NL1001849C2

NL1001849C2 - Device for attaching a pipe to a wall.

Info

Publication number: NL1001849C2
Application number: NL1001849A
Authority: NL
Inventors: Jan Van Walraven
Original assignee: Walraven J Van Bv
Priority date: 1995-12-07
Filing date: 1995-12-07
Publication date: 1997-06-10
Also published as: DE69602069D1; EP0778435B1; EP0778435A1

Description

Korte aanduiding: Inrichting ter bevestiging van een leiding aan een wand.Short designation: Device for attaching a pipe to a wall.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting ter bevestiging van een leiding aan een wand, bestaande uit een tot een de leiding omvattende beugel buigbare materiaalstrook, die aan één einde is voorzien van een aan 5 zijn ene kopse einde voor bevestiging aan een wand ingericht verbindingsblokje, en waarvan het andere, vrije einde is gevormd tot een flens, die van opzij in een uitsparing van het blokje vastzetbaar is en daartoe is voorzien van ten minste één verbindingspen van het weer-10 haaktype, die bij insteken in de uitsparing langs een wand van die uitsparing wordt geleid en samenwerkt met een vanaf de tegenoverliggende wand van de uitsparing uitstekende, in de insteekrichting gezien schuin naar de eerstgenoemde wand reikend grendeluitsteeksel.The invention relates to a device for attaching a pipe to a wall, consisting of a strip of material that can be bent into a pipe comprising a pipe and which is provided at one end with a connecting block arranged at one end end for fixing to a wall, and the other free end of which is formed into a flange which is laterally lockable in a recess of the block and is provided for this purpose with at least one weathering-type connecting pin which, when inserted into the recess along a wall of said recess is guided and cooperates with a locking protrusion projecting obliquely to the first-mentioned wall from the opposite wall of the recess and viewed in the insertion direction.

15 Een dergelijke inrichting is bekend uit US-3 913 187.Such a device is known from US-3 913 187.

Bij deze bekende inrichting wordt de verbindingspen gevormd door een betrekkelijk stijve brede tong, die over zijn gehele lengte van grendeltanden is voorzien, die samenwerken met corresponderende tanden op de betreffende 20 wand van de uitsparing.In this known device the connecting pin is formed by a relatively stiff wide tongue, which is provided with locking teeth along its entire length, which co-act with corresponding teeth on the respective wall of the recess.

Deze bekende inrichting is in principe geschikt voor toepassing bij het bevestigen van hemelwater-afvoerbuizen aan muren en wanden van gebouwen. Daarbij is het gebruikelijk eerst een met het gewenste aantal bevestigingspunten 25 overeenkomend aantal verbindingsblokjes in een veelal vertikale lijn op de wand of muur vast te zetten. Aldus is een reeks aan de dragende wand of muur bevestigde verbindingsblokjes met vrijdragend daarvan uitstekende materi-aalstroken verkregen. De te bevestigen buis wordt nu langs 30 de aldus voorgemonteerde verbindingsblokjes opgesteld, waarna de materiaalstroken één voor één rond de buis worden geslagen en met hun nog vrije flenseinde van opzij in de uitsparing van de betreffende blokjes worden gestoken.This known device is in principle suitable for use in attaching rainwater drainage pipes to walls and walls of buildings. It is customary here to first fix a number of connecting blocks corresponding to the desired number of fixing points in a usually vertical line on the wall or wall. A series of connecting blocks attached to the load-bearing wall or wall with cantilevered material strips thereof is thus obtained. The tube to be fastened is now arranged along the thus pre-assembled connecting blocks, after which the material strips are wrapped around the tube one by one and inserted with their still free flange end into the recess of the relevant blocks from the side.

35 Een nadeel van de bekende inrichting is o.a. dat een 1001849 2 eenmaal rond de buis bevestigde materiaalstrook niet gemakkelijk is los te maken.A drawback of the known device is, inter alia, that a strip of material once fastened around the tube is not easy to detach.

De uitvinding nu beoogt derhalve dit nadeel op te heffen en deze bekende inrichting verder te verbeteren en 5 met name het gebruiksgemak ervan te vergroten.The object of the invention is therefore to eliminate this drawback and to further improve this known device and, in particular, to increase its ease of use.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt met twee in de breedterichting van de flens op een afstand van elkaar gelegen verbindingspennen, die samenwerken met een het grendeluitsteeksel vormende gemeenschappelijke brede 10 en buigzame grendeltong.According to the invention, this object is achieved with two spaced connecting pins spaced in the width direction of the flange which cooperate with a common wide and flexible locking tongue forming the locking projection.

