NL1001665C2 - Inrichting voor het aanbrengen van verf of dergelijke vloeistof op een oppervlak. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Inrichting voor het aanbrengen van verf of dergelijke vloeistof op een oppervlak.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 aanbrengen van verf of dergelijke vloeistof op een oppervlak, waarbij de inrichting is voorzien van een bakvormig orgaan waarmede een handgreep is verbonden alsmede een in het bakvormige orgaan vrij draaibaar gelegerde eerste rol, die samenwerkt met een ten minste nagenoeg evenwijdig aan de eerste rol opgestelde tweede rol met behulp 10 waarvan vanaf de eerste rol op de tweede rol overgebrachte verf of dergelijke vloeistof op het oppervlak kan worden overgebracht.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8402073. Bij deze bekende inrichting is de eerste rol nabij de onderzijde van het bakvormig orgaan opgesteld, om 15 in een in het bakvormig orgaan opgenomen verfreservoir aanwezige verf of dergelijke vloeistof tijdens gebruik van de inrichting over te kunnen brengen op de tweede rol.

Volgens de uitvinding steekt nu de eerste rol over een deel van zijn omtrek buiten het bakvormig orgaan uit en is de tweede rol in 20 een richting dwars op de draaiingsassen van de beide rollen instelbaar tussen een eerste stand, waarin beide rollen met elkaar in aanraking zijn, en een tweede stand waarin de buitenomtrekken van de beide rollen op afstand van elkaar zijn gelegen.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding 25 kan een eenvoudige inrichting worden verkregen, waarbij, indien de rollen op afstand van elkaar zijn opgesteld, de eerste rol door een verf of dergelijke vloeistof bevattende bak kan worden gedraaid voor het opnemen van de verf of vloeistof, terwijl vervolgens de beide rollen weer in de eerste in contact met elkaar zijnde stand kunnen 30 worden gebracht om verf vanaf de eerste rol op de tweede rol en vanaf de tweede rol op een te bewerken oppervlak te kunnen overbrengen.

De inrichting leent zich in het bijzonder voor een uitvoeringsvorm waarbij op de tweede rol reliëforganen zijn aangebracht. Met behulp van dergelijke reliëforganen kan het oppervlak bijvoorbeeld 35 worden voorzien van een decoratief uiterlijk, van een bedrukking of dergelijke.

? P 0 1 i, *91· 2

Bij voorkeur zijn daarbij de reliëforganen losmaakbaar met de tweede rol verbonden, zodat op eenvoudige wijze een variatie in de op een oppervlak op te brengen bedrukking te realiseren is.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de 5 hand van in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont schematisch een zijaanzicht op een uit-voeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een deel van een langsdoorsnede 10 over de tweede rol en een met de rol te verbinden reliëforgaan.

Figuur 3 toont schematisch een zijaanzicht op een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

Zoals weergegeven in figuur 1 omvat een inrichting volgens de uitvinding een bakvormig orgaan 1, dat aan zijn bovenzijde open is. 15 In het bakvormig orgaan 1 is een rol 2 vrij draaibaar om zijn zich loodrecht op het vlak van tekening uitstrekkende draaiingsas gelegerd met behulp van aan de uiteinden van de rol 2 bevestigde tapvormige organen 3 of dergelijke, die zijn opgenomen in zijwanden van het bakvormige orgaan aangebrachte gaten 4, een en ander zodanig, 20 dat de rol 2 gemakkelijk uit het bakvormige orgaan uit te nemen respectievelijk in het bakvormige orgaan aan te brengen is.

Aan zijn buitenomtrek is de rol 2 bij voorkeur voorzien van een laag poreus, enigszins veerkrachtig materiaal 5, zoals bijvoorbeeld sponsrubber.

25 Met het bakvormige orgaan is een handgreep 5 verbonden, bijvoorbeeld op de in bovengenoemde Nederlandse octrooiaanvrage 8402073 beschreven wijze.

Nabij de uiteinden van de rol 2 zijn op de tapvormige organen 3 plaatvormige steunen 7 geschoven, zodanig, dat deze plaat-30 vormige steunen 7 liggen opgesloten tussen de uiteinden van de rol 2 en de de tappen 3 opnemende zijwanden van het bakvormige orgaan 1.

Zoals uit de figuur 1 duidelijk zal zijn rusten daarbij de plaat vormige steunen 7 op de beide zich in de lengterichting van het bakvormige orgaan uitstrekkende bovenste begrenzingsranden van dit 35 bakvormige orgaan, zodat de plaatvormige steunen 7 tegen verdraaiing om de tapvormige organen 3 zijn geborgd.

1 o o! c:'.

3

In de uiteinden van de plaatvormige steunen 7 zijn aan hun bovenzijden open sleufvormige gaten 8 aangebracht. In deze gaten 8 zijn tappen 9 gelegerd. Deze tappen 9 vormen een geheel met een excentrisch ten opzichte van deze tappen gelegen en de tappen onder-5 ling verbindende as, die een tweede rol 10 vrij draaibaar om zijn hartlijn ondersteunt.

Aan ten minste een van de tappen 9 is een verstelarm 11 bevestigd met behulp waarvan de tappen 9 en de deze tappen 9 verbindende, de rol 10 ondersteunende as ten opzichte van de de tappen 9 10 ondersteunende steunplaten 7 verdraaibaar zijn, zoals is aangeduid met behulp van de pijl A. Het zal duidelijk zijn,/ dat door de excentrische ligging van de de rol 10 ondersteunende as ten opzichte van de tappen 9 de rol 10 daarbij in de richting van de rol 2 respectievelijk in een van de rol 2 afgekeerde richting zal worden verplaatst, zoals is 15 aangeduid met behulp van de pijl B.

