NL8002977A - Inrichting voor het bereiden van een vloeibaar of pasta-achtig mengsel bestemd om te worden gegoten, alsmede een werkwijze voor het bedienen van deze inrichting. - Google Patents

Description

4 80*3198/M/Rey/sme

Korte aanduiding: Inrichting voor het bereiden van een vloeibaar of pasta-achtig mengsel bestemd om te worden gegoten, alsmede een werkwijze voor het bedienen van deze inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van voorwerpen uit één of meerdere vloeibare of pasta-achtige materialen, die stollen in een gietvorm. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een inrichting waarin 5 de vloeibare of pasta-achtige materialen voordat deze in de gietvorm worden gevoerd, worden gevormd door menging van tenminste twee vloeibare en/of pasta-achtige bestanddelen die eventueel en meer of minder snel met elkaar reageren.

Het mengsel komt tot stand in een menginrichting, die 10 bestaat uit een kamer, een roerinrichting, toevoerleidingen en een afvoerleiding. Tijdens de bewerking bevindt het mengsel zich in de kamer. De roerinrichting is in de kamer aangebracht en komt in aanraking met het mengsel. De toevoerleidingen zijn aan één uiteinde van de kamer aangebracht. Deze leidingen voeren elk een bestanddeel 15 naar de kamer. De afvoerleiding is aan het andere uiteinde van de kamer geplaatst. Deze leiding verbindt de kamer met de gietvorm.

Het mengen geschiedt zodoende tijdens het doorlopen van de menginrichting. Het mengen kan al of niet continu geschieden, naar gelang de inhoud van de menginrichting en van de gietvorm.

20 Bepaalde technische voorwerpen, zoals afdichtingen of membranen, die in de hierboven genoemde inrichtingen worden vervaardigd, mogen geen luchtbellen bevatten. Deze luchtbellen zijn het gevolg van bij het begin van het mengen in de kamer van de menginrichting aanwezige lucht. Tot op heden heeft men getracht het ont-25 staan van luchtbellen te voorkomen door de kamer door te spoelen: men voert een bepaalde hoeveelheid mengsel af totdat de luchtbellen zijn verdwenen, welke hoeveelheid mengsel men bij het afval voegt.

Deze hoeveelheid kan enerzijds aanzienlijk zijn indien het mengsel gemakkelijk luchtbellen vasthoudt, die des te talrijker zijn naar- 800 2 9 77 - 2 - mate ze kleinere afmetingen hebben, terwijl anderzijds altijd lucht aanwezig is in de bovenkant van de kamer. Hierdoor worden ondanks het voorafgaande doorspoelen tijdens het uitstromen en in het bijzonder aan het eind hiervan luchtbellen met het mengsel meegevoerd.

5 De bestanddelen van het mengsel zijn in het algemeen kostbare pro-dukten, waarbij het doorspoelen van de menginrichting de kostprijs van de voorwerpen ongunstig beïnvloedt. Bovendien kan deze handeling het noodzakelijk maken gecompliceerde inrichtingen toe te passen, daar de vloeibare of pasta-achtige materialen met een onderdruk ten 10 opzichte van de atmosferische in een gietvorm komen.

De uitvinding beoogt al deze nadelen in het bijzonder het meevoeren van luchtbellen tijdens het vullen van de gietvorm te vermijden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, door-15 dat de menginrichting is voorzien van een rotatie-as die loodrecht staat op de uitstroomrichting van het mengsel, dat de menginrichting doorloopt en van een besturing met behulp waarvan de uitstroomrich-ting van het mengsel ten opzichte van het zwaartekrachtveld kan worden omgekeerd.

20 De uitvinding is tevens belichaamd in een werkwijze voor het gebruiken van de inrichting, welke werkwijze zich onderscheidt doordat de menginrichting wordt gevuld met de bestanddelen, terwijl de toevoerleidingen zich aan de bovenkant bevinden en de afvoerleiding voor het mengsel zich aan de onderkant bevindt, de 25 menginrichting om zijn rotatie-as over 180° wordt omgekeerd, zodat de toevoerleidingen zich aan de onderzijde en de afvoerleiding zich aan de bovenzijde bevindt, waarna een hoeveelheid mengsel dat lucht bevat wordt afgevoerd, voordat de menginrichting op de gietvorm wordt aangesloten.

30 De in de bij voorkeur als een afgeknotte kegel uit gevoerde kamer opgesloten lucht verzamelt zich in het bovenste deel hiervan waar de afvoerleiding voor het mengsel is aangesloten. Het is dus voldoende om een geringe hoeveelheid mengsel af te voeren voor 800 2 9 77 - 3 - het verwijderen van de totale hoeveelheid in de mengkamer aanwezige lucht. De menginrichting kan vervolgens in gebruik worden genomen/ dat wil zeggen, wordt aangesloten op de gietvorm.

Het toepassen van een menginrichting volgens de uit-5 vinding is in het bijzonder doelmatig indien het vullen van de gietvorm met overmaat geschiedt. De menginrichting, die zoals hierboven beschreven, gereed is voor het gebruik, wordt direct op de bodem van de gietvorm aangesloten. Door het openen van de klep van de afvoerleiding van de menginrichting, begint het vullen van de 10 gietvorm met het mengsel dat geen luchtbellen bevat, en tot aan het eind van deze handeling verschijnt er geen enkele luchtbel in het mengsel.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, die schematisch een uitvoeringsvorm van de uitvinding 15 weergeeft.

