastische eigenschappen tijdens gebruik ervan.
Volgens een zeer bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm is de I houder aan de van het inwendige van de houder afgekeerde zijde van het I verplaatsbare deel van de verticale wanden voorzien van een drukruimte I 25 deel uitmakend van de verplaatsingsmiddelen voor het door wijziging van I de druk in de drukruimte verplaatsen van het verplaatsbare deel van de I ten minste ene verticale wand. De drukwijziging kan zowel een drukverhoging in de drukruimte als een drukverlaging betreffen. Een I drukverhoging in de drukruimte kan zeer voordelig worden aangewend voor I 30 het naar het inwendige van de houder toe verplaatsen van het I verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand, terwijl een 5 drukverlaging op voordelige wijze kan worden toegepast voor het van het inwendige van de houder af verplaatsen van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand van de houder.
Alternatief of in combinatie met de toepassing van een 5 drukruimte zoals bovenstaand beschreven, omvatten de verplaatsings-I middelen bij verdere voorkeur veerkrachtige middelen voor het verplaatsen I van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand in I tenminste één richting. Indien er geen sprake is van een drukruimte kan I men hierbij bijvoorbeeld denken aan veren die het onder invloed van een I 10 verlaagde druk in het inwendige van de houder naar het inwendige van de I houder verplaatsen van het verplaatsbare deel van de ten minste ene I verticale wand van de houder tegenwerken maar niet voorkomen, welke veren I zodra de druk in het inwendige van de houder weer wordt verhoogd het I verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand van de houder van I 15 het inwendige van de houder af doen verplaatsen om deze weer een I uitgangspositie in te doen laten nemen. In combinatie met een drukruimte I zoals bovenstaand beschreven, is het tevens denkbaar dat middels de drukruimte het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand I van de houder in een eerste richting wordt verplaatst, terwijl de 20 veerkrachtige middelen zorg dragen voor de verplaatsing van het I verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand van de houder in I een richting tegengesteld aan de eerste richting.
I Teneinde de verplaatsing van het verplaatsbare deel van de I ten minste ene verticale wand van de houder bij iedere productiecyclus 25 constant te houden, geniet het de voorkeur dat de houder is voorzien van I aanslagmiddelen voor het begrenzen van de verplaatsing van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor I het verpakken van een stroombaar vast materiaal onder gebruikmaking van 30 een inrichting volgens de uitvinding zoals bovenstaand omschreven. De werkwijze volgens de uitvinding omvat de stappen van A. het doseren van een hoeveelheid stroombaar vast materiaal; B. het toevoeren van de gedoseerde hoeveelheid stroombaar vast materiaal naar het inwendige van de houder; C. het sluiten van de houder; 5 D. het verlagen van de druk in het inwendige van de houder voor het compacteren van het materiaal daarin en het vervolgens verhogen van de druk in het inwendige van de H houder; E. het openen van de houder; H 10 F. het toevoeren van het gecompacteerde materiaal vanuit de H houder aan een te sluiten verpakking; G. het alvorens uitvoering van stap F naar het inwendige van de houder toe verplaatsen van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand van de houder; 15 H. het alvorens uitvoering van stap F en na uitvoering van stap G van het inwendige van de houder af verplaatsen van het verplaatsbare deel van ten minste een deel van de houder.
De voordelen die aan een dergelijke werkwijze zijn 20 verbonden, zijn bovenstaand reeds toegelicht aan de hand van de inrichting volgens de uitvinding.
Bij voorkeur vindt uitvoering van stap G plaats voordat B uitvoering van stap B plaatsvindt. Aldus is met het naar het inwendige B van de houder toe verplaatsen van het verplaatsbare deel van de ten B 25 minste ene verticale wand van de houder zo min mogelijk energie gemoeid, doordat tijdens deze verplaatsing door het verplaatsbare deel van de ten I minste ene verticale wand van de houder geen weerstand wordt ondervonden van stroombaar vast materiaal in het inwendige van de houder.
