NL1015884C2 - Vloeistofreservoir, pompinrichting daarvoor, alsmede werkwijze voor het legen van het vloeistofreservoir. - Google Patents

Description

Vloeistofreservoir, pompinrichting daarvoor, alsmede werkwijze voor het legen van het vloeistofreservoir

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vloeistofreservoir, voorzien van een bak met een inlaat voor vrije instroming van vloeistof in de bak, een met een klep uitgevoerde uitlaat voor geforceerde afvoer van vloeistof uit 5 de bak, en een pomp die met behulp van gasdruk, in het bijzonder luchtdruk, perst ten behoeve van het geforceerd afvoeren van de vloeistof. Een dergelijk vloeistofreservoir in de vorm van een rioolput is bekend uit GB-A-1 379 566.

De uitvinding beoogt thans een dergelijk vloeistofre-10 servoir verder te verbeteren.

Hiertoe wordt het vloeistofreservoir volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat in het reservoir een huis is ondergebracht waarop de perszijde van de pomp alsmede de uit-laat is aangesloten en die via een inlaatklep van het huis met 15 de bak in verbinding staat.

Het vloeistofreservoir volgens de uitvinding heeft het voordeel dat het huis een zelfstandige eenheid binnen de bak kan vormen. In het geval van een rioolput als vloeistofreservoir kan het huis behalve in nieuwe rioolputten bijvoor-20 beeld ook als inbouweenheid dienen teneinde in een bestaande bak van de rioolput te worden gemonteerd. In dit geval kan bijvoorbeeld een bestaande rioolput met een elektromechanische onderwaterpomp worden omgebouwd tot een rioolput volgens de uitvinding, waarbij het water met behulp van gasdruk wordt 25 verpompt. Zodoende is het vloeistofreservoir volgens de uitvinding zeer veelzijdig toepasbaar.

Een verbeterde vulling van de ruimte in het huis kan worden bereikt indien de pomp een vacuümperspomp is met een zuigzijde en een perszijde, die beide op het huis zijn aange-30 sloten, terwijl de pomp is ingericht voor het afwisselend zuigen en persen van gas uit en in het huis.

Voorts is het gunstig indien de pomp buiten de bak van het vloeistofreservoir is geplaatst en via ten minste een 1 0 i - ' 2 leiding, zoals bijvoorbeeld een slang, met het huis is verbonden.

Het voordeel van deze uitvoering is dat de pomp ge-makkelijk bereikbaar is, en derhalve eenvoudig onderhoud en 5 reparaties aan de pomp kunnen worden uitgevoerd, terwijl de pomp ook niet wordt blootgesteld aan de eventueel agressieve vloeistof in de bak van het vloeistofreservoir.

De uitvinding omvat tevens de pompinrichting voor toepassing bij een vloeistofreservoir, zoals bijvoorbeeld 10 hiervoor is beschreven, en tevens omvat de uitvinding een werkwijze voor het legen van een vloeistofreservoir.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekening, die zeer schematisch een uitvoerings-voorbeeld van het vloeistofreservoir in de vorm van een riool-15 put volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een zeer schematische verticale doorsnede van het uitvoeringsvoorbeeld van de rioolput volgens de uitvinding .

Fig. 2, 3 en 4 tonen een verticale doorsnede van het 20 pomphuis uit de rioolput volgens figuur 1, in drie verschillende stadia tijdens het leegpompen van de rioolput.

Fig. 1 toont een in een rioolstelsel opgenomen verza-melput, waarin zich rioolwater van een of meer bronnen kan verzamelen. De rioolput is voorzien van een bak 1 die bijvoor-25 beeld van beton kan zijn vervaardigd en meestal ondergronds zal worden geplaatst. De bak 1 is voorzien van een inlaat 2 voor het inlaten van rioolwater dat in dit geval via een vrij verval tot in de bak 1 van de rioolput stroomt. De bak 2 is verder voorzien van een uitlaat 3 die zich op een laag niveau 30 in de rioolput bevindt en via een uitlaatleiding 4 met een uitlaatklep 5 naar een hoger niveau wordt geleid en de leiding verlaat de bak op dit hogere niveau.