De arm 11 kan daarbij in verschillende standen tegen verdraaiing om de hartlijn van de tappen 9 worden geborgd, bijvoorbeeld met behulp van een met de arm 11 verbonden uitsteeksel, dat verend kan ingrijpen in een van de in de plaatvormige steunen 7 20 aangebrachte uitsparingen 12. De uitvoering is daarbij zodanig, dat in ten minste een stand van de arm 11 de buitenomtrek van de tweede rol 10 op enige afstand zal zijn gelegen van de buitenomtrek van de rol 2. In deze stand kan de rol 2 worden gerold door een verf of dergelijke vloeistof bevattende bak, zodat deze verf of dergelijke vloeistof 25 wordt opgezogen in de de buitenomtrek van de rol 2 vormende poreuze laag 5.

Vervolgens kan door verzwenken van de arm 11 de buitenomtrek van de rol 10 weer in aanraking worden gebracht met de buitenomtrek van de rol 2 en daarbij eventueel naar wens meer of minder 30 stevig tegen de buitenomtrek van de rol 2 worden aangedrukt. Vervolgens kan de rol 10 over het te bewerken oppervlak worden afgerold, waarbij met behulp van de rol 10 vanaf de rol 2 opgenomen verf of dergelijke vloeistof op het te bewerken oppervlak zal worden overgebracht.

35 Indien gewenst kan hierbij gebruik worden gemaakt van een rol, die aan zijn buitenomtrek is voorzien van reliëforganen, bijvoor- 1001665 4 beeld in de vorm van figuren, leestekens of dergelijke, zodat een bepaald gewenst patroon van deze rel iëforganen op het te bewerken oppervlak kan worden afgedrukt. Bij voorkeur zijn deze rel iëforganen losneembaar met de buitenomtrek van de rol 2 verbonden, zodat op 5 eenvoudige wijze het op een oppervlak aan te brengen reliëf kan worden gevarieerd.

Een doelmatige uitvoering voor het losmaakbaar aanbrengen van rel iëforganen is schematisch weergegeven in figuur 2. Zoals in deze figuur is afgebeeld is hierbij de rol 2 aan zijn buitenomtrek 10 voorzien van concentrisch om de hartlijn van de rol 2 verlopende ruggen 13, die een min of meer paddestoel vormige doorsnede hebben. Op soortgelijke wijze zijn reliëforganen 14, die een gewenste breedte en lengte kunnen hebben, voorzien van in doorsnede paddestoel vormig organen 15, die voor de verankering van de desbetreffende reliëfdelen 15 14 tussen de paddestoel vormige organen 13 kunnen worden gedrukt. Op deze wijze is een gemakkelijke aanbrenging en verwijdering van de reliëforganen op de rol 2 te bewerkstelligen.

Het in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld komt in hoofdzaak overeen met het in figuren 1 en 2 weergegeven uitvoerings-20 voorbeeld en in de verschillende figuren zijn overeenkomstige onder delen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 3 zijn de bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 voor het ondersteunen van de rol 10 toegepaste steunplaten 7 echter vervangen door verlengingen 7’ van de 25 zijwanden van het bakvormige orgaan 1.

1 Λ Γ. ·. ' ·· ·♦ > v v , ··

Claims (8)

1. Inrichting voor het aanbrengen van verf of dergelijke vloeistof op een oppervlak, waarbij de inrichting is voorzien van een 5 bakvormig orgaan waarmede een handgreep is verbonden alsmede van een in het bakvormige orgaan vrij draaibaar gelegerde eerste rol, die samenwerkt met een ten minste nagenoeg evenwijdig aan de eerste rol opgestelde tweede rol met behulp waarvan van de eerste rol op de tweede rol overgebrachte verf of dergelijke vloeistof op het oppervlak 10 kan worden overgebracht, met het kenmerk, dat de eerste rol over een deel van zijn omtrek buiten het bakvormige orgaan uitsteekt en de tweede rol in een richting dwars op de draaiingsassen van beide rollen instelbaar is tussen een eerste stand, waarin beide rollen met elkaar in aanraking zijn, en een tweede stand, waarin de buitenomtrekken van 15 beide rollen op afstand van elkaar zijn gelegen.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede as vrij draaibaar is aangebracht op een as, aan de uiteinden waarvan excentrisch ten opzichte van de tweede as gelegen en door het bakvormige orgaan ondersteunde tappen zijn bevestigd.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat met ten minste een van de tappen een bedieningsarm is verbonden, die in meerdere standen kan worden vastgezet.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede rol is gelegerd in plaatvormige steunen, die 25 losmaakbaar zijn aangebracht op de eerste rol ondersteunende tappen of dergelijke en liggen opgesloten tussen de uiteinden van de eerste rol en zijwanden van het bakvormige orgaan, waarbij de plaatvormige steunen zich afsteunen op langsranden van het bakvormige orgaan.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de buitenomtrek van de eerste rol wordt gevormd door een poreus, enigszins veerkrachtig materiaal.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de buitenomtrek van de tweede rol reliëforganen zijn aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de reliëforganen losmaakbaar met de tweede rol zijn verbonden. 1 o 's ; t

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat op de buitenomtrek van de rol uit enigszins veerkrachtig materiaal vervaardigde, in doorsnede min of meer paddestoel vormige ruggen zijn aangebracht, terwijl de reliëforganen zijn voorzien van soortgelijke 5 ruggen, die tussen de op de rol aangebrachte ruggen passen. t Q f) ) * * P * v V i κ · * .