NL1002278C2 - Flexible holder. - Google Patents

Flexible holder. Download PDF

Info

Publication number
NL1002278C2
NL1002278C2 NL1002278A NL1002278A NL1002278C2 NL 1002278 C2 NL1002278 C2 NL 1002278C2 NL 1002278 A NL1002278 A NL 1002278A NL 1002278 A NL1002278 A NL 1002278A NL 1002278 C2 NL1002278 C2 NL 1002278C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
textile fabric
holder
container according
fabric
Prior art date
Application number
NL1002278A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Anton Daniel Kempers
Original Assignee
Nicolon Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nicolon Nv filed Critical Nicolon Nv
Priority to NL1002278A priority Critical patent/NL1002278C2/en
Priority to PCT/NL1997/000044 priority patent/WO1997029247A1/en
Priority to AU16750/97A priority patent/AU1675097A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1002278C2 publication Critical patent/NL1002278C2/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/121Devices for applying linings on banks or the water bottom
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/003Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for for transporting very large loads, e.g. offshore structure modules
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/122Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips
    • E02B3/127Flexible prefabricated covering elements, e.g. mats, strips bags filled at the side

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Bag Frames (AREA)

Description

Flexibele houderFlexible holder

De uitvinding heeft betrekking op een flexibele houder, in het bijzonder bestaande uit een textiel weefsel, voor het via een sluitbare vulopening opnemen van los of weinig samenhangend vast materiaal, zoals zand of ander 5 grondmateriaal, voor het vormen van een op een gekozen plaats te deponeren lichaam, bijvoorbeeld ten gebruike als kern of basis van een dijklichaam, een perskade, een oeverbescherming, pier of strekdam, voor het opvullen van holtes of uitsparingen, bijvoorbeeld in de bodem van een 10 watergang, of voor het verpakken en opslaan van vervuild materiaal, welke houder ten minste één deel met vergrote doorlaatbaarheid, in het bijzonder voor lucht, vertoont.The invention relates to a flexible holder, in particular consisting of a textile fabric, for receiving loose or poorly cohesive solid material, such as sand or other ground material, via a closable filling opening, to form a selected location. deposit body, for example for use as core or base of a dike body, a press quay, a bank protection, pier or breakwater, for filling voids or recesses, for example in the bottom of a watercourse, or for packaging and storing contaminated material , which container has at least one part with increased permeability, in particular for air.

Een dergelijke houder is bekend uit de internationale octrooiaanvrage WO-A-88/03583 ten name van de 15 onderhavige aanvraagster.Such a holder is known from international patent application WO-A-88/03583 in the name of the present applicant.

Nadat een houder volgens deze stand der techniek bijvoorbeeld in een drijfbare bak is gevuld en vervolgens is gesloten, wordt hij hetzij door middel van besturingsmiddelen of ongecontroleerd op een vantevoren 20 bepaalde positie gedeponeerd, bijvoorbeeld op een diepte van 4 tot 10 meter onder een wateroppervlak. In het bijzonder in het geval, waarin het deponeren min of meer ongecontroleerd gebeurd, blijkt in de praktijk vaak, dat door luchtinsluiting in de houder tijdens de valbeweging door het 25 water heen de houder sterke vormverandering te kunnen ondergaan, mede als gevolg van de door de ingesloten lucht uitgeoefende opwaartse krachten.For example, after a container of this prior art has been filled into a buoyant container and subsequently closed, it is deposited either by means of control means or uncontrolled at a predetermined position, for example at a depth of 4 to 10 meters below a water surface. Particularly in the case in which the depositing takes place more or less uncontrollably, it often appears in practice that, due to air inclusion in the holder during the fall movement through the water, the holder can undergo a strong shape change, partly as a result of the the enclosed air exerted upward forces.

Het is een doel van de uitvinding, een flexibele houder van het beschreven type zodanig uit te voeren, dat in 30 het bijzonder tijdens het afzinken van een gevulde houder de daarin tijdens het vullen en sluiten opgesloten lucht snel kan ontwijken doordat hij door water wordt verdrongen.It is an object of the invention to design a flexible container of the type described in such a way that, in particular during the sinking of a filled container, the air trapped therein during filling and closing can escape quickly by being displaced by water .

10 02278 * 210 02 278 * 2

In verband hiermee is de houder volgens de uitvinding gekenmerkt door een aantal verspreid over in hoofdzaak de gehele houder aangebrachte openingen die elk zijn afgedekt met een een laag gaasweefsel omvattende 5 bedekking, die door middel van verbindingsmiddelen met de gehele omtrekszone van het gat verbonden is bijvoorbeeld door middel van ten minste één naainaad.In this connection, the container according to the invention is characterized by a number of openings arranged over substantially the entire container, each of which is covered with a layer of mesh fabric comprising cover, which is connected by means of connecting means to the entire circumferential zone of the hole, for example. by means of at least one sewing seam.

De afmetingen en onderlinge afstanden van de onderlinge openingen zijn afhankelijk van diverse 10 parameters. Hierbij valt onder meer te denken aan de afmetingen van de houder, de aard van het vaste materiaal en de luchtdoorlaatbaarheid van de bedekkingen van de gaten.The dimensions and mutual distances of the mutual openings depend on various parameters. This includes the dimensions of the container, the nature of the solid material and the air permeability of the coverings of the holes.

Bij gebruik van relatief fijn verdeeld vast materiaal dient, zoals duidelijk zal zijn, de betreffende bedekking wel in 15 staat te zijn lucht en water door te laten, maar het materiaal in de houder vast te houden. In een dergelijk geval zal mogelijk het totale effectieve oppervlak van de gaten groter moeten worden gekozen dan in het geval van grover vulmateriaal.When using relatively finely divided solid material, it will be clear that the covering in question must be able to let air and water through, but to retain the material in the holder. In such a case, the total effective area of the holes may have to be chosen larger than in the case of coarser filler material.

20 Houders van het onderhavige type zijn in het algemeen zeer groot en bevatten na te zijn gevuld vaak vele duizenden kilogrammen materiaal. Daarom is het textiele weefsel vervaardigd uit zeer treksterke en slijtvaste structuren. In dit verband verdient het volgens de 25 uitvinding sterk de voorkeur dat de bedekking en de verbindingsmiddelen een treksterkte bezitten van dezelfde orde van grootte als het textiele weefsel.Containers of the present type are generally very large and, when filled, often contain many thousands of kilograms of material. That is why the textile fabric is made of highly tensile and wear-resistant structures. In this connection, according to the invention it is highly preferred that the covering and the connecting means have a tensile strength of the same order of magnitude as the textile fabric.

Om de naar buiten gerichte kracht tijdens het afzinken van een houder zo betrouwbaar mogelijk te kunnen 30 opvangen verdient die uitvoering de voorkeur, waarin de bedekking aan het binnenvlak van de houder is aangebracht.In order to be able to absorb the outwardly directed force as reliably as possible during the sinking of a container, that embodiment is preferred in which the cover is arranged on the inner surface of the container.

