NL1003044C2 - Röntgenbeeldinrichting. - Google Patents

Röntgenbeeldinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1003044C2
NL1003044C2 NL1003044A NL1003044A NL1003044C2 NL 1003044 C2 NL1003044 C2 NL 1003044C2 NL 1003044 A NL1003044 A NL 1003044A NL 1003044 A NL1003044 A NL 1003044A NL 1003044 C2 NL1003044 C2 NL 1003044C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ray
image
light
speed
scanning movement
Prior art date
Application number
NL1003044A
Other languages
English (en)
Inventor
Ronald Jan Geluk
Original Assignee
Optische Ind Oede Oude Delftoe
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Optische Ind Oede Oude Delftoe filed Critical Optische Ind Oede Oude Delftoe
Priority to NL1003044A priority Critical patent/NL1003044C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1003044C2 publication Critical patent/NL1003044C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N23/00Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof
    • H04N23/30Cameras or camera modules comprising electronic image sensors; Control thereof for generating image signals from X-rays

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Apparatus For Radiation Diagnosis (AREA)

Description

Titel: Röntgenbeeldinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een röntgenbeeld met behulp van een röntgenbeeldinrichting, respectievelijk op een röntgenbeeldinrichting van het type waarbij het te vormen 5 röntgenbeeld wordt opgebouwd met behulp van een langwerpige röntgendetector, die invallende röntgenstraling kan omzetten in een lichtbeeld, en die in bedrijf ten opzichte van een af te beelden objekt een aftastbeweging uitvoert in een richting dwars op de lengterichting van de langwerpige 10 röntgendetector, waarbij het lichtbeeld met behulp van optische middelen verkleind wordt afgebeeld op een lichtgevoelige halfgeleiderinrichting, die het verkleinde lichtbeeld middels een door kloksignalen bestuurd tijdvertragings/integratieproces omzet in elektrische 15 signalen, die het röntgenbeeld representeren.
Een dergelijke röntgenbeeldinrichting kan bijvoorbeeld een inrichting voor spleetradiografie zijn, zoals bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 9102063. Bij een dergelijke inrichting wordt een voorwerp of 20 een patiënt afgetast met behulp van een platte waaiervormige röntgenbundel, die tijdens tenminste één aftastslag dwars op het vlak van de waaiervormige bundel wordt bewogen. Achter het objekt, zijnde een voorwerp of een patiënt, beweegt een langwerpige röntgendetector op zodanige wijze synchroon met 25 de röntgenbundel, dat de door de patiënt of het voorwerp doorgelaten straling steeds in hoofdzaak op de röntgendetector valt. De röntgendetector zet de ontvangen röntgenstraling om in een lichtbeeld, dat gebruikt kan worden om het röntgenbeeld representerende elektrische signalen op 30 te wekken. De platte waaiervormige bundel kan bijvoorbeeld verkregen worden met behulp van een röntgenbron, die samenwerkt met een spleetdiafragma. De röntgenbron en het spleetdiafragma zijn gezamenlijk of ten opzichte van elkaar zodanig beweegbaar, dat de het spleetdiafragma verlatende 1003044 -2- waaiervormige bundel de gewenste aftastbeweging uitvoert. Het diafragma kan desgewenst zijn voorzien van spleetbesturingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 8400845. De uitvinding is echter 5 ook toepasbaar bij andere soorten inrichtingen, die een langwerpige röntgendetector omvatten welke een aftastbeweging uitvoert teneinde een vooraf bepaald gebied af te tasten. Een voorbeeld is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 8303156.
10 Een voor toepassing in een röntgenbeeldinrichting van de boven beschreven soort geschikte langwerpige röntgendetector is bijvoorbeeld een röntgenbeeldversterkerbuis als beschreven in het Nederlandse octrooi 183914. Voor toepassing in een voor thoraxonderzoek 15 geschikte röntgenbeeldinrichting dient de röntgenbeeldversterkerbuis een beeldvlak van ± 400 a 500 mm lang te hebben. Deze afmeting komt overeen met de breedte van de thorax bij de meeste mensen en van de waaiervormige bundel. In de aftastrichting kan het beeldvlak bijvoorbeeld + 20 25 mm hoog zijn. Om een volledig thoraxbeeld te kunnen vormen dient de röntgenbeeldversterkerbuis een gebied van + 400 x 400 mm2 te bestrijken, hetgeen wordt bewerkstelligd door de röntgenbeeldversterkerbuis een aftastbeweging te doen uitvoeren in een richting dwars op de lengterichting van de 25 röntgenbeeldversterkerbuis. Gedurende de aftastbeweging verschaft de röntgenbeeldversterkerbuis een variërend uitgangsbeeld, dat gebruikt kan worden om een fotografische film te belichten, doch dat bij voorkeur op een lichtgevoelige elektronische inrichting geprojecteerd wordt, 30 die het opvallende licht omzet in corresponderende elektrische signalen. De elektrische signalen kunnen vervolgens, al dan niet na verdere bewerking, opgeslagen worden of gebruikt worden om een videobeeld of dergelijke te vormen.