De inrichting volgens de uitvinding heeft belangrijke voordelen ten opzichte van de hierboven beschreven bekende inrichting.The device according to the invention has important advantages over the known device described above.

Een belangrijk voordeel daarbij is, dat de materiaal-15 strook eenvoudig rond de te bevestigen leiding in de sluitstand kan worden geklikt. Daarbij kan de verbindings-pen, die in de beginfase van het sluiten schuin ten opzichte van zijn geleidingswand gericht staat betrekkelijk buigzaam en daardoor in die fase geraakkelijk meegevend 20 zijn uitgevoerd zonder dat dit afbreuk doet aan de hechtheid van de sluiting. De verbindingspen komt namelijk uiteindelijk vlak tegen zijn geleidingswand aan te liggen en zou dus op grond van zijn buigzaamheid slechts van deze geleidingswand kunnen wegbuigen, doch een dergelijke 25 beweging zou de ingrijping met de van de tegenoverliggende wand van de insteekruimte uitstekende grendeltong alleen maar versterken.An important advantage here is that the material strip can simply be clicked around the pipe to be fixed in the closed position. The connecting pin, which is oriented obliquely relative to its guide wall in the initial phase of closing, can herein be made relatively flexible and thereby have a good yielding capacity in that phase without this affecting the tightness of the closing. Namely, the connecting pin eventually comes to lie flat against its guide wall and could therefore, due to its flexibility, only bend away from this guide wall, but such a movement would only reinforce the engagement with the locking tongue protruding from the opposite wall of the insertion space.

De sluiting is desgewenst met een eenvoudige handgreep te ontgrendelen.If desired, the closure can be unlocked with a simple handle.

30 Hiertoe kan vanaf de van de sluitzijde afgekeerde zijde van het verbindingsblokje of via een opening in de flens eenvoudig een penvormig gereedschap, zoals een schroevedraaier, in de ruimte tussen de beide verbindingspennen langs de geleidingswand worden ingestoken om de 35 grendeltong zijdelings te doen wegbuigen en daarmede buiten ingrijping met de beide verbindingspennen te brengen.For this purpose, a pin-shaped tool, such as a screwdriver, can simply be inserted into the space between the two connecting pins along the guide wall from the side of the connecting block facing away from the closing side or via an opening in the flange in order to make the locking tongue bend away sideways and thereby disengage from engagement with the two connecting pins.

1001849 31001849 3

Een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door zowel volgens het weer-haaktype als volgens het snapprincipe werkende verbin-dingspennen, welke zodanig met corresponderende snap-5 respectievelijk haakuitsteeksels aan de wand van de uitsparing samenwerken, dat bij het van opzij insteken van de flens eerst de snapverbinding en vervolgens, bij verder indrukken, de weerhaakverbinding tot stand komt.A preferred embodiment of the device according to the invention is characterized by connecting pins acting according to the barbed type as well as the snap principle, which cooperate with corresponding snap-5 or hook protrusions on the wall of the recess in such a way that when inserted from the side the flange first establishes the snap connection and then, when pressed further, the barb connection.

Verdere kenmerken van de uitvinding worden hieronder 10 aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.Further features of the invention are explained in more detail below with reference to the drawing with an exemplary embodiment.

Fig. 1 is een aanzicht, gezien in de richting van de te bevestigen leiding, van de inrichting volgens de uitvinding; 15 fig. 2 is een dwarsdoorsnede door de bevestigings- inrichting volgens fig. 1, in de permanente-sluitpositie; fig. 3 is een aanzicht van de mater iaalstrook in gestrekte toestand, gezien van rechts in fig. 1; fig. 4 is een zijaanzicht van de in gestrekte toe-20 stand in fig. 3 afgebeelde inrichting; fig. 5 is een zijaanzicht van het verbindingsblokje van de inrichting volgens fig. 1-4; fig. 5A toont een dwarsdoorsnede van de materiaalstrook ; 25 fig. 6 is een aanzicht van de sluitflens, gezien van links in fig. 4 en fig. 7A, 7B en 7C tonen dwarsdoorsneden volgens de lijn VII-VII in fig. 5 in drie opeenvolgende fasen van het sluiten van de materiaalstrook rond de te bevestigen 30 leiding.Fig. 1 is a view, viewed in the direction of the conduit to be attached, of the device according to the invention; Fig. 2 is a cross section through the fastening device of Fig. 1, in the permanent closing position; FIG. 3 is a view of the stretched material strip viewed from the right in FIG. 1; FIG. 4 is a side view of the device shown in stretched state in FIG. 3; FIG. 5 is a side view of the connector block of the device of FIGS. 1-4; Fig. 5A shows a cross section of the material strip; FIG. 6 is a view of the closure flange, seen from the left in FIG. 4 and FIGS. 7A, 7B and 7C show cross sections taken along the line VII-VII in FIG. 5 in three successive stages of closing the material strip around the 30 pipe to be confirmed.

