NL1002615C2 - Codering ten behoeve van textiel en non wovens, werkwijze voor het aanbrengen, en een werkwijze voor het detecteren van een dergelijke codering. - Google Patents

Description

Titel: Codering ten behoeve van textiel en non wovens, werkwijze voor het aanbrengen, en een werkwijze voor het detecteren van een dergelijke codering.

De uitvinding heeft betrekking op een codering ten behoeve van textiel, zoals breisels en weefsels, en non wovens, waarbij de codering een aantal punten inkt omvat, waarbij de aan- en/of afwezigheid van elk van de punten inkt 5 een bepaalde code aangeeft. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen en voor detecteren van een dergelijke codering.

De codering van het in de aanhef genoemde type is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0328 226 die 10 hierna nader zal worden besproken.

Bij de productie van textiel of non wovens is het voor de planning van de productie van bijzonder belang dat het op elk gewenst moment bekend is waar een bepaalde productiepartij zich bevindt. Een dergelijke productiepartij 15 wordt meestal opgerold tot een rol, waarbij de rol naar de verschillende bewerkingsstations wordt verplaatst. De bewerkingen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het bleken van de productiepartij, het voorzien van een opdruk, het afwerken van de partij en dergelijke handelingen.

20 Uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0 328 226 zijn een codering ten behoeve van textiel, alsmede een werkwijze en een inrichting bekend voor het aanbrengen van een dergelijke codering. De codering is detecteerbaar met behulp van electromagnetische inductie als gevolg van het feit dat de 25 codering is opgebouwd uit punten ijzerhoudende verf of lijm. Dergelijke ijzerhoudende verf of lijm heeft echter het bijzonder grote nadeel dat het ijzer tijdens een bleekbewerking van het textiel een katalytische reactie veroorzaakt die leidt tot beschadiging van het materiaal. Deze beschadiging 30 kan bestaan uit verzwakking van de vezels en kan zelfs leiden tot vorming van gaten in het materiaal. Dit bezwaar kleeft tevens aan andere op basis van inductie te detecteren 1002615 2 stoffen zoals koper, nikkel, kobalt, mangaan en aluminium.

In de praktijk blijkt dat er niet een inductie-actieve stof kan worden gevonden die niet als katalysator optreedt van schadelijke reacties bij de bleekbewerking..

5 Bij een andere, uit de praktijk bekende methode voor het coderen van rollen textiel wordt de textielbaan vóórzien van een sticker die is voorzien van een optisch leesbare code. Een dergelijke codering beschadigt echter zelf wanneer de textielbaan wordt gebleekt, zodat de codering na het ble-10 ken niet meer leesbaar is. Bovendien is het verven of bedrukken van de textielbaan niet mogelijk aangezien dit leidt tot het onleesbaar worden van de codering. Tevens veroorzaakt de sticker een plaatselijke verdikking waardoor bewerkingen zoals kalanderen worden bemoeilijkt.

15 Teneinde deze bezwaren te ondervangen is tevens een coderingsmethode bekend waarbij aan de rollen een label met een code wordt gehangen. Hierbij bestaat vanzelfsprekend het gevaar dat het label losraakt van de rol waarna de traceer-baarheid van de rol verloren gaat. Bovendien kan van een rol 20 waarvan het label is verdwenen niet meer worden bepaald welke bewerkingen die rol nog moet ondergaan.

De uitvinding beoogt een codering voor textiel en/of non wovens van het in het aanhef vermelde type zonder de hierboven beschreven bezwaren.

25 De codering van het in de aanhef vermelde type wordt hiertoe volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de inkt van een zeer sneldrogend type is en zelfs wanneer de code niet irieer zichtbaar is doordat het materiaal een verf behandeling heeft ondergaan of is bedrukt detecteerbaar is doordat de 30 inkt een stof bevat die microgolven reflecteert of blokkeert, waarbij de inkt of zich in die inkt bevindende stoffen geen katalytische reactie aangaan tijdens de verschillende behandelingen die het materiaal ondergaat tijdens het productieproces.