Een voorkeursuitvoering van de uitvinding vertoont de bijzonderheid dat de treksterkte van het textiele weefsel in elk van beide hoofdrichtingen in het gebied van ongeveer 35 90-200 kN/m bedraagt. Begrepen dient te worden, dat de lengte-dimensie zich in dwarsrichting ten opzichte van de trekkrachten in kwestie uitstrekt.A preferred embodiment of the invention has the special feature that the tensile strength of the textile fabric in either of the two main directions is in the range of about 90-200 kN / m. It should be understood that the longitudinal dimension extends transversely to the tensile forces in question.

10 0 2 2 7 s , 310 0 2 2 7 s, 3

Bij voorkeur vertoont de houder het kenmerk dat de houder sluitbaar is door een naainaad met een treksterkte in het hoofdvlak van (80+10) % van de treksterkte van het weefsel. Aan deze eis kan op verschillende wijzen worden 5 voldaan. Bijvoorbeeld kan een groter aantal naainaden worden toegepast. Ook kunnen sterkere garens worden gebruikt.Preferably, the container has the feature that the container is closable by a seam with a tensile strength in the main plane of (80 + 10)% of the tensile strength of the fabric. This requirement can be met in various ways. For example, a larger number of sewing seams can be used. Stronger yarns can also be used.

Verder kunnen nog additionele koppel-, verbindings- en/of hechtmiddelen worden toegepast. Begrepen dient te worden dat een eenmaal gesloten en afgezonken houder in principe 10 permanent op zijn positie is gebracht en niet behoeft te worden geopend.In addition, additional coupling, connecting and / or bonding means can be used. It should be understood that in principle 10 a once closed and sunken container is permanently positioned and does not need to be opened.

Een variant vertoont de bijzonderheid dat de houder langwerpig is en een zich in langsrichting uitstrekkende vulopening met twee door middel van 15 koppelmiddelen met elkaar te koppelen randen omvat, welke koppelmiddelen een ritssluiting met een openscheur-sterkte van ten minste 100 kN/m omvatten, bijvoorbeeld een ritssluiting van het type YKK, die bijvoorbeeld door middel van naainaden van extreem treksterke garen, bijvoorbeeld 20 HMPE (Highly Modified Polyethylene) zoals Dyneema (handelsmerk van de Nederlandse firma DSM) met het textiele weefsel verbonden is.A variant has the special feature that the holder is elongated and comprises a longitudinally extending filling opening with two edges which can be coupled together by means of coupling means, which coupling means comprise a zipper with a tear strength of at least 100 kN / m, for example a zipper of the type YKK, which, for example, is connected to the textile fabric by means of sewing seams of extremely tensile yarn, for example 20 HMPE (Highly Modified Polyethylene) such as Dyneema (trademark of the Dutch company DSM).

In het geval waarin de kracht, waarmee de houder op de bodem valt dermate groot is dat het risico bestaat dat 25 de houder bezwijkt, kan men gebruik maken van een variant, waarin de houder is voorzien van een aantal in de richting van de trekkracht in het textiele weefsel in serie met elkaar geplaatste zwichtbare expansienaden. Een dergelijke "serie-schakeling" van zwichtbare expansienaden is in staat 30 de krachten in het textiele weefsel op te vangen, die ontstaan door het vervormen van de houder onder invloed van de heftige stootkrachten in het relatief zware vaste vulmateriaal. Bij het althans ten dele bezwijken van een naad ontstaat een extra ruimte in de lengte van het textiele 35 weefsel, (gerekend in de richting van de krachten) waardoor de effectieve omtrek van de houder wordt vergroot en de krachten tot onschuldiger proporties kunnen worden teruggebracht. Aldus kan een dergelijke expansienaad worden 1002278.In the case in which the force with which the holder falls to the bottom is so great that there is a risk of the holder collapsing, a variant can be used, in which the holder is provided with a number in the direction of the pulling force in the textile fabric in series with each other collapsible expansion seams. Such a "series circuit" of yieldable expansion seams is able to absorb the forces in the textile fabric which arise from the deformation of the container under the influence of the violent impact forces in the relatively heavy solid filling material. At least partially collapsing a seam creates an extra space in the length of the textile fabric (calculated in the direction of the forces), whereby the effective circumference of the container is increased and the forces can be reduced to more innocent proportions. Thus, such an expansion seam can be 1002278.

4 beschouwd als een zekering. Volgens de uitvinding kan in het geval waarin het bezwijken van één naad onvoldoende is een volgende naad de nog resterende stootkrachten compenseren door te bezwijken.4 considered a fuse. According to the invention, in the case where the failure of one seam is insufficient, a subsequent seam can compensate for the remaining impact forces by collapsing.

5 Om min of meer ongecontroleerd bezwijken van naden te voorkomen kunnen de expansienaden verschillende zwichtsterkten bezitten.The expansion seams can have different yield strengths in order to prevent somewhat uncontrolled seams from collapsing.

Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid dat het textiele weefsel in dominerende mate 10 monofilamentgarens omvat.A preferred embodiment has the special feature that the textile fabric predominantly comprises 10 monofilament yarns.

Deze laatste uitvoering wordt bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat het textiele weefsel in hoofdzaak uit PE (polyetheen) en/of PP(polypropeen) bestaat.The latter embodiment is preferably carried out in such a way that the textile fabric mainly consists of PE (polyethylene) and / or PP (polypropylene).

Een spectaculaire verlenging van de effectieve 15 levensduur van de houder wordt gerealiseerd met een variant, waarin het textiele weefsel in hoofdzaak uit PP met zodanige additieven bestaat dat uitloging wordt verhinderd en de effectieve levensduur onder bedrijfsomstandigheden aanzienlijk verlengd is, bijvoorbeeld van enkele tientallen 20 jaren tot meer dan tweehonderd jaar.A spectacular extension of the effective life of the container is realized with a variant, in which the textile fabric consists mainly of PP with additives such that leaching is prevented and the effective life under operating conditions is considerably extended, for instance from a few tens of years to more than two hundred years.

Verder verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vullen van een houder volgens de hiervoor gegeven specificaties. Een dergelijke werkwijze is gekenmerkt door de volgende stappen: 25 het toevoegen van een zodanige hoeveelheid water aan het in de houder te brengen materiaal, dat dit als slurrie kan worden verpompt; en het via de vulopening in de houder pompen van de slurrie, zodanig dat het water de houder via het textiele 30 weefsel en de openingen kan verlaten en het vaste materiaal in de houder wordt opgeslagen.The invention further provides a method for filling a container according to the above specifications. Such a method is characterized by the following steps: adding such an amount of water to the material to be introduced into the container that it can be pumped as a slurry; and pumping the slurry through the filler opening into the container such that the water can exit the container through the textile fabric and openings and the solid material is stored in the container.

De hiervoor beschreven uitvoering, waarin de bedekking twee gaasweefsels en een daartussen geplaatst non-woven omvat, is bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat aan de 35 buitenzijde van de houder een gaasweefsel bestaande uit polyester is gerangschikt.The above-described embodiment, in which the cover comprises two mesh fabrics and a non-woven placed between them, is preferably designed such that a mesh fabric consisting of polyester is arranged on the outside of the container.

Van belang is in het algemeen dat de houder in het bijzonder in verband met de tijdens het vullen en afzinken 10U22/Ê.In general, it is important that the container is particularly in connection with the 10U22 / Ê during filling and immersion.