I Alternatief is het echter binnen het kader van de I 30 uitvinding tevens mogelijk dat stap G wordt uitgevoerd tussen uitvoering van stap B en stap E waarbij het verplaatsbare deel van de ten minste ene 7 verticale wand van de houder logischerwijs juist wel weerstand zal ondervinden tijdens het verplaatsen ervan naar het inwendige van de houder door het materiaal in het inwendige van de houder welke weerstand wordt benut om door mechanische aandrukking van het stroombare vaste 5 materiaal in het inwendige van de houder het materiaal (aanvullend) te compacteren.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van I de beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting I volgens de uitvinding onder verwijzing naar de bijgaande figuren welke I 10 inrichting tevens geschikt is om te worden toegepast bij een werkwijze I volgens de uitvinding.
I Figuur 1 toont schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van I een inrichting volgens de uitvinding.
I Figuur 2 toont een vacumeerkamer in horizontale I 15 dwarsdoorsnede van bovenaf bezien.
I Figuur 1 toont schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding. Deze voorkeursuitvoeringsvorm wordt I uitgebreid omschreven in de Europese octrooiaanvrage 01204373.3, waarnaar I voor een gedetailleerde beschrijving ervan hierbij wordt verwezen.
I 20 Onderstaand volgt een korte samenvatting.
I Inrichting 1 betreft een productielijn voor het verpakken I van stroombaar vast materiaal in een verpakking. Te verpakken poeder- I materiaal, zoals cement, wordt vanuit een voorraadtrechter 2 door rotatie van een doseerschroef 3 verplaatst naar een uitstroomopening 4 alwaar het 25 poederachtig materiaal valt in een vacumeerhouder 5 met een dicht en open I klapbare bodem 6 en een dicht en open klapbare deksel 7. Tijdens toevoer I van poederachtig materiaal in de vacumeerhouder 5 is bodem 6 uiteraard gesloten, terwijl deksel 7 is geopend. Nadat een gewenste hoeveelheid I poederachtig materiaal is toegelaten in de vacumeerhouder 5, wordt tevens 30 deksel 7 gesloten waardoor het inwendige van de vacumeerhouder 5 gasdicht wordt afgesloten van zijn omgeving. In deze toestand wordt de druk in de vacumeerhouder verlaagd, waardoor lucht tussen de poederkorrels uit wordt verwijderd en het poederachtig materiaal, bijvoorbeeld cement, een compactere toestand aanneemt en bovendien veelal zich als een harder H materiaal, dat ten minste minder stroombaar is, zal gedragen. Nadat de II 5 druk in de vacumeerhouder 5 weer is verhoogd tot de atmosferische druk H door het openen van een niet nader getoonde beluchtingsklep wordt de H bodem 6 geopend, waardoor de gecompacteerde inhoud van de vacumeerhouder H 5 onder invloed van de zwaartekracht neerwaarts zal vallen in een plastic H zak 8 onder de vacumeerhouder 5. Aldus wordt bewerkstelligd dat het H 10 stroombare vaste materiaal reeds in een gecompacteerde toestand in de verpakking in de vorm van plastic zak 8 terecht komt, hetgeen een voordelig effect heeft op het vereiste volume van deze plastic zak 8. Bij het openen van bodem 6 bestaat het risico dat het gecompacteerde materiaal als het ware blijft steken in de vacumeerhouder 5. Oe 15 uitvinding richt zich nu op deze problematiek en zal na de korte H beschrijving van figuur 1 nader aan de orde komen.
Plastic zak 8 rust in eerste instantie op een kantelbare bandtransporteur 9 waarop een stationaire bandtransporteur 10 aansluit waarmee de gevulde zak 8 langs diverse bewerkingsstations kan worden 20 getransporteerd. Ter plaatse van bewerkingsstation 11 wordt aan de bovenzijde van de zak 8 op twee tegenover gelegen posities V-vormige vouwen gemaakt die met seals 12 worden gefixeerd. In bewerkingsstations I 13a en 13b wordt de zak 8 met inhoud in een vacuümkamer 15a, 15b aan een verlaagde druk onderworpen waarna zak 8 in bewerkingsstations 14a, 14b in 25 verticale richting wordt geschud. Ter plaatse van bewerkingsstation 16 I wordt aan weerszijden van de verpakkingszak 8 een V-vormige vouw I aangebracht voor zover deze er nog niet aanwezig was. In bewerkings- I station 16 wordt het bovenste deel van de verpakkingszak 8 inclusief de seals 12 losgesneden van het resterende deel van de verpakkingszak I 30 waarna de bovenzijde van het resterende deel van de verpakkingszak 8 in bewerkingsstation 17 schoon wordt geblazen ten behoeve van een 9 I afsluitende seal bewerking in bewerkingsstation 18.
