NL1001526C2 - Stoelenrij. - Google Patents

Description

Stoelenrij.

De uitvinding heeft betrekking op een stoelenrij, bestaande uit op een vast, gemeenschappelijk draagframe naast elkaar in rij gemonteerde zitplaatsen, onderling 5 gescheiden door armleuningen, en elk voorzien van een rugleuning. Dergelijke stoelenrijen zijn algemeen bekend, en worden op grote schaal gebruikt voor passagiersaccommodatie in passagiersvliegtuigen, treinen, autobussen en dergelijke. Stoelenrijen worden verder gebruikt in allerlei soorten 10 bezoekersruimtes, zoals theaters, congreszalen, amfitheaters en dergelijke.

Om economische redenen is het van groot belang, dat de bezettingsdichtheid van stoelen in een ruimte optimaal benut wordt. Dit geldt in het bijzonder voor grote passagiers -15 vliegtuigen en -treinen, maar ook in theaters en bioscopen kan dit een overwegende faktor vormen. Stoelenrijen worden daarom zo compact mogelijk geconstrueerd, en ruimtelijk zo efficiënt mogelijk opgesteld, opdat aan de gewenste hoge bezettingsgraad voldaan is.

20 Dit strekt evenwel ten nadele van de gebruikers van de stoelen van zo'n stoelenrij. In vliegtuigen bijvoorbeeld, in het bijzonder in de economy class van grote toestellen, zitten de passagiers min of meer tegen elkaar aan geklemd, en kunnen zij heel moeilijk hun armen bewegen zonder de 25 naast hen gezeten passagiers te hinderen. Deze beklemmende situatie kan zelfs tot psychotische effekten leiden, in het bijzonder bij passagiers, die lijden aan vliegangst.

Er zijn stoelenrijen voor vliegtuigen bekend, waarbij de onderlinge afstand in de rij van aangrenzende stoelen naar 30 wens kan worden vergroot (zie bijvoorbeeld EP 0 322 930).

Ook zijn er stoelenrijen bekend, waarbij de breedte van de afzonderlijke zitplaatsen kan worden bijgesteld (zie bijvoorbeeld EP 0 433 388) . In al deze gevallen gaat het er om, dat stoelenrijen voor vliegtuigen van economy class 35 kunnen worden overgeschakeld op business class, waar elke passagier over meer ruimte kan beschikken. Dergelijke verstelbare stoelenrijen vormen evenwel geen oplossing voor het probleem van compacte stoelenrijen, waarvan de 10 01 526..

2 bezettingsgraad in de te gebruiken ruimte of cabine zo groot mogelijk dient te zijn.

Het is nu het doel van de uitvinding een oplossing te bieden voor dit probleem, c.q. onder handhaving van zo 5 compact mogelijk geconstrueerde stoelenrijen toch de individuêle passagiers of gebruikers te verlossen van de grote hinder van het dicht naast elkaar zitten. Volgens de uitvinding is nu vastgesteld, dat dit probleem in hoofdzaak zijn oorzaak vindt in het feit, dat naast elkaar gezeten 10 passagiers of gebruikers van zo'n stoelenrij min of meer met hun schouders en in het bijzonder hun ellebogen tegen elkaar gedrukt zitten, en daardoor eikaars armbewegingen onvermijdelijk zullen storen. Door nu aangrenzende zitplaatsen dwars op de stoelenrij iets ten opzichte van 15 elkaar te verschuiven, zullen de schouders, bovenarmen en ellebogen van aangrenzende passagiers vrij van elkaar komen, en verrassend is gebleken, dat dit een onverwachtse bewegingsvrijheid geeft, waardoor de individuêle passagier of stoelgebruiker zich veel vrijer voelt en zich ook veel 20 vrijer kan bewegen.

De uitvinding voorziet daartoe in een stoelenrij zoals omschreven in de aanhef, met het kenmerk, dat de stoelenrij een zigzagpatroon vertoont, waarbij de oneven zitplaatsen ten opzichte van de even zitplaatsen, of de even zitplaatsen 25 ten opzichte van de oneven zitplaatsen, samen met hun respectievelijke rugleuningen over een kleine verschuivingsafstand naar achteren verschoven zijn.

