NL1001363C2

NL1001363C2 - Tussenlegger voor platen.

Info

Publication number: NL1001363C2
Application number: NL1001363A
Authority: NL
Inventors: Johannes Philippus Lu Diderich
Original assignee: Besin Bv
Priority date: 1995-10-06
Filing date: 1995-10-06
Publication date: 1997-04-08
Also published as: AU7148096A; EP0958202A1; WO1997012818A1

Description

Tussenlecroer voor platen

De uitvinding heeft betrekking op een tussenleg-ger voor platen, in het bijzonder breekbare platen zoals glasplaten, omvattend een strook dragermateriaal met bij één uiteinde een verdikking of neus.

5 Dergelijke tussenleggers worden in de glasplaat - industrie gebruikt. Het glas verlaat de glassmeltoven als een continue baan, die in platen gesneden wordt, waarna de platen rechtop tegen elkar geplaatst worden. De platen hebben bijvoorbeeld een hoogte van 3 meter en een breedte 10 van 6 meter. Om een aantal platen tegelijk te kunnen transporteren worden bijvoorbeeld om de 8 a 10 platen een aantal tussenleggers aangebracht, zodat tussen ieder pakket glasplaten een tussenruimte ontstaat. Bekende tussenleggers hebben een dikte van ongeveer 25 mm. De 15 bekende tussenleggers zijn veelal uit kunststof of papier- materiaal vervaardigd om bij een laag gewicht een voldoende sterkte te verkrijgen.

De tussenleggers worden automatisch op een glasplaat aangebracht nadat die is afgesneden, ofwel 20 voorafgaand aan het rechtop plaatsen, ofwel tijdens of na het rechtop plaatsen. Om afglijden van de tussenleggers te voorkomen zijn zij bij een uiteinde voorzien van een verdikking, in het vakgebied neus genaamd, die achter de bovenrand van de glasplaat haakt. Om te voorkomen dat een 25 tussenlegger bijvoorbeeld bij het manipuleren van de 1001363 2 glasplaat verschuift of van de glasplaat valt kan de tussenlegger aan de zijde van de neus voorzien zijn van een losneembaar verbindingsmiddel zoals een zuignap.

Het is bekend om voor de strook dragermateriaal 5 een strook honingraatpaneel te gebruiken, aangezien dit een licht materiaal is, dat stijf is en loodrecht op de vlakken van zijn deklagen goed krachten op kan nemen. Evenwijdig aan de deklagen is een honingraatpaneel echter niet sterk, hetgeen een reden is om honingraatpaneel niet 10 als neus voor een tussenlegger te gebruiken: het gewicht van de tussenlegger veroorzaakt afschuifkrachten in de neus, die de neus uit honingraatplaat niet op kan nemen.

Het is een doel van de uitvinding een tussenlegger met een neus uit honingraatplaat te verschaffen, welke 15 neus sterk genoeg is om de afschuifkrachten, veroorzaakt door het gewicht van de tussenlegger, op te nemen.

Dit doel wordt volgens de uitvinidng bereikt met een tussenlegger van de in de aanhef aangegeven soort, waarbij de neus vervaardigd is uit één stuk honingraat -20 plaat, dat ongedeeld tot een neus met een dikte van tenminste tweemaal de dikte van de honingraatplaat gevormd is.

Doordat het stuk honingraatplaat wel tot een neus met tenminste dubbele dikte gevormd is, maar niet 25 gedeeld is, blijft tenminste één van de deklagen van het stuk honingraatplaat intact. Deze deklaag bindt de lagen honingraatplaat waaruit de neus bestaat samen, waardoor de neus voldoende sterkte verkrijgt om de tijdens gebruik optredende afschuifkrachten te weerstaan.

30 Bij voorkeur is het stuk honingraatplaat waaruit de neus vervaardigd is tenminste tweemaal over in hoofdzaak 90° omgezet, zodat bij iedere omzethoek de buitenste deklaag door kan lopen om de neus de gewenste sterkte te geven. Door de plaat over in hoofdzaak 90° om te zetten 35 behoeft dit op zo min mogelijk plaatsen te gebeuren.

