NL1003280C2 - Laadbak. - Google Patents

Description

Laadbak

De uitvinding heeft betrekking op een laadbak geschikt voor montage op een chassis van bijvoorbeeld een vrachtwagen, welke laadbak aan de achterzijde een zwenkas en aan de voorzijde een hefinrichting heeft waarmee de laadbak 5 geheven kan worden alsmede aan de achterzijde een losopening die afsluitbaar is met een om een horizontale as zwenkbare klep, waarbij voorzien is in een klepsluiting voor het vastzetten van de zwenkbare klep in gesloten positie, welke klepsluiting een haak omvat die in de gesloten positie grijpt om 10 een aan de klep bevestigde nok.

Een dergelijke laadbak is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-2.552.442.

De klepsluiting die bij een dergelijke laadbak wordt toegepast dient aan hoge eisen te voldoen. Zo dient de klep 15 gesloten te blijven ook wanneer deze onderhevig is aan een hoge belasting, bijvoorbeeld als de vrachtwagen met lading een helling oprijdt. Een andere eis is dat als de klep onder hoge belasting staat, bijvoorbeeld omdat de lading met grote kracht er tegenaan drukt de klep toch steeds moet kunnen opengaan.

20 Het tegemoet komen aan deze eisen wordt bij de uit US-A-2.552.442 bekende constructie bemoeilijkt, onder andere doordat verontreinigingen de gangbaarheid van de haak negatief kunnen beïnvloeden en door de omstandigheid dat dergelijke verontreinigingen tevens klem kunnen komen te zitten tussen de 25 haak en de nok van de klep.

Ook de uit GB-A-791.235, US-A-3.055.711 en DE-A-1.927.066 bekende laadbakken lijden aan dit euvel.

Doelstelling van de uitvinding is nu om dit probleem op te lossen. Daartoe wordt de laadbak volgens de uitvinding 30 erdoor gekenmerkt, dat de haak roteerbaar aan de onderzijde van de laadbak bevestigd is om een in hoofdzaak loodrecht op 100 3280 2 het ondervlak van de laadbak staande as en evenwijdig aan dit ondervlak van de laadbak.

In een verder aspect van de uitvinding wordt de betrouwbare sluiting van de klep verder bevorderd door de raaat-5 regel dat de klep voorzien is van twee haken. Daarbij is wenselijk dat elke haak is voorzien van onafhankelijk werkende bedieningsmiddelen. Met deze maatregel wordt de betrouwbaarheid van de inrichting verder verhoogt.

De uitvinding is tevens belichaamd in een laadbak 10 voor het vervoer van warme stoffen zoals bijvoorbeeld asfalt, voorzien van een relatief dunne bodem en/of wanden welke voorzien zijn van isolatiemateriaal dat is aangebracht tussen de bodem en/of wanden en daarop door middel van steunen bevestigde dekplaten.

15 Genoemde dekplaten zijn over het algemeen van alumi nium, en zijn met klinknagels aan de steunen bevestigd. Een verder nadeel van de bekende laadbakken is dat, doordat de laadbakken relatief slappe constructies zijn die onder invloed van de lading en tijdens het vervoer over de weg elastisch 20 vervormen, de klinknagels losgaan. Hierdoor is er kans dat de dekplaten los gaan zitten en dat de isolatie vermindert.

Teneinde het hiervoor genoemde nadeel op te heffen, wordt de laadbak volgens een ander aspect van de uitvinding zodanig uitgevoerd dat de dekplaten beweegbaar zijn ten op-25 zichte van de steunen. Hierdoor worden de dekplaten tijdens het elastisch vervormen van de laadbak niet meer in plaat-richting belast waardoor deze beter op de steunen bevestigd kunnen blijven.

Overeenkomstig een verdere verbetering van de uitvin-30 ding zijn de dekplaten met bevestigingsmiddelen op de steunen bevestigd, waarbij de daarvoor toegepaste uitsparingen in de dekplaten enkele millimeters groter zijn dan de diameter van de erdoor aangebrachte bevestigingsmiddelen. Door deze gekozen uitvoering is een eenvoudige constructie verkregen, waarbij de 35 dekplaten op eenvoudige wijze beweegbaar ten opzichte van de laadbak bevestigd zijn.

Overeenkomstig een verdere verbetering is de diameter van iedere uitsparing in de dekplaat maal de plaatdikte groter dan 25 mm2. Hierdoor wordt bereikt dat de vlaktedruk op het 40 plaatmateriaal van de dekplaat onder een acceptabele waarde 100 3280 3 blijft, waardoor er nabij de uitsparingen geen stuiken van materiaal of andere beschadiging aan de dekplaat optreedt.

