NL1003187C2 - Werkwijze voor het legen van een rioolsysteem; alsmede een rioolsysteem. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het legen van een rioolsysteem; alsmede een rioolsysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het legen van een rioolsysteem met een aantal lozingsaansluitingen, een of meer verzamelruimtes, een op de verzamelruimte(s) aangesloten verzamelpijp en een op de 5 verzamelpijp aangesloten luchtpersbron, waarbij de lucht-persbron bij behoefte wordt aangeschakeld en door overdruk de tijdelijk afgesloten verzamelruimte(s) leegperst via de verzamelpijp.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Ameri-10 kaanse octrooischrift US-A-5,449,016. Bij deze bekende werkwijze wordt de luchtpersbron gedurende een vaste tijd ingeschakeld, welke vaste tijd wordt bepaald door de tijd die de luchtpersbron nodig heeft voor het leegpersen van een in zijn geheel gevuld systeem. In de praktijk zal het 15 rioolsysteem meestal niet volledig gevuld zijn omdat de luchtpersbron wordt aangeschakeld op het moment dat één van de verzamelruimtes tot een voorafbepaald niveau gevuld is, terwijl de andere verzamelruimtes op dat moment meestal niet tot datzelfde niveau gevuld zijn. In de praktijk betekent 20 dit dat de luchtpersbron in veel gevallen langer werkt dan nodig is voor het in de gewenste mate legen van het systeem. Hierdoor is het energieverbruik hoger dan gewenst.

De uitvinding beoogt thans een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij dit pro-25 bleem op doeltreffende wijze is opgeheven.

Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat tijdens het legen van het rioolsysteem metingen hierin worden uitgevoerd die maatgevend zijn voor de resterende hoeveelheid rioolwater in het systeem en 30 de luchtpersbron wordt uitgeschakeld op basis van deze metingen.

1003187 2

Op deze wijze wordt de luchtpersbron ook naar behoefte uitgeschakeld, zodat deze niet langer werkt dan nodig is en zodoende het energieverbruik wordt verminderd.

Een zeer gunstige uitvoering van de werkwijze 5 volgens de uitvinding is die, waarbij de luchtpersbron wordt uitgeschakeld op het moment dat de opgebouwde druk in het systeem voldoende is voor het in de gewenste mate legen van het systeem door expansie van de aanwezige gecomprimeerde lucht.

10 Door deze maatregel kan de luchtpersbron zelfs worden uitgeschakeld terwijl het rioolsysteem nog niet in de gewenste mate is geleegd. Er wordt volgens de uitvinding immers gebruik gemaakt van de reeds in het rioolsysteem opgebouwde energie in de vorm van gecomprimeerde lucht die 15 wil expanderen en tijdens de expansie het laatste rioolwater uit het rioolsysteem kan persen. Op deze manier vindt nog een verdere rendementsverbetering plaats.

Bij voorkeur wordt de druk in het systeem gemeten als maat voor de resterende hoeveelheid rioolwater in het 20 systeem, waarbij het mogelijk is dat de druk op verschillende plaatsen wordt gemeten.

De uitvinding omvat tevens een rioolsysteem met een aantal lozingsaansluitingen naar ëen of meer verzamelruim-tes, een op de verzamelruimte(s) aangesloten verzamelpijp, 25 een op de verzamelpijp aangesloten luchtpersbron, en een besturingssysteem voor het aan- en uitschakelen van de luchtpersbron, waarbij volgens de uitvinding het besturingssysteem is uitgevoerd met meetmiddelen voor het uitvoeren van metingen in het rioolsysteem die maatgevend zijn voor de 30 resterende hoeveelheid rioolwater in het systeem en met behulp waarvan een signaal kan worden afgegeven aan het besturingssysteem voor het uitschakelen van de luchtpers-bron.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht 35 aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zeer schematisch weergeeft.

1003187 3

De enige figuur van de tekening is een zeer schematische verticale doorsnede van een rioolsysteem.

De tekening toont schematisch een aantal woningen of andersoortige gebouwen of rioolgebruikers 1 met een 5 afvoerpijp 2 waarvan er één of meer aansluiten op een verzamelruimte 3. Een aantal verzamelruimtes 3 staat onderling in verbinding via een verzamelpijp 4 die uiteindelijk aan het afvoereinde aansluit op een rioolbuis 5 van grotere diameter, terwijl het andere uiteinde van de verzamelpijp 4 10 in verbinding staat met een luchtpersbron 6, in dit geval in de vorm van een luchtcompressor. Eén compressor kan bijvoorbeeld een verzamelpijp 4 met een lengte van enkele kilometers, bijvoorbeeld 5 of 6 km met bijvoorbeeld ongeveer 30 tot 40 verzamelruimtes 3, bedienen.

15 Elke verzamelruimte 3 omvat een bovenruimte 7 waarop de afvoerpijp(en) 2 aansluit(en) en een onderruimte 8 die in verbinding staat met de verzamelpijp 4. De boven- en onderruimte 7, 8, die bijvoorbeeld een inhoudsverhouding van 1:1 a 1:2 kunnen hebben, zijn van elkaar gescheiden door een 20 klep 9 of andere afsluiter, die in dit geval zelfsluitend is, bijvoorbeeld met behulp van een vlotter. Dit houdt in dat rioolwater dat de verzamelruimte 3 instroomt via de afvoerpijp 2 van de bovenruimte 7 naar de onderruimte 8 kan doorstromen totdat de onderruimte 8 gevuld is en de boven-25 ruimte 7 vervolgens wordt gevuld. In de bovenruimte 7 bevindt zich een niveaumeter of niveauschakelaar 10 met behulp waarvan een signaal aan een besturingssysteem 11 kan worden afgegeven om aan te geven dat een verzamelruimte 3 gevuld is tot een niveau, waarbij leging gewenst is.