I Na deze seal bewerking wordt de verpakkingszak 8 omgestoten, I zodat deze een liggende positie aanneemt op transportband 19 die aansluit I op transportband 10 waarna de zak 8 middels een plaatvormig aandruk- I 5 element 20a van bovenaf wordt aangedrukt en verder plat wordt gemaakt in I het bewerkingsstation 21a. Met een mes 22 wordt in bewerkingsstation 23 I een kleine snede gemaakt in de bovenzijde van verpakking 8 waarna in I bewerkingsstation 21b nogmaals de zak 8 wordt aangedrukt, ditmaal met I plaatvormig aandrukelement 20b, waardoor eventueel aanwezige lucht in de I 10 verpakkingszak via de snede de zak kan verlaten. Een dergelijk aandrukken I wordt in bewerkingsstation 24 nogmaals herhaald, maar dan in een I vacuümkamer 25. Optioneel bevinden zich na bewerkingsstation 24 nog twee I bewerkingsstations overeenkomend met bewerkingsstations 21b en 24 in I figuur 1 aangeduid met verwijzingscijfers 26 en 27. In bewerkingsstation I 15 28 wordt vervolgens de omgeving van de snede schoongeblazen ter I voorbereiding van het aanbrengen van een sticker 29 over de snede heen in I bewerkingsstation 30, waardoor de verpakking nogmaals gasdicht wordt I afgesloten, echter ditmaal met nog minder lucht erin dan het geval was I bij bewerkingsstation 18. Via transporteur 31 wordt vervolgens de I 20 verpakking met gecompacteerde inhoud afgevoerd.
I Figuur 2 toont een horizontale dwarsdoorsnede van vacumeer- I houder 5 van bovenaf bezien. Zoals reeds aangegeven, bestaat het risico dat materiaal in de vacumeerhouder 5 blijft steken na compacteren ervan en na het openen van de bodem 6. In deze gevallen is er sprake van een I 25 zekere hechting tussen het gecompacteerde materiaal en de buitenwanden I van het inwendige van de vacumeerhouder 5. Het inwendige 50 van de I vacumeerhouder 5 heeft een in hoofdzaak rechthoekige vorm en wordt in horizontale richting omgeven door verticale wanden 51, 52, 53, 54. De I lengte van de verticale wanden 51 t/m 54 bedraagt in het vlak van I 30 tekening circa 18 cm, terwijl de lengte van de verticale wanden 51 t/m 54 loodrecht op het vlak van tekening circa 90 cm bedraagt. Op de i bovenranden en onderranden van de verticale wanden 51 t/m 54 sluiten in gesloten toestand ervan respectievelijk de deksel 7 en de bodem 6 aan, zodat het inwendige 50 van vacumeerhouder 5 gasdicht kan worden H afgesloten van zijn omgeving.
5 Verticale wand 53 betreft eenvoudigweg een stalen plaat 55.
H Verticale wand 52 is samengesteld uit een rubberen vel 55 dat over H vrijwel zijn gehele oppervlak voor zover grenzend aan het inwendige 50 is ingeklemd tussen twee stalen platen 56, 57 die met elkaar zijn verbonden via in figuur 2 slechts schematisch weergegeven bout/moercombinaties 58.