De verschuiving dient zo klein mogelijk te zijn, opdat aan de economy van stoelruimte-inname in de vliegtuigcabine 30 of andere ruimte geen afbreuk wordt gedaan, terwijl toch het "elleboogeffekt" bereikt wordt. Doelmatig kan daarbij de verschuivingsafstand tussen aangrenzende zitplaatsen in een stoelenrij zodanig worden gekozen, dat deze ongeveer een gemiddelde schouderdikte bedraagt. Bij voorkeur bedraagt 35 deze afstand ongeveer 8 tot 12 cm.

De stoelenrijconstructie volgens de uitvinding biedt het grote voordeel, dat enerzijds aan de afzonderlijke passagiers of gebruikers een groter, en in elk geval aanvaardbaar comfort geboden wordt voor wat betreft zitten 1 0 0 1 5 26.' 3 en bewegingsruimte, terwijl anderzijds in de vliegtuigcabine of andere ruimte waar de stoelenrijen moeten worden geplaatst, niet aan capaciteit behoeft te worden ingeboet, c.g. hetzelfde aantal stoelen kan blijven gehandhaafd.

5 Een alternatieve oplossing voor het door de uitvinding gestelde probleem wordt geboden in het Europese octrooischrift 0 126 056. De aldaar geboden oplossing bestaat eruit, dat aangrenzende stoelen van een stoelenrij ten opzichte van elkaar iets verdraaid zijn opgesteld. Ook 10 op deze wijze wordt een ruimtelijk effekt verkregen, waarbij de aangrenzende passagiers wat meer bewegingsvrijheid krijgen. Een dergelijke stoelenrij heeft evenwel het nadeel, dat de opstelling ervan in vliegtuigcabines en dergelijke gecompliceerd is, en bovendien minder zitplaatsen toestaat, 15 dan anders mogelijk zou zijn.

Een groot voordeel van de uitvinding is verder, dat het op eenvoudige wijze mogelijk is om standaard-stoelenrijen van bekende soort te modificeren tot een stoelenrij met het gewenste zigzagpatroon. Zo is bijvoorbeeld een veel 20 gebruikte stoelenrij er een met een gemeenschappelijk draagframe van het type, dat twee evenwijdige, volgens de lengterichting van de stoelenrij lopende draagstangen heeft, die doorgevoerd zijn door van twee bijpassende doorvoeropeningen voorziene dwarssteunen, die onderling 25 geplaatst zijn op afstand ter breedte van een zitplaats, waarbij afzonderlijke zitplaatsen en leuningen gemonteerd zijn tussen naast elkaar gelegen dwarssteunen. Een dergelijke stoelenrij kan gemakkelijk worden gemodificeerd doordat één van de draagstangen afwisselend onderbroken is 30 ter breedte van een zitplaats bij elke naar achteren verschoven zitplaats, dat de dwarssteunen bij naar achteren verschoven zitplaatsen uitgevoerd zijn met twee hulpdoorvoeropeningen, die ten opzichte van de hoofddoorvoeropeningen verschoven liggen over een afstand, 35 corresponderende met de verschuivingsafstand, en dat bij elke naar achteren verschoven zitplaats de beide deze begrenzende dwarssteunen met elkaar verbonden zijn door twee evenwijdige hulpstangen, doorverbonden via de respectievelijke hulpdoorvoeropeningen. De stoelenrij 1 0 C 1 5 2 6 .