5 optredende krachten voldoend sterk is om zijn integriteit te bewaren. In dit verband moet dan ook als belangrijk worden beschouwd dat de treksterkte en de slijtvastheid van de gehele container, met inbegrip van naai- en/of hechtnaden, 5 de bedekkingen van de gaten, enzovoorts, voldoend hoge waarden bezitten.5 acting forces is strong enough to preserve its integrity. In this connection, it should therefore be considered important that the tensile strength and abrasion resistance of the entire container, including seaming and / or sutures, the coverings of the holes, etc. have sufficiently high values.

De toegepaste weefsels kunnen gecoat zijn. Voor de bedekkingen van de gaten komen voldoend sterke structuren in aanmerking. Deze kunnen bijvoorbeeld gebaseerd zijn op 10 Nicolon/Mirafi of Miragrid 20T. Als garens komen versterkte polyestergarens in aanmerking, die bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als platte banden. Het volgens de uitvinding bij voorkeur aan de buitenzijde van elke bedekking aangebrachte polyester-gaas wordt aangeduid als Geogrid.The fabrics used can be coated. Sufficiently strong structures are suitable for covering the holes. These can for example be based on 10 Nicolon / Mirafi or Miragrid 20T. Reinforced polyester yarns which, for example, are designed as flat belts, are suitable as yarns. The polyester mesh which is preferably applied to the outside of each cover according to the invention is referred to as Geogrid.

15 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden. In dit verband wordt de aandacht erop gevestigd, dat de figuren 1-14 corresponderen met de figuren in de reeds genoemde internationale octrooiaanvrage WO-A-88/03583. Deze figuren dienen dan ook 20 ter toelichting van de uitvinding, die aan de hand van de figuren 15, 16 en 17 nader zal worden toegelicht.The invention will now be elucidated on the basis of some exemplary embodiments. In this connection, attention is drawn to the fact that figures 1-14 correspond to the figures in the aforementioned international patent application WO-A-88/03583. These figures therefore serve to explain the invention, which will be further elucidated with reference to figures 15, 16 and 17.

In de tekening tonen:Show in the drawing:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een schip met een bak, die kan worden geopend en gesloten en een 25 daarin te plaatsen vel;Fig. 1 is a perspective view of a ship with a tray that can be opened and closed and a sheet to be placed therein;

Fig. 2 het schip volgens fig. 1, waarin de bak is gevuld met stortmateriaal;Fig. 2 the ship of FIG. 1, in which the bin is filled with bulk material;

Fig. 3 het schip volgens fig. 2, waarin het vel is gesloten tot een zak; 30 Fig. 4 een dwarsdoorsnede rond het schip volgens de voorgaande figuren, waarbij is weergegeven op welke wijze de zak wordt dichtgestikt;Fig. 3 the ship of FIG. 2, in which the sheet is closed into a bag; FIG. 4 is a cross-section around the ship according to the preceding figures, showing how the bag is stitched up;

Fig. 5 het aanzicht volgens fig. 4, waarin de bodem wordt geopend voor het afstorten van de met 35 stortmateriaalgevulde zak;Fig. 5 is the view according to FIG. 4, in which the bottom is opened for dumping the bag filled with bulk material;

Fig. 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een geconfectioneerde container, met een ritssluiting; 10 02278.Fig. 6 a schematic perspective view of a made-up container, with a zipper; 10 02278.

66

Fig. 7a en 7b complementair getekende varianten met een aantal expansienaden;Fig. 7a and 7b complementarily drawn variants with a number of expansion seams;

Fig. 8 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van het detail VIII in fig. 7a; 5 Fig. 9 een rijgverbinding voor het sluiten van een container;Fig. 8 is a partly broken away perspective view of detail VIII in FIG. 7a; FIG. 9 a lacing connection for closing a container;

Fig. 10 een perspectivisch aanzicht van een geconfectioneerde container in een eenvoudiger uitvoering;Fig. 10 is a perspective view of a made-up container in a simpler embodiment;

Fig. 11 een dwarsdoorsnede door een vlakke 10 expansienaad;Fig. 11 is a cross section through a flat expansion seam;

Fig. 12 een schip met een afzinkbare splijtbak;Fig. 12 a ship with a submersible split hopper;

Fig. 13 een schip met een afzinkbare kantelbak;Fig. 13 a ship with a submersible tilting container;

Fig. 14 een als splijtbak uitgevoerd schip met liermiddelen voor het laten dalen van een gevulde zak; 15 Fig. 15 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een houder volgens de uitvinding, in een geïdealiseerde, min of meer schematische toestand, waarin de vulling niet is weergegeven;Fig. 14 a vessel constructed as a splitting vessel with winch means for lowering a filled bag; FIG. 15 a partly broken away perspective view of a container according to the invention, in an idealized, more or less schematic condition, in which the filling is not shown;

Fig. 16 een gedeeltelijk weggebroken 20 perspectivisch aanzicht van de buitenzijde van de houder, waarin een doorgaand gat met daaraan aangebrachte bedekking is getekend;Fig. 16 is a partly broken away perspective view of the outside of the container, in which a through hole with cover applied thereto is drawn;

Fig. 17 een met figuur 8 corresponderend gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een 25 serie-rangschikking van zwichtbare expansienaden.Fig. 17 is a partly broken away perspective view corresponding to figure 8 of a series arrangement of collapsible expansion seams.

Fig 1. toont een schip 1 dat twee scharnierend ten opzichte van elkaar opgestelde drijfbare langwerpige delen 2, 3 omvat. De binnenwanden van deze delen 2, 3 die zijn aangeduid met 4, 5 lopen in dwarsdoorsnede V-vormig naar 30 elkaar toe, hetgeen in het bijzonder duidelijk in fig. 4 te zien is. In de gesloten toestand volgens de figuren 1 tot en met 4 begrenzen de wanden 4, 5 een gesloten bak. Dit is de ene uiterste toestand. In een andere uiterste toestand zijn de wanden 4, 5 uit elkaar bewogen, hetgeen in fig. 5 is 35 weergegeven. Deze toestand zal hierna nog worden beschreven.Fig. 1 shows a ship 1 comprising two floating elongated parts 2, 3 hingedly relative to each other. The inner walls of these parts 2, 3, which are indicated by 4, 5, cross in V-shape towards each other, which can be seen particularly clearly in Fig. 4. In the closed condition according to Figures 1 to 4, the walls 4, 5 define a closed box. This is the one extreme state. In another extreme state, the walls 4, 5 have moved apart, which is shown in Fig. 5. This state will be described further below.

Zoals in fig. 1 schematisch is aangeduid, kan in de door de wanden 4, 5 begrensde bak 8 een vel 9 worden geplaatst, dat in fig. 1 sterk geïdealiseerd is weergegeven.As schematically indicated in Fig. 1, a sheet 9, which is strongly idealized in Fig. 1, can be placed in the tray 8 bounded by the walls 4, 5.

1002278.1002278.

