NL1002020C1 - Beveiligingsinrichting voor een van vier wielen voorziene krik. - Google Patents

Description

Beveiligingsinrichting voor een van vier wielen voorziene krik.

De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een veiligheidsinrichting voor een krik met vier wielen, van het soort 5 omvattende een hydraulische cilinder, twee zijframes, een kantelarm, twee zijdelingse trekstaven, een hefplaat en een hefboom.

Gebruikelijke kriks met vier wielen omvatten in hoofdzaak een hydraulische cilinder, twee zijframes, een kantelarm, twee zijdelingse trekstaven, een hefplaat en een hefboom. Indien de hefboom bediend 10 wordt, zal een pomp de kantelarm langzaam doen stijgen als gevolg van de hydraulische werking, zodat de hefplaat een belasting naar boven kan brengen. De kantelarm kan echter plotseling deden als gevolg van mechanisch feden, hetgeen de veiligheid van de werkende personen in gevaar kan brengen. Verbeteringen aan inrichtingen volgens de stand 15 der techniek om onbeoogd deden van de kantelarm te voorkomen, zijn daarom noodzakelijk.

Dit doel wordt volgens de uitvinding verwezenlijkt doordat de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding omvat een aanslagas alsmede opneemmiddelen voor die aansleigas in de zij frames en/of het bene-20 dendeel van die kantelarm teneinde een aanslag te vormen tussen die kantelarm en die zijframes nadat die kantelarm naar boven gebracht is. Deze maatregelen worden genomen zonder de constructieve sterkte van de zij frames negatief te beïnvloeden. De aanslagas is aanwezig om het onbeoogd dalen van de kantelarm te voorkomen als gevolg van mechanisch 25 falen. De aanslagas kan worden ingebracht door een aantal de opnames vormende doorgaande gaten respectievelijk gevormd in twee zijframes van de krik zodat deze niet gemakkelijk uit de doorgaande gaten bij het onder druk brengen kunnen schuiven.

Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding omvat de vei-30 ligheidsinrichting voor een krik met vier wielen volgens de onderhavige uitvinding een aanslagas ingebracht door een de opname vormend doorgaand gat gevormd in een benedendeel van een kantelarm om het onbeoogd dalen van de kantelarm tijdens mechanisch falen te voorkomen.

Volgens een verdere bijzondere uitvoering van de uitvinding omvat 35 de veiligheidsinrichting voor een krik met vier wielen volgens de onderhavige uitvinding een kantelarm waarbij aan de onderzijde daarvan een huls gelast is en een aanslagas die door de huls gaat teneinde het onbeoogd dalen van de kantelarm te voorkomen.

100 2 0 2 0 2

De constructie en bedrijfseigenschappen van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding en de voordelen daarvan in vergelijking met hetgeen bekend is uit de stand der techniek, zullen beter begrepen ««orden uit de onderstaande beschrijving in samenhang met de bijgevoeg-5 de tekeningen, die illustratief maar niet beperkend een voorbeeld van een kriksamenstel weergeven. Daarbij tonen:

Fig. 1 in zijaanzicht een voorkeursuitvoering van de uitvinding;

Fig. 2 gedeeltelijk uiteengenomen delen van de voorkeursuitvoering volgens de uitvinding; 10 Fig. 3 een zijaanzicht van de voorkeursuitvoering van de onderha vige uitvinding;

Fig. 4 een zijaanzicht van een andere voorkeursuitvoering van de ui tvinding; en

Fig. 5 een zijaanzicht van een verdere voorkeursuitvoering van de 15 uitvinding.

Verwijzend naar fig. 1 en 3 is een gebruikelijke krik met vier wielen afgeheeld in hoofdzaak omvattende een hydraulische cilinder (in de figuren niet afgebeeld omdat deze bedekt wordt door een afdekking 11 en slechts een zuigerdeel 12 bij het einde daarvan uitstekend aan 20 de buitenkant is getoond), twee zijframes 2, een kantelarm 3» twee zijdelingse trekstaven 4, een hefplaat 5 en een hefboom 6. Door middel van een pomp 7 en een hydraulisch fluïdumcircuit kan de hefboom 6 bij bediening de kantelarm 3 wegdrukken door de zuiger 12 om langzaam te stijgen zodat de hefplaat 5 een last kan tillen. De zijdelingse trek-25 staven zijn aanwezig om een omgekeerd U-vormige zitting 41 te steunen om te verzekeren dat de hefplaat 5 geplaatst is om naar boven gericht te zijn. De hierboven beschreven constructie is algemeen in de stand der techniek en wordt daarom niet in detail verder besproken.