De bevestigingsinrichting volgens de uitvinding bestaat uit een in dwarsdoorsnede enigszins convex gevormde buigzame materiaalstrook 1 die, bijvoorbeeld door spuitgieten, uit één stuk is gevormd met een zich aan het 35 ene einde ervan bevindend verbindingsblokje 2. Een ge schikte kunststof is bijvoorbeeld polyetheen of poly-propeen. De materiaalstrook 1 loopt aan zijn andere einde 1001849 4 uit in een sluitflens 3. De overgang tussen de materiaal-strook en het verbindingsblokje 2 en die tussen de materi-aalstrook en de sluitflens 3 zijn roet zijwangen 4 respectievelijk 5 verstijfd.The fastening device according to the invention consists of a flexible material strip 1, which is slightly convex in cross-section, which is formed in one piece, for example by injection molding, with a connecting block 2 located at one end thereof. A suitable plastic is, for example, polyethylene or polyethylene. propene. The material strip 1 ends at its other end 1001849 4 in a closing flange 3. The transition between the material strip and the connecting block 2 and that between the material strip and the closing flange 3 are stiffened side cheeks 4 and 5, respectively.

5 Het blokje 2 is bestemd om - bij nog los daarvan uitstekende materiaalstrook 1 - met zijn kopse vlak 2a tegen een dragende wand of muur te worden bevestigd. Het blokje 2 is daartoe bijvoorbeeld ingericht voor het opnemen van een moer of om op de kop van een in de wand gedre-10 ven bevestigingsbout of -pen 6 te worden "gehaakt”, waarbij de houtkop in een opneemruimte 7 opgesloten komt te zitten. Ook andere bevestigingswijzen zijn echter mogelijk.The block 2 is intended - with material strip 1 still protruding from it - to be fixed with its end face 2a against a load-bearing wall or wall. For this purpose, the block 2 is adapted, for example, to receive a nut or to be "hooked" onto the head of a mounting bolt or pin 6 driven into the wall, the wood head being enclosed in a receiving space 7. However, other mounting methods are also possible.

De sluitflens 3 is voorzien van twee daarvan uitste-15 kende typen verbindingspennen 8 en 9. De enkele verbin-dingspen 8 is van het snaptype en daartoe voorzien van een sferisch verdikt uiteinde 8a. Deze pen steekt ongeveer van het midden van het sluitvlak van de sluitflens 3 uit.The closing flange 3 is provided with two types of connecting pins 8 and 9 protruding therefrom. The single connecting pin 8 is of the snap type and for this purpose has a spherical thickened end 8a. This pin protrudes approximately from the center of the closing face of the closing flange 3.

Er zijn twee in dwarsrichting op een afstand van 20 elkaar geplaatste en dichter bij de overgang naar de materiaalstrook 1 gelegen verbindingspennen 9, die van het "weerhaak"-type zijn en daartoe aan hun vrije einde uitlopen in een haakdeel 9a.There are two transversely spaced and spaced connecting pins 9 located closer to the transition to the material strip 1, which are of the "barb" type and for this purpose extend into a hook part 9a.