35 Een dergelijke codering blijft tijdens het gehele productieproces detecteerbaar en doordat ten behoeve van de detectie geen gebruik meer wordt gemaakt van inductie maar i 0 0 2 6 1 5 3 van het reflecteren of blokkeren van microgolven, wordt een selectie uit een andere groep materialen mogelijk. De in de inkt van de codering opgenomen stof, die dient voor de de-tecteerbaarheid, behoeft niet meer te beschikken over elec-5 tromagnetische eigenschappen die detectie op basis van inductie mogelijk maken maar behoeft slechts microgolven te blokkeren en/of te reflecteren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan stoffen zoals goud, zilver en koolstof. Deze stoffen leiden niet tot katalytische reacties tijdens 10 de bleekbewerking van het materiaal.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van de codering volgens de uitvinding op een materiaalbaan van textiel en/of non wovens. De werkwijze wordt gekenmerkt doordat een rol over een matrix 15 van een aantal, in een eerste en tweede stand beweegbare ininktpennen beweegt, zodat een gewenst inktpuntenpatroon op de rol wordt overgedragen, waarbij vervolgens de rol wordt afgerold langs de materiaalbaan, zodat het inktpuntenpatroon op de materiaalbaan wordt overgedragen. Met behulp van de 20 werkwijze volgens de uitvinding wordt op efficiënte en economische wijze een codering op een materiaalbaan aangebracht .

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het detecteren van een codering volgens de uit-25 vinding die is aangebracht op een materiaalbaan, waarbij een microgolvenbron microgolven uitzendt naar de materiaalbaan op een positie waar de codering is aangebracht, waarbij de materiaalbaan zodanig langs een aantal microgolfdetectors wordt bewogen dat de codering deze microgolfsensoren pas-30 seert, zodat de door de aangebrachte inktpunten gereflecteerde microgolven door de microgolfdetectors worden gedetecteerd, waarbij een verwerkingseenheid de signalen die worden afgegeven door de microgolfdetectors bewerkt en de codering vaststelt.

35 Het is duidelijk dat de microgolfsensoren tevens aan de andere zijde van de materiaalbaan kunnen zijn opgesteld dan de microgolvenbron. De detectie vindt dan plaats doordat 1002615 4 de blokkering van microgolven wordt waargenomen in plaats van de reflectie van microgolven.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van een uit-5 voeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.

Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een mogelijke codering; en fig. 2 toont schematisch een inrichting met behulp 10 waarvan de werkwijze voor het aanbrengen van de codering kan worden uitgevoerd, waarbij met name bij stap twee de schaal van de textielbaan verkleind ten opzichte van de opbrengrol is weergegeven.

Het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van 15 een codering ten behoeve van textiel of non wovens omvat een aantal punten inkt P, waarbij de aan- en/of afwezigheid van elk van de punten inkt P een bepaalde code aangeeft. Volgens de uitvinding is de inkt van een zeer sneldrogend type en is de inkt, zelfs wanneer de code niet meer zichtbaar is door-20 dat het materiaal een verfbehandeling heeft ondergaan of is bedrukt, detecteerbaar doordat de inkt een stof bevat die microgolven reflecteert of blokkeert. Bovendien gaan de inkt of zich in die inkt bevindende stoffen geen katalytische reactie aan tijdens de verschillende behandelingen die het 25 materiaal ondergaat tijdens het productieproces.

Bij voorkeur is de inkt een UV-uithardende inkt waarvan de hoofdbestanddelen onder invloed van UV-licht polymeriseren, zodat de inkt in een fractie van een seconde uithardt. Als gevolg van de zeer korte droogtijd kan een 30 dergelijke inkt op een zich met grote snelheid voortbewegende materiaalbaan worden aangebracht zonder dat het gevaar bestaat dat de inkt op machinedelen of op overige delen van de materiaalbaan belandt bij de verdere verwerking van de materiaalbaan.

35 Stoffen die in staat zijn microgolven te reflecteren of te blokkeren kunnen bijvoorbeeld worden gekozen uit de 1002615 5 groep bestaande uit zilver, goud en koolstof. Deze stoffen zijn bij voorkeur in deeltjesvorm met de inkt vermengd.

Het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van codering omvat 49 inktpunten P die zijn opgesteld in een 5 vierkant van 7 bij 7 inktpunten. Met een dergelijke codering kunnen meer dan tweemiljard (2 * 109) codes worden gevormd. Het is duidelijk dat ook meer of minder inktpunten kunnen worden toegepast en dat deze in andere patronen kunnen zijn aangebracht.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werk wijze voor het aanbrengen van een codering op een materiaal-baan 4 van textiel of non woven. De werkwijze is schematisch weergegeven in figuren 1 en 2. Hierbij wordt een rol 1 over een matrix 2 van een aantal, in een eerste en tweede stand 15 beweegbare ininktpennen 3 bewogen, zodat een gewenst inkt-puntenpatroon op de rol 1 wordt overgedragen. De stand waarin de ininktpennen 3 zich bevinden wordt geregeld door een besturing. De ininktpennen 3 kunnen bijvoorbeeld elec-tromagnetisch worden bekrachtigd. Nadat de rol 1 is inge-20 inkt, wordt de rol afgerold langs een materiaalbaan 4, zodat het inktpuntenpatroon P vanaf de rol 1 op de materiaalbaan 4 wordt overgedragen. Bij voorkeur wordt na het overdragen van het inktpuntenpatroon op de textielbaan 4 het inktpuntenpatroon belicht met UV-licht waardoor de inkt, die bij voor-25 keur is samengesteld uit bestanddelen die onder invloed van UV-licht polymeriseren, in een fractie van een seconde uithardt. Met behulp van de werkwijze volgens de uitvinding kan öp efficiënte en economische wijze een codering op een textielbaan worden aangebracht.