Op de uitlaat 3 aan het onderste uiteinde van de uitlaatleiding 4 is een koppeling aangebracht waarop de uitlaat 35 van een pomphuis 6 is aangesloten. Dit pomphuis 6 maakt deel uit van een pompinrichting die naast het pomphuis 6 een vacu-umperspomp 7 en een of meer verbindingsslangen 8 tussen de pomp 7 en het huis 6 omvat. Dit huis is, zoals gezegd, voor-

1 ύ 1 h ü 3 A

3 zien van een huisuitlaat 9 die is aangesloten op de koppeling van de uitlaat 3. Voorts is het huis 6 voorzien van een huis-inlaat 10 die in verbinding staat met de bak 1 van de rioolput en afsluitbaar is met behulp van een inlaatklep 11, hier in de 5 vorm van een terugslagklep, welke in het inwendige van het huis 6 is aangebracht en de huisinlaat 10 afsluit indien de druk in het huis 6 groter is dan de druk in de bak 1. De klep 11 opent automatisch indien de druk in de bak 1 in voldoende mate hoger is dan de druk in het huis 6. In de bovenwand van 10 het huis 6 bevindt zich de pompaansluiting 12 waarop de ver-bindingsslang 8 van de pomp 7 aansluit.

De pomp 7 is in een besturingskast 13 ondergebracht, welke besturingskast 13 op een hoger niveau dan de bak 1 is aangebracht, in het bijzonder boven het maaiveld, zodat het 15 inwendige van de besturingskast 13 van buitenaf goed bereikbaar is. De besturingskast omvat de regelunits die nodig zijn voor het laten functioneren van de rioolput 1. Zo is op de besturing 14 een niveausensor 15 in de bak 1 van de rioolput aangesloten, op signalen waarvan de besturing 14 de pomp 7 kan 20 aansturen.

De vacuümperspomp 7 is zodanig ingericht, dat deze afwisselend als vacuümpomp en als perspomp kan werken, waartoe de slang 8 tussen de zuigzijde en de perszijde van de pomp wordt geschakeld. In de zuigstand wordt lucht uit het inwendi-25 ge van het huis 6 af gezogen en zal derhalve in het huis 6 een onderdruk ontstaan die er voor zorgt dat rioolwater het huis 6 volledig kan vullen. In de persstand wordt lucht vanuit de pomp via de slang 8 in het huis 6 gepompt voor het geforceerd afvoeren van rioolwater uit het huis 6.

30 De fig. 2, 3 en 4 illustreren de werking van de pomp- inrichting in de rioolput volgens fig. 1.

In fig. 2 bevindt het pomphuis 6 zich in de ruststand.

Indien volgens fig. 3 de pompaansluiting 12 via de 35 verbindingsslang 8 op de zuigzijde van de vacuümperspomp 7 wordt aangesloten, zal een onderdruk in het huis 6 ontstaan en zal de terugslagklep 11 zich openen en water vanuit de bak 1 van de rioolput het inwendige van het huis geheel of groten- iv i y 4 Γ ~ 4 deels vullen. Eventueel was het huis 6 daarvoor al gedeeltelijk gevuld met rioolwater dat door de waterdruk in de put het huis was binnengedrongen. Indien het huis voldoende is gevuld, zal de vacuümperspomp 7 worden omgeschakeld en de verbin-5 dingslang 8 in verbinding worden gebracht met de perszijde van de pomp 7, waardoor lucht vanuit de pomp 7 in het huis 6 wordt gepompt en het in het huis aanwezige rioolwater onder druk wordt gezet. De terugslagklep 11 zal zich daarbij sluiten, waardoor de huisinlaat 10 wordt afgesloten en derhalve het ri-10 oolwater niet naar de bak 1 kan terugstromen. Indien de uitlaatklep 5 automatisch of door een besturingssignaal wordt geopend, zal het rioolwater uit het huis 6 via de uitlaat 3 door de uitlaatleiding 4 omhoog worden geperst en derhalve de bak 1 verlaten, alwaar het rioolwater verder kan worden afgevoerd.

15 De pomp 1 zal daarbij in werking blijven tot het huis 6 is leeggepompt, waarna het pomphuis 6 gereed is voor een nieuwe cyclus.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding een vloeistofreservoir en een pompinrichting daarvoor 20 verschaft, die uitblinken door een universele toepasbaarheid, alsmede door een eenvoudige constructie en betrouwbare werking, doordat de pomp gemakkelijk bereikbaar buiten de bak 1 in een beschermde omgeving is opgesteld en slechts het huis in de bak van de put is ondergebracht. De pompinrichting is zeer 25 geschikt om in bestaande rioolputten met elektromechanische dompelpompen te worden gebruikt ter vervanging van deze dom-pelpomp. De aansluitingen van het huis kunnen daarbij zodanig worden gemaakt dat de bestaande pomp eenvoudigweg kan worden afgekoppeld en het huis in de plaats daarvan kan worden gemon-30 teerd.