Voor het opnemen van de verbindingspennen 8 en 9 25 heeft het verbindingsblokje een zich van de ene zijde naar de andere zijde uitstrekkende uitsparing, welke wordt begrensd door de zijwanden 2b (fig. 1 en 4) en de dwars op de hartlijn van de wandbevestigingsbout 6 staande wanden 10 en 11. Deze uitsparing is door een evenwijdig aan de 30 wanden 10 en 11 lopende tussenwand 12 verdeeld in twee compartimenten 13 en 14. Het compartiment 13 dient voor het insteken en opnemen van de snappen 8, terwijl het compartiment 14 voor het opnemen van de beide pennen 9 dient.For receiving the connecting pins 8 and 9, the connecting block has a recess extending from one side to the other, which is bounded by the side walls 2b (fig. 1 and 4) and transversely to the center line of the wall mounting bolt 6 upright walls 10 and 11. This recess is divided by two intermediate walls 12 running parallel to the walls 10 and 11 into two compartments 13 and 14. The compartment 13 serves for inserting and receiving the snaps 8, while the compartment 14 serves for picking up the two pins 9 serves.

35 Het compartiment 13 heeft aan het insteekeinde (fig.The compartment 13 has at the insertion end (fig.

2 en 7A, 7B, 7C) een geleidelijk nauwer wordende en vervolgens weer geleidelijk verwijdende insteek/snapopening 1001849 5 15, welke snappend kan samenwerken met de sferische verdikking 8a van de snappen 8.2 and 7A, 7B, 7C) a gradually narrowing and then gradually widening insertion / snap-opening 1001849 5 15, which can interact snappingly with the spherical thickening 8a of the snaps 8.

In het compartiment 14 bevindt zich een met de pennen 9 samenwerkende grendeltong 16, die vanaf de wand 10, 5 gezien in de insteekrichting van de verbindingspennen, schuin naar de tussenwand 12 is gericht.In the compartment 14 there is a locking tongue 16 co-operating with the pins 9, which, viewed from the wall 10, 5 in the insertion direction of the connecting pins, is directed obliquely towards the intermediate wall 12.

Voor de werking en het gebruik van de bevestigings-inrichting wordt thans verwezen naar fig. 7A, 7B en 7C, waarin drie opeenvolgende fasen van het sluiten van de 10 rond een te bevestigen leiding geslagen materiaalstrook 1 zijn weergegeven.For the operation and use of the fastening device, reference is now made to Figs. 7A, 7B and 7C, which show three successive phases of closing the strip of material 1 wrapped around a pipe to be fastened.

Fig. 7A toont de beginfase bij het insteken van de snappen 8 en van de beide pennen 9 in de respectieve compartimenten 13 en 14. Daarbij is de sferische verdik-15 king 8a van de snappen 8 bezig tegen een schuin oplopende flank van de insteekopening 15 naar binnen te bewegen, terwijl de pennen 9 met hun haakdeel 9a in aanraking zijn gekomen met de andere zijde van de tussenwand 12 en daarbij verend kunnen meegeven.Fig. 7A shows the initial phase when the snaps 8 and the two pins 9 are inserted into the respective compartments 13 and 14. The spherical thickening 8a of the snaps 8 is engaged inwardly against an inclined flank of the insertion opening 15. while the pins 9 with their hook part 9a have come into contact with the other side of the partition wall 12 and can thereby yield resiliently.

20 In de daarop volgende fase volgens fig. 7B is de snappen 8 met zijn sferisch verdikte uiteinde 8a juist door de insteekopening 15 heen gekomen, terwijl de pennen 9 vlak tegen de tussenwand 12 zijn komen aan te liggen. Deze fase komt overeen met de voorlopige sluitpositie van 25 de bevestigingsinrichting. Van samenwerking tussen de pennen 9 en de grendeltong 16 is daarbij nog geen sprake, waardoor de bevestiging nog gemakkelijk is te verbreken, doordat de pen 8 met zijn sferisch verdikte uiteinde 8a weer gemakkelijk in omgekeerde richting door de opening 15 30 heen naar buiten kan worden getrokken.In the subsequent phase according to Fig. 7B, the snaps 8 with its spherically thickened end 8a has just passed through the insertion opening 15, while the pins 9 have come to lie flat against the intermediate wall 12. This phase corresponds to the provisional closing position of the fastening device. Cooperation between the pins 9 and the locking tongue 16 is not yet involved, as a result of which the fastening is still easy to break, because the pin 8 with its spherically thickened end 8a can again easily be turned outwards through the opening 15 in the reverse direction. drawn.