35 Voor het omzetten van het uitgangssignaal van de röntgenbeeldversterkerbuis in elektrische signalen kan een lichtgevoelige halfgeleiderinrichting, zoals een langwerpige 1003044 -3- CCD-inrichting (CCD=charge coupled device) worden toegepast. Dergelijke CCD-inrichtingen zijn in de handel verkrijgbaar, doch hebben veel kleinere afmetingen dan het uitgangsvenster van de langwerpige röntgenbeeldversterkerbuis. Een geschikte 5 CCD-inrichting is bijvoorbeeld de Dalsa I-FI-2048, die 2048 x 96 beeldelementen heeft en een gevoelig oppervlak van 28,7 x 1,34 mm. Het uitgangsbeeld van de langwerpige beeldversterkerbuis wordt daartoe verkleind afgebeeld op de CCD-inrichting. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van een 10 camera, die een lenzenstelsel omvat, dat het uitgangsbeeld van de röntgenbeeldversterkerbuis verkleint tot bij de CCD-inrichting passende afmetingen en het uitgangsbeeld van de röntgenbeeldversterkbuis afbeeldt op de CCD-inrichting. In de CCD-inrichting vindt op bekende wijze beeldintegratie plaats 15 middels een tijdvertragings/integratieproces, ook wel TDI (= time delay and integration)-proces genoemd, om zodanige elektrische signalen te verkrijgen, dat deze nauwkeurig het röntgenbeeld representeren. Tijdens de aftastbeweging van de langwerpige röntgendetector beweegt steeds een strookvormig 20 beeld in dwarsrichting ten opzichte van de lengte-as van de röntgendetector over het uitgangsscherm (de anode) van de röntgendetector. De snelheid van deze beweging van het uitgangsbeeld van de röntgendetector over het uitgangsscherm van de röntgendetector wordt bepaald door de aftastsnelheid, 25 dat wil zeggen de snelheid waarmee de röntgendetector de aftastbeweging uitvoert.
Het is van groot belang, dat het TDI-proces nauwkeurig gesynchroniseerd is met de beweging van het röntgenbeeld over het uitgangsscherm van de röntgendetector. Een 30 snelheidsverschil (gecorrigeerd voor de afbeeldingsverhouding van het uitgangsbeeld van de röntgendetector versus het op de CCD-inrichting geprojecteerde beeld) tussen het uitgangsbeeld van de röntgendetector en het TDI-proces leidt tot onscherpte in het uit de uitgangssignalen van de CCD-inrichting te 35 vormen beeld. De TDI-doorstroomsnelheid dient derhalve zo exakt mogelijk gelijk te zijn aan de snelheid waarmee het op 1 003044 -4- de CCD-inrichting geprojecteerde beeld over de CCD-inrichting beweegt.
Volgens de bekende techniek wordt hiertoe gebruik gemaakt van een positiesynchronisatie. Hierbij wordt tijdens 5 de aftastbeweging voortdurend nauwkeurig de positie van de röntgendetector, en dus van het uitgangsbeeld daarvan, bepaald. Dit geschiedt bijvoorbeeld met behulp van een liniaal, die afwisselend transparante en opake gebieden heeft met een steek van bijvoorbeeld 0,1 mm of kleiner. De liniaal 10 is langs het aftasttraject van de röntgendetector gemonteerd. Via en optocoupler worden dan tijdens de aftastbeweging positiepulsen opgewekt die met een teller worden geteld en/of als klokpulsen voor het TDI-proces worden gebruikt. Een probleem is echter, dat de afbeeldingsmaatstaf van de 15 gebruikelijke objectieven via welke het uitgangsbeeld van de röntgendetector op de CCD-inrichting geprojecteerd wordt een zodanige spreiding vertoont, dat de vereiste synchroniciteit niet of niet in voldoende mate kan worden bereikt als de positiepulsen als klokpulsen voor het TDI-proces worden 20 gebruikt.
