NL1001331C2 - Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels. - Google Patents

Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.

Info

Publication number
NL1001331C2
NL1001331C2 NL1001331A NL1001331A NL1001331C2 NL 1001331 C2 NL1001331 C2 NL 1001331C2 NL 1001331 A NL1001331 A NL 1001331A NL 1001331 A NL1001331 A NL 1001331A NL 1001331 C2 NL1001331 C2 NL 1001331C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
filter
water
fibers
filter device
filtering
Prior art date
Application number
NL1001331A
Other languages
English (en)
Inventor
Olav Hendrikus Koenders
Original Assignee
Olav Hendrikus Koenders
Johannus Hermanus Poels
Pieter Priester
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Olav Hendrikus Koenders, Johannus Hermanus Poels, Pieter Priester filed Critical Olav Hendrikus Koenders
Priority to NL1001331A priority Critical patent/NL1001331C2/nl
Priority to NL1004188A priority patent/NL1004188C2/nl
Priority to AU71478/96A priority patent/AU7147896A/en
Priority to DE69626134T priority patent/DE69626134T2/de
Priority to EP96932871A priority patent/EP0879323B1/en
Priority to PCT/NL1996/000385 priority patent/WO1997013042A1/en
Priority to ES96932871T priority patent/ES2192614T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL1001331C2 publication Critical patent/NL1001331C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B7/00Water main or service pipe systems
    • E03B7/07Arrangement of devices, e.g. filters, flow controls, measuring devices, siphons, valves, in the pipe systems
    • E03B7/074Arrangement of water treatment devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/11Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with bag, cage, hose, tube, sleeve or like filtering elements
    • B01D29/13Supported filter elements
    • B01D29/15Supported filter elements arranged for inward flow filtration
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D29/00Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor
    • B01D29/50Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition
    • B01D29/56Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition in series connection
    • B01D29/58Filters with filtering elements stationary during filtration, e.g. pressure or suction filters, not covered by groups B01D24/00 - B01D27/00; Filtering elements therefor with multiple filtering elements, characterised by their mutual disposition in series connection arranged concentrically or coaxially
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D35/00Filtering devices having features not specifically covered by groups B01D24/00 - B01D33/00, or for applications not specifically covered by groups B01D24/00 - B01D33/00; Auxiliary devices for filtration; Filter housing constructions
    • B01D35/14Safety devices specially adapted for filtration; Devices for indicating clogging
    • B01D35/153Anti-leakage or anti-return valves
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C02TREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02FTREATMENT OF WATER, WASTE WATER, SEWAGE, OR SLUDGE
    • C02F9/00Multistage treatment of water, waste water or sewage
    • C02F9/20Portable or detachable small-scale multistage treatment devices, e.g. point of use or laboratory water purification systems
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D2201/00Details relating to filtering apparatus
    • B01D2201/18Filters characterised by the openings or pores
    • B01D2201/182Filters characterised by the openings or pores for depth filtration

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Clinical Laboratory Science (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Treatment By Sorption (AREA)
  • Separation Using Semi-Permeable Membranes (AREA)
  • Domestic Plumbing Installations (AREA)

Description

Titel: Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.
De uitvinding heeft betrekking op een sanitairwaterinrichting volgens de kop van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend.
De bekende inrichting wordt bijvoorbeeld gebruikt voor 5 het tappen van drinkwater en water voor kook- en waswerkzaamheden in woonhuizen, bedrijven en instellingen. Uit onderzoek is gebleken dat water dat via een openbaar waterleidingnet wordt aangevoerd over het algemeen een onaanvaardbaar hoge concentratie vezels, in het bijzonder 10 asbestueuse vezels bevat. De concentratie van dergelijke vezels kan bijvoorbeeld liggen tussen enkele tienduizenden en enkele miljoenen vezels per liter water. Dit zijn concentraties vezels die voor mens en dier ongezond of zelfs levensbedreigend kunnen zijn. De vezels die via het water in 15 het menselijk of dierlijk lichaam komen hopen zich op in allerlei organen, zoals nieren en lever, en worden door het lichaam niet of nauwelijks meer afgegeven. Te hoge concentraties vezels in organen verminderen de werking van deze organen en verhogen bovendien de kansen op ziekten en 20 afwijkingen zoals kanker. Een groot deel van de vezels, in het bijzonder van de asbestueuse vezels die in het bijzonder schadelijk zijn komt in het water als gevolg van het gebruik van (asbest)vezelhoudende waterleidingen. Dit betekent dat verwijderen van de vezels in een waterzuivering weinig tot 25 geen nut heeft aangezien de vezels in hoofdzaak pas na de waterzuivering in het water terecht komen.
De uitvinding beoogt een sanitairwaterinrichting van de in de aanhef beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden. Daartoe wordt een sanitairwaterinrichting 30 volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen van het kenmerkende deel van conclusie 1.