4 volgens de uitvinding kan al naar wens uit een groter of kleiner aantal stoelen bestaan. Bijzonder doelmatig is een driestoelsrij, waarbij de middelste zitplaats naar achteren verschoven is. Bij omhoog geklapte armleuningen vormt zo'n 5 driestoelsrij een comfortabele ligbank voor één enkele passagier, die op zijn zij gelegen, met zijn onderrug tegen de verzonken, middelste rugleuning steunt.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een vliegtuigstoelenrij met 10 verwijzing naar de tekening. In de tekening toont:

Fig. 1 een bovenaanzicht van twee stoelenrijen van bekende soort, achter elkaar opgesteld zoals in een passagierscabine van een vliegtuig,

Fig. 2 in bovenaanzicht twee stoelenrijen volgens de 15 uitvinding, op dezelfde wijze opgesteld als de stoelenrijen van fig. 1,

Fig. 3 in onderaanzicht een bekende stoelenrij volgens fig. 1,

Fig. 4 in onderaanzicht een stoelenrij volgens de 20 uitvinding, zoals getoond in fig. 2,

Fig. 5 in zijaanzicht een dwarssteun van de bekende stoelenrij volgens fig. 1, en

Fig. 6 een dwarssteun, zoals gebruikt bij de stoelenrij volgens de uitvinding.

25 In fig. 1 zijn twee stoelrijen 1 van bekende constructie getoond, in het getoonde voorbeeld driezitsrijen, opgesteld zoals gebruikelijk in een passagierscabine van een passagiersvliegtuig. Zo'n stoelenrij heeft op een gemeenschappelijk draagframe gemonteerde zitplaatsen 2, die 30 aangrenzend naast elkaar gelegen zijn, en onderling gescheiden door armleuningen 3. Elke zitplaats is verder voorzien van een rugleuning 4. Bij dergelijke stoelenrijen, in het bijzonder in de economy class van een passagiersvliegtuig, is de zitruimte voor elke passagier zo krap 35 mogelijk bemeten, teneinde te kunnen zorgen voor een zo groot mogelijk aantal zitplaatsen in de cabineruimte. In het getoonde voorbeeld bedraagt de pitch (afstand leuning tot leuning van rij tot rij) 32 inch (81,3 cm), hetgeen net voldoende gangpadruimte biedt om tussen de rijen door te i 0 0 U> 2 6.« 5 kunnen lopen. Aangezien de passagiers betrekkelijk krap op elkaar zitten en gemeenschappelijke armleuningen 3 met elkaar moeten delen, betekent dit, dat naast elkaar zittende passagiers betrekkelijk ongemakkelijk ten opzichte van 5 elkaar met hun armen kunnen bewegen, hetgeen een benauwend gevoel veroorzaakt.

Fig. 2 toont in een overeenkomstig bovenaanzicht als fig. 1 twee stoelenrijen 1' volgens de uitvinding, opgesteld op dezelfde wijze als in fig. 1. In tegenstelling met fig. 1 10 zijn hier de aangrenzende zitplaatsen niet in lijn ten opzichte van elkaar opgesteld, maar om en om iets teruggeschoven. In het getoonde voorbeeld van een driezits-stoelenrij 1' is bij de middelste stoel de zitplaats 2' samen met de leuning 4' teruggeschoven over een zeer geringe 15 afstand, in het beschouwde geval 3,5 inch (8,9 cm). Voor het overige zijn alle afmetingen gehandhaafd, en duidelijk is te zien, dat deze kleine ingreep geen invloed zal uitoefenen op het haalbare aantal zitplaatsen in de vliegtuigcabine. Evenwel is de situatie voor de passagiers die deze stoelen 20 gebruiken, anders geworden. De middelste passagier, gezeten op een zitplaats 2', zit zodanig teruggeschoven ten opzichte van de hem omgevende passagiers, gezeten op de zitplaatsen 2, dat zijn schouders en ellebogen ongeveer net achter de schouders en ellebogen van deze laatste komen te liggen. Dit 25 geeft evenwel het verrassende effekt, dat drie naast elkaar gezeten passagiers elkaar niet meer kunnen hinderen, en een verrassend grotere bewegingsvrijheid voor wat betreft hun armen bezitten.

In het bovenstaande is de uitvinding toegelicht aan de 30 hand van driezitsrijen, maar het zal duidelijk zijn dat de uitvinding evenzeer van toepassing is voor grotere rijen, of zelfs voor een tweezitsrij.