De veiligheidsinrichting voor een krik met vier wielen volgens de 30 onderhavige uitvinding is gericht om te voorzien in een aanslagas δ op een passende positie tussen de zijframes 2 en de kantelarm 3 zodanig dat de aanslagas 8 de beweging van de kantelarm 3 zal stoppen nadat de kantelarm 3 naar boven gebracht is, waardoor in een beveiligingseffect voorzien wordt. De kenmerkende eigenschap van de uitvinding omvat dat 35 de zijframes 2 respectievelijk voorzien zijn van een doorgaand gat 21 voor het inbrengen van een aanslagas 8 daardoorheen. Door middel van een dergelijke inrichting kan, na het naar boven brengen van de kantelarm 3· de aanslagas 11 dienen als een staaf tussen de zijframes 2 1002020 3 en de kantelarm 3 om plotseling dalen van de last of kantelarm 3 te voorkomen. Bovendien moet uiteengezet worden dat het bovendeel van de zijframes 2 door omzetten bewerkt kan worden om naar buiten gebogen zich uitbreidende flappen 22 te vormen om de sterkte van de zij frames 5 2 te bevorderen. Verwijzend naar fig. 4 blijkt dat de kantelarm 3 voorzien kan zijn van een doorgaand gat op een bepaalde positie van het benedeneinddeel daarvan, zodat de aanslagas 8 daardoor geleid kan worden om als een aanslag te dienen tussen de kantelarm 3 en de zij-frames 2 waardoor overeenkomstige veiligheidseffecten verkregen wor-10 den.

Bovendien kan, zoals afgebeeld in fig. 5, een huls 81 gelast worden aan de onderzijde van de kantelarm 3 in een bepaalde positie. Nadat de kantelarm 3 naar boven gebracht is, kan de aanslagas 8 in de huls 81 gebracht worden om een aanslag te vormen tussen de zijframes 2 13 en de kantelarm 3 om plotselinge daling van de kantelarm 3 te voorkomen. Alle hierboven beschreven voorkeursuitvoeringen zijn eenvoudig uit te voeren en kunnen het gewenste effect verwezenlijken. Bovendien is, omdat de aanslagas 8 aanwezig is om ingebracht te worden door een doorgaand gat of huls, de verbinding zo sterk, dat zelf als de kantel-20 arm 3 en de last plotseling dalen bij mechanisch falen, de aanslagas 8 niet uit het doorgaande gat of huls gedreven zal worden en tegen de kantelarm 3 als schot zal werken waardoor in bijzondere veiligheid voorzien wordt.

In het kort is de veiligheidsinrichting volgens de uitvinding niet 25 alleen van eenvoudige constructie maar eveneens doelmatig en betrouwbaar. In het bijzonder zal de inrichting van de aanslagas geen negatief effect hebben op de constructieve sterkte van de zijframes of de kantelarm. Bovendien zal deze, omdat de aanslagas ingebracht in een doorgaand gat of huls niet gemakkelijk naar buiten glijden waardoor de 30 veiligheidsinrichting bijzonder betrouwbaar is.

Hoewel de onderhavige uitvinding beschreven en getoond is aan de hand van voorkeursuitvoeringen daarvan moet begrepen worden dat deze op generlei wijze beperkt is tot de details van dergelijke uitvoeringen maar dat talrijke wijzigingen aangebracht kunnen worden die liggen 35 binnen het bereik van de bijgevoegde conclusies.

100 2 0 2 0

Claims (5)

1. Veiligheidsinrichting voor een krik met vier wielen van het soort omvattende een hydraulische cilinder, twee zijframes, een kan-telarm, twee zijdelingse trekstaven, een hefplaat en een hefboom, met 5 het kenmerk. dat die veiligheidsinrichting omvat een aanslagas (8) alsmede opneemmiddelen voor die aanslagas in de zijframes (2) en/of het benedendeel van die kantelarm teneinde een aanslag te vormen tussen die kantelarm en die zij frames nadat die kantelarm naar boven gebracht is.

2. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat die opneemmiddelen twee doorgaande gaten (21) in die twee zijframes (2) omvatten nabij de boveneinden daarvan.

3. Veiligheidsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk. dat elk van die zijframes een bovenrand kan hebben door omzetten 15 bewerkt om een zich naar buiten uitstrekkende gebogen flap (22) te vormen.

4. Veiligheidsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een doorgaand gat gevormd is in een benedendeel van die kantelarm en die aanslagas geleid wordt door dat doorgaande gat van die 20 kantelarm om als een aanslag tussen die kantelarm en die zijframes te dienen.

5. Veiligheidsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een huls (8l) aan de onderzijde van die kantelarm gelast is en die aanslagas ingebracht wordt door die huls van die kantelarm nadat 25 de kantelarm naar boven gebracht wordt teneinde te werken als een aanslag tussen die kantelarm en die zijframes. 100 2 02 0