Bij een sanitairwaterinrichting volgens de uitvinding worden vezels die in het vanuit bijvoorbeeld een openbaar waterleidingnet aangevoerde water zijn opgenomen uitgefilterd 1001331; 2 wanneer bijvoorbeeld consumptiewater wordt getapt. De filter-inrichting is op afstand van vezelhoudende, vezelverliezende waterleidingen aangebracht. Daardoor wordt verhinderd dat de consument tijdens het nuttigen van uit het tappunt getapt 5 water tevens vezels opneemt die de genoemde nadelen en gevaren zouden kunnen veroorzaken. Te meer daar geen kans bestaat dat alsnog vezels in het water worden opgenomen tussen de filter-inrichting en het betreffende tappunt aangezien inpandige waterleidingen algemeen van metaal of kunststof worden 10 vervaardigd.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een sanitair-waterinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
Door positionering van een filterinrichting nabij een 15 tappunt, zodanig dat slechts water voor dat betreffende tappunt door de betreffende filterinrichting stroomt, wordt er voor gezorgd dat veel minder vezels en bacteriën in de filter-inrichting komen dan bij positionering van de filterinrichting in een centrale aansluitleiding nabij de aanvoerleiding. Water 20 dat getapt moet worden voor andere dan consumptiedoeleinden, bijvoorbeeld voor wassen, de toilet en dergelijke kan immers langs de of elke filterinrichting passeren. De standtijd van een dergelijke filterinrichting is daardoor relatief lang en vergt bovendien relatief weinig onderhoud. Voorts wordt de 25 kans op gezondheidsproblemen als gevolg van de bacteriën daardoor aanzienlijk verkleind. In water dat via een centrale aanvoerleiding wordt aangevoerd bevindt zich bovendien veelal een relatief hoge concentratie bacteriën. Deze hebben als nadeel dat de kans bestaat dat daardoor de filterinrichting 30 vervuild of zelfs verstopt kan raken waardoor de werking daarvan wordt verminderd of zelfs te niet kan gaan. Bovendien bestaat de kans dat door vezels en bacteriën onaanvaardbare drukverliezen kunnen optreden.
Het is overigens uiteraard ook mogelijk verschillende 35 of zelfs alle tappunten in bijvoorbeeld een huis of bedrijf achter één filterinrichting aan te sluiten, waarbij ook 1 0 0 1 3 3 1 .; 3 verschillende filterinrichtingen achter elkaar kunnen worden geschakeld.
In een verdere uitvoeringsvorm wordt een sanitair-waterinrichting gekenmerkt door de maatregelen volgens 5 conclusies 4 en 5.
Een dieptefilter heeft het voordeel dat daarmee op bijzonder eenvoudige wijze een bijzonder goede en nauwkeurige filtering kan worden verkregen. Uit gezondheids- en veiligheidsredenen verdient het daarbij de voorkeur indien 10 grotendeels alle relatief grote vezels, dat wil zeggen bij voorkeur meer dan 99% van de vezels groter dan 5 micrometer, en een groot deel van de wat kleinere vezels, dat wil zeggen bij voorkeur meer dan 70% van de vezels groter dan 0,5 micrometer uit het water worden gefilterd. Asbestueuse vezels 15 die kleiner zijn dan 0,5 micrometer kunnen als minder schadelijk voor de gezondheid worden beschouwd.
Een vezelgrootte van meer dan 5 micrometer dient in deze begrepen te worden als een lengte van meer dan 5 micrometer. Daarbij wordt volgens een daarop betrekking 20 hebbende Nederlandse voornorm NVN 2339 en door de Nederlandse arbeidsinspectie gehanteerde gebruiksnormen uitgegaan van een maximale doorsnede van 3 micrometer en een lengte-diameter verhouding van 3:1. Voor andere vezellengten kunnen vergelijkbare normen worden gebruikt. Deze vezelafmetingen 25 dienen overigens slechts ter illustratie en beperken de uitvinding geenszins.
In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt een sanitairwaterinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
30 De bacteriologische en/of biologische filtreermiddelen bieden het voordeel dat daardoor bacteriën uit het water worden gefilterd voordat deze de filterinrichting voor de vezels kunnen bereiken. Daardoor worden de standtijd en de werking van de filterinrichting voor de vezels verlengd en 35 wordt tevens gezorgd voor relatief bacterie vrij water, hetgeen de gezondheid van gebruikers van de sanitairwaterinrichting ten goede komt.
1001331.
4 werking van de betreffende filtereenheid steeds kan worden gewaarborgd.
Het is met name bijzonder voordelig indien in de of elke waterleiding voor consumptiewater een filterinrichting 5 voor het tijdens gebruik uit het doorstromende water filteren van vezels wordt aangebracht. Daardoor wordt de belangrijkste bron van vezels in drinkwater weggenomen, op eenvoudige en veilige wijze.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een filter-10 inrichting voor gebruik bij een sanitairwaterinrichting volgens de uitvinding. Een dergelijke filterinrichting wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 9.