Volgens een voordelige uitvoering is het stuk honingraatplaat tweemaal omgezet ter plaatse van twee in 7 0 0 1 3 6 3 3 het stuk honingraatplaat aangebrachte evenwijdige V-vormige groeven. Door het stuk honingraatplaat tweemaal om te zetten ontstaat met zo min mogelijk moeite een neus van voldoende dikte, waarbij de aangebrachte V-vormige groeven 5 het omzetten vereenvoudigen zonder het honingraatmateriaal op ongewenste wijze te beschadigen. De groeven kunnen op bekende wijze door uitsnijden of inpersen vervaardigd zijn.

Bij voorkeur zijn de V-vormige groeven zodanig 10 aangebracht, dat de twee gedeelten ter weerszijden van de groeven na vervaardiging van de neus tegen elkaar aan liggen, zodat de neus tweemaal zo dik is als het stuk honingraatplaat waar hij uit vervaardigd is, en de tegen elkaar liggende deklagen van de beide gedeelten aan elkaar 15 bevestigd kunnen worden.

Bij voorkeur is de neus zodanig op de strook dragermateriaal aangebracht, dat het gedeelte van de honingraatplaat tussen twee omzettingen bij gebruik in contact komt met de platen, zodat de ononderbroken deklaag 20 in contact komt met de (glas)platen en beschadiging van het honingraatkernmateriaal kan voorkomen.

Volgens een voorkeursuitvoering is de neus zodanig op de strook dragermateriaal aangebracht, dat het gedeelte tussen de V-vormige groeven in het stuk honing-25 raatplaat afgekeerd is van het uiteinde van de strook dragermateriaal waar de neus op bevestigd is. De doorlopende deklaag van het gedeelte tussen de V-vormige groeven zal hierdoor tijdens gebruik op de randen van de (glas)-platen rusten, waardoor de afschuifkrachten op de meest 30 voordelige wijze naar de strook dragermateriaal doorgeleid worden en door snijden ontstane papier- en lijmresten aan het honingraatmateriaal niet in contact zullen komen met de platen.

Op voordelige wijze is de neus door verlijmen 35 van het stuk honingraatplaat gevormd, bij voorkeur met behulp van een hotmeltlijm, zodat een stijve neus ontstaat, waarvan alle gedeelten eenvoudig aan elkaar beves- 1001363 4 tigd zijn.

Bij voorkeur is de strook dragermateriaal een strook honingraatpaneel, waar de neus door verlijmen aan bevestigd is, bij voorkeur met behulp van een hotmeltlijm.

5 Hierdoor is de gehele tussenlegger uit honingraatpaneel vervaardigd, hetgeen productietechnisch voordelig is, en is de gehele tussenlegger recycleerbaar.

Met behulp van een hotmeltlijm kan de neus op snelle wijze vervaardigd en aan de strook honingraatpaneel 10 bevestigd worden.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de toegevoegde tekening.

Fig. 1 toont in perspectivisch aanzicht een 15 tussenlegger volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont op kleinere schaal een zijaanzicht van de tussenlegger volgens fig. 1.

Fig. 3 toont op grotere schaal de neus van de tussenlegger volgens de uitvinding in zijaanzicht.

20 Fig. 4 toont het stuk honingraatplaat waaruit de neus volgens fig. 3 vervaardigd is in zijaanzicht.

Fig. 1 toont een tussenlegger 1 bestaande uit een strook honingraatpaneel 2 en een neus 3. De neus 3 is in het uitvoeringsvoorbeeld vervaardigd uit een stuk 25 honingraatplaat met dezelfde dikte als de strook honingraatpaneel 2.

In fig. 2 is duidelijk te zien, dat de neus 3 tweemaal zo dik is als de strook honingraatpaneel 2.

Fig. 3 toont de neus 3 in zijaanzicht op onge-30 veer ware grootte. De neus 3 bestaat uit twee zijgedeelten 4, 6 en een driehoekvormig tussengedeelte 5 dat aansluit tegen de zijgedeelten 4, 6. De zijgedeelten 4 en 6 zijn met hun deklagen 7 tegen elkaar aangelijmd. De deklagen 8, 9, 10 vormen één ononderbroken laag papier of karton.