77

Het vel 9 is in dit uitvoeringsvoorbeeld al door stiknaden 10 gevormd tot een geconfectioneerde container waarvan de vorm is aangepast aan de vorm van de bak 8. Een betrekkelijk kleine flap 11 steekt aan drie zijden van het vel een weinig 5 uit, terwijl een grote flap 12 zich aan één zijde vanaf het vel uitstrekt.In this exemplary embodiment, the sheet 9 has already been formed by stitching seams 10 into a made-up container, the shape of which is adapted to the shape of the tray 8. A relatively small flap 11 protrudes slightly on three sides of the sheet, while a large flap 12 extends from the sheet on one side.

Duidelijk zal zijn op welke wijze het vel 9 in de bak wordt geplaatst. Dit is met een pijl 13 aangeduid.It will be clear how the sheet 9 is placed in the tray. This is indicated by an arrow 13.

In de situatie volgens fig. 2 is het vel 9 in de 10 bak 8 geplaatst en geheel gevuld met stortmateriaal. De wijze waarop dit heeft plaatsgevonden is niet weergegeven. Bijvoorbeeld kan men daartoe zand, specie of ander bodemmateriaal van de waterrand afschrapen en in de bak 8 op het vel 9 storten.In the situation according to Fig. 2, the sheet 9 is placed in the bin 8 and is completely filled with pouring material. The manner in which this has taken place is not shown. For example, it is possible to scrape off sand, grout or other soil material from the water's edge and pour it into the tray 8 onto the sheet 9.

15 Na het bereiken van de gewenste vulhoogte wordt de flap 12 overeenkomstig een pijl 14 teruggeslagen tot over de kleine flappen 11.After reaching the desired filling height, the flap 12 is folded back over the small flaps 11 in accordance with an arrow 14.

Fig. 3 toont, dat de overlappende zones, die alle met het verwijzingsgetal 15 zijn aangeduid, aan elkaar zijn 20 vastgenaaid, zodat een stevige, gevulde zak 16 is verkregen.Fig. 3 shows that the overlapping zones, all of which are indicated by reference numeral 15, are sewn together, so that a firm, filled bag 16 is obtained.

Fig. 4 toont voor de duidelijkheid nog eens in dwarsdoorsnede de in fig. 3 getoonde configuratie. Duidelijk is, dat het stortmateriaal 17 de hele zak 16 heeft gevuld. Een schematisch aangeduide naaimachine 18 toont, hoe de 25 grote flap 12 wordt vastgenaaid aan de kleine flappen 11, die desgewenst tijdelijk op de rand van de bak vastgezet kunnen worden om de uitvoering te vergemakkelijken.Fig. 4 again shows in cross-section the configuration shown in FIG. 3 for clarity. It is clear that the bulk material 17 has filled the entire bag 16. A schematically indicated sewing machine 18 shows how the large flap 12 is sewn to the small flaps 11, which can be temporarily secured to the edge of the tray if desired to facilitate implementation.

Wanneer de bewerking met de naaimachine 18 is voltooid, is de gevulde zak 16 gereed om op de gewenste 30 plaats te worden gestort. Daartoe kan het schip 1 tot boven die gewenste plaats worden gebracht (hetgeen al tijdens de naaibewerking kan gebeuren) en na het bereiken van de betreffende plaats kunnen de scharnierbare delen 2, 3 door de niet getekende, bijvoorbeeld hydraulisch uitgevoerde 35 middelen op de in fig. 5 getoonde wijze uit elkaar worden bewogen, waardoor zich een aan de onderzijde open trechter vormt, waardoor de gevulde zak 16 kan worden gedeponeerd.When the operation with the sewing machine 18 is completed, the filled bag 16 is ready to be dumped at the desired location. To that end, the vessel 1 can be brought above that desired location (which can already take place during the sewing operation) and after reaching the relevant location the hinged parts 2, 3 can be moved by means not shown, for instance hydraulically, to the means shown in fig. 5 are moved apart, so that a funnel open at the bottom forms, through which the filled bag 16 can be deposited.

10 02278.10 02278.

88

Fig. 6 toont een perspectivisch aanzicht van een geconfectioneerde container 19, waarvan de vorm, analoog aan het in fig. 1 getoonde, is aangepast aan de vorm, analoog aan het in fig. 1 getoonde, is aangepast aan de vorm van een 5 toe te passen bak. Aan de bovenzijde strekt zich aan de ene rand van de container 19 een smalle langsflap 20 uit, terwijl aan de andere zijde een brede langsflap 21 aanwezig is. Deze brede langsflap 21 is door middel van ritssluitingen 22, 23, 24 verbindbaar met respectievelijk de 10 smalle langsflap en de bovenranden aan de korte zijden van de container 19.Fig. 6 shows a perspective view of a assembled container 19, the shape of which, analogous to that shown in FIG. 1, is adapted to the shape, analogous to that shown in FIG. 1, is adapted to the shape of a 5 bin. At the top, a narrow longitudinal flap 20 extends on one edge of the container 19, while on the other side a wide longitudinal flap 21 is present. This wide longitudinal flap 21 can be connected by means of zippers 22, 23, 24 to the narrow longitudinal flap and the top edges on the short sides of the container 19, respectively.

Fig. 7a en 7b tonen containers resp. 25 en 26, waarvan de algemene vorm overeenkomt met de containers resp. 25 en 26, waarvan de algemene vorm overeenkomt met de 15 container 19 volgens fig. 6. De container 25 volgens fig. 7a is evenwel voorzien van algemeen met 27 aangeduide expansienaden, die nog nader zullen worden besproken aan de hand van fig. 8. De container 25 volgens fig. 7a is voorzien van expansienaden aan zijn eindvlakken en in zich in de 20 lengterichting van de container 25 over een bovenvlak daarvan uitstrekkende expansienaad 27. De container 26 volgens fig. 7b vertoont een zich in de dwarsrichting op het bovenvlak van de container 26 uitstrekkende expansienaad 27.Fig. 7a and 7b show containers, respectively. 25 and 26, the general shape of which corresponds to the containers resp. 25 and 26, the general shape of which corresponds to the container 19 according to Fig. 6. However, the container 25 according to Fig. 7a is provided with expansion seams generally indicated by 27, which will be discussed in more detail with reference to Fig. 8. The container 25 according to Fig. 7a is provided with expansion seams at its end surfaces and in an expansion seam 27 extending in the longitudinal direction of the container 25 over an upper surface thereof. The container 26 according to Fig. 7b has a transverse direction on the top surface of expansion seam 27 extending the container 26.

Zoals boven reeds uiteengezet, dienen de 25 expansienaden voor het opvangen van krachten die kunnen ontstaan bij het met een schok tot rust kommen op de grond van een afgestorte container. Zonder toelichting zal duidelijk zijn dat het materiaal van de container daardoor aan een grote trekspanning kan worden onderworpen.As already explained above, the 25 expansion seams serve to absorb forces that can come to rest on the ground of a dumped container with a shock. Without explanation it will be clear that the material of the container can thereby be subjected to a high tensile stress.