Het zal duidelijk zijn, dat de zigzagopstelling volgens de uitvinding op tal van wijzen kan worden gerealiseerd. Een 35 groot voordeel is echter, dat het ook mogelijk is om met eenvoudige hulpmiddelen standaard-stoelenrijen 1 van bekende soort, zoals getoond in fig. 1, te modificeren tot stoelenrijen 1', zoals getoond in fig. 2. Dit zal in het onderstaande worden toegelicht.

A Λ Λ * ;r ί* β , V v ; j £ 0 .

6

Fig. 3 toont een stoelenrij 1 volgens fig. 1 in onderaanzicht. Daarbij is het draagframe te zien, dat de gehele stoelenrij steunt. Dit draagframe heeft twee doorgaande draagstangen 5 en 6, die doorgevoerd zijn door 5 dwarssteunen 7 via doorvoeropeningen 8 en 9. De draagstangen 5 en 6 zijn met behulp van montageorganen 10 en 11 bevestigd aan de vloer van de cabine.

De dwarssteunen 7, waarvan er een in zijaanzicht getoond is in fig. 5, zijn steeds geplaatst aangrenzend aan de 10 zitplaatsen 2 en vormen het hulpmiddel voor de montage van de zitplaatsen 2 en rugleuningen 4. Te zien in fig. 5 zijn de beide doorvoeropeningen 8 en 9 voor de respectievelijke draagstangen 5 en 6 van het frame, alsook een montagegat 12 voor bevestiging van een zitplaats 2. De gaten in het omhoog 15 lopend deel van de dwarssteun (links) dienen voor bevestiging van rugleuningen 4.

In fig. 4 is het onderaanzicht getoond van een stoelenrij 1' volgens fig. 2, vervaardigd volgens de uitvinding. Daarbij is het draagframe volgens fig. 3 20 gedeeltelijk gemodificeerd om de zigzagverplaatsing van de zitplaatsen 2 en 2' mogelijk te maken. Zoals getoond is de draagstang 5 ongewijzigd gehandhaafd, maar de voorste draagstang 6 is onderbroken ter plaatse van een naar achteren geschoven zitplaats 2'. Deze zitplaats 2' wordt 25 niet, zoals in het geval van fig. 3, omgeven door twee dwarssteunen 7, maar door twee gemodificeerde dwarssteunen 7', waarvan er een in zijaanzicht getoond is in fig. 6. Deze gemodificeerde dwarssteunen 7' zijn, behalve van doorvoeropeningen 8 en 9, tevens voorzien van hulpdoorvoeropeningen 30 13 en 14, die ten opzichte van de doorvoeropeningen 8 en 9 terugverschoven liggen over een afstand, die overeenkomt met de verschuivingsafstand van een terugverschoven zitplaats 2'. Tussen de beide gemodificeerde dwarssteunen 7' in fig. 4 zijn via de hulpdoorvoeropeningen 13 en 14 hulpstangen 15 en 35 16 gestoken, die de ondersteuning voor de middelste, verschoven zitplaats vormen. De doorgaande draagstang 5 is essentieel in verband met het behoud van de samenhang (integriteit) van de stoelenrij 1'.

Met behulp van deze hulpmiddelen is een stoelenrij 1 10 Λ15 2 6.

7 volgens fig. 1 gemakkelijk te modificeren tot een volgens fig. 2, zodat relatief gemakkelijk en goedkoop een ombouw tot stand gebracht kan worden van een rechte stoelenrij tot een zigzag lopende volgens de uitvinding.

5 In het bovenstaande is de uitvinding besproken en toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met stoelenrijen, bestaande uit drie zitplaatsen.

