NL1001928C2 - Inrichting voor het transporteren en gelijktijdig in vormbakken brengen van kleiballen voor de baksteenindustrie. - Google Patents

Description

• · t

Inrichting voor het transporteren en gelijktijdig in vormbakken brengen van kleiballen voor de baksteenindustrie.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het transporteren en gelijktijdig in vormbakken brengen van kleiballen voor de baksteenindustrie, omvattende kleiballentransportniddelen voor het opnemen en 5 naar een afvoerpunt transporteren van de kleiballen en een nabij het afvoerpunt geplaatste, stapsgewijs verplaatsbare, rijen vormbakken dragende vormbakkentranspor-teur.

Wanneer vanuit een vorminrichting voor het 10 vormen van ballen klei rijgewijs ballen klei worden gevormd en deze rijen kleiballen met transportmiddelen naar de vormbakken moeten worden getransporteerd, doet zich soms het probleem voor dat tijdens het transport van het opbrengpunt van de kleiballen op de transportmiddelen 15 tot aan het afvoerpunt van de transporteur naar de vormbakken ontrichting van de rij kleiballen plaatsvindt. Wanneer zich dit voordoet worden de kleiballen niet meer gelijktijdig in een daartoe bestemde rij vormbakken gebracht. In dat geval kunnen kleiballen gedeeltelijk of 20 volledig naast een vormbak vallen, aangezien inmiddels de relatieve positie van een afvoerpunt ten opzichte van de vormbakkentransporteur is gewijzigd.

Net name doet zich dit probleem voor wanneer het transport vanaf het opbrengpunt van de kleiballen tot 25 het afvoerpunt plaatsvindt met behulp van een cascade van met de afwerppunten boven elkaar geplaatste rondgaande transportbanden.

De uitvinding beoogt dit euvel te ondervangen. Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de vorm-30 bakkentransporteur onder het afvoerpunt is gelegen, en dat nabij het afvoerpunt middelen zijn aangebracht voor het gelijktijdig doen afwerpen van een aantal kleiballen.

1001928 « 2

Volgens de uitvinding worden de kielhallen nabij het af voer punt naar de vonibakken opnieuw gericht, zodat op bedrijfzekere wijze een aantal kielhallen gelijktijdig in de daarvoor bestemde rij vorabakken te-5 rechtkomt.

Volgens een voorkeursuitvoering bestaan de middelen voor het gelijktijdig doen afwerpen van de kleiballen uit een nabij het afwerppunt aangebracht, tussen een blokkerende stand nabij het afvoerpunt en een 10 op afstand daarvan gelegen vrijgeefstand verplaatsbaar tegenhoudorgaan.

De aangevoerde kleiballen lopen nabij het afwerppunt op tegen het tegenhoudorgaan zodat ze opnieuw worden gericht. Vervolgens wordt het tegenhoudorgaan 15 verplaatst waarna de kleiballen door de transporteur verder worden gevoerd en worden afgeworpen.

Het tegenhoudorgaan heeft bij voorkeur de vorm van een rond een as zwenkbare plaat.

Volgens een andere uitvoeringsvorm bestaan de 20 middelen voor het gelijktijdig doen afwerpen van de kleiballen uit een verplaatsingsorgaan dat een beweging uitvoert tussen een stand boven de kleiballentransporteur op afstand van het afvoerpunt en een stand tot voorbij het afvoerpunt.

25 Volgens deze uitvoering worden de kleiballen gericht door ze met behulp van een verplaatsingsorgaan op te schuiven zodat zij gelijktijdig ingeworpen worden.

Dit wordt met name mogelijk wanneer de bewe-gingssnelheid van het verplaatsingsorgaan hoger dan die 30 van de kleiballentransporteur wordt gekozen.

Voor hun uitvoeringsvorm zijn voorts middelen aangebracht voor het evenwijdig aan zichzelf verplaatsen van het afvoerpunt.

