NL1001870C2 - Houder voor velmateriaal op een rol. - Google Patents

Description

Houder voor velmateriaal op een rol

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor velmateriaal op 5 een rol, omvattende tenminste twee delen die in elkaar passen met daarin een rol velmateriaal op een rolkern van welke rol een lip naar buiten de houder uitsteekt, en een flens die een steunplaat en een uitstekend deel omvat, welk uitstekend deel de rolkern aangrijpt.

Dergelijke houders zijn algemeen bekend voor bijvoorbeeld het 10 houden van rollen lichtgevoelig materiaal voor de grafische industrie. Dit lichtgevoelige materiaal is tevens gevoelig voor mechanische en chemische invloeden zoals vouwen, krassen en verlijming. Tevens staat het materiaal bloot aan atmosferische invloeden. Ter vermijding van deze nadelige invloeden moet het velmateriaal bij voorkeur in 15 opgerolde toestand worden opgeslagen en beschikbaar zijn. Indien de rol velmateriaal zoals algemeen gebruikelijk is, los wat betreft roteren om zijn hartlijn in de houder wordt geplaatst, zal deze rol tijdens opslag- en transporthandelingen enigszins heen en weer draaien. Op de langere duur leidt dit tot het losraken van tenminste 20 de buitenste la(a)g(en) van de rol velmateriaal. De rol werkt zich alsdus aan de buitenzijde los. De losgewerkte buitenste lagen velmateriaal zullen in de houder zover losgewerkt worden totdat ze tegen de rechthoekige binnenzijde van de houder komen aan te liggen, waardoor ongeveer ter plaatse van hoeken van de houder vouwen in die 25 lagen kunnen ontstaan.

Bovendien leiden de losgewerkte lagen ertoe dat de rol ten behoeve van het gebruik niet eenvoudig meer te ontrollen blijkt, omdat de rol door die losgewerkte lagen geklemd raakt in de houder.

Om dit proces tegen te gaan zijn er middelen bekend die de rol 30 tegen draaiing kunnen borgen zolang de borgwerking niet door extern ingrijpen verbroken wordt. Als borgmiddel is niet een borgmiddel zoals een bout of plakmiddel die van buiten respectievelijk van binnen wordt toegepast, te kiezen omdat de verpakking te allen tijde lichtdicht moet blijven respectievelijk lijm het lichtgevoelige materiaal 35 aantast.

Er zijn borgmiddelen bekend, die tijdens de assemblage van de houders en de inhoud onder afwezigheid van licht worden aangebracht en waarvan éénmalig de borgwerking kan worden verbroken, waarbij het 1 OC 1 870 2 verbroken borgmiddel in de houder achterblijft. Het grote nadeel van dit type oplossing is echter dat onderdelen van het verbroken borgmiddel los in de houder achter blijven en daardoor langs het oppervlak van het lichtgevoelige rolmateriaal kunnen strijken waardoor 5 krassen worden veroorzaakt. Bovendien is een nadeel dat deze middelen een complexe constructie en dienovereenkomstig een kostbaar produktieproces inhouden.

Daarnaast is dit type borgmiddel niet opnieuw te gebruiken omdat het constructieve verband is verbroken, zodat de houder met flenzen 10 en/of de rol niet meer opnieuw kunnen worden gebruikt voor een volgende rol velmateriaal. Hierdoor wordt de houder relatief duur ten opzichte van de rol velmateriaal.

Bovendien moet voor een goede werking van het borgmiddel worden gewaarborgd dat het borgmiddel na verbreking van de borgwerking nooit 15 de vrije rotatie van de rol velmateriaal kan belemmeren. Inzoverre het borgmiddel na het verbreken van de borgwerking verschillende losse delen omvat, kunnen deze bijvoorbeeld in elkaar grijpen en/of tussen de rolkern en het uitstekend deel van de flens terecht komen waardoor de vrije rotatie van de rol enigszins of geheel belemmerd zou kunnen 20 worden.

Het doel van de uitvinding is het tegengaan van het ontrollen van een rol velmateriaal voorafgaand aan het gebruik waarbij de bovenstaande nadelen worden vermeden. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat aan de flens een borgmiddel onlosmakelijk 25 is aangebracht en het borgmiddel kantelbaar in de rotatierichting van de rol is bevestigd.

Door het borgmiddel zowel voor als na het gebruik, c.q. voor en na het verbreken van de borgwerking, een integraal geheel te laten vormen met de statische onderdelen van de houder buiten het bereik van 30 het velmateriaal, kan het velmateriaal niet beschadigd worden door onderdelen van het borgmiddel.

Doordat het borgmiddel onlosmakelijk met de flens is verbonden, zal deze niet na verbreking in de houder kunnen bewegen, zodat beschadiging van het velmateriaal wordt voorkomen. Een praktische 35 uitvoeringsvorm wordt verkregen wanneer het borgmiddel kantelbaar in de rotatierichting in de rol is bevestigd.