De uitvinding beoogt het geschetste synchronisatieprobleem op te lossen en in het algemeen een werkwijze en inrichting te verschaffen voor het op doeltreffende, nauwkeurige en betrouwbare wijze vormen van 25 een uitgangssignaal van een CCD-inrichting van een röntgenbeeldinichting van de boven beschreven soort, welk uitgangssignaal een door aftasting met een langwerpige röntgendetector verkregen röntgenbeeld representeert.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van 30 de boven beschreven soort gekenmerkt, doordat tussen de aftastbeweging van de röntgendetector en de kloksignalen voor de halfgeleiderinrichting snelheidssynchronisatie wordt toegepast, waarbij de frequentie van de kloksignalen wordt afgeleid van een van de snelheid van de aftastbeweging 35 afhankelijk elektrisch signaal.
Een röntgenbeeldinrichting van de boven beschreven soort wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door eerste 1003044 -5- middelen voor het genereren van een eerste elektrisch signaal, dat van de snelheid van de aftastbeweging afhankelijk is en tweede middelen voor het omzetten van het van de snelheid afhankelijke elektrische signaal in een 5 tweede signaal, waaruit kloksignalen voor de lichtgevoelige halfgeleiderinrichting kunnen worden afgeleid, waarbij de tweede middelen zodanig zijn ingesteld dat de verhouding tussen het eerste en het tweede signaal de afbeeldingsmaatstaf van de optische middelen representeert.
10 In het volgende zal de uitvinding nader worden beschreven met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 toont schematisch in zij-aanzicht/doorsnede een voorbeeld van een röntgenbeeldinrichting volgens de stand 15 der techniek; figuur 2 toont schematisch de inrichting van figuur 1 in bovenaanzicht; figuur 3 toont schematisch in zij-aanzicht een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de 20 uitvinding; en figuur 4 toont schematisch een voorbeeld van een schakeling voor het verwerken van de uitgangssignalen van de lichtsluis.
De figuren 1 en 2 tonen schematisch in zij-aanzicht en 25 bovenaanzicht een voorbeeld van een bekende röntgenbeeldinrichting 1. De getoonde inrichting omvat een röntgenbron 2, voorzien van een spleetdiafragma 3 via welk een platte waaiervormige röntgenbundel 4 op een voor een huis of kast 5 geplaatste te onderzoeken patiënt 6 of op een te 30 onderzoeken voorwerp kan worden gericht. In het getoonde voorbeeld kan de röntgenbron 2 samen met het spleetdiafragma 3 om een as 6 zwenken, zoals met een pijl 7 aangegeven. De waaiervormige röntgenbundel 4 zwenkt daarbij in een richting dwars op het vlak van de waaiervormige röntgenbundel zoals in 35 figuur 1 met een pijl 8 is aangegeven, teneinde de patiënt of het voorwerp, of althans een relevant deel daarvan met de röntgenbundel af te tasten gedurende één of meer werkslagen.
1003044 -6-
De kast 5 heeft een voor röntgenstraling transparante voorwand 9, waarachter zich een langwerpige röntgendetector 10 bevindt. De röntgendetector is op niet nader getoonde, maar uit bijvoorbeeld NL 8303156 bekende, wijze zodanig met 5 de in bedrijf zwenkende röntgenbron 2 gekoppeld, dat de door de patiënt of het voorwerp 6 doorgelaten röntgenstraling steeds op het ingangsvenster van de röntgendetector 10 valt. De röntgendetector 10 beweegt derhalve synchroon met de platte waaiervormige bundel 4, zoals met pijlen 11 10 aangegeven.