30 Fig. 8 toont met pijlen 28 de richting van die trekkrachten. De expansienaad 27, die bestaat uit twee over elkaar gelegen, uit het hoofdvlak van het doek stekende doekdelen 29 is op twee plaatsen doorgestikt, zoals met de verwijzingsgetallen 29 en 30 is aangeduid. Bij het 35 uitoefenen van de trekkrachten 28 zal eerst de stiknaad 42 worden belast. Zijn de krachten zo groot, dat deze stiknaad bezwijkt, dan ontstaat in de richting van de trekkracht 28 een extra ruimte of lengte in het doek van de container 25, 1002278.FIG. 8 shows with arrows 28 the direction of those tensile forces. The expansion seam 27, which consists of two overlapping cloth parts 29 protruding from the main surface of the cloth, is stitched in two places, as indicated by reference numerals 29 and 30. When the tensile forces 28 are exerted, the stitching seam 42 will first be loaded. If the forces are so great that this stitching collapses, an extra space or length is created in the fabric of the container 25, 1002278 in the direction of the tensile force 28.

9 waardoor de krachten kleiner worden. Mocht dit niet voldoende zijn dan zou ook de stiknaad 43 nog kunnen bezwijken. De praktijk wijst uit, dat dit door deze tweevoudige zekering er geen gevaar meer bestaat dat een 5 afgestorte container bezwijkt.9 which reduces the forces. If this is not sufficient, then the stitching seam 43 could still collapse. Practice shows that due to this double fuse, there is no longer any danger of a dumped container collapsing.

Fig. 9 toont een rijgverbinding 30. In tegenover elkaar gelegen randen 31, 32 zijn rijen gaten 33 aanwezig voor het door middel van veters 34 aan elkaar vastrijgen van die randen. Ter verzekering van een goede afdichting ter 10 plaatse van de rijgverbinding 30 strekt zich vanaf de rand 31, onder de gaten 33 een flap 35 uit. Deze flap 35 wordt eerst op het gestorte materiaal gelegd, waarna de rand 32 daarop wordt geplaatst; tenslotte worden de veters 34 aangebracht voor het relatief fixeren van de randen 31, 32. 15 Fig. 10 toont een eenvoudiger container 36. Deze vertoont een minder fraaie aanpassing aan de vorm van een bak dan de hiervoor getoonde en beschreven containers. De container 36 volgens fig. 10 heeft evenwel het voordeel, goedkoper te kunnen worden vervaardigd en niettemin van hoge 20 kwaliteit te zijn. In tegenstelling tot de hiervoor beschreven containers vertoont de container 36 geen min of meer driehoekige eindvlakken voor optimale aanpassing aan de vorm van een bak. Hij is voorzien van een min of meer spieetvormige opening 37, waardoorheen het materiaal in de 25 container 36 kan worden gestort. Ter plaatse van deze spleet 37 kunnen weer de hiervoor beschreven verbindingsmiddelen aanwezig zijn in de vorm van een ritssluiting of rijen gaten voor het sluiten van de container 36.Fig. 9 shows a lacing connection 30. In opposite edges 31, 32 there are rows of holes 33 for lacing those edges together by means of laces 34. To ensure a good sealing at the lacing connection 30, a flap 35 extends from the edge 31, under the holes 33. This flap 35 is first placed on the poured material, after which the edge 32 is placed thereon; finally, the laces 34 are applied for relatively fixing the edges 31, 32. FIG. 10 shows a simpler container 36. This shows a less attractive adaptation to the shape of a container than the containers shown and described above. However, the container 36 of Fig. 10 has the advantage of being cheaper to manufacture and nevertheless of high quality. Contrary to the containers described above, the container 36 does not have more or less triangular end faces for optimal adaptation to the shape of a container. It is provided with a more or less spline-shaped opening 37, through which the material can be poured into the container 36. At the location of this slit 37, the previously described connecting means can again be present in the form of a zipper or rows of holes for closing the container 36.

In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn tevens 30 luchtventielen 38 getoond. Deze luchtventielen 38 bestaan uit relatief grofmazig materiaal 39 afgedekte gaten. De afmetingen, de positie en het aantal van deze luchtventielen 38 kunnen in afhankelijkheid van de wensen van een gebruiker worden gekozen. De aandacht wordt er overigens op gevestigd 35 dat ook de hiervoor beschreven containers kunnen zijn voorzien van dergelijke luchtventielen.In this exemplary embodiment, 30 air valves 38 are also shown. These air valves 38 consist of relatively coarsely meshed material 39 covered holes. The size, position and number of these air valves 38 can be selected depending on the wishes of a user. Attention is also drawn to the fact that the containers described above can also be provided with such air valves.

Fig. 11 tenslotte toont een expansienaad 40.Fig. 11 finally shows an expansion seam 40.

Anders dan in het bijzonder in fig. 8 weergegeven 10 02278, 10 expansienaad 27 is de naad 40 plat uitgevoerd, hetgeen de naad minder kwetsbaar maakt. Drie lagen van het materiaal van de betreffende container zijn op elkaar gelegd, en overigens geheel analoog aan de uitvoering volgens fig. 8 5 over twee stiknaden 40, 41 met elkaar verbonden.In contrast to the expansion seam 27 shown in particular in Fig. 8, the seam 40 is made flat, which makes the seam less vulnerable. Three layers of the material of the container in question are laid one on top of the other, and are connected to each other entirely by analogy to the embodiment according to fig.

Mutatis mutandis geldt voor de uitvoering volgens fig. al hetzelfde als in fig. 8: de trekkracht 28 kan de stiknaden 40, 41 verbreken, waardoor ruimte in de lengte van het containerdoek ontstaat en het gevaar op bezwijken 10 tenminste aanzienlijk is verminderd.Mutatis mutandis the same applies to the embodiment according to Fig. 8 as in Fig. 8: the tensile force 28 can break the stitching seams 40, 41, whereby space in the length of the container cloth is created and the danger of collapse is at least considerably reduced.

Fig. 12 toont een schip 51, dat is uitgevoerd als een drijfbaar gestel met liermiddelen 52. Deze liermiddelen 52 dragen een gestel 53 met bodemdelen 54. Het gestel 53 omvat twee ten opzichte van elkaar, de respectieve 15 bodemdelen 54 en 55 dragen de delen 56, 57, die door middel van cilinders 58 na elkaar toe en van elkaar af kunnen worden bewogen. De cilinders 58 zijn door slangen 59 met niet-getekende bekrachtigings- en besturingsmiddelen gekoppeld.Fig. 12 shows a ship 51, which is designed as a buoyant frame with winch means 52. These winch means 52 carry a frame 53 with bottom parts 54. The frame 53 comprises two relative to each other, the respective bottom parts 54 and 55 carry the parts 56, 57, which can be moved in sequence and away from one another by means of cylinders 58. The cylinders 58 are coupled by hoses 59 to actuation and control means (not shown).

20 Met het schip 51 wordt de werkwijze van de uitvinding als volgt uitgevoerd. Allereerst plaatst men op de bodemdelen 54, 55 van het gestel 53, in de toestand, waarin het gestel 53 zich in het schip 51 bevindt, het vel 9. Op het vel 9 wordt het stortmateriaal gestort, en na het 25 bereiken van de gewenste vulhoogte wordt geheel op de in fig. 1-4 getoonde wijze een gevulde zak gereed gemaakt.With the ship 51, the method of the invention is carried out as follows. First of all, on the bottom parts 54, 55 of the frame 53, in the condition in which the frame 53 is in the ship 51, the sheet 9 is placed on the sheet 9, and the pouring material is poured, and after reaching the desired filling height, a filled bag is prepared in the manner shown in Figs. 1-4.