30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werk wijze voor het detecteren van een op een materiaalbaan aangebrachte codering. Volgens de uitvinding worden hierbij met een microgolvenbron microgolven uitgezonden naar de materiaalbaan 4 op een positie waar de codering is aangebracht. 35 Daarbij wordt de materiaalbaan 4 zodanig langs een aantal microgolfdetectors bewogen dat de codering deze microgolfde-tectors passeert, zodat de door de aanwezige inktpunten ge- '" 0 2 6 1 5 6 reflecteerde microgolven door de microgolfdetectors worden gedetecteerd. De detectors zijn aangesloten op een verwer-kingseenheid die de signalen die worden afgegeven door de microgolfdetectors bewerkt en de codering vaststelt. Zoals 5 hierboven reeds aangegeven is het tevens mogelijk dat de microgolfdetectors aan de van de microgolvenbron afgekeerde zijde van de materiaalbaan zijn opgesteld waarbij de detectors de onderbreking van de microgolven waarnemen in plaats van de reflectie van de microgolven.

10 Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding mogelijk zijn. Zo dient de term inkt niet beperkt te worden uitgelegd. Inkt kan tevens een pasta, verf, lijm of een dergelijke snel-15 drogende substantie zijn.

Essentieel is dat gebruik wordt gemaakt van een codering die microgolven blokkeert en/of reflecteert en dat de codering geen stoffen bevat die een katalytische reactie veroorzaken tijdens een van de behandelingen van het mate-20 riaal tijdens het productieproces.

0 0 'L 6 1 5

Claims (7)

1. Codering ten behoeve van textiel, non wovens of dergelijk materiaal, waarbij de codering een aantal punten inkt (P) omvat, waarbij de aan- en/of afwezigheid van elk van de punten inkt (P) een bepaalde code aangeeft, met het kenmerk, 5 dat de inkt van een zeer sneldrogend type is en zelfs wanneer de code niet meer zichtbaar is doordat het materiaal een verfbehandeling heeft ondergaan of is bedrukt, detecteerbaar is doordat de inkt een stof bevat die microgolven reflecteert of blokkeert, waarbij de inkt of zich in die 10 inkt bevindende stoffen geen katalytische reactie aangaan tijdens de verschillende behandelingen die het materiaal ondergaat tijdens het productieproces.

2. Codering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inkt een UV-uithardende inkt is waarvan de hoofdbestanddelen 15 onder invloed van UV-licht polymeriseren, zodat de inkt in een fractie van een seconde uithardt.

3. Codering volgens ten minste conclusie 1, met het kenmerk, dat de microgolven reflecterende deeltjes worden gekozen uit de groep deeltjes bestaande uit de groep zilver-, 20 goud- en koolstofdeeltjes.

4. Codering volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de codering een aantal inktpunten (P) omvat die zijn opgesteld in een vierkant of rechthoekig patroon.

5. Werkwijze voor het op een materiaalbaan aanbrengen van 25 een codering volgens één van de conclusie 1-4, met het kenmerk, dat een rol (1) over een matrix (2) van een aantal, in een eerste en tweede stand beweegbare ininktpennen (3) beweegt, zodat een gewenst inktpuntenpatroon op de rol (1) wordt overgedragen, waarbij vervolgens de rol wordt afgerold 30 langs een materiaalbaan (4), zodat het inktpuntenpatroon (P) op de materiaalbaan (4) wordt overgedragen.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat na het opbrengen van het inktpuntenpatroon (P) op de materiaalbaan (4) dit inktpuntenpatroon met UV-licht wordt belicht 35 teneinde de inkt in een fractie van een seconde te drogen. 1 0 0 2 6 1 D

7. Werkwijze voor het detecteren van een op een materiaal-baan aangebrachte codering volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat een microgolvenbron microgolven uitzendt naar de materiaalbaan (4) op een positie waar de 5 codering is aangebracht, waarbij de materiaalbaan (4) zodanig langs een aantal microgolfdetectors wordt bewogen dat de codering deze microgolfdetectors passeert, zodat de door de aangebrachte inktpunten gereflecteerde microgolven door de microgolfdetectors worden gedetecteerd, waarbij een verwer-10 kingseenheid de signalen die worden afgegeven door de microgolfdetectors bewerkt en de codering vaststelt. "00^615