De uitvinding wordt aan de hand van een tweetal 35 uitvoeringsvoorbeelden volgens bijgaande tekeningen nader verduidelijkt.

In de tekeningen toont: 10 0 1 9 2 8 3 fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm, en fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm.

5 Met behulp van niet getekende middelen worden kleiballen gevormd die rijgewijs op een transporteur in de vorm van een rondgaande band 4 worden gebracht. De rij wordt vervolgens met behulp van een cascade van transportbanden 5,6,7,8,9 tot een afwerppunt 20 getranspor-10 teerd. De cascade van transporteurs is zodanig geplaatst dat telkens een voorgaande transporteur de rij kleiballen afwerpt naar een volgende transporteur. Nabij het afwerppunt 20 is een tegenhoudorgaan 21 in de vorm van een zwenkbare plaat die bediend wordt door bijvoorbeeld een 15 pneumatische plunjer 22 aangebracht. De plaat kan zwenken tussen een met getrokken lijnen getekende stand nabij het afwerppunt en een met onderbroken lijnen getekende stand op afstand van het afwerppunt. Bij de nadering van kleiballen wordt de tegenhoudplaat 21 in de met de getrokken 20 lijnen getekende stand geplaatst waardoor de kleiballen tegen de plaat oplopen. Na het richten wordt de plaat gezwenkt en voert de transporteur 9 kleiballen naar het afvoerpunt 20 waar ze, eventueel na versnelling door de parallel geplaatste transportbanden 11 in de rij vormbak-25 ken 3 die op de transporteur 2 zijn geplaatst worden gebracht. De transporteur 2 wordt in de richting van de pijl p over geleiders 1 stapsgewijs verplaatst.

De los op de transporteur 2 geplaatste vormbak-ken 3 kunnen zijdelings volgens een indexeerbeweging 30 worden verplaatst. Op deze wijze wordt bereikt dat de vormbakken achtereenvolgens worden gevuld met klei. Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar de Nederlandse octrooiaanvrage 9400663 van aanvraagster. De band 13 kan ook als een aantal parallelle deelbanden worden uitge- 35 voerd bijvoorbeeld 31,32,33.....Door de deelband wordt telkens één kleibal afgeworpen.

Het is ook mogelijk tussentijds de ballen opnieuw te richten hetgeen bijvoorbeeld halverwege de 1001928 4 cascade nabij transporteur 7 kan plaatsvinden. Deze wijze van richten is soortgelijk aan die nabij het afwerppunt en vindt plaats door middel van een tegenhoudplaat 23 die eveneens zwenkbaar is rond een horizontaal gelegen as, 5 een en ander op vergelijkbare wijze als voor wat betreft de tegenhoudplaat 21.

In de uitvoeringsvorm van fig. 2 zijn de delen met overeenkomstige functie aangemerkt met behulp van dezelfde verwijzingscijfers als in fig. 1. Volgens de 10 uitvoering van fig. 2 worden de kielhallen nabij het afvoerpunt 20 gericht met behulp van een verplaatsingsor-gaan 24, dat een verplaatsingsslag kan uitvoeren tussen een stand boven de transporteur 9 en een stand op afstand van het afwerppunt 20. Bijvoorkeur wordt het verplaat-15 singsorgaan 24 met een hogere snelheid verplaatst dan de verplaatsingssnelheid van de transporteur 9. De kielhallen worden door deze versnelde beweging gericht en door het verplaatsingsorgaan 24 van de transporteur 9 afgeschoven. De beweging van het verplaatsingsorgaan 24 wordt 20 geleid in de geleiders 25,26 in de richting van de pijl pl. Door middel van het bedieningsframe 27 kan een rondgaande beweging met het verplaatsingsorgaan 24 worden uitgevoerd, zoals schematisch op 28 is aangegeven. Het verplaatsingsorgaan 24 voert derhalve achtereenvolgens 25 een evenwijdig aan de transporteur gerichte beweging, daarna een opwaartse beweging, daarop een horizontale teruggaande beweging volgens de pijl p2 en tenslotte een omlaag gerichte beweging tot achter de volgende rij ongerichte kielhallen.