De behuizing maakt op eenduidige en eenvoudige wijze 15 plaatsing van de filterinrichting in een waterleiding mogelijk. Door de opbouw van de behuizing en de filtereenheid wordt er daarbij voor zorggedragen dat tijdens gebruik in hoofdzaak de volledige hoeveelheid water die door de behuizing stroomt door de filtereenheid wordt gevoerd, zodat maximale 20 filtering wordt verkregen.
Het is daarbij bijzonder voordelig indien het filter eenvoudig in de vorm van een patroon uitwisselbaar is met een andere, bijvoorbeeld een nieuw of gereinigd filter.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een 25 filterinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.
Een filter dat gedurende relatief lange tijd is toegepast zal in hoofdzaak vervuild zijn met asbest of dergelijke vezels en eventueel met bacteriën. Een dergelijk filter kan 30 niet zonder meer worden aangegrepen en worden weggegooid omdat dit als chemisch afval dient te worden aangemerkt. Door filtermiddelen vast in een verwisselbaar deel van de behuizing op te nemen onder vorming van een filtereenheid wordt het gevaar voor de omgeving als gevolg van asbestvezels en 35 bacteriën weggenomen. Immers, de filtermiddelen hoeven niet meer uit de behuizing genomen te worden. Toe- en afvoergaten kunnen eenvoudig worden afgedicht, bijvoorbeeld met doppen of 10 01 3 31 .' 5 met een automatische sluiting die reageert op het loskoppelen van het betreffende deel van de behuizing van de filter-eenheid. Daarna kan het geheel worden weggegooid, bij voorkeur op een speciaal daarvoor ingerichte plaats, bijvoorbeeld een 5 asbestcontainer, een chemisch afval container of een asbest-verwerkend bedrijf. Op deze wijze wordt met een filtereenheid volgens de uitvinding zowel de gezondheid van de water-gebruikers als het milieu gespaard.
In nadere uitwerking wordt een filterinrichting 10 volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusies 12 en 13.
Een op dergelijke wijze uitgevoerde behuizing maakt verwisseling van de filtereenheid en montage van de filter-inrichting bijzonder eenvoudig mogelijk.
15 In verdere uitwerking is het daarbij bijzonder voordelig indien een filterinrichting volgens de uitvinding verder wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusies 14 en 15.
Door afsluiting van de aansluitmiddelen in de 20 behuizing bij het ontkoppelen van ten minste een deel van de behuizing wordt het voordeel bereikt dat de filtereenheid c.q. het filter kan worden gehanteerd, bijvoorbeeld voor uitwisseling met een andere, zonder dat daarvoor de waterleiding-druk weggenomen hoeft te worden. Automatische werking van de 25 afsluitmiddelen biedt het voordeel dat de kans wordt weggenomen dat afsluiting van de aansluitmiddelen onverhoopt wordt vergeten. Het is daarbij overigens bijzonder voordelig indien de aansluitmiddelen aan het weg te nemen deel voor toe-en afvoer van het water naar de filtereenheid eveneens worden 30 afgesloten. Daarmee wordt verhinderd dat bij het wegnemen water uit de filtereenheid c.q. het weggenomen deel van de behuizing stroomt.
In nadere uitwerking wordt een filterinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens 35 conclusies 16 - 18.
Een dieptefilter, omvattende een nominaalfilter en een absoluut filter, beide voorzien van doorlatende poriën, maakt 1001331.
6 op eenvoudige wijze een bijzonder goede en nauwkeurig controleerbare filtratie van het water mogelijk. Het nominaal-filter kan aan de stroomopwaartse zijde van de filtereenheid worden geplaatst en heeft bij voorkeur een doorlatende porie-5 grootte voor het uitfilteren van vezels met een grootte in ten minste één richting van ten minste 5 micrometer. Van vezels groter dan 5 micrometer wordt aangenomen dat zij in het bijzonder gevaarlijk zijn voor mens en dier, reden waarom het de voorkeur geniet indien de filtereenheid zodanig is 10 ingericht dat zo veel mogelijk, bijvoorbeeld 99% of meer van deze vezels wordt weggefilterd. Het absoluut filter wordt dan aan de stroomafwaartse zijde van de filtereenheid geplaatst en heeft bij voorkeur een doorlatende poriegrootte voor het uitfilteren van vezels met een grootte in ten minste één 15 richting van ten minste 0,5 micrometer. Vezels groter dan 0,5 micrometer maar kleiner dan 5 micrometer zijn ook nog altijd gevaarlijk voor mens en dier, reden waarom het de voorkeur geniet indien de filtereenheid zodanig is ingericht dat veel, bijvoorbeeld 70% of meer van deze vezels wordt weggefilterd.
20 In een voordelige nadere uitwerking wordt een filter- inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 19.
Een ongeveer cilindervormig filter, waarbij het water de filtrerende wand vanaf de buitenzijde naar de binnenzijde 25 doorstroomt heeft als voordeel dat daarmee met een relatief klein volume een relatief groot filtrerend oppervlak wordt verkregen. Bij het door de filtrerende wand treden van het water wordt het aantal vezels minder naar mate het water verder in de wand is gedrongen, terwijl de omtrekslengte van 30 de filtrerende wand naar binnen toe steeds kleiner wordt. De filtrerende werking van het filter wordt daardoor aanmerkelijk verbeterd.