Fig. 1 toont een axiale doorsnede van een menginrichting volgens de uitvinding in de stand tijdens het vullen.

Fig. 2 toont een aanzicht van de menginrichting, overeenkomstig fig. 1, nadat de inrichting over 180° is verdraaid.

20 De menginrichting 1 bestaat uit een kamer 2, een roer inrichting 3, twee toevoerleidingen 4 en 4' en een (gedeeltelijk weergegeven) afvoerleiding 5.

De roerinrichting 3 is in de als een afgeknotte kegel gevormde kamer 2 en langs de as XX' van de kamer aangebracht, welke 25 as tevens de gemiddelde uitstroomrichting van het (niet weergegeven) mengsel bepaalt. De twee toevoerleidingen 4, 4' zijn bevestigd aan een uiteinde 6 van de menginrichting 1, en de afvoerleiding 5 bevindt zich aan het hiertegenovergelegen uiteinde 7. De leidingen 4, 4' en 5 zijn buigzaam teneinde de menginrichting overeenkomstig de 30 uitvinding te kunnen omkeren.

De roerinrichting bestaat uit een schroef 8 met een kegelvormige buitenomtrek, die zich vanaf de toevoerleidingen 4, 4' tot aan de ingang van de afvoerleiding 5 versmalt. Deze schroef 8 800 2 9 77 - 4 - is voorzien von gaten 9 en zijn as valt samen met de as XX' van de uitstroomrichting van het mengsel. De twee bestanddelen van het mengsel komen via de mondingen van de toevoerleidingen 4, 4' de kamer 2 binnen. De bestanddelen mengen zich en het gevormde mengsel 5 wordt via de afvoerleiding 5 afgevoerd.

Het huis van de menginrichting 1 is bevestigd op een as 10, waarvan slechts een gedeelte is weergegeven. Deze as wordt ondersteund door middel van een lagerblok 11 en zijn as YY' staat loodrecht op de as XX' van de uitstroomrichting van de menginrich-10 ting 1.

Tijdens het vullen van de menginrichting 1 (fig. 1) staat de as XX’ verticaal, en de stroming loopt van boven naar beneden in de richting X-X'. Door middel van de as 10 kan de menginrichting 1 met geschikte niet weergegeven bedieningsmiddelen over 15 180° worden verdraaid.

Als de menginrichting 1 is gevuld en het mengsel in de afvoerleiding 5 begint te stromen, wordt de menginrichting via de as 10, door middel van de bedieningsmiddelen omgedraaid. De stroming loopt dan van beneden naar boven in de richting X'-X. De aan 20 de onderzijde van de kegelvormige kamer 2 verzamelde luchtbellen verplaatsen zich dan naar de versmalde top van de kamer 2 en stijgen in de richting van de afvoerleiding 5, en proberen via deze leiding te ontsnappen. Hen kan zodoende volstaan met een geringe hoeveelheid mengsel te verwijderen teneinde een mengsel zonder luchtbellen 25 te kunnen afgeven.

Voor het (niet weergegeven) gieten met overmaat, is het voldoende om de afvoerleiding 5 van de omgekeerde menginrichting (fig. 2) aan te sluiten op het onderste deel van een gietvorm.

8 0 0 2 9 77

Claims (3)

1. Inrichting voor het vervaardigen van voorwerpen uit dén of meerdere vloeibare of pasta-achtige materialen, die stollen in een gietvorm, welke materialen worden gevormd door het in een menginrichting mengen van tenminste twee vloeibare en/of pasta-ach-5 tige bestanddelen, voordat deze materialen in de gietvorm worden gevoerd, welke menginrichting bestaat uit een kamer, een in de kamer aangebrachte roerinrichting, tenminste twee toevoerleidingen voor de bestanddelen die aan één uiteinde van de kamer zijn aangebracht, welke toevoerleiding verschillende bestanddelen naar de kamer voeren, 10 en een aan het andere uiteinde van de kamer aangebrachte afvoerlei-ding voor het mengsel, met het kenmerk, dat de kamer (2) is voorzien van een rotatie-as (YY*) die loodrecht staat op de uit-stromingsrichting (XX') van het mengsel dat de kamer doorloopt alsmede van bedieningsmiddelen (10, 11) met behulp waarvan de stroom-15 richting van het mengsel ten opzichte van het zwaartekrachtveld kan worden omgekeerd.

2. Werkwijze voor het gebruiken van een inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de menginrichting met de bestanddelen van het mengsel wordt gevuld, als de toevoerlei- 20 dingen zich aan de bovenzijde en de afvoerleiding van het mengsel zich aan de onderzijde bevindt, de menginrichting over 180° om zijn rotatie-as wordt verdraaid, zodat de toevoerleidingen zich aan de onderzijde en de afvoerleiding zich aan de bovenzijde bevindt, en de hoeveelheid mengsel dat lucht bevat wordt afgevoerd voordat de 25 menginrichting wordt aangesloten op de gietvorm.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het k e time r k, dat de menginrichting wordt gebruikt voor het vullen van een gietvorm met overmaat, door de menginrichting aan de onderkant van de gietvorm aan te sluiten. 800 2 977