10 Langs zijn omtrek is het rubberen vel 55 eveneens ingeklemd tussen inklemplaten 59 en 60. Uitsluitend in het gebied rondom de stalen platen 56, 57 is rubberen vel 55, voor zover deze grenst aan het inwendige 50, niet ingeklemd en bestaat aldaar de mogelijkheid van elastische vervorming van het rubberen vel 55. Aan de buitenzijde is de vacumeer- 15 houder 5 ter plaatse van rubberen vel 55 voorzien van een buitenwand 61 die middels strippen 62 is verbonden met inklemplaten 55. Hierdoor ontstaat tussen buitenwand 61, strippen 62, inklemplaten 59, rubberen vel 55 en stalen plaat 57 een ruimte 63 waarbinnen middels een niet nader getoonde pomp de druk kan worden verhoogd voor het naar het inwendige 50 20 toe verplaatsen van verticale wand 52.
Verticale wand 54 is overeenkomstig, zij het gespiegeld, uitgevoerd als verticale wand 52 en is in figuur 2 in de naar het I inwendige 50 toe verplaatste toestand weergegeven waarbij het rubberen I vel 55 ter plaatse van de verwijzingscijfers 64 elastisch vervormt. Door I 25 nadat de druk in ruimte 63 is verhoogd deze druk weer te verlagen, zal I verticale wand 52 (of 54) weer terugverplaatsen van het inwendige 50 af I onder invloed van de elastische eigenschappen van het rubberen vel 55.
I Eventueel kan deze terugverplaatsing nog verder worden ondersteund door het verlagen van de druk in drukruimte 63 tot een druk onder de 30 atmosferische druk of door toepassing van trekveren die werkzaam zijn tussen stalen plaat 57 en buitenwand 61.
11
Teneinde de verplaatsingsruimte voor de verticale wanden 52, 54 te beperken, zijn deze voorzien van een aanslaglichaam 65 dat vast is verbonden met stalen plaat 57. Tijdens verplaatsing van verticale wand 52, 54 naar het inwendige 50 toe wordt deze verplaatsing begrensd vanwege 5 de aanslag door aanslaglichaam 65 tegen de van het inwendige 50 afgekeerde zijden van de inklemplaten 59. De verplaatsing van verticale wanden 52, 54 van het inwendige 50 af wordt begrensd vanwege aanslag door I aanslaglichaam 65 tegen de naar het inwendige 50 gekeerde zijde van buitenwand 61. Een vergelijking tussen de posities van de aanslaglichamen 10 65 van respectievelijk verticale wand 52 en verticale wand 54 illustreert een en ander duidelijk.
Verticale wand 51 is in wezen overeenkomstig opgebouwd als de verticale wanden 52, 54, zij het dat de inklemming van rubberen vel 66 van verticale wand 51 aan de buitenranden daarvan plaatsvindt binnen het 15 gebied van het rubberen vel 66 dat grenst aan het inwendige 50 van de vacumeerhouder 5. Tengevolge hiervan is een kleiner deel van de verticale wand 51 verplaatsbaar, waarbij wordt opgemerkt dat de stalen platen 67, 68, waartussen rubberen vel 66 is ingeklemd, zich uitstrekt over vrijwel de gehele hoogte van het inwendige 50 net zoals overigens stalen platen 20 56, 57. In figuur 2 is verticale wand 51 getoond in de naar het inwendige 50 verplaatste toestand.
Ook bij verticale wand 51 is er sprake van een ruimte 69 waarbinnen zich een aanslaglichaam 70 uitstrekt dat is verbonden met stalen plaat 68.
25 Alhoewel de onderhavige uitvinding bovenstaand is toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm waarbij sprake is van drie verticale wanden die verplaatsbaar zijn, is het binnen het kader van de uitvinding tevens mogelijk dat van dit aantal wordt afgeweken, bijvoorbeeld doordat slechts één verticale wand verplaatsbaar is of dat 30 alle verticale wanden verplaatsbaar zijn.
Bij de toepassing van vacumeerhouder 5, deel uitmakend van een inrichting volgens de uitvinding, kan men er zowel voor kiezen om de H verplaatsbare verticale wanden naar het inwendige 50 toe te verplaatsen alvorens het inwendige 50 wordt gevuld met stroombaar vast materiaal H danwel deze verplaatsing pas te realiseren nadat het inwendige 50 is 5 gevuld met stroombaar vast materiaal, waardoor in het laatste geval behalve de verlaagde druk binnen het inwendige 50 ook het naar het inwendige 50 toe verplaatsen van de verticale wanden een compacterend H effect heeft op de inhoud van de vacumeerhouder 5.