3 5 Fig. 4 toont het stuk honingraatplaat 3 waaruit de neus 3 is samengesteld. In de plaat 3 zijn twee V-vormige groeven 13 aangebracht, die een tophoek van 90° 1001363 5 bezitten en die evenwijdig aan elkaar lopen. De groeven 13 bezitten een raaklijn ter hoogte van deklaag 7. Door de zijgedeelten 4 en 6 naar elkaar toe te vouwen, ontstaat aldus de neus 3. De V-vormige groeven 13 kunnen gevormd 5 zijn door het honingraatpaneel in de groeven 13 weg te snijden, maar de groeven 13 zijn bij voorkeur gevormd door twee met streeplijnen weergegeven sneden 12 aan te brengen, en het honingraatmateriaal in de groeven 13 vervolgens naar beneden weg te drukken. Het papier of karton van 10 de bovenste deklaag 7 zal daardoor een gedeelte van de zijden van de V-vormige groeven 13 vormen, zodat ook deze gedeelten tegen elkaar aangelijmd kunnen worden bij het vormen van de neus 3. De V-vormige groeven 13 lopen tot aan de onderste deklaag 8, 9, 10 zodat het stuk honing- 15 raatpaneel 3 niet uiteenvalt in drie losse onderdelen, maar de onderste deklaag 8, 9, 10 ononderbroken doorloopt en bij het vormen van de neus 3 slechts gevouwen wordt, waardoor deze deklaag 8, 9, 10 aan de neus 3 een grote stevigheid verschaft.

20 Volgens het uitvoeringsvoorbeeld is de tussen- legger 1 ruimt 3 meter lang, 80 mm breed en 20 mm dik. De neus 3 is 45 mm hoog, 40 mm dik en eveneens 80 mm breed.

Zoals in fig. 1 en 2 is aangegeven is de deklaag 9 van het driehoekvormige tussengedeelte 5 van het uitein-25 de van de strook honingraatpaneel 2 afgekeerd, zodat dit deklaaggedeelte 9 op de glasplaten komt te rusten tijdens het gebruik van de tussenlegger. De afschuifkrachten veroorzaakt door het gewicht van de tussenlegger worden hierdoor via de kortste weg doorgeleid naar de strook 30 honingraatpaneel 2, waardoor de neus 3 slechts een geringe hoogte behoeft te bezitten.

1001363

Claims

1. Tussenlegger voor platen, in het bijzonder breekbare platen zoals glasplaten, omvattend een strook dragermateriaal met bij één uiteinde een verdikking of neus, met het kenmerk, dat de neus vervaardigd is uit één 5 stuk honingraatplaat, dat ongedeeld tot een neus met een dikte van tenminste tweemaal de dikte van de honingraatplaat gevormd is.

2. Tussenlegger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stuk honingraatplaat waaruit de neus 10 vervaardigd is tenminste tweemaal over in hoofdzaak 90° omgezet is.

3. Tussenlegger volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het stuk honingraatplaat tweemaal omgezet is ter plaatse van twee in het stuk honingraatplaat aange- 15 brachte evenwijdige V-vormige groeven.

4. Tussenlegger volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de V-vormige groeven zodanig zijn aangebracht, dat de twee gedeelten ter weerszijden van de groeven na vervaardiging van de neus tegen elkaar aan 20 liggen.

5. Tussenlegger volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de neus zodanig op de strook dragermateriaal aangebracht is, dat het gedeelte van de honingraatplaat tussen twee omzettingen bij gebruik in contact komt 25 met de platen.

6. Tussenlegger volgens conclusie 3 of 4 of 5, met het kenmerk, dat de neus zodanig op de strook dragermateriaal aangebracht is, dat het gedeelte tussen de V-vormige groeven in het stuk honingraatplaat afgekeerd is 30 van het uiteinde van de strook dragermateriaal waar de neus op bevestigd is. 1001363

7. Tussenlegger volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de neus door ver lij men van het stuk honingraatplaat gevormd is, bij voorkeur met behulp van een hotmeltlijm.

8. Tussenlegger volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de strook dragermateriaal een strook honingraatpaneel is, waar de neus door verlij-men aan bevestigd is, bij voorkeur met behulp van een hotmeltlijm. 10 -o-o-o- 1001363