NL1002316C1 - Werkwijze en inrichting voor het filtreren van een vloeistof. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het filtreren van een vloeistof

Een houder voor koolzuurhoudende dranken kan in gesloten toestand een deel van zijn mechanische stevigheid ontlenen aan de interne gasdruk* Op analoge wijze worden in het algemeen voor toepassing bij houders voor bijvoorbeeld 5 levensmiddelen gasvullingen gebruikt, waarbij de interne druk in een houder groter is dan de atmosfeerdruk.

Dergelijke gassen dienen voor levensmiddelentoepassing een inert gedrag te vertonen. In aanmerking komen bijvoorbeeld het meest gebruikelijke stikstof, distikstof-10 monoxide, argon, neon of andere edelgassen, kooldioxide, enzovoorts. Ook wordt gassen gebruikt ter verdringing van zuurstof. De houders staan niet noodzakelijk onder druk, hoewel de gassen ook als drijfgas toepassing kunnen vinden.

Bekend zijn inrichtingen om bijvoorbeeld vloeibare 15 stikstof bij een temperatuur van bijna -200 °C in druppelvorm in een houder toe te laten, de houder te sluiten en door de volgende natuurlijke lichte opwarming ervoor te zorgen, dat de vloeibare stikstof in de gasfase overgaat en gasdruk kan ontwikkelen.

20 Geschikte houders zijn metalen bussen, glazen of kunststof potten met (schroef-) deksel, pouches, bags, kunststof bakken met foliedeksel, enzovoorts.

Het is een doel van de uitvinding, een werkwijze en inrichting te verschaffen, waarmee de vloeibare stikstof 25 effectief van kiemen, bacteriën, verontreinigingen en dergelijke kan worden ontdaan. Hiermee kan dan aseptisch worden gevuld.

In verband met het bovenstaande verschaft de uitvinding een werkwijze voor het aan (micro-)filtratie 30 onderwerpen van een vloeistof, volgens welke werkwijze een stroom van de vloeistof wordt verwarmd tot boven zijn verdampingstemperatuur, de aldus verkregen gasstroom door 1002316.

2 een filter wordt geleid, en de door het filter doorgelaten gasstroom tot onder de verdampingstemperatuur wordt afgekoeld.

Het filteren kan op elke geschikte wijze 5 plaatsvinden, bijvoorbeeld door middel van een filter met één of meer semi-permeabele membranen, op ultrasone wijze, met ultraviolette straling, met elektromagnetische pulsen van hoge intensiteit, of elke andere geschikte wijze.

Een zeer praktische implementatie van de werkwijze 10 volgens de uitvinding is een inrichting omvattende een toevoerleiding voor vloeistof, die zich vertakt in een naar het eerste circuit van een warmte-wisselaar leidende koelleiding en een via een verwarmingsinrichting naar een filter leidende filterleiding, de uitgang van welk filter 15 naar het tweede circuit van de warmte-wisselaar leidt, zodanig dat de verwarmingsinrichting de vloeistof tot boven zijn verdampingstemperatuur verwarmt tot de gasfase en het door het filter doorgelaten gas in de warmte-wisselaar condenseert.

20 Praktisch is een uitvoering, waarin de koelende vloeistof wordt gecirculeerd. Daartoe kan de inrichting de bijzonderheid vertonen dat de uitgang van het eerste circuit via een koelinrichting met de toevoerleiding verbonden is.

Deze laatste uitvoering kan het kenmerk vertonen, 25 dat de koelinrichting en de verwarmingsinrichting samen deel uitmaken van een warmtepomp.

Een hoog rendement wordt verkregen met een uitvoering, waarin de warmte-wisselaar van het tegenstroom-type is.

30 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvinding zich niet beperkt.

De tekening toont zeer schematisch een voorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. Deze omvat een via 35 een trechter 1 en een toevoerleiding 2 roet klep 3 met vloeibare stikstof 4 met een temperatuur van circa -200 °C te vullen opslagvat 5, waaraan een van een pomp 6 voorziene toevoerleiding 7 aansluit. Deze vertakt zich in een naar het 10 023 1 6 .

3 eerste circuit 8 van een warmte-wisselaar 9 leidende koelleiding 10 en een via een verwarmingsinrichting li naar een filter 12 leidende filterleiding 13, de uitgang 14 van welk filter 12 naar het tweede circuit 15 van de warmte-5 wisselaar 9 leidt, zodanig dat de verwarmingsinrichting 11 de vloeibare stikstof 4 tot boven zijn verdampingstemperatuur verwarmt tot de gasfase en de door het filter 12 doorgelaten gasvormige stikstof in de warmtewisselaar 9 condenseert. De uitgang 16 van het tweede 10 circuit 15 leidt een stroom gesteriliseerde vloeibare stikstof naar een niet-getekend gebruiksstation.

De uitgang 17 van het eerste circuit 8 is via een koelinrichting 18 met het opslagvat 5 verbonden. Aldus vindt een recirculatie van de als koelmedium gebruikte vloeibare 15 stikstof plaats.

Zoals de figuur toont, werkt de warmte-wisselaar 9 in tegenstroom.

De verwarmingsinrichting 11 en de koelinrichting 18 maken deel uit van één als warmtepomp werkend systeem, 20 dat schematisch met 19 is aangeduid en een pomp 20 omvat.

10 0231' .

Claims (5)

1. Werkwijze voor het aan (micro-)filtratie onderwerpen van een vloeistof, volgens welke werkwijze een stroom van de vloeistof wordt verwarmd tot boven zijn verdampingstemperatuur, de aldus verkregen gasstroom door 5 een filter wordt geleid, en de door het filter doorgelaten gasstroom tot onder de verdampingstemperatuur wordt afgekoeld.

2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, omvattende een toevoerleiding voor 10 vloeistof, die zich vertakt in een naar het eerste circuit van een warmte-wisselaar leidende koelleiding en een via een verwarmingsinrichting naar een filter leidende filterleiding, de uitgang van welk filter naar het tweede circuit van de warmte-wisselaar leidt, zodanig dat de 15 verwarmingsinrichting de vloeistof tot boven zijn verdampingstemperatuur verwarmt tot de gasfase en het door het filter doorgelaten gas in de warmte-wisselaar condenseert.

3. Inrichting volgens conclusie 2 waarin de 20 uitgang van het eerste circuit via een koelinrichting met de toevoerleiding verbonden is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarin de koelinrichting en de verwarmingsinrichting samen deel uitmaken van een warmtepomp.

5. Inrichting volgens conclusie 2, waarin de warmte-wisselaar van het tegenstroom-type is. • - · i 10 0 2 ?''