30 Opgemerkt wordt dat tegenover de rol 10 een tegenhoudrol 40 is geplaatst. Deze tegenhoudrol dient om te voorkomen dat bij het verlaten van de band kielhallen "doorschieten" en niet in de valbaan tussen de versnel-1ingsbanden 11 terechtkomen. Deze rol 30 kan tevens de 35 vorm hebben van een korte ongeveer verticaal geplaatste, rond rollen geleide band.

Teneinde in de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 het afvoerpunt evenwijdig aan zichzelf te verplaatsen is 100 1 928 5 de transportband 9 gevoerd rond een rol 15 waarvan de as in opwaartse en benedenwaartse richting verplaatsbaar is. Bij verplaatsing van de rol 15 in de richting van de pijl pl wordt tevens het part 14 van de transportband 9 ver-5 kort en het part 13 verlengd zodat bij gelijktijdige verplaatsing van de rol 10 het afvoerpunt evenwijdig aan zichzelf wordt verplaatst. De as 10 en eveneens de assen van de inwerkversneller 11 worden door middel van het frame 12 in de richting van de pijl p2 mede verplaatst.

10 Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar de Nederlandse octrooiaanvrage 1001391.

Het spreekt vanzelf dat de beide uitvoeringsvormen voor het gelijktijdig afwerpen van kleiballen volgens de fig. 1 en 2 onderling uitwisselbaar zijn, dat 15 wil zeggen dat de verplaatsingsorganen 24 toegepast kunnen worden in de uitvoering volgens fig. 1 en dat de zwenkplaat 21 volgens fig. 1 toepassing kan vinden in fig. 2.

1001928

Claims (8)

1. Inrichting voor het transporteren en gelijktijdig in vormbakken brengen van in rijen geplaatste kleiballen voor de baksteenindustrie, omvattende kleibal-lentransportmiddelen voor het opnenen en naar een afvoer- 5 punt transporteren van de rijen kleiballen en een nabij het afvoerpunt geplaatste, stapsgewijs verplaatsbare, rijen vormbakken dragende vormbakkentransporteur, met het kenmerk, dat de vormbakkentransporteur onder het afvoerpunt is gelegen en dat nabij het afvoerpunt middelen zijn 10 aangebracht voor het gelijktijdig doen afwerpen van een aantal kleiballen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het gelijktijdig doen afwerpen van de kleiballen bestaan uit een nabij het 15 afwerppunt aangebracht, tussen een blokkerende stand nabij het afvoerpunt en een op afstand daarvan gelegen vrijgeefstand verplaatsbaar tegenhoudorgaan.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het tegenhoudorgaan de vorm heeft van een 20 rond een as zwenkbare plaat.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het gelijktijdig doen afwerpen van de kleiballen worden gevormd dor een ver-plaatsingsorgaan, dat een beweging uitvoert tussen een 25 stand boven de kleiballentransporteur op afstand van het afvoerpunt en een stand tot voorbij het afvoerpunt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de bewegingssnelheid van het verplaatsings-orgaan hoger dan die van de kleiballentransporteur is 30 gekozen.

6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt door middelen voor het evenwijdig aan zichzelf verplaatsen van het afvoerpunt.

7. Inrichting volgens conclusie 1-6, met het 35 kenmerk, dat de middelen voor het gelijktijdig doen afwerpen van een aantal kleiballen met het afvoerpunt 100 1928 gekoppeld zijn, zodanig dat eet de verplaatsing van het afvoerpunt tevens die middelen worden verplaatst.

8. Inrichting volgens conclusie 1-6, aet het kenmerk, dat de vormbakken zijdelings verplaatsbaar op de 5 transporteur zijn geplaatst en stapsgewijs een zijdelingse indexbeweging uitvoeren. 1001928