Claims (13)

1. Inrichting voor het verpakken van een stroombaar vast I materiaal omvattende een houder met een inwendige dat in een horizontaal I 5 vlak wordt omgeven door de binnenzijden van tenminste één verticale wand, I toevoermiddelen voor het toevoeren van een materiaal fractie vanaf een I voorraad van het materiaal naar het inwendige van de houder, I compacteermiddelen voor het binnen het inwendige van de houder na I afdichting ervan door middel van een verlaagde druk compacteren van de I 10 toegevoerde materiaal fractie en afvoermiddelen voor het afvoeren van de I gecompacteerde materiaal fractie vanuit de houder aan een te sluiten I verpakking, gekenmerkt door verplaatsingsmiddelen voor het naar het I inwendige van de houder toe en van het inwendige van de houder af I verplaatsen van ten minste een deel van de ten minste ene verticale wand I 15 van de houder.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ten I minste ene verticale wand een elastisch materiaal omvat dat tijdens de I verplaatsing van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale I wand vervormt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het I elastisch materiaal de vorm van een doek heeft.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de houder aan de naar het inwendige van de houder gekeerde zijde van het I doekvormig elastisch materiaal is voorzien van een vlakke plaat. I 25
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat I de houder aan de van het inwendige van de houder afgekeerde zijde van het I doekvormig elastisch materiaal is voorzien van een verdere vlakke plaat,
6. Inrichting volgens één van de conclusies 2 tot en met 5, I met het kenmerk, dat het elastisch materiaal een rubber is. H 30
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met I het kenmerk, dat ten minste de helft van de ten minste ene verticale wand van de houder verplaatsbaar is.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder aan de van het inwendige van de houder afgekeerde zijde van het verplaatsbare deel van de verticale wanden is H 5 voorzien van een drukruimte deel uitmakend van de verplaatsingsmiddelen H voor het door wijziging van de druk in de drukruimte verplaatsen van het H verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met H het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen veerkrachtige middelen omvatten 10 voor het verplaatsen van het verplaatsbare deel van de ten minste ene H verticale wand in tenminste één richting.
10. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van aanslagmiddelen voor het H begrenzen van de verplaatsing van het verplaatsbare deel van de ten H 15 minste ene verticale wand.
11. Werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal onder gebruikmaking van een inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende de stappen van A. het doseren van een hoeveelheid stroombaar vast materiaal; I 20 B. het toevoeren van de gedoseerde hoeveelheid stroombaar vast materiaal naar het inwendige van de houder; I C. het sluiten van de houder; D. het verlagen van de druk in het inwendige van de houder voor het compacteren van het materiaal daarin en het I 25 vervolgens verhogen van de druk in het inwendige van de houder; I E. het openen van de houder; I F. het toevoeren van het gecompacteerde materiaal vanuit de I houder aan een te sluiten verpakking; I 30 6. het alvorens uitvoering van stap F naar het inwendige van de houder toe verplaatsen van het verplaatsbare deel van de ten minste ene verticale wand van de houder; H. het alvorens uitvoering van stap F en na uitvoering van stap 6 van het inwendige van de houder af verplaatsen van het verplaatsbare deel van ten minste een deel van de 5 houder.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, gekenmerkt door het alvorens uitvoering van stap B uitvoeren van stap G.
13. Werkwijze volgens conclusie 11, gekenmerkt door het tussen I uitvoering van stap B en stap E uitvoeren van stap G. I 10
NL1022560A 2003-02-03 2003-02-03 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal. NL1022560C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022560A NL1022560C2 (nl) 2003-02-03 2003-02-03 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022560A NL1022560C2 (nl) 2003-02-03 2003-02-03 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal.