Een voorkeursuitvoeringsvorm is die waarin het borgmiddel omvat: een voetstuk, waarmee dit op de flens is bevestigd, een kanteldeel en 1001870 3 een scharnierverbinding waarmee het kanteldeel aan het voetstuk is bevestigd, en een holte waarin het kanteldeel opneembaar is. De borgwerking wordt opgeheven door het uitoefenen van een kracht op een lip van de buitenste laag velmateriaal op de rol, die groter is dan de 5 weerstandskracht van de scharnierverbinding waarmee het kanteeldeel aan het voetdeel is bevestigd. In de praktijk wordt tijdens opslag en transport de genoemde lip tegen de buitenzijde van de houder geplakt, zodat de verbrekende kracht niet per ongeluk kan worden uitgeoefend. De weerstandskracht van de scharnierverbinding is eenvoudig groot 10 genoeg in te stellen door een bepaalde grootte van de scharnierverbinding te kiezen.

De holte waarin het omgebogen kanteldeel opneembaar is, zorgt ervoor dat na verbreking van de borgwerking de vrije rotatie van de rol velmateriaal niet wordt belemmerd door het borgmiddel. Hiertoe is 15 bij voorkeur de diepte van deze holte tenminste zo groot als de breedte van het kopse deel van het kanteldeel. Omwille van een eenvoudige fabricage wordt bij voorkeur voorzien in een dergelijke holte aan weerszijden van het voetstuk, zodat elke flens symmetrisch is en derhalve enerzijds één matrijstype volstaat en anderzijds de 20 flens zowel als linker als als rechter flens in de assemblage gebruikt kan worden.

Een voorkeursuitvoeringsvorm is die waarbij het borgmiddel aan het uitstekende deel van de flens is aangebracht. Zodoende wordt het borgmiddel geheel buiten het bereik van het velmateriaal, namelijk 25 binnen de holte van de rolkern waar het uitstekende deel de rolkem aangrijpt, terwijl voor de realisatie van dit borgmiddel slechts zeer geringe aanpassing van de produktiemiddelen, in het bijzonder de matrijs voor de flens, en daarmee geringe extra produktiekosten benodigd zijn.

30 Voor een nog betere aangrijping van de rolkern door het kanteldeel omvat dit laatste deel bij voorkeur tenminste een snijrand waarmee het kanteldeel in de toestand voorafgaand aan het verbreken van de borging in het materiaal van de rolkem snijdt. Deze voorziening verhoogt niet de weerstandskracht van de 35 scharnierverbinding, maar verhoogt de trefzekerheid van het verbreken van het borgmiddel.

De aangrijping van de rolkern door het kanteldeel wordt verder verbeterd wanneer het kopse einde van het kanteldeel twee snijranden 1001870

It omvat die parallel op afstand van elkaar geplaatst zijn en in hoofdzaak op dezelfde straal ten opzichte van het uitstekende deel liggen. De weerstandskracht van het borgmiddel wordt hier enigszins door verhoogd, omdat de snijranden niet in lijn liggen van de 5 schamierverbinding en het verbreken van de borging hierdoor gepaard gaat met initieel een diepere insijding van een van de snijranden vein het materiaal van de rolkern en het vervolgens over een kantelpunt, of zogenaamd dode punt, moeten duwen van het kanteldeel, welke effecten beide extra kracht vergen.

10 De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op de flens voor het aangrijpen van een rolkern in een houder volgens de onderhavige uitvinding, welke flens omvat: een steunplaat en een uitstekend deel waaraan een borgmiddel onlosmakelijk is aangebracht.

De uitvinding zal onderstaand aan de hand van de bijgaande 15 tekeningen waarin een uitvoeringsvoorbeeld is uitgewerkt, nader worden geïllustreerd.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een houder volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 toont in zijaanzicht de houder volgens figuur 1.

20 Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht de flens volgens de onderhavige uitvinding.

Figuren 4a t/m 4c geven in detail de opeenvolging van enkele standen van het borgmiddel volgens de uitvinding bij het verbreken van de borgwerking weer.

25 In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 omvat de houder 1 voor velmateriaal op een rol, bijvoorbeeld lichtgevoelig materiaal voor de grafische industrie, tenminste twee delen 2 en 3 die in elkaar passen met daarin een rol 17 velmateriaal op een rolkern 7 van welke rol 17 een lip 6 via een spleet waarvan de randen zijn voorzien van vilt 4 en 30 5 om een lichtsluis te verkrijgen, naar buiten de houder 1 uitsteekt, en een flens 18 die een steunplaat 8 en een uitstekend deel 9 omvat, welk uitstekend deel de rolkern 7 aan de binnenzijde aangrijpt.

Door de uitsparing 13 die omwille van eenvoudigere fabricage is aangebracht in de steunplaat 8 van de flens 18 is het borgmiddel 10 35 volgens de uitvinding in figuur 1 zichtbaar.

In figuur 2 is op vergrote schaal het borgmiddel 10 beter zichtbaar. Dit borgmiddel 10 omvat een voetstuk 12, waarmee dit op de flens l8 is bevestigd, in het bijzonder op het uistekend deel 9. en 1001870 5 een kanteldeel 11 en een scharnierverbinding 19 waarmee het kanteldeel 11 aan het voetstuk 12 Is bevestigd.