Een filterinrichting volgens de uitvinding wordt voorts in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm gekenmerkt 35 door de maatregelen volgens de conclusies 21 - 23.
In leidingwater zitten over het algemeen veel tot zeer veel bacteriën, welke deels schadelijk kunnen zijn voor 1 ü a 'i 3 5 t a 7 consumenten van het water. Bovendien zullen deze bacteriën de neiging vertonen een filterinrichting te verstoppen waardoor de werking van de filtereenheid aanmerkelijk wordt verminderd en bovendien het mogelijke debiet in de leiding afneemt.
5 Voorts zullen de bacteriën de neiging vertonen zich in de filtereenheid te vermenigvuldigen en door de filterende wand heen te groeien. Door bacteriegroei-remmende of -dodende middelen op te nemen in een filterinrichting volgens de uitvinding worden deze nadelen vermeden. Het is daarbij 10 bijzonder voordelige wanneer deze middelen een ultravioletlamp omvatten omdat een dergelijke inrichting eenvoudig in gebruik en constructie is, veilig is voor de gebruikers en de omgeving en geen andere invloed heeft op het water dan een zuiverende, bacteriegroei-remmende of -dodende. Door de lamp aan de 15 binnenzijde, dat wil zeggen aan de stroomafwaartse zijde van een filtrerende wand te positioneren is de bacteriegroei-remmende of -dodende werking het sterkst achter de filtermiddelen. Bovendien wordt daarmee verzekerd dat ook bacteriën die wel door de filtrerende wand treden ook worden 20 gedood.
Door positionering van de lamp of dergelijk middel aan de stroomopwaartse zijde van de filtermiddelen wordt het voordeel bereikt dat de bacterieën in het water in hoofdzaak de filtermiddelen niet bereiken. Overigens is het uiteraard 25 ook mogelijk zowel aan de stroomopwaartse als aan de stroomafwaartse zijde van de filtermiddelen een lamp of dergelijke op te stellen, waardoor beide voordelen worden bereikt.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een filter-30 eenheid voor gebruik bij een filterinrichting volgens de uitvinding, welke filtereenheid in een voordelige uitvoeringsvorm wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 24.
Door de filtrerende wand in stromingsgezien te voor-35 zien van poriën met afnemende doorsnede worden tijdens gebruik eerste de relatief grote vezels en gaandeweg de kleinere vezels uit het water gefilterd, waardoor de standtijd van een 10 013 3 1.
8 filtereenheid wordt vergroot, aangezien de grote vezels op het relatief grote buitenoppervlak van de filtrerende wand blijven zitten en de relatief kleinere poriën derhalve niet kunnen verstoppen.
5 De uitvinding heeft bovendien betrekking op een tap kraan, in het bijzonder geschikt voor gebruik bij een sanitairwaterinrichting volgens de uitvinding of bij een filterinrinchting volgens de uitvinding. Een dergelijke kraan wordt gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 26.
10 Doordat een kraan volgens de uitvinding is voorzien van aansluitmiddelen voor ten minste drie leidingen kunnen een koud- en warmwaterleiding worden aangesloten voor toevoer en menging van ongezuiverd, dat wil zeggen ongefilterd water, terwijl de tapkraan via de derde aansluitmiddelen geschikt is 15 voor het aanvoeren van gefilterd water naar de derde doseer-kraan voor gebruik als water voor consumptiedoeleinden, bijvoorbeeld als drinkwater of voor het bereiden van eten en dergelijke. Het voordeel van gebruik van een dergelijke tapkraan is dat slechts het voor consumptie bedoelde water 20 gefilterd wordt zodat de standtijd van de filtereenheid aanmerkelijk wordt verhoogd.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijze voor het uit leidingwater filteren van vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels, waarbij een aantal filter-25 inrichtingen wordt opgenomen in een leidingnet voor water, in het bijzonder voor consumptie bedoeld water, waarbij in de of elke filterinrichting door een filter vezels worden gefilterd uit door het filter stromend water, waarbij de uit het water gefilterde vezels op of in de of elke filterinrichting achter-30 blijven en daaruit door een gebruiker periodiek kunnen worden verwijderd, bij voorkeur te zamen met althans een deel van het filter. Gebruik van een dergelijke werkwijze heeft gezondheid verhogende voordelen.
Nadere voordelige uitwerkingen van de inrichtingen en 35 werkwijze volgens de uitvinding zijn gegeven in de overige volgconclusies en de beschrijving.