Nadat dit is geschiedt, vaart men het schip 51 naar de gekozen plaats en laat daar door geschikte besturing van de liermiddelen 52 het gestel 53 dalen tot boven de bodem van 30 de watergang op de gewenste plaats. Door besturing van de cilinders 58 worden vervolgens de bodemdelen 54, 55 uit elkaar bewogen, waardoor de zak 16 op de gekozen plaats wordt gedeponeerd.After this has been done, the ship 51 is sailed to the selected location and the frame 53 is lowered there by suitable control of the winch means 52 to above the bottom of the watercourse at the desired location. The bottom parts 54, 55 are subsequently moved apart by control of the cylinders 58, so that the bag 16 is deposited at the selected location.

Fig. 13 toont een variant van de uitvoering 35 volgens fig. 12. Een schip 60 is nagenoeg gelijk uitgevoerd aan het schip 51 volgens fig. 12. Behalve liermiddelen 52 omvat in deze uitvoering het schip 60 echter ook aan één zijde geplaatste liermiddelen 61, die zich ongeveer in het 1 0 02 2 7».Fig. 13 shows a variant of the embodiment 35 according to FIG. 12. A ship 60 is practically identical to the ship 51 according to FIG. 12. In addition to winch means 52, in this embodiment the ship 60 also comprises winch means 61 placed on one side, which roughly in the 1 0 02 2 7 ».

11 midden boven een kantelbak 62 uitstrekken. Na het op dezelfde wijze als aan de hand van fig. 12 besproken plaatsen van een vel en het vullen van een container met stortgoed, wordt de kantelbak 62 door middel van de 5 liermiddelen 61 naar de gekozen plaats gebracht door bekrachtiging van de liermiddelen 52 wordt de bak 62 gekanteld, waardoor de, in fig. 13 niet getekende, gevulde container op zijn of op de gewenste plaats wordt gebracht.11 extend in the middle above a tilting container 62. After placing a sheet in the same manner as discussed with reference to Fig. 12 and filling a container with bulk material, the tilting bin 62 is brought to the selected location by means of the winch means 61 by energizing the winch means 52. the tray 62 is tilted, whereby the filled container, not shown in fig. 13, is brought into or at the desired location.

Fig. 14 tenslotte toont een schip 63, dat ongeveer 10 dezelfde opbouw bezit als het schip 1 volgens de fig. 1, 2, 3, 4 en 5. Het schip 63 is echter voorzien van liermiddelen 64, omvattende een door een motor 65 met vertragingskast aangedreven lieras 66. Met deze lieras werken treksterke soepele banden samen, die aan de andere zijde losneembaar 15 met het schip 63 zijn gekoppeld. Deze koppelmiddelen zijn met 68 aangeduid.Fig. 14 finally shows a ship 63, which has approximately the same structure as the ship 1 according to fig. 1, 2, 3, 4 and 5. However, the ship 63 is provided with winch means 64, comprising a motor 65 with gearbox driven winch shaft 66. With this winch shaft tensile flexible belts cooperate, which are releasably coupled to the ship 63 on the other side. These coupling means are indicated by 68.

Alvorens het vel 9 in de bak 8 te plaatsen, worden de banden 67 daarin geplaatst. Vervolgens wordt op het vel 9 het stortgoed gestort, waarna, nadat het schip 63 boven de 20 gekozen plaats is aangekomen, de delen 2, 3 uit elkaar worden bewogen en de gevulde zak 16 komt te rusten op de banden 67. Vervolgens worden de liermiddelen 64 geactiveerd door bekrachtiging van de motor 65, waardoor een rustig afzinken van de gevulde container 16 plaatsvindt. Nadat de 25 container 16 de bodem van de watergang heeft bereikt, worden door bekrachtiging van de koppelmiddelen de banden 67 daardoor vrijgegeven, waarna zij door corresponderende bekrachtiging van de liermiddelen 64 kunnen worden opgerold op de lieras 63. Na het sluiten van de bak 8 kunnen de 30 betreffende uiteinden van de banden 67 weer met de koppelmiddelen 68 worden verbonden, waarna de cyclus opnieuw kan worden uitgevoerd.Before placing the sheet 9 in the tray 8, the bands 67 are placed therein. The bulk material is then poured onto the sheet 9, after which, after the ship 63 has arrived above the selected location, the parts 2, 3 are moved apart and the filled bag 16 rests on the belts 67. Then the winch means are 64 activated by energizing the motor 65, whereby a quiet sinking of the filled container 16 takes place. After the container 16 has reached the bottom of the watercourse, the belts 67 are thereby released by energizing the coupling means, after which they can be rolled up on the winch shaft 63 by corresponding actuation of the winch means 64. After the bin 8 has been closed the respective ends of the belts 67 are reconnected to the coupling means 68, after which the cycle can be repeated.

De aandacht wordt erop gevestigd, dat het doen afzinken van een bak overeenkomstig de uitvoering volgens de 35 fig. 12 en 13 desgewenst ook kan plaatsvinden met gebruikmaking van geleidingsmiddelen, zoals met het schip gekoppelde of te koppelen geleidingsrails.Attention is drawn to the fact that, if desired, sinking a container according to the embodiment according to fig. 12 and 13 can also take place using guide means, such as guide rails coupled or to be coupled to the ship.

1002278.1002278.

1212

De aandacht wordt erop gevestigd, dat de uitvinding zich niet beperkt tot het gebruik van een drijfbare bak, overeenkomstig het hiervoor beschreven voorbeeld. Ook het gebruik van over land transporteerbare 5 bakken valt binnen het kader van de uitvinding.Attention is drawn to the fact that the invention is not limited to the use of a buoyant tray, according to the example described above. The use of containers transportable by land also falls within the scope of the invention.

Fig. 15 toont een houder 101 volgens de uitvinding. Deze houder 101 is conform de leer van de uitvinding voorzien van een aantal verspreid over de gehele houder aangebrachte openingen 102, die elk zijn afgedekt 10 door een bedekking 103, waarvan de structuur in fig. 16 duidelijk te zien is. De bedekking 103 is door middel van 3 zeer sterke naainaden 104, 105, 106 met de gehele omtrekszone 107 van de opening 102 verbonden.Fig. 15 shows a container 101 according to the invention. In accordance with the teachings of the invention, this container 101 is provided with a number of openings 102 arranged over the entire container, each of which is covered by a cover 103, the structure of which can be clearly seen in Fig. 16. The cover 103 is connected to the entire circumferential zone 107 of the opening 102 by means of 3 very strong sewing seams 104, 105, 106.

Zoals fig. 15 duidelijk toont, is elke bedekking 15 103 aan de binnenzijde van de houder 101 aangebracht.As Fig. 15 clearly shows, each cover 103 is provided on the inside of the holder 101.