De röntgendetector 10 is ingericht om de aan de ingangszijde invallende röntgenstraling om te zetten in een lichtbeeld, dat aan de uitgangszijde ontstaat. In het getoonde voorbeeld is een buisvormige röntgendetector 15 toegepast met een voor röntgenstraling gevoelige langwerpige kathode 12, die onder invloed van invallende röntgenstraling elektronen emitteert. Tegenover de kathode 12 bevindt zich een langwerpige anode 13. De geëmitteerde elektronen bewegen onder invloed van een in bedrijf tussen de kathode en de 20 anode heersende hoogspanning van de kathode naar de anode. De anode zet de invallende elektronen om in lichtquanten. Het aldus aan de anodezijde gevormde lichtbeeld wordt via een lens of een lenzenstelsel 14 geprojecteerd op een lichtgevoelige halfgeleiderinrichting, zoals een CCD 15, die 25 het lichtbeeld omzet in corresponderende elektrische signalen, die in een niet getoonde inrichting verder verwerkt en/of opgeslagen kunnen worden. Het lenzenstelsel 14 en de halfgeleiderinrichting maken deel uit van een stationaire camera, die op afstand van de röntgendetector 10 is 30 geplaatst, zodat de camera in elke positie van de röntgendetector 10 het uitgangsbeeld van de röntgendetector 10 kan opvangen en op de halfgeleiderinrichting kan projecteren.
Tussen de anode van de röntgendetector en de camera kan 35 desgewenst een stelsel met één of meer spiegels zijn geplaatst. Ook kan gebruik worden gemaakt van meer dan één camera. Voorts kan (kunnen) de camera('s) en eventueel ook 1003044 -7- het spiegelstelsel met de röntgendetector meebewegen, zoals bijvoorbeeld beschreven in aanvraagster's nog niet gepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 1002466, die hier wordt geacht te zijn ingelast bij wijze van referentie.
5 Tijdens bedrijf schuift het anodebeeld als het ware in dwarsrichting over de anode van de röntgendetector in een richting, die tegengesteld is aan de bewegingsrichting van de röntgendetector. Indien derhalve in de in figuur 1 getoonde situatie de röntgendetector 10 omhoog beweegt, wordt het 10 beeld aan de bovenzijde steeds ververst en schuift het als het ware van de bovenrand van de anode naar de onderrand daarvan. Dit over de anode bewegende beeld wordt (verkleind) afgebeeld op een CCD-inrichting en wordt telkens gedurende een voorafbepaald tijdinterval geïntegreerd (het TDI-proces) 15 teneinde de het gewenste röntgenbeeld representerende elektrische signalen te vormen. Een uitgebreide beschrijving van het TDI-proces is bekend uit het Amerikaanse octrooi 4,383,327. Het TDI-proces dient nauwkeurig synschroon met de beweging van het beeld over de anode van de röntgendetector 20 en dus met de aftastbeweging van de röntgendetector plaats te vinden.
Volgens de uitvinding wordt hiertoe gebruik gemaakt van snelheidssynchronisatie. De gewenste snelheidssynchronisatie kan worden bewerkstelligd door eerste stuursignalen te 25 generen, die corresponderen met de snelheid van de röntgendetector tijdens de aftastbeweging, en vervolgens uit deze eerste stuursignalen tweede stuursignalen te vormen, waarbij de afbeeldingsmaatstaf van de afbeelding door de optiek van het anodebeeld op de CCD-inrichting volledig in 30 aanmerking wordt genomen, zodanig dat de frequentie van de tweede stuursignalen correspondeert met de snelheid van het verkleinde anodebeeld. Op deze wijze kan worden bewerkstelligd, dat de TDI-doorstroomsnelheid nauwkeurig correspondeert met de snelheid waarmee het op de CCD-35 inrichting geprojekteerde anodebeeld over de CCD-inrichting beweegt.
1003044 -8-
Voor het genereren van de eerste stuursignalen kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een met de röntgendetector meebewegende lichtsluis, bestaand uit één of meer lichtuitzendende elementen, zoals bijvoorbeeld LED's en 5 één of meer lichtgevoelige elementen, bijvoorbeeld lichtgevoelige transistoren, die zich aan weerszijden van een stationaire strip of dergelijke bevinden. Waar hier in het kader van het genereren van de eerste stuursignalen wordt gesproken van licht is daarmee niet alleen bedoeld zichtbaar 10 licht maar ook andere, niet zichtbare electromagnetische straling zoals infrarood. De strip kan dan periodiek opeenvolgende secties omvatten, die afwisselend transparant respectievelijk opaak zijn. Als de röntgendetector een aftastbeweging maakt verschaft de of elke lichtgevoelige 15 transistor of dergelijke een reeks pulsen met een van de snelheid van de aftastbeweging corresponderende frequentie. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kan een van op onderling gelijke afstand gelegen gaatjes voorziene opake strip of liniaal toegepast worden. De gaatjes 20 kunnen in een praktisch voorbeeld een steek van 2,5 mm hebben.