1 0 0 1 3 3 i 9
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uit-voeringsvoorbeelden van een sanitairwaterinrichting, een filterinrichting, een filtereenheid, een tapkraan en een werkwijze, onder verwijzing naar de tekening, worden 5 beschreven. Daarin toont: fig. 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een sanitairwaterinrichting volgens de uitvinding; fig. 2 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een sanitairwaterinrichting volgens de uitvinding; 10 fig. 3 een filterinrichting volgens de uitvinding in een eerste uitvoeringsvorm, in doorgesneden zij-aanzicht volgens de lijn III - III in fig. 4; fig. 3A een alternatieve uitvoeringsvorm van een basisdeel voor een filterinrichting volgens de uitvinding; 15 fig. 4 een filterinrichting in gedeeltelijk doorgesneden boven-aanzicht, volgens de lijn IV - IV in fig. 3; fig. 5 een filterinrichting volgens de uitvinding in gedeeltelijk doorgesneden zij-aanzicht, in een tweede uit-20 voeringsvorm; en fig. 6 een kraan volgens de uitvinding, voorzien van middelen voor het aansluiten van drie leidingen.
In fig. 1 is een sanitairwaterinrichting 1 getoond zoals bijvoorbeeld geschikt voor gebruik in een woonhuis, een 25 bedrijf, een instelling of dergelijke. In de beschrijving zal ter vereenvoudiging steeds worden uitgegaan van een woonhuissituatie. De sanitairwaterinrichting 1 is via een aansluit-leiding 2 aangesloten op een aanvoerleiding 3, bijvoorbeeld een waterleiding van een openbaar waterleidingnet. De aan-30 sluitleiding 2 vertakt zich binnenshuis in een groot aantal tapleidingen 4 die elk eindigen, eventueel via verdere vertakkingen, in een tappunt 5, bijvoorbeeld een wasmachine-kraan 5A, een douchekraan 5B, een WC-kraan 5C, een buitenkraan 5D of een kraan 5E bij een aanrecht of wastafel.
35 Bovendien leidt een leiding 6 naar een warmwatervoorziening 7, bijvoorbeeld een boiler, een geiser of een centrale-verwarmingsinrichting.
1001331.
10
Transport- en andere leidingen van een openbaar leidingnet zijn over het algemeen opgebouwd uit asbest-cement of dergelijke vezelhoudende en vezel afgevende materialen. Bij doorstroming van deze leidingen met water onder relatief hoge 5 druk komt een groot aantal vezels vrij uit de wand van de leidingen. Deze vezels worden opgenomen in het water en naar de op het openbare leidingnet aansluitende sanitairwater-inrichtingen gevoerd. Van daaruit worden deze via de tap-middelen bij bijvoorbeeld directe waterconsumptie of bij 10 gebruik van het water voor voedsel- en drankbereiding afgegeven aan mens en dier. Deze organismen raken de vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels, niet meer kwijt. Vaak wordt een hoeveelheid tussen de 40.000 en 2.000.000 vezels per liter gevonden, terwijl voor de gezondheid van gebruikers 15 slechts een fractie van dat aantal vezels toegestaan mag worden. Ter illustratie, normen voor asbestvezels in lucht zoals de Nederlandse voornorm VNV 2939, staan slechts een tiental vezels per liter lucht toe, groter dan 5 μπι.
In de aansluitleiding 2 is een watermeter 8 opgenomen. 20 Direct achter de watermeter 8 of althans voor de vertakkingen 4 is bovendien een filterinrichting 9 opgenomen in de aansluitleiding 2, voor het uit het water filteren van althans een groot aantal van de in het water aanwezige vezels, in het bijzonder vezels met een afmeting van meer dan 0,5 25 micrometer. De opbouw en werking van de filterinrichting 9 zullen nog nader worden toegelicht, in het bijzonder aan de hand van de fign. 3-5. In stromingsrichting gezien voor de filterinrichting 9 is bovendien in de aansluitleiding 2 een bacteriegroei-remmende of bacterie-dodende inrichting 10 30 opgenomen die althans grotendeels verhindert dat bacteriën de filterinrichting 9 en eventueel het daarachter gelegen leidingnet kunnen bereiken.
Doordat de filterinrichting 9 in deze uitvoeringsvorm van een sanitairwaterinrichting 1 in de centrale aansluit-35 leiding 2 is aangebracht is voor de gehele sanitairwaterinrichting 1 slechts één filterinrichting 9 noodzakelijk, hetgeen voordelig is in installatie en onderhoud. Dit is met 1 0 0 1 3 3"» 11 name geschikt wanneer relatief weinig vezels in het water worden aangetroffen.
In fig. 2 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een sanitairwaterinrichting volgens de uitvinding. Bij 5 deze uitvoeringsvorm is in een aantal eerste leidingen 4 een filterinrichting 9 opgenomen, in de nabijheid van de betreffende tapkraan 5. De filterinrichting 9 kan althans qua opbouw en gebruik overeenkomen met een filterinrichting 9 volgens de fign. 3-5. Met name of alleen in tapleidingen 4 10 die uitmonden in een tappunt 5 voor water dat is bedoeld voor consumptie door mens of dier is in deze uitvoeringsvorm een dergelijke filterinrichting 9 opgenomen. Daardoor wordt het voordeel bereikt dat tijdens gebruik slechts een gedeelte van het totale volume water dat de watermeter 8 passeert door een 15 filterinrichting 9 stroomt, namelijk dat deel van het volume dat bedoeld is voor menselijke of dierlijke consumptie. Aangezien het grootste deel van het volume water voor andere doeleinden wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor wassen, afwassen, sproeien van een tuin, reinigingswerkzaamheden, aquaria of 20 verwarmingssystemen wordt daarmee de standtijd van een filter 11 in de betreffende filterinrichtingen 9 aanzienlijk vergroot.