Behalve voor rioolputten, is de uitvinding toepasbaar bij allerlei andere vloeistofreservoirs voor opvang van in het bijzonder agressieve vloeistoffen, zoals bijvoorbeeld vloeistoffen in de raffinage-industrie, ontwikkel vloei stoffen en 35 afvalwater in verschillende produktieprocessen.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoerings-voorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van

Hfiêi 4 5 de uitvinding kan worden gevarieerd. Zo zou de pomp ook alleen als perspomp kunnen zijn uitgevoerd, waarbij dan het huis door de druk vanuit het water in de bak 1 zal worden gevuld. Voorts zou de pomp ook op het huis kunnen zijn aangebracht. Verdere 5 variaties zijn natuurlijk denkbaar.

1 Ö Ί 3» 8 8 4

Claims (12)

1. Vloeistofreservoir, voorzien van een bak (1) met een inlaat (2) voor vrije instroming van vloeistof in de bak, een met een klep (5) uitgevoerde uitlaat (3) voor geforceerde afvoer van vloeistof uit de bak, en een pomp (7) die met be- 5 hulp van gasdruk, in het bijzonder luchtdruk, perst ten behoeve van het geforceerd afvoeren van de vloeistof, met het kenmerk, dat in de bak (1) een pomphuis (6) is ondergebracht waarop de perszijde van de pomp (7) alsmede de uitlaat (3) is aangesloten en die via een inlaatklep (11) van het huis (6) 10 met de bak in verbinding staat.

2. Vloeistofreservoir volgens conclusie 1 of 2, waarbij de pomp (7) een vacuumperspomp is met een zuigzijde en een perszijde, die beide op het huis (6) in verbinding breng-baar zijn, terwijl de pomp is ingericht voor het afwisselend 15 zuigen en persen van gas uit en in het huis.

3. Vloeistofreservoir volgens conclusie 1 of 2, waarbij het huis (6) als inbouweenheid is uitgevoerd die in een bestaande bak (1) van het vloeistofreservoir monteerbaar is.

4. Vloeistofreservoir volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de pomp (7) buiten de bak (1) van het vloeistofreservoir is geplaatst en via ten minste een leiding, zoals bijvoorbeeld een slang (8), met het huis (6) is verbonden.

5. Vloeistofreservoir volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het vloeistofreservoir is uitgevoerd met een afzonderlijke besturingskast (13), die op een hoger niveau dan de bak (1) is geplaatst en waarin de pomp (7) is opgenomen.

6. Vloeistofreservoir volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inlaatklep (11) van het huis (6) is uitgevoerd als een terugslagklep.

7. Vloeistofreservoir volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het vloeistofreservoir is uitgevoerd als 35 rioolput voor het verzamelen en afvoeren van rioolwater. 1. i i *

8. Pompinrichting voor toepassing in een vloei-stofreservoir bij voorkeur volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een perspomp (7) die met behulp van gasdruk, in het bijzonder luchtdruk, perst ten behoeve van het 5 geforceerd afvoeren van vloeistof, alsmede een in het vloeistof reservoir plaatsbaar huis (6) met een aansluiting voor de perszijde van de pomp alsmede een huisuitlaat (9) voor aansluiting op een uitlaat van het vloeistofreservoir voor het afvoeren van vloeistof uit het huis, welk huis voorts is voor- 10 zien van een inlaat (10) met een huisklep (11) voor de afsluitbare verbinding met het vloeistofreservoir voor het inlaten van vloeistof vanuit het vloeistofreservoir in het huis.

9. Pompinrichting volgens conclusie 8, waarbij de perspomp (7) met behulp van een leiding, zoals een slang (8), 15 op het huis (6) is aangesloten.

10. Werkwijze voor het legen van een vloeistofreservoir, waarbij met behulp van een in een bak van het vloeistofreservoir geplaatst huis met bijbehorende pomp afwisselend vloeistof vanuit de bak in het huis wordt ingelaten en vervol- 20 gens de ingelaten vloeistof met behulp van gasdruk uit de pomp via een op het huis aangesloten uitlaat uit het huis wordt geperst, terwijl op dat moment het huis in de richting van het vloeistofreservoir wordt afgesloten.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij voor het 25 inlaten van vloeistof in het huis een zuigzijde van de als va- cuumperspomp uitgevoerde pomp met het huis in verbinding wordt gebracht.

12. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, voor toepassing bij het legen een rioolput. 30 I A H t λ