In figuur 3 zijn de holtes 14 aan weerszijden van het voetstuk 12 duidelijk zichtbaar. In deze holtes is het kanteldeel 11 opneembaar 5 wanneer dit via de scharnierverbinding 19 is omgezet door het uitoefenen van een kracht op de lip 6 van het velmateriaal waardoor de rolkern 7 tegen de kracht van het borgmiddel 10 in over een kleine hoek geroteerd wordt, die voldoende is om het kanteldeel 11 om te zetten.

10 Het kanteldeel 11 omvat twee snijranden 15 waarmee dit deel 11 kan snijden in het materiaal van de rolkern 7 om een sterkere aangrijping van kanteldeel 11 op de rolkern 7 te realiseren.

In figuur 3 is duidelijk te zien dat het uitstekend deel 9 van de flens 18 een af geschuind vlak 16 omvat, waardoor de flens, c.q. het 15 uitstekend deel 9. bij de assemblage eenvoudiger in de holte van de rolkern ^ geplaatst kan worden om de rolkern 7 aan te grijpen.

In de figuren 1 en 2 is het borgmiddel 10 aangegeven in de stand na het verbreken van de borgwerking. In figuur 3 is het borgmiddel 10 aangegeven in de stand vóór het verbreken van de borgwerking.

20 In figuur 4a is het borgmiddel in de borgstand weergegeven. Het kanteldeel 11 bevindt zich tussen de binnenzijde van de rolkern 7 en de scharnierverbinding 19 waarmee het kanteldeel 11 aan het voetstuk 12 is bevestigd. De rolkern 7 ligt enerzijds aan tegen het uitstekend deel 9 en aan de andere zijde tegen het kanteldeel 11. Hierdoor is de 25 rolkern 7 met een geringe spanning op het uitstekend deel 9 van de flens 8 opgespannen (zie figuur 2 en vergelijk figuur 4a met 4c). In figuur 4b is het borgmiddel aangegeven in een stand tijdens het kantelen nadat een trekkracht is uitgeoefend op de buitenste laag van de rol 17 velmateriaal in de richting waarin het kanteldeel 11 in 30 figuur 4b kantelt. In figuur 4c is het borgmiddel weergegeven in de stand dat deze geheel weg gekanteld en in de holte 14 terecht gekomen is, waardoor het borgmiddel 10 niet langer in aangrijping is met de rolkern 7 en deze rolkern 7 aldus is vrijgegeven voor rotatie, en de borgwerking aldus is opgeheven. In de stand volgens figuur 4c 35 blokkeert het borgmiddel 10, c.q. het kanteldeel 11, de rotatiebeweging van de rolkern 7 niet; noch in de ene richting, noch in de tegenovergestelde richting. Het kanteldeel 11 blijft via de scharnierverbinding 19 verbonden met het voetstuk 12. Eventueel is het 1001870 6 kanteldeel 11 later opnieuw rechtop te zetten (zoals in figuur 4a) in het geval de flenzen opnieuw worden gebruikt.

1001870

Claims (8)

1. Houder voor velmateriaal op een rol, omvattende tenminste twee delen die in elkaar passen met daarin een rol velmateriaal op een 5 rolkem van welke rol een lip naar buiten de houder uitsteekt, en een flens die een steunplaat en een uitstekend deel omvat, welk uitstekend deel de rolkem aangrijpt, met het kenmerk dat aan de flens een borgmiddel onlosmakelijk is aangebracht en het borgmiddel kantelbaar in de rotatierichting van de rol is bevestigd. 10

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het borgmiddel omvat een voetstuk, waarmee dit op de flens is bevestigd, een kanteldeel en een scharnierverbinding waarmee het kanteldeel aan het voetstuk is bevestigd, en een holte waarin het kanteldeel opneembaar 15 is.

3. Houder volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de diepte van de holte waarin het kanteldeel opneembaar is, tenminste zo groot is als de breedte van het kopse deel van het kanteldeel. 20

4. Houder volgens een van de conclusies 2 of 3, met het kenmerk dat de holte waarin het kanteldeel opneembaar is, aan weerszijden van het voetstuk aanwezig is. 25

5 · Houder volgens een van de conclusie 2 t/m 4, met het kenmerk dat het borgmiddel aan het uitstekende deel van de flens is aangebracht.

6. Houder volgens een van de conclusies 2 t/m 5. met het kenmerk 30 dat het kanteldeel tenminste een snijrand omvat die voorafgaand aan het verbreken van de borging in het materiaal van de rolkem snijdt.

7. Houder volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het kopse einde van het kanteldeel twee snijranden omvat die parallel op afstand 35 van elkaar geplaatst zijn en in hoofdzaak op dezelfde straal ten opzichte van het uitstekende deel liggen.

8. Flens voor het aangrijpen van een rolkern in een houder 1001870 volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een steunplaat en een uitstekend deel waaraan een borgmiddel onlosmakelijk is aangebracht. 1001870