Uiteraard is het ook mogelijk zowel voor de vertakkingen 4 als nabij een aantal kranen 5 een filter-25 inrichting 9 aan te brengen. Daarmee kan bijvoorbeeld centraal relatief grof worden gefilterd, waarna het voor consumptie bedoelde water nog fijn kan worden nagefilterd. Daarmee wordt verhinderd dat beschadigingen optreden van voor grove vezels gevoelige apparatuur in het leidingnet, terwijl de standtijd 30 van het filter 11 in de centrale filterinrichting 9 wordt verlengd. In elk van de mogelijke uitvoeringsvormen kan een bacteriegroei-remmende of bacterie-dodende inrichting 10 worden opgenomen nabij één van de, een reeks of alle filter-inrichtingen, dat wil zeggen zowel in de aansluitleiding 2 35 nabij de watermeter 8 als in de tapleidingen 4 die de aftakkingen vormen.
10 0': : 12
In fig. 3 en 4 is een eerste uitvoeringsvorm getoond van een filterinrichting 9 volgens de uitvinding. Deze filter-inrichting 9 omvat een behuizing 12 en een daarin opgenomen filter 11. De behuizing 12 omvat een in hoofdzaak cilindrisch 5 basisdeel 13 en een daarmee eenvoudig losmaakbaar verbonden filtereenheid 14. Vanaf het basisdeel 13 strekt zich in de getoonde uitvoeringsvorm een gehoekte ophangbeugel 15 uit waarmee de filterinrichting 9 vast verbindbaar is met bijvoorbeeld een muur 16. De lengteas L van het basisdeel 13 10 strekt zich daarbij bij voorkeur ongeveer verticaal uit.
Het basisdeel 13 is in gemonteerde toestand aan de bovenzijde voorzien van eerste aansluitmiddelen 17 voor een wateraanvoerleiding 18 en tweede aansluitmiddelen 19 voor een waterafvoerleiding 20. De aansluitmiddelen 17, 19 kunnen 15 bijvoorbeeld soldeerbare of lijmbare middelen zijn, of bijvoorbeeld klem- of schroefkoppelingen. Het basisdeel 13 is aan de van de aansluitmiddelen 17, 19 afgekeerde zijde voorzien van een tussenring 100. De tussenring 100 is aan de naar de aansluitmiddelen 17, 19 gekeerde zijde voorzien van een 20 zich nabij de omtreksrand uitstrekkende annulaire verdieping 21 en een centrale buisvormige doorgang 22. Tussen de verdieping 21 en doorgang 22 strekt zich derhalve een annulaire wand 23 uit. Tussen het basisdeel 13 en de tussenring 100 is een tweetal pakkingen 104 opgenomen voor een 25 waterdichte aansluiting. De eerste aansluitmiddelen 17 staan tijdens gebruik in fluïdumverbinding met de eerste verdieping 21, de tweede aansluitmiddelen 19 staan tijdens gebruik in fluïdumverbinding met de tweede doorgang 22. Vanaf de bodem van de verdieping 21 strekt zich een groot aantal 30 eerste doorgangen 24 uit tot aan de van de aansluitmiddelen 17, 19 afgekeerde zijde van de tussenring 100, ongeveer evenwijdig aan de lengteas L van het basisdeel 13.
Aan de van de verdieping 21 afgekeerde zijde is de tussenring 100 voorzien van een annulaire groef 101, gelegen tussen 35 de open einden van de eerste 21 en tweede doorgangen 22.
De filtereenheid 14 omvat een in hoofdzaak cilindrische mantel 25 die aan één einde 26 is afgesloten door 1001331a 13 een eindwand 27, terwijl de tegenoverliggende zijde 28 open is uitgevoerd. Het open einde 28 heeft een zodanige binnen-doorsnede dat de mantel 25 passend en ten minste, eventueel met behulp van een pakking 34 waterdicht afsluitend kan 5 aanliggen tegen het basideel 13. Voor de verbinding van de mantel 25 met het basisdeel 13 zijn bajonetverbindings-middelen 102, 103 aangebracht. Een in hoofdzaak busvormig, cilindrisch filter 11 is binnen de mantel 25 opgesloten, waarbij de lengte-assen L van de mantel 25, het filter 11 en 10 het basisdeel 13 in gemonteerde toestand ongeveer samenvallen.