Figuur 3 toont schematisch een van gaatjes 21 voorzien opake strip 20. Aan de ene zijde van de strip bevindt zich een lichtsluis met een lichtuitstralend element 22 en aan de 25 andere zijde een lichtgevoelig element 23. De elementen 22 en 23 zijn bij voorkeur gezamenlijk op een van opzij om de strip reikende, niet nader getoonde drager gemonteerd, die in bedrijf ten opzichte van de strip op en neer beweegt, zoals met een pijl 24 is aangegeven. Ofschoon het mogelijk is de 30 strip te doen bewegen en een stationaire lichtsluis toe te passen beweegt de drager met de lichtsluis bij voorkeur samen met de röntgendetector langs de in dat geval stationaire strip.
Desgewenst kunnen meerdere combinaties van de 35 lichtgevoelige en licht uitstralende elementen worden toegepast voor samenwerking met één en dezelfde gaatjesstrip of met meerdere gaatjesstrips. In het volgende wordt 1003044 -9- uitgegaan van één lichtsluis, die samenwerkt met één gaatjesstrip.
Als in bedrijf de combinatie van lichtuitstralend element en lichtgevoelig element langs de gaatjesstrip 5 beweegt verschaft het lichtgevoelige element een pulserend uitgangssignaal met een frequentie, die overeenkomt met de snelheid waarmee de lichtsluis langs de gaatjesstrip beweegt. Dit uitgangssignaal wordt volgens de uitvinding omgezet in een eerste gelijkspanningssignaal, waarvan de grootte 10 evenredig is met de frequentie van het pulserende uitgangssignaal en dus met de snelheid van de aftastbeweging. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van één der daartoe bekende en in de handel verkrijgbare frequentie-spanningomzetters. Vervolgens wordt uit het eerste 15 gelijkspanningssignaal met behulp van bijvoorbeeld een schakeling met een weerstandsdeling met vaste of met instelbare weerstand en op analoge wijze of met behulp van een digitale inrichting (bijvoorbeeld een programmeerbare computer) op digitale wijze een tweede gelijkspanningssignaal 20 gevormd. De verhouding tussen de eerste en tweede gelijkspanning wordt bepaald door de instelling van de weerstandsdeling of van de digitale inrichting. Die instelling representeert de afbeeldingsmaatstaf van de optiek die het uitgangsbeeld van de röntgendetector afbeeldt op de 25 CCD-inrichting.
De tweede gelijkspanning wordt vervolgens toegevoerd aan een eveneens op zich bekende spanning-frequentie-omzetter. Daardoor wordt dan een tweede pulserend signaal verkregen waarvan de frequentie niet alleen de 30 bewegingssnelheid van het uitgangsbeeld van de röntgendetector represneteert, maar ook de afbeeldingsmaatstaf van de optiek die het uitgangsbeeld afbeeldt op de CCD-inrichting en derhalve ook de snelheid waarmee het beeld over de CCD-inrichting beweegt en dus TDI-35 doorstroomsnelheid. Het tweede pulserende signaal is dus bij uitstek geschikt om te dienen als kloksignaal voor het TDI-proces.