Fig. 16 toont dat elke bedekking 103 een aan de binnenzijde geplaatste laag weefselgaas 108, een aan de buitenzijde geplaatste laag polyester weefselgaas 109 en een tussen de lagen 108 en 109 geplaatste laag 110, bestaande 20 uit een non-woven.Fig. 16 shows that each cover 103 has an inner layer of fabric mesh 108, an outer layer of polyester fabric mesh 109, and a layer 110 interposed between layers 108 and 109, consisting of a nonwoven.

Met verwijzing naar fig. 12 wordt er voor de goede orde op gewezen, dat terwille van de duidelijkheid van de structuur volgens de uitvinding is afgezien van het tonen van de vulling van de houder 101. Verder is de vorm van de 25 houder 101 geïdealiseerd voorgesteld en aangepast aan de vorm van een bak van het type volgens de figuren 1, 2, 3, 4, 5. Verder wordt erop gewezen, dat ook de eindvlakken 111, 112 van openingen 102 zijn voorzien. Tijdens het afzinken kan namelijk nooit worden gegarandeerd, dat de gehele houder 30 simultaan over zijn gehele lengte door de bak wordt afgegeven. De mogelijkheid bestaat derhalve dat in de in fig. 5 getoonde situatie bijvoorbeeld het ene einde van de houder eerder begint af te zinken dan het andere einde. De hierdoor ontstane luchtverplaatsing in de houder moet worden 35 gecompenseerd door het uittreden van lucht via de openingen 102 in de betreffende eindwand.With reference to Fig. 12, it is pointed out for the sake of good order that, for the sake of clarity of the structure according to the invention, the display of the filling of the container 101 has been dispensed with. Furthermore, the shape of the container 101 has been proposed in an idealized manner. and adapted to the shape of a container of the type according to figures 1, 2, 3, 4, 5. It is further pointed out that the end surfaces 111, 112 are also provided with openings 102. Namely, during immersion, it can never be guaranteed that the entire container 30 will be dispensed through the tray simultaneously over its entire length. It is therefore possible that in the situation shown in Fig. 5, for example, one end of the container starts to sink earlier than the other end. The resulting air displacement in the container must be compensated for by the escape of air via the openings 102 in the relevant end wall.

Fig. 17 toont dat de in hoofdzaak uit textiel weefsel bestaande wand 113 van de houder 101 lokaal in dit 10 02278.Fig. 17 shows that the mainly textile fabric wall 113 of the container 101 is local to this 102278.

13 geval vier in serie geplaatste expansienaden 114, 115, 116, 117 vertoont. In dit verband wordt dus verwezen naar de beschrijving van fig. 8. Met voordeel kunnen de expansienaden 114-117 verschillende zwichtsterkten vertonen.13 case shows four expansion seams 114, 115, 116, 117 placed in series. In this connection, therefore, reference is made to the description of Fig. 8. Advantageously, the expansion seams 114-117 can exhibit different yield strengths.

5 Hiermee wordt bereikt dat onder omstandigheden van relatief grote trekkrachten 28 eerst de zwakste naad bezwijkt, eventueel gevolgd door de volgende naden, in volgorde van toenemende zwichtsterkten.This achieves that under conditions of relatively large tensile forces 28 the weakest seam first fails, possibly followed by the next seams, in order of increasing yield strengths.

De in fig. 15 getoonde hechtzone 118, waarmee het 10 deksel 119 met de rest van de houderwand 113 is verbonden, is bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat het betreffende naainaad-garen een sterkte bezit in de orden van 80% van de weefselsterkte. In dit geval gaat het om de treksterkte die derhalve wordt uitgedrukt in N/m2.The adhesion zone 118 shown in Fig. 15, with which the lid 119 is connected to the rest of the container wall 113, is preferably designed such that the respective sewing seam yarn has a strength in the order of 80% of the fabric strength. In this case it is the tensile strength which is therefore expressed in N / m2.

10 u ti i ~ f10 u ti i ~ f

Claims (13)