Het filter 11 is van het dieptefiltertype en heeft een eerste, buitengelegen laag 29 met relatief grote poriën 30 en een tweede, binnengelegen laag 31 met relatief kleine poriën 32. De eerste 29 en tweede laag 31 zijn innig met 15 elkaar verbonden. De doorsnede van de centrale doorgang in het filter 11 is kleiner dan de doorsnede van de annulaire groef 101. De doorsnede van de buitenomtrek van het filter is groter dan de doorsnede van de annulaire groef 101. Het filter 11 kan derhalve met een naar het basisdeel 13 gekeerd 20 eerste einde passend aansluiten op en/of in de annulaire groef 101 in het basisdeel 13 en daartegen waterdicht afsluiten, bijvoorbeeld met behulp van een pakking 33. De mantel 25 is aan de binnenzijde van de eindwand 27 voorzien van een tweede annulaire ring 35 die passend en, eventueel met 25 behulp van een pakking 36, waterdicht kan afsluiten tegen het tweede einde van het filter 11. Het filter 11 heeft een axiale lengte die zodanig is gekozen dat bij op het basisdeel 13 gemonteerde mantel 25 met daarin opgenomen filter 11 het filter 11 enerzijds afdichtend aansluit tegen het basisdeel 13 30 en anderzijds afdichtend aansluit tegen de mantel 25.
Tijdens gebruik verdeelt het filter 11 de binnenruimte van de filterinrichting 9 derhalve in twee ruimten. De eerste ruimte 37 is buiten het filter 11 gelegen en staat direct in fluïdumverbinding met de wateraanvoerleiding 18, de tweede 35 ruimte 38 is binnen het filter 11 gelegen en staat direct in fluïdumverbinding met de waterafvoerleiding 20. De eerste 37 1001331 14 en tweede ruimte 38 staan slechts in fluïdumverbinding met elkaar via de poriën 30, 32 van het filter.
Ter illustratie wordt een aantal maten voor een filterinrichting volgens de uitvinding gegeven, welke echter 5 slechts als voorbeeld en in geen enkel opzicht als beperkend dienen te worden opgevat. Een filterinrichting 9 kan bijvoorbeeld een lengte hebben van 310 mm en een doorsnede van 100 mm. Het filter heeft dan bijvoorbeeld en lengte van 244 m, een buitendoorsnede van meer dan 57 mm en een binnendoorsnede 10 van minder dan 50 mm. Het filter 11 is bijvoorbeeld vervaardigd uit doek of folie. De buitenste laag 29 heeft bijvoorbeeld poriën 30 met een doorsnede van ongeveer 5 micrometer, de binnenste laag 31 poriën 32 met een doorsnede van ongeveer 0,5 micrometer. Een voor gebruik in een inrichting 15 volgens de uitvinding geschikt filter is bijvoorbeeld een filter dat onder de handelsnaam COAX® op de markt wordt gebracht door de firma Corning Costar Ine. in de USA. Een dergelijk filter is vervaardigd uit twee componenten, te weten een vezelbundel vervaardigd uit polypropeen en een mantel 20 vervaardigd uit polyetheen. Een dergelijk filter heeft het voordeel ten opzichte van filters met een afwijkende opbouw dat de pakkingsdichtheid (packing density) van de structuur niet verandert bij toe- of afname van de vloeistofdruk in de filterinrichting. Bovendien heeft een dergelijk filter 25 uitmuntende filtereigenschappen en blijft de doorstroomtijd van water door het filter gedurende de gebruikstijd (de zogenaamde standtijd) constant. Vergelijkbare filters worden bijvoorbeeld ook geleverd door de firma’s Filtertite, Pali en Millipore in de USA. Bij een uitvoeringsvorm volgens de 30 uitvinding kan bijvoorbeeld bij een flowrate van 18 1/min en een waterdruk van 1 bar een drukverschil tussen de beide zijden van het filter op ongeveer 10% of minder worden gehouden, hetgeen over het algemeen aanvaardbaar is. Ten minste de maten en verhoudingen van de poriën zijn in de 35 tekening voor de duidelijkheid vergroot en niet waarheidsgetrouw weergegeven.
1 0 01 3 3 1.' 15
Een filterinrichting volgens de uitvinding kan als volgt worden gebruikt.
De filterinrichting 9 wordt bevestigd aan een wand 16 en een aanvoerleiding 18 en afvoerleiding 20 worden 5 respectievelijk aan de eerste 17 en tweede aansluitmiddelen 19 bevestigd. Vervolgens wordt water onder druk via de aanvoerleiding 18 en de doorgangen 24 in de eerste ruimte 37 buiten het filter 11 maar binnen de mantel 25 gevoerd. Als gevolg van de waterdruk wordt het water door de filterwand geperst, eerst 10 door de eerste poriën 30, vervolgens door de tweede poriën 32. Vanuit de tweede poriën stroomt het water vervolgens door de tweede ruimte 38 en verlaat de filterinrichting 9 door de tweede doorgang 22 naar de waterafvoerleiding 20, bijvoorbeeld in de richting van een waterkraan 5 zoals getoond in fig. 1 en 15 2. De wateraanvoerleiding 18 en de waterafvoerleiding 20 vormen daarbij een gedeelte van de aansluitleiding 2 en/of een tapleiding 4.