1003044 -10-
Figuur 4 toont schematisch een voorbeeld van een schakeling voor het verwerken van de uitgangssignalen van de lichtsluis. Aan weerszijden van de gaatjesstrip 20 bevinden zich tegenover elkaar een LED 30 en een lichtgevoelige 5 transistor 31. Het uitgangssignaal van de transistor 31 wordt via een filtertrap 32 toegevoerd aan een eerste versterker 33 en via een differentieertrap 34 aan een tweede versterker 35. De eerste versterker levert een eerste pulstrein 36, die in fase is met het door de lichtgevoelige transistor 31 10 verschafte signaal, terwijl de tweede versterker een tweede pulstrein 37 levert, die met de eerste pulstrein een faseverschil van 90’ heeft. De condensatoren C1,C2 vormen de pulstreinen 36,37 om in met de flanken van de pulsen corresponderende piekvormige pulsen, die door een 15 dubbelzijdige gelijkrichttrap 38 worden gelijkgericht en vervolgens toegevoerd aan een derde versterker 39. Het uitgangssignaal 40 van de derde versterker bestaat nu uit een reeks korte pulsen, waarbij voor elke periode van het door de lichtgevoelige transistor 31 verschafte ingangssignaal vier 20 korte pulsen aanwezig zijn in het uitgangssignaal 40. In het getoonde voorbeeld wordt de door de derde versterker 39 verschafte pulstrein toegevoerd aan een frequentie/spanningconvertor 41, die aan de uitgang 42 een gelijkspanning verschaft, waarvan de waarde evenredig is met 25 de frequentie fl van de ingangspulstrein. Deze gelijkspanning wordt toegevoerd aan een omzetinrichting 43, die de toegevoerde gelijkspanning omzet in een tweede gelijkspanning. De instelling van de omzetinrichting 43 representeert de afbeeldingsmaatstaf van de optiek die het 30 uitgangsbeeld van de röntgendetector afbeeldt op de CCD-inrichting. De tweede gelijkspanning wordt vervolgens toegevoerd aan een gelijkspanning/frequentieconvertor 44, die de toegevoerde tweede gelijkspanning omzet in een pulstrein met een daarmee evenredige frequentie f2. De 35 gelijkspanning/frequentieconvertor en de frequentie/gelijkspanningconvertor kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn met behulp van een geïntegreerde schakeling van 1003044 -11- het type VFC 32 van Analog Devices of van Burr-Brown. De omzetinrichting 43 kan bijvoorbeeld een in de figuren 4a t/m 4c weergegeven weerstandsnetwerk, al dan niet met instelbare weerstand, of een digitale (computer)schakeling omvatten. Het 5 signaal met frequentie f2 kan gebruikt worden als kloksignaal voor de CCD-inrichting, eventueel via een aanpassingscircuit 45. Het is in beginsel niet noodzakelijk om het aantal toppen in het door de transistor 31 verschafte signaal te verveelvoudigen tot vier pulsen, doch de nauwkeurigheid van 10 de synchronisatie wordt hierdoor wel verbeterd. Als slechts één der versterkers, bijvoorbeeld versterker 33 of een enkelzijdige gelijkrichting wordt toegepast ontstaat voor elke periode van het ingangssignaal een tweetal pulsen.
Voorts kan de omzetting van het signaal met frequentie fl in 15 een geschikt signaal met frequentie f2 ook op andere wijze dan met behulp van het getoonde circuit bewerkstelligd worden.
Een verveelvoudiging van het aantal toppen in het ingangssignaal kan voorts ook verkregen worden door twee of 20 meer combinaties van een lichtuitstralend en een lichtgevoelig element toe te passen, welke combinaties versprongen langs de gaatjesstrip zijn gemonteerd.
Deze en soortgelijke modificaties liggen voor de deskundige voor de hand en worden geacht binnen het kader van 25 de uitvinding te vallen.
1003044

Claims (16)

1. Werkwijze voor het vormen van een röntgenbeeld met een röntgenbeeldinrichting van het type waarbij het te vormen röntgenbeeld wordt opgebouwd met behulp van een langwerpige röntgendetector, die invallende röntgenstraling kan omzetten 5 in een lichtbeeld en die in bedrijf ten opzichte van een af te beelden objekt een aftastbeweging uitvoert in een richting dwars op de lengterichting van de langwerpige röntgendetector, waarbij het lichtbeeld met behulp van optische middelen verkleind wordt afgebeeld op een 10 lichtgevoelige halfgeleiderinrichting, die het verkleinde lichtbeeld middels een door kloksignalen bestuurd tijdvertragings/integratieproces omzet in elektrische signalen, die het röntgenbeeld representeren, met het kenmerk, dat tussen de aftastbeweging van de röntgendetector 15 en de kloksignalen voor de halfgeleiderinrichting snelheidssynchronisatie wordt toegepast, waarbij de frequentie van de kloksignalen wordt afgeleid van een van de snelheid van de aftastbeweging afhankelijk elektrisch signaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het van de snelheid van de aftastbeweging afhankelijke elektrische signaal wordt omgezet in een eerste pulstrein met een eerste frequentie, die wordt geconverteerd in een tweede pulstrein met een tweede frequentie, waarbij de conversie 25 zodanig wordt uitgevoerd, dat de verhouding tussen de eerste en de tweede frequentie de afbeeldingsmaatstaf van de optische middelen representeert, en waarbij de tweede pulstrein wordt gebruikt voor het vormen van de kloksignalen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 30 kenmerk, dat het van de snelheid van de aftastbeweging afhankelijke elektrische signaal wordt opgewekt met behulp van tenminste één licht uitstralend element dat samenwerkt met tenminste één lichtgevoelig element welke elementen aan weerszijden van een langwerpig orgaan met afwisselend 1003044 -13- transparante en opake secties relatief ten opzichte van het langwerpige orgaan met de aftastbeweging worden meebewogen.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat als langwerpig orgaan een van gaatjes voorziene strip 5 wordt toegepast.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het langwerpige orgaan stationair is opgesteld.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat uit het met de snelheid van de 10 aftastbeweging afhankelijke elektrische signaal een eerste pulstrein wordt gevormd, die per periode van het van de snelheid afhankelijke signaal een veelvoud van pulsen omvat.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eerste pulstrein met vier pulsen per periode van het 15 van de snelheid afhankelijke signaal wordt gevormd.