1. Flexibele houder, in het bijzonder bestaande uit een textiel weefsel, voor het via een sluitbare vulopening opnemen van los of weinig samenhangend vast materiaal, zoals zand of ander grondmateriaal, voor het 5 vormen van een op een gekozen plaats te deponeren lichaam, bijvoorbeeld ten gebruike als kern of basis van een dijklichaam, een perskade, een oeverbescherming, pier of strekdam, voor het opvullen van holtes of uitsparingen, bijvoorbeeld in de bodem van een watergang, of voor het 10 verpakken en opslaan van vervuild materiaal, welke houder ten minste één deel met vergrote doorlaatbaarheid, in het bijzonder voor lucht, vertoont, gekenmerkt door een aantal verspreid over in hoofdzaak de gehele 15 houder aangebrachte openingen die elk zijn afgedekt een een laag gaasweefsel omvattende bedekking, die door middel van verbindingsmiddelen met de gehele omtrekszone van het gat verbonden is bijvoorbeeld door middel van ten minste één naainaad.1. Flexible holder, in particular consisting of a textile fabric, for receiving loose or poorly cohesive solid material, such as sand or other ground material, via a closable filling opening, for forming a body to be deposited at a selected location, for instance for use as core or base of a dike body, a press quay, a bank protection, pier or breakwater, for filling cavities or recesses, for instance in the bottom of a watercourse, or for packaging and storing contaminated material, which container at least one part having increased permeability, in particular for air, characterized by a number of openings arranged over substantially the entire container, each of which is covered by a layer of mesh fabric covering, which by means of connecting means with the whole peripheral zone of the hole is connected, for example, by means of at least one sewing seam. 2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bedekking twee gaasweefsels en een daartussen geplaatst non-woven omvat.A container according to claim 1, characterized in that the cover comprises two mesh fabrics and a non-woven placed between them. 3. Houder volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk, dat de bedekking en de verbindingsmiddelen een treksterkte bezitten in dezelfde orde van grootte als het textiele weefsel.Holder according to claim 1, 25, characterized in that the cover and the connecting means have a tensile strength in the same order of magnitude as the textile fabric. 4. Houder volgens conclusie 1, 30 met het kenmerk, dat de bedekking aan het binnenvlak van de houder is aangebracht.Holder according to claim 1, 30, characterized in that the cover is arranged on the inner surface of the holder. 5. Houder volgens conclusie 1, 10 02 2 7* met het kenmerk, dat de treksterkte van het textiele weefsel in elk van beide hoofdrichtingen in het gebied van ongeveer 90-200 kN/m bedraagt.Container according to claim 1, 10 02 2 7 *, characterized in that the tensile strength of the textile fabric in each of the two main directions is in the range of about 90-200 kN / m. 6. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder sluitbaar is door een naainaad met een treksterkte in het hoofdvlak van (80 + 10) % van de treksterkte van het weefsel.Holder according to claim 1, characterized in that the holder is closable by a seam with a tensile strength in the main plane of (80 + 10)% of the tensile strength of the fabric. 7. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder langwerpig is en een zich in langsrichting uitstrekkende vulopening met twee door middel van koppelmiddelen met elkaar te koppelen randen omvat, 15 welke koppelmiddelen een ritssluiting met een openscheur-sterkte van ten minste 100 kN/m omvatten, bijvoorbeeld een ritssluiting van het type YKK, die bijvoorbeeld door middel van naainaden van extreem treksterke garen, bijvoorbeeld HMPE (Highly Modified Polyethylene) zoals Dyneema 20 (handelsmerk van de Nederlandse firma DSM) met het textiele weefsel verbonden is.7. Holder as claimed in claim 1, characterized in that the holder is elongated and comprises a longitudinally extending filling opening with two edges which can be coupled by means of coupling means, which coupling means have a zipper with a tear strength of at least 100 kN / m, for example, a zipper of the type YKK, which, for example, is connected to the textile fabric by means of sewing seams of extremely tensile yarn, for example HMPE (Highly Modified Polyethylene) such as Dyneema 20 (trademark of the Dutch company DSM). 8. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de houder is voorzien van een aantal in de 25 richting van de trekkracht in het textiele weefsel in serie met elkaar geplaatste zwichtbare expansienaden.8. Container according to claim 1, characterized in that the container is provided with a number of collapsible expansion seams arranged in series in the direction of the tensile force in the textile fabric. 9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de expansienaden verschillende zwichtsterkten 30 bezitten.9. Container according to claim 8, characterized in that the expansion seams have different yield strengths. 10. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het textiele weefsel in dominerende mate monofilament-garens omvat.A container according to claim 1, characterized in that the textile fabric predominantly comprises monofilament yarns. 11. Houder volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het textiele weefsel in hoofdzaak PE (polyetheen) en/of PP(polypropeen) bestaat. 10 02 278 . *Container according to claim 10, characterized in that the textile fabric mainly consists of PE (polyethylene) and / or PP (polypropylene). 10 02 278. * 12. Houder volgens conclusie 11, roet het kenmerk, dat het textiele weefsel in hoofdzaak uit PP met zodanige additieven bestaat dat uitloging wordt verhinderd 5 en de effectieve levensduur onder bedrijfsomstandigheden aanzienlijk verlengd is, bijvoorbeeld van enkele tientallen jaren tot meer dan tweehonderd jaar.12. Container according to claim 11, characterized in that the textile fabric consists mainly of PP with additives such that leaching is prevented and the effective life under operating conditions is considerably extended, for instance from a few decades to more than two hundred years. 13. Werkwijze voor het vullen van een houder volgens één der voorgaande conclusies, 10 gekenmerkt door. het toevoegen van een zodanige hoeveelheid water aan het in de houder te brengen materiaal, dat dit als slurrie kan worden verpompt; en het via de vulopening in de houder pompen van de 15 slurrie, zodanig dat het water de houder via het textiele weefsel en de openingen kan verlaten en het vaste materiaal in de houder wordt opgeslagen. 1 0 02 278.. *13. Method for filling a container according to any one of the preceding claims, characterized by. adding such an amount of water to the material to be introduced into the container that it can be pumped as a slurry; and pumping the slurry into the container through the fill opening, such that the water can leave the container through the textile fabric and the openings and the solid material is stored in the container. 1 0 02 278 .. *
NL1002278A 1996-02-08 1996-02-08 Flexible holder. NL1002278C2 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002278A NL1002278C2 (en) 1996-02-08 1996-02-08 Flexible holder.
PCT/NL1997/000044 WO1997029247A1 (en) 1996-02-08 1997-02-10 Flexible container
AU16750/97A AU1675097A (en) 1996-02-08 1997-02-10 Flexible container

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1002278A NL1002278C2 (en) 1996-02-08 1996-02-08 Flexible holder.
NL1002278 1996-02-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1002278C2 true NL1002278C2 (en) 1997-08-11

Family

ID=19762269

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1002278A NL1002278C2 (en) 1996-02-08 1996-02-08 Flexible holder.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU1675097A (en)
NL (1) NL1002278C2 (en)
WO (1) WO1997029247A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19738216A1 (en) * 1997-09-02 1999-03-11 Reinhard Schneider Dyke-reinforcing module
NL1031293C2 (en) * 2006-03-03 2007-09-04 Den Herik Beheer B V Van Device and method for the immersion of a hydraulic construction element.
US9163373B2 (en) 2011-08-25 2015-10-20 Bradley Industrial Textiles, Inc. Multi-ribbed geotextile tubes and segments thereof
TWM443023U (en) 2012-05-29 2012-12-11 Gold Joint Ind Co Ltd Sea bottom deposit sand bag
WO2017025262A1 (en) 2015-08-12 2017-02-16 Danmarks Tekniske Universitet Self-closing sheet for encapsulating and dumping a bulk of material

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7408546A (en) * 1974-06-25 1975-12-30 Visser En Smit B V Sand-packed unit production process - fills hopper lined with packing material which is closed over sand
WO1988003583A1 (en) * 1986-11-11 1988-05-19 Nicolon B.V. A method for the forming and the deposition in a selected place of a bulk

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7408546A (en) * 1974-06-25 1975-12-30 Visser En Smit B V Sand-packed unit production process - fills hopper lined with packing material which is closed over sand
WO1988003583A1 (en) * 1986-11-11 1988-05-19 Nicolon B.V. A method for the forming and the deposition in a selected place of a bulk

Also Published As

Publication number Publication date
AU1675097A (en) 1997-08-28
WO1997029247A1 (en) 1997-08-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU720998B2 (en) Elongate flexible container
US8454273B2 (en) Gabions
US9359175B2 (en) Soft-sided containers and systems and methods for using soft-sided containers
NL8602859A (en) METHOD FOR FORMING AND DEPOSITING A BODY IN A SELECTED SITE
CH619412A5 (en)
CN102811925A (en) Flexible Bulk Storage Container Having A Discharge Chute
NL1002278C2 (en) Flexible holder.
US5505557A (en) Geotextile container
NL1028395C1 (en) Container bag.
GB2078833A (en) Retaining fill in a geotechnical structure
EP2414258B1 (en) Handling bag
DK167498B1 (en) PROCEDURE FOR THE FORMATION AND DELIVERY OF A CHARGE AT A SELECTED PLACE, AS CONTAINER FOR EXERCISING THE PROCEDURE
FR2564440A1 (en) Container for handling loose products
FR3083220A1 (en) FLEXIBLE CONTAINER FOR WASTE PACKAGING
DE3707033C2 (en)
JPH11241325A (en) Box-shaped bag-like body, and its manufacture
JP4286699B2 (en) Filling method of filling material into bags for root hardening method
RU2214545C1 (en) Container for restoration of eroded pipeline sections
FR2886625A1 (en) Organic/mineral wastage, e.g. hydrocarbon, embossing device for use in barge, has funnel receiver for receiving wastages, and nozzle for filling bags in form of chain, where chain of bags floats on water at end of storage of wastages
FR3063751A3 (en)
JP2002128189A (en) Flexible container
NL8401274A (en) Large sack of woven or nonwoven pref. synthetic yarn material - to hold e.g. bitumen, has side wall consisting of at least two layers wound from single piece with non-stitched overlap
JPH08338013A (en) Bagging method of soil and sand
CA2270818A1 (en) Garden refuse container and method of using same
DE202008004081U1 (en) Converted bucket for a backhoe bucket to fill geotextile containers with sand or other bulk cargo

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060901