Het zal evenwel duidelijk zijn, dat de uitvinding geenszins beperkt is tot een driezitsuitvoering voor de 10 stoelenrij. In afhankelijkheid van de gewenste hoeveelheid plaatsen kan zo'n stoelenrij uitgebreid worden tot elke gewenste rijgrootte voor een groter aantal stoelen, of worden ingekrompen tot een slechts uit twee zitplaatsen bestaande stoelenrij. In al deze gevallen blijven de 15 basisvoordelen van de uitvinding, namelijk de vrije schouder- en elleboogruimte, behouden. Verder is de stoelenrij volgens de uitvinding niet specifiek gebonden aan het speciale type draagframe, dat hier werd toegelicht, maar zijn tal van andere constructies mogelijk die de vakman 20 duidelijk zullen zijn, en geacht worden onder het bereik van de uitvinding te vallen.

De stoelenrijen zijn bovendien geschikt niet alleen voor vliegtuigen en andere vervoermiddelen, zoals treinen, autobussen, trams en dergelijke, maar zijn ook geschikt voor 25 toepassing in allerlei soorten van theaters, congreszalen, en andere grote ruimtes waar veel mensen onderkomen verschaft moet worden. In al deze gevallen bieden de stoelenrijen volgens de uitvinding dezelfde voordelen als boven beschreven, en vormen zij een oplossing voor het 30 probleem van enerzijds het nauw op elkaar moeten zitten met het oog op de meest economische bezettingsgraad van een ruimte, terwijl toch een verhoogde bewegingsvrijheid verkregen kan worden door de vrijgemaakte schouder- en elleboogruimte als gevolg van de zigzag plaatsing van 35 aangrenzende stoelen. Een bijkomend voordeel in deze situatie wordt gevormd door de aanmerkelijk minder gecompliceerde en daardoor minder kostbare constructie, aangezien de extreem hoge veiligheidseisen, zoals die met name voor vliegtuigstoelen gelden, hier niet van toepassing zijn.

t 0 0 ; 5 i D ..

Claims (5)

1. Stoelenrij, bestaande uit op een vast, gemeenschappelijk draagframe naast elkaar in rij gemonteerde zitplaatsen, onderling gescheiden door armleuningen, en elk voorzien van 5 een rugleuning, met het kenmerk, dat de stoelenrij een zigzagpatroon vertoont, waarbij de oneven zitplaatsen ten opzichte van de even zitplaatsen, of de even zitplaatsen ten opzichte van de oneven zitplaatsen, 10 samen met hun respectievelijke rugleuningen over een kleine verschuivingsafstand naar achteren verschoven zijn.

2. Stoelenrij volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de verschuivingsafstand tussen aangrenzende zitplaatsen 15 ongeveer een gemiddelde schouderdikte van een gebruiker bedraagt.

3. Stoelenrij volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verschuivingsafstand tussen aangrenzende zitplaatsen 20 ongeveer 8 tot 12 cm bedraagt.

4. Stoelenrij volgens één der voorgaande conclusies, met een gemeenschappelijk draagframe van het type, dat twee evenwijdige, volgens de lengterichting van de stoelenrij lopende draagstangen heeft, die doorgevoerd zijn door van 25 twee bijpassende doorvoeropeningen voorziene dwarssteunen, die onderling geplaatst zijn op afstand ter breedte van een zitplaats, waarbij afzonderlijke zitplaatsen en leuningen gemonteerd zijn tussen naast elkaar gelegen dwarssteunen, met het kenmerk, 30 dat één van de draagstangen afwisselend onderbroken is ter breedte van een zitplaats bij elke naar achteren verschoven zitplaats, dat de dwarssteunen bij naar achteren verschoven zitplaatsen uitgevoerd zijn met twee hulpdoorvoeropeningen, 35 die ten opzichte van de hoofddoorvoeropeningen verschoven 10 0; 5 26. liggen over een afstand, corresponderende met de verschuivingsafstand, en dat bij elke naar achteren verschoven zitplaats de beide deze begrenzende dwarssteunen met elkaar verbonden zijn door 5 twee evenwijdige hulpstangen, doorverbonden via de respectievelijke hulpdoorvoeropeningen.

5. Driestoelsrij volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de middelste zitplaats naar achteren verschoven is. 1 0 0-:526^-