8. Werkwijze volgens één der conclusies 2 t/m 7, met het kenmerk, dat de eerste pulstrein wordt omgezet in een eerste gelijkspanning waarvan de grootte afhankelijk is van de frequentie van de eerste pulstrein, dat de eerste 20 gelijkspanning wordt omgezet in een tweede gelijkspanning, waarbij de verhouding tussen de eerste en de tweede gelijkspanning de afbeeldingsmaatstaf van de optische middelen representeert, en dat de tweede gelijkspanning wordt omgezet in de tweede pulstrein, waarbij de frequentie van de 25 tweede pulstrein afhankelijk is van de grootte van de tweede gelijkspanning.
9. Röntgenbeeldinrichting van het type waarbij het te vormen röntgenbeeld wordt opgebouwd met behulp van een langwerpige röntgendetector, die invallende röntgenstraling 30 kan omzetten in een lichtbeeld en die in bedrijf in een huis van de inrichting een aftastbeweging uitvoert in een richting dwars op de lengterichting van de langwerpige röntgendetector, waarbij het lichtbeeld met behulp van optische middelen verkleind wordt afgebeeld op een 35 lichtgevoelige halfgeleiderinrichting, die het verkleinde lichtbeeld middels een door kloksignalen bestuurd tijdvertragings/integratieproces omzet in elektrische 1003044 -14- signalen, die het röntgenbeeld representeren, gekenmerkt door eerste middelen voor het genereren van een eerste elektrisch signaal, dat van de snelheid van de aftastbeweging afhankelijk is en tweede middelen voor het omzetten van het 5 van de snelheid afhankelijke elektrische signaal in een tweede signaal, waaruit kloksignalen voor de lichtgevoelige halfgeleiderinrichting kunnen worden afgeleid, waarbij de tweede middelen zodanig zijn ingesteld dat de verhouding tussen het eerste en het tweede signaal de 10 afbeeldingsmaatstaf van de optische middelen representeert.
10. Röntgenbeeldinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de eerste middelen tenminste één lichtsluis omvatten met een licht uitstralend element en een lichtgevoelig element, dat onder invloed van licht een 15 elektrisch uitgangssignaal verschaft, alsmede een langwerpig orgaan met afwisselend transparante en opake delen, waarbij de lichtsluis en het langwerpige orgaan in bedrijf relatief ten opzichte van elkaar bewegen in de lengterichting van het langwerpige orgaan, welke beweging wordt bepaald door de 20 aftastbeweging van de röntgendetector.
11. Röntgenbeeldinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste middelen een eerste pulsvormende trap en een parallel verbonden tweede pulsvormende trap omvatten, waarbij de eerste en de tweede pulsvormende trappen 25 eerste en tweede pulstreinen vormen uit het door het lichtgevoelige element verschafte uitgangssignaal, waarbij de eerste en tweede pulstreinen een faseverschil hebben van 90’; en dat de eerste en tweede pulstreinen met behulp van een combinatiecircuit gecombineerd worden tot een derde 30 pulsreeks.
12. Röntgenbeeldinrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het combinatiecircuit een dubbelzijdig gelijkrichtcircuit omvat.