NL1022560 2003-02-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022560C2 true NL1022560C2 (nl) 2004-08-04

Family

ID=33029033

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022560A NL1022560C2 (nl) 2003-02-03 2003-02-03 Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1022560C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1816073A1 (en) * 2006-02-03 2007-08-08 Ivo Passini Deaeration device, particularly for filling machines, dosage machines and the like

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3192964A (en) * 1961-08-25 1965-07-06 Clarence W Vogt Method and equipment for compacting comminuted materials or the like
US3195586A (en) * 1962-11-08 1965-07-20 Clarence W Vogt Method and apparatus for accurately dispensing divided material
US3788368A (en) * 1970-12-21 1974-01-29 Gericke & Co Apparatus for filling a receptacle with compacted pulverulent material
US4084390A (en) * 1976-04-08 1978-04-18 Rovema Verpackungsmaschinen Gmbh & Co. Kg. Apparatus for packaging bulk material
US5531252A (en) * 1989-09-15 1996-07-02 B.A.G. Corporation Vacuum fill system
WO2001087715A2 (en) 2000-05-17 2001-11-22 Grt Limited Process and apparatus for filling a bag with powdered or granular material

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3192964A (en) * 1961-08-25 1965-07-06 Clarence W Vogt Method and equipment for compacting comminuted materials or the like
US3195586A (en) * 1962-11-08 1965-07-20 Clarence W Vogt Method and apparatus for accurately dispensing divided material
US3788368A (en) * 1970-12-21 1974-01-29 Gericke & Co Apparatus for filling a receptacle with compacted pulverulent material
US4084390A (en) * 1976-04-08 1978-04-18 Rovema Verpackungsmaschinen Gmbh & Co. Kg. Apparatus for packaging bulk material
US5531252A (en) * 1989-09-15 1996-07-02 B.A.G. Corporation Vacuum fill system
WO2001087715A2 (en) 2000-05-17 2001-11-22 Grt Limited Process and apparatus for filling a bag with powdered or granular material

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1816073A1 (en) * 2006-02-03 2007-08-08 Ivo Passini Deaeration device, particularly for filling machines, dosage machines and the like

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4084390A (en) Apparatus for packaging bulk material
US4074507A (en) Bag filling machine for powdery material
US4706441A (en) Rotary vacuum bagging device equipped with shaping and compacting boxes
CA2614871C (en) Device and method for filling foil bags with food
US6805545B2 (en) Molding and packaging apparatus
US6418701B1 (en) Automated filling machine and method
RU2586929C1 (ru) Система и способ уплотнения
HUT59850A (en) Waste collecting and compacting apparatus
WO2007007155A1 (en) Process for moving powdered material, dosing machine for powdered material and system for bagging said material
CN112498758A (zh) 一种可回收垃圾打包设备
EP1312547A1 (en) Device and method for packaging a flowable solid material
NL9402000A (nl) Werkwijze voor het evacueren van een met korrelig materiaal gevuld vacuümpak en inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
RU2438942C2 (ru) Способ и устройство для уплотнения текучих твердых веществ
US4094121A (en) Method and apparatus for packing products in substantially oxygen free atmosphere
NL1022560C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verpakken van een stroombaar vast materiaal.
CZ281423B6 (cs) Zařízení na balení smetí
US5890426A (en) Fiber baling apparatus
NL7908743A (nl) Inrichting voor het onder vacuum in een zak of buidel brengen van materiaal.
JPH07502474A (ja) 袋に流動性物質を充填する為の装置
CN116176937B (zh) 一种冻干球包装系统及包装方法
FR3104895A1 (fr) « Installation et procédé de récupération de liquides alimentaires de briques en faisant éclater la brique pour en extraire le contenu »
CN111483641B (zh) 一种食品级丁基橡胶的粒状包装装置及包装工艺
RU2816398C2 (ru) Устройство для растаривания штучной упаковки различных типоразмеров, в том числе брикетов, с материалами, склонными к агломерации
CN217075018U (zh) 一种茶块重量松紧度规格统一的全自动热封包茶机
JPH11114539A (ja) 生ゴミの分別方法及び分別装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070901