Overeenkomstig een verdere verbetering bestaat het isolatiemateriaal uit plaatvormig materiaal dat in hoofdzaak 5 vrij van vezels is. Hierdoor wordt bereikt dat het isolatiemateriaal beter bestand is tegen het gebruik op een truck, waar het steeds onderhevig is aan trillingen en schokken, waardoor vezelachtig materiaal snel kan breken.

De uitvinding wordt hierna toegelicht in de hierna-10 volgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van een tekening, waarin: fig. 1 een onderaanzicht van een laadbak volgens de uitvinding in de omgeving van de achterklep toont; fig. 2 een zijaanzicht van de laadbak volgens de uit-15 vinding in de omgeving van de achterklep toont; fig. 3 een detail van de hefboom van de klepsluiting volgens de uitvinding in zijaanzicht toont; fig. 4 het detail van fig. 3 in bovenaanzicht toont; fig. 5 de verende steun van de klepsluiting volgens 20 de uitvinding toont; fig. 6 de laadbak volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede met de isolatie toont; en fig. 7 detail A uit fig. 6 toont.

In de tekening zijn overeenkomstige onderdelen steeds 25 voorzien van overeenkomstige verwijzingscijfers.

In fig. 1 en 2 is een laadbak 1 getoond aan de achterzijde in de omgeving van een achterklep 2. Deze achterklep 2 is op bekende wijze scharnierend bevestigd aan de zijwanden van de laadbak 1 en wordt gesloten gehouden met een haak 4 die 30 om een verticale rotatie-as 5 roteerbaar bevestigd is aan de onderzijde van de laadbak 1, en die bij gesloten achterklep 2 een nok 3 omvat en daarmee de achterklep 2 tegen de laadbak 1 trekt. De haak 3 wordt tegen de nok 4 getrokken met de stang 6, waarbij de afmetingen zodanig gekozen zijn dat bij gesloten 35 achterklep de trekkracht in de stang 6 ongeveer de helft is van de kracht tussen de haak 4 en de nok 3. Dit betekent bij een sluitkracht die bij normaal gebruik bij gebruik van twee haken per haak ongeveer 2500 kgf kan zijn, dat dan de kracht in de stang 6 bij gesloten klep ongeveer 1250 kgf is.

1003280 4

Doordat de rotatie-as 5 verticaal staat, is de haak 4 dicht onder de onderrand van de achterklep 2. Hierdoor blijven de achterlichten die onder de laadbak 1 op het chassis gebouwd zijn, goed zichtbaar.

5 Zoals ondermeer ook in fig. 3 en 4 getoond is, is de stang 6 door middel van een as 7 roteerbaar bevestigd in beide zijplaten 8 van een hefboom die om een rotatie-as 9 kan roteren, waarbij de hefboom met een bevestigingsbus 12 aan de onderzijde van de laadbak 1 bevestigd is. De zijplaten 8 zijn 10 met elkaar verbonden met een koppelbus 11.

De vorm van de zijplaten 8 is zodanig dat de hefboom een beperkte slag kan maken, waarvan de uiterste posities getoond zijn in fig. 2. De getrokken lijnen geven de positie van schetsplaat 8 en stang 6 aan als de laadbak 1 op het (niet 15 getoonde) chassis rust en de hefboom op de verende steun 10 rust. De gestippelde lijnen geven de positie van de schetsplaat 8' en de stang 6' aan als de laadbak 1 enigszins van het chassis is vrijgekomen. Onder invloed van een niet getoonde veer is de hefboom naar de als gestippeld getekende 20 positie gedraaid, waardoor de haak 3 de nok 4 heeft vrijgegeven .

Wanneer bij het zakken van de laadbak 1 op het chassis de schetsplaten 8 op de verende steun 10 komen, en de haak 4 niet om zijn as 5 kan roteren omdat er bijvoorbeeld een 25 steen tussen de achterklep 2 en de laadbak 1 zit, dan zal de verende steun 10 indrukken, zonder dat er een grote kracht in de stang 6 zal ontstaan. Dit wordt veroorzaakt doordat in die situatie de afstand tussen stang 6 en rotatie-as 9 nog relatief groot is.

30 In de situatie dat de laadbak 1 op het chassis rust, en de stang bijvoorbeeld tegen de bevestigingsbus 12 rust, en de afstand tussen de rotatie-as 9 en de stang 6 minimaal is, dan zal de verende steun 10 niet meer indrukken onder invloed van de kracht in de stang 6. De achterklep 2 is dus afgesloten 35 en zal niet openen onder invloed van belasting.

In fig. 5 is de verende steun 10 getoond, waarbij een veer 15 tussen een ondersteun 13 en een bovensteun 14 is geplaatst. De ondersteun is aan het chassis bevestigd, bijvoorbeeld door lassen, en de zijplaten 8 van de hefboom steunen op 40 het bovenvlak van de bovensteun 14.