13. Röntgenbeeldinrichting volgens één der conclusies 9 35 t/m 12 , met het kenmerk, dat de tweede middelen een door een programmeerbare computerinrichting gevormde instelinrichting omvatten. 1003044 -15-
14. Röntgenbeeldinrichting volgens één der conclusies 9 t/m 12, met het kenmerk, dat de tweede middelen een tenminste één weerstandsdeling omvattende omzetinrichting omvatten. 5
15. Röntgenbeeldinrichting volgens één der conclusies 9 t/m 14, met het kenmerk, dat de tweede middelen een frequentie/spanningconvertor en een spanning/frequentieconvertor omvatten en een tussen deze convertors verbonden instelinrichting. 10
16. Röntgenbeeldinrichting volgens één der conclusies 10 t/m 14, met het kenmerk, dat het langwerpige orgaan een van op regelmatige afstand aangebrachte gaatjes voorziene opake strip is aan weerszijden waarvan zich in bedrijf een lichtuitstralend element en een lichtgevoelig element ten 15 opzichte van de strip bewegen in de lengterichting van de strip. 1 003044
NL1003044A 1996-05-06 1996-05-06 Röntgenbeeldinrichting. NL1003044C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003044A NL1003044C2 (nl) 1996-05-06 1996-05-06 Röntgenbeeldinrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003044A NL1003044C2 (nl) 1996-05-06 1996-05-06 Röntgenbeeldinrichting.
NL1003044 1996-05-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1003044C2 true NL1003044C2 (nl) 1997-11-07

Family

ID=19762811

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003044A NL1003044C2 (nl) 1996-05-06 1996-05-06 Röntgenbeeldinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1003044C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4039807A (en) * 1975-07-11 1977-08-02 Emi Limited Electron beam deflection arrangements having preshaping of the beam
US4298800A (en) * 1978-02-27 1981-11-03 Computome Corporation Tomographic apparatus and method for obtaining three-dimensional information by radiation scanning
US4383327A (en) * 1980-12-01 1983-05-10 University Of Utah Radiographic systems employing multi-linear arrays of electronic radiation detectors
NL9102063A (nl) * 1991-12-10 1993-07-01 Optische Ind De Oude Delft Nv Roentgeninrichting voor simulatie en planning van radiotherapie.
WO1995015072A1 (en) * 1993-11-26 1995-06-01 Fischer Imaging Corporation Digital scan mammography apparatus
US5511106A (en) * 1993-07-06 1996-04-23 Siemens Aktiengesellschaft X-ray diagnostics installation for producing x-ray exposures of body parts of a patient

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4039807A (en) * 1975-07-11 1977-08-02 Emi Limited Electron beam deflection arrangements having preshaping of the beam
US4298800A (en) * 1978-02-27 1981-11-03 Computome Corporation Tomographic apparatus and method for obtaining three-dimensional information by radiation scanning
US4383327A (en) * 1980-12-01 1983-05-10 University Of Utah Radiographic systems employing multi-linear arrays of electronic radiation detectors
NL9102063A (nl) * 1991-12-10 1993-07-01 Optische Ind De Oude Delft Nv Roentgeninrichting voor simulatie en planning van radiotherapie.
US5511106A (en) * 1993-07-06 1996-04-23 Siemens Aktiengesellschaft X-ray diagnostics installation for producing x-ray exposures of body parts of a patient
WO1995015072A1 (en) * 1993-11-26 1995-06-01 Fischer Imaging Corporation Digital scan mammography apparatus

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5444527A (en) Imaging flow cytometer for imaging and analyzing particle components in a liquid sample
JP3091969B2 (ja) ビデオカメラ
JP3000308B2 (ja) ビデオカメラ
US7016519B1 (en) Method and device for detecting three-dimensional information
JP2955715B2 (ja) 監視装置ならびに方法
NL8400845A (nl) Inrichting voor spleetradiografie.
US5272354A (en) Apparatus for imaging particles in a liquid flow
US5428392A (en) Strobing time-delayed and integration video camera system
US5694203A (en) Distance camera device having light gate for extracting distance information
EP0051460B1 (en) Method of and apparatus for reading out radiation image information
US20090091738A1 (en) Surface profile measurement
JPS6138405B2 (nl)
US3835247A (en) Field illumination for image analysis
US7084901B2 (en) Surveillance camera with flicker immunity
NL1003044C2 (nl) Röntgenbeeldinrichting.
JPH07110381A (ja) 距離カメラ装置
US5404024A (en) Radiation image reading apparatus
EP0140695A2 (en) Digital radiography device
JPH0391734A (ja) 放射線画像読取装置
NL1002466C2 (nl) Röntgenbeeldinrichting.
US5043568A (en) Optical signal detector incorporating means for eluminating background light
JPH03200100A (ja) X線顕微鏡
EP0777134A1 (en) Device for observing objects
JPH0259672B2 (nl)
US4587416A (en) Focus detecting apparatus for microscope or camera

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20011201