30 De verzamelpijp 4 is met bovenwaartse bochtstukken 12 buiten de verzamelruimtes uitgevoerd voor het van elkaar scheiden van de verzamelruimtes 3 en voor het tot stand brengen van watersloten. In de verzamelpijp 4, resp. in de onderruimtes 8 van de verzamelruimtes 3 zijn een of meer 35 drukmeters 13 aangebracht voor het ter plaatse meten van de druk in het rioolsysteem. De drukmeters 13 zijn aangesloten op het besturingssysteem 11. Op basis van experimenten kan 1003187 4 een verband worden gelegd tussen de druk op een of meer plaatsen en de hoeveelheid rioolwater in het systeem, zodat in de praktijk de druk kan worden benut als aanwijzing voor de mate van leging van het rioolsysteem.

5 De werkwijze voor het legen van het in de figuur weergegeven rioolsysteem is als volgt. Indien één van de verzamelruimtes 3 is gevuld tot het door de niveauschakelaar 10 bepaalde maximumniveau wordt via het besturingssysteem 11 de luchtcompressor 6 ingeschakeld. Hierdoor wordt in de 10 verzamelpijp 4 en in de onderruimtes 8 van de verzamelruimtes 3 een druk opgebouwd, doordat de kleppen 9 in de verzamelruimtes 3 reeds door het rioolwater waren gesloten of alsnog door de luchtdruk of door het in de betreffende verzamelruimte gepompte rioolwater worden gesloten. In de 15 praktijk wordt de lucht in het rioolsysteem gecomprimeerd tot een compressordruk van meestal enkele bars, bijvoorbeeld ongeveer 2 bar. Tijdens het leegpompen van het rioolsysteem wordt de druk daarin met behulp van de drukmeters 13 gemeten en de gemeten druk is, zoals eerder vermeld, een aanwijzing 20 voor de mate waarin het rioolsysteem is geleegd. Indien het rioolsysteem in een zodanige mate is geleegd dat de door de luchtcompressor 6 opgebouwde druk in het systeem voldoende is om door expansie van de gecomprimeerde lucht de resterende hoeveelheid rioolwater naar de rioolbuis 5 af te voeren, 25 wordt de luchtcompressor 6 uitgeschakeld en wordt de reeds opgebouwde compressie-energie alsnog benut. Hierdoor draait de luchtcompressor 6 niet langer dan nodig is en wordt een maximaal rendement bij het legen van het rioolsysteem verkregen. Nadat de overdruk in het rioolsysteem is wegge-30 vallen, zullen de kleppen 9 zich weer openen en worden de onderruimtes 8 gevuld met nog in de bijbehorende bovenruimtes 7 aanwezig rioolwater en met nieuw toegevoerd rioolwater.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de teke-35 ning weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevarieerd.

1003187 5

Zo kan de uitvinding ook bij een gecombineerd rioolsysteem worden benut.

1 0 0 3 1 8 7

Claims (7)

1. Werkwijze voor het legen van een rioolsysteem met een aantal lozingsaansluitingen (1, 2) , een of meer verzamelruimtes (3), een op de verzamelruimte(s) aangesloten verzamelpijp (4) en een op de verzamelpijp aangesloten 5 luchtpersbron (6), waarbij de luchtpersbron bij behoefte wordt aangeschakeld en door overdruk de tijdelijk afgesloten verzamelruimte(s) leegperst via de verzamelpijp, met het kenmerk, dat tijdens het legen van het rioolsysteem metingen hierin worden uitgevoerd die maatgevend zijn voor de reste- 10 rende hoeveelheid rioolwater in het systeem en de luchtpers-bron (5) wordt uitgeschakeld op basis van deze metingen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de luchtpersbron (5) wordt uitgeschakeld op het moment dat de opgebouwde druk in het systeem voldoende is voor het in de 15 gewenste mate legen van het systeem door expansie van de aanwezige gecomprimeerde lucht.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de druk in het systeem wordt gemeten als maat voor de hoeveelheid rioolwater in het systeem.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de druk op verschillende plaatsen in het systeem wordt gemeten.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de (elke) verzamelruimte (3) bestaat uit een bovenruimte (7) en een onderruimte (8), die zijn gescheiden 25 door een klep (9), die bij voorkeur zelfsluitend is, bij voorbeeld met behulp van een vlotter.

6. Rioolsysteem met een aantal lozingsaansluitingen (1, 2) naar een of meer verzamelruimtes (3), een op de verzamelruimte(s) aangesloten verzamelpijp (4), een op de 30 verzamelpijp aangesloten luchtpersbron (6), en een besturingssysteem (11) voor het aan- en uitschakelen van de luchtpersbron, met het kenmerk, dat het besturingssysteem (11) is uitgevoerd met meetmiddelen (13) voor het uitvoeren van metingen in het rioolsysteem die maatgevend zijn voor de 1003187 resterende hoeveelheid rioolwater in het systeem en met behulp waarvan een signaal kan worden afgegeven aan het besturingssysteem (11) voor het uitschakelen van de luchtpersbron (6) .

7. Rioolsysteem volgens conclusie 5, waarbij de meetmiddelen (13) uit ten minste een drukmeter bestaan. 1003187