1003280 5

In fig. 6 en fig. 7 is een dwarsdoorsnede van de laadbak 1 getoond, waarbij een bodem 16 en een zijwand 17 geïsoleerd zijn met isolatiemateriaal 20, dat tussen de wand 17 of bodem 16 en een dekplaat 18 is bevestigd. Zoals bekend, 5 is een dergelijke laadbak 1 opgebouwd uit dunne plaat, bijvoorbeeld 4 mm dik staalplaat en is de plaat verstevigd met kokers. Ondanks deze verstevigingen vinden in een dergelijke bak tijdens gebruik vele elastische vervormingen plaats.

Aan de buitenkant van wand 17 en bodem 16 zijn 10 steunproppen 19 gelast, bijvoorbeeld op een onderlinge afstand van 600 tot 800 mm. In de dekplaten 18, die meestal in aluminium van 2 mm dik zijn uitgevoerd, zijn op overeenkomstige plaatsen uitsparingen aangebracht. De dekplaten 18 worden op de steunproppen 19 bevestigd met bouten 22 die in de steun-15 proppen 19 worden vastgezet, bijvoorbeeld door lijmen, zodanig dat de dekplaat 18 niet vast zit tegen de steunprop 19. Onder de kop van de bout 22 komt een sluitring 21. In het hier getoonde geval zijn de bouten M16 en zijn er in de dekplaten 18 uitsparingen van rond 20 mm. De dekplaten 18 kunnen dus over 20 een beperkte afstand vrij bewegen ten opzichte van de wanden en/of bodem, waardoor ze tijdens de elastische vervorming van de laadbak niet gaan plooien. Teneinde opstuiken van het dunne aluminium te voorkomen, is het zijdelingse oppervlak van iedere uitsparing bij voorkeur groter dan een bepaalde waarde, 25 bijvoorbeeld hier 25 mm2, waardoor de vlaktedruk klein genoeg blijft.

Gebleken is dat als isolatiemateriaal bijvoorbeeld gebruik gemaakt wordt van plaatmateriaal waarin de structuur niet ontleend wordt aan vezels, omdat deze tijdens het schok-30 kende en ruwe bedrijf makkelijk kunnen breken. Bij voorkeur wordt daarom gebruik gemaakt van korrelvormig materiaal dat samengeperst is, zoals bijvoorbeeld geëxpandeerde perliet plaat, bekend onder de naam FESCO.

100 3280

Claims (8)

1. Laadbak geschikt voor montage op een chassis van bijvoorbeeld een vrachtwagen, welke laadbak aan de achterzijde een zwenkas en aan de voorzijde een hefinrichting heeft waarmee de laadbak geheven kan worden alsmede aan de achterzijde 5 een losopening die afsluitbaar is met een om een horizontale as zwenkbare klep, waarbij voorzien is in een klepsluiting voor het vastzetten van de zwenkbare klep in gesloten positie, welke klepsluiting een haak omvat die in de gesloten positie grijpt om een aan de klep bevestigde nok, met het kenmerk, dat 10 de haak (4) roteerbaar aan de onderzijde van de laadbak (1) bevestigd is om een in hoofdzaak loodrecht op het ondervlak van de laadbak staande as en evenwijdig aan dit ondervlak van de laadbak (1).

2. Laadbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 15 de klep voorzien is van twee haken.

3. Laadbak volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke haak is voorzien van onafhankelijk werkende bedie-ningsmiddelen.

4. Laadbak voor het vervoer van warme stoffen zoals 20 bijvoorbeeld asfalt, voorzien van een relatief dunne bodem (16) en/of wanden (17) waarbij isolatiemateriaal (20) is aangebracht tussen de bodem en/of wanden en dekplaten (18) die daarop door middel van steunen (19) zijn bevestigd, met het kenmerk, dat de dekplaten (18) beweegbaar zijn ten opzichte 25 van de steunen (19).

5. Laadbak volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de dekplaten (18) voorzien zijn van uitsparingen voor bevestiging van deze dekplaten met bevestigingsmiddelen (22) op de steunen (19), waarbij de uitsparingen in de dekplaten (18) 30 enkele millimeters groter zijn dan de diameter van de erdoor aangebrachte bevestigingsmiddelen (22).

6. Laadbak volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de diameter van iedere uitsparing in de dekplaat maal de plaatdikte groter is dan 25 mm2. 100 3280

7. Laadbak volgens één der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat het isolatiemateriaal bestaat uit plaatvormig materiaal dat in hoofdzaak vrij van vezels is.

8. Klepsluiting zoals beschreven als onderdeel van de 5 laadbak volgens één der conclusies 1-3. 100 3280