Door de sluitflens 3, gezien in fig. 7b, verder naar rechts te bewegen, komen de door de tussenwand 12 geleide pennen 9 in contact met de grendeltong 16, die daarbij eerst door de haakeinden 9a naar opzij wordt weggedrukt om 35 vervolgens achter de gepasseerde haakeinden in zijn werkzame grendelpositie terug te veren. Op dat moment is de sluitflens 3 met zijn sluitvlak tegen de linkerzijde van 1001849 6 het verbindingsblokje 2 komen aan te liggen. Daarmede is dan de fase volgens fig. 7C (zie ook fig. 2) bereikt, waarin de materiaalstrook permanent en betrekkelijk nauwsluitend (eventueel een zekere verschuiving van de leiding 5 toelatend) rond de leiding gesloten zit.By moving the closing flange 3, seen in Fig. 7b, further to the right, the pins 9 guided through the partition wall 12 come into contact with the locking tongue 16, which is thereby first pushed aside by the hook ends 9a and then behind the passed spring hook ends back into their operative locking position. At that moment the closing flange 3 with its closing surface against the left side of the connecting block 2 has come to rest. The phase according to Fig. 7C (see also Fig. 2) has then been reached, in which the material strip is closed permanently and relatively tightly (possibly allowing a certain displacement of the conduit 5) around the conduit.

De in fig. 7C getoonde verbinding is desgewenst op eenvoudige wijze te ontgrendelen door vanaf de rechterzijde een penvormig gereedschap met wigwerking, zoals een schroevedraaier S, via de tussenruimte tussen de beide 10 verbindingspennen 9 langs de wand 12 naar binnen te steken. Onder wigwerking van de oplopende flanken van het werkzame schroevedraaiereinde wordt de grendeltong 16 dan in de pijlrichting buiten ingrijping met de grendelhaakde-len 9a gebogen. Bij het aldus ontgrendelen van de verbin-15 ding springt de materiaalstrook onder veerwerking in de snapstand volgens fig. 7B terug. Door de schroevedraaier S nog verder in te steken en tegen (het sluitvlak van) de flens 3 te drukken kan ook de snapverbinding worden verbroken .If desired, the connection shown in Fig. 7C can be unlocked in a simple manner by inserting a wedge-shaped pin-shaped tool, such as a screwdriver S, from the right-hand side, through the space between the two connecting pins 9 along the wall 12. Under wedge action of the rising flanks of the active screwdriver end, the locking tongue 16 is then bent out of engagement with the locking hook parts 9a in the arrow direction. When the connection is thus unlocked, the material strip springs back into the snap position according to Fig. 7B under spring action. The snap connection can also be broken by inserting the screwdriver S even further and pressing it against (the closing surface of) the flange 3.

20 Bij een uitvoering zonder snappen 8 zou de materiaal strook 1 zelfs direct in zijn gestrekte positie kunnen terugveren.In an embodiment without snap 8, the material strip 1 could even spring back directly into its stretched position.

10018491001849

Claims

1. Device for attaching a pipe to a wall, consisting of a strip of material bendable to a pipe comprising the pipe, which is provided at one end with a connecting block arranged at one end end for fixing to a wall, and the other of which the free end is formed into a flange, which can be fixed from the side in a recess of the block and for this purpose is provided with at least one barb type connecting pin, which is guided and cooperates on a wall of said recess when inserted into the recess with a locking protrusion projecting obliquely to the first-mentioned wall from the opposite wall of the recess, characterized by two connecting pins spaced apart in the width direction of the flange, which co-act with a common wide forming the locking protrusion and flexible locking tongue.

2. Device according to claim 1, characterized by both connecting pins acting according to the barb type and according to the snap principle, which cooperate with corresponding snap or hook protrusions on the wall of the recess in such a way that when the flange is inserted from the side, the snap connection and then, upon further pressing, the barb connection is established.

3. Device as claimed in claim 2, characterized in that the recess is divided into two compartments by an intermediate wall running in the insertion direction, one of which is adapted to receive a connecting pin of the snap type and the other to receive at least one at least one barb type connecting pin.

4. Device according to claim 3, characterized in that the one compartment has a gradually narrowing and then gradually widening insert opening for the snap connection pin provided with a spherical thickening, while of the second compartment the one 1001849 side wall serves as a guide wall. for the respective barb type connection pin (s) and the opposite side wall carries the latch tongue.

5. Device as claimed in claims 3-4, characterized in that the compartment for the barb connecting pin is located at the end end of the connecting block facing away from the wall.

6. Device according to claim 5, insofar as referring back to claim 1, characterized in that the snap connection pin is in a position opposite the interspace between the two barb connection pins. 1001849