Tijdens het doorstromen van het filter 11 worden vezels die in het water zijn opgenomen, in het bijzonder 20 asbestueuse vezels uit het water gefilterd in ten minste twee stappen. In eerste instantie blijven ten minste vezels die de eerste poriën niet kunnen passeren op de buitenzijde van het filter 11 of eventueel in de eerste poriën 30 achter. De buitenste laag 29 fungeert derhalve als een voorfilter.
25 Vervolgens passeert het water de tweede laag 31 waarbij vezels die de eerste poriën 30 blijkbaar wel, maar de tweede poriën 32 niet kunnen passeren achterblijven in het filter 11, eventueel in de tweede poriën 32. De tweede laag 31 fungeert als een eindfilter. Bij toepassing van een filter 11 zoals als 30 voorbeeld boven beschreven wordt ten minste 60% en bij voorkeur meer dan 90% van de vezels groter dan 0,5 micrometer en ten minste 75% en bij voorkeur meer dan 99% van de vezels groter dan 5 micrometer afgevangen in het filter 11. Het water dat het filter 11 is gepasseert is daardoor veilig en geschikt 35 voor consumptie, althans voor wat betreft daarin opgenomen vezels.
10 01 3 3 1.
16
Na afloop van de standtijd van het filter 11, dat wil zeggen wanneer het filter 11 zodanig met vezels of anderszins is vervuild dat de functie geheel of grotendeels verloren gaat of te veel waterdrukverlies optreedt, dient het filter 11 te 5 worden vervangen. Daartoe wordt bij de filterinrichting 9 zoals getoond de filtereenheid 14 losgenomen van het basisdeel 13 nadat de waterdruk is weggenomen. De filtereenheid 14 is daarbij bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat deze in zijn geheel, dat wil zeggen mantel 25 en filter 11 kan worden 10 uitgewisseld. De mantel 25 is bij voorkeur vervaardigd uit een recyclebare kunststof, bijvoorbeeld polyetheen, en is in een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm vervaardigd uit reeds gerecyclede kunststof.
De filtereenheid 14 dient na gebruik beschouwd te 15 worden als chemisch afval. Ten einde vervuiling van en gevaar voor de omgeving te verhinderen na verwijdering zijn (in de tekening niet getoonde) afsluitmiddelen voorzien voor het afsluiten van de openingen in de filtereenheid. Deze afsluit-middelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door een afsluit-20 dop die passend over de mantel 25 kan worden aangebracht.
In een voordelige uitvoeringsvorm, zoals getoond in fig. 3A, is het basisdeel 13 voorzien van een tweetal kogel-kranen 105 waarmee respectievelijk de wateraanvoerleiding 18 en de waterafvoerleiding 20 worden afgesloten bij verwijdering 25 van de filtereenheid 14. Daarmee wordt het voordeel bereikt dat de filtereenheid 14 kan worden verwisseld zonder dat daartoe eerste de waterdruk van de gehele sanitairwater-inrichting 1 dient te worden weggenomen. De kogelkranen 105 kunnen overigens uiteraard ook als andersoortige kranen worden 30 uitgevoerd en kunnen handmatig of automatisch bedienbaar zijn, bijvoorbeeld onder invloed van een verdraaiing van de mantel 25 ten opzichte van het basisdeel 13.
Fig. 5 toont en alternatieve uitvoeringsvorm van een filterinrichting volgens de uitvinding. Deze filterinrichting 35 heeft in hoofdzaak dezelfde opbouw en functie als de bovenbeschreven uitvoeringsvorm en gelijke delen zijn met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. Bij deze uitvoeringsvorm zijn 1001 331.
17 echter bacterie-dodende of althans bacteriegroei-remmende middelen 40 in de filterinrichting 9 opgenomen. Daartoe strekt zich concentrisch binnen de tweede ruimte 38 een doorzichtig huisdeel 41 uit, waarbinnen een ultraviolet licht 5 verspreidende lamp 42 is opgesteld welke via een aansluit-snoer 43 aansluitbaar is op een electriciteitsnet of andere voeding. Tijdens gebruik worden bacteriën die zich in het water bevinden en in het filter 11 terecht komen door het ultraviolette licht gedood of althans in hun groei geremd.
10 Bovendien wordt daardoor verhinderd dat de bacteriën door het filter heen groeien. Het is namelijk zo dat de meeste bacteriën die zich in het water bevinden een filter zoals bovenstaand beschreven niet kunnen passeren in het water maar wel door het filter 11 heen kunnen groeien. Het ultraviolette 15 licht zorgt er derhalve voor dat het water dat de filter-inrichting verlaat relatief bacterievrij is.
De bacterie-dodende of bacteriegroei-remmende middelen hebben het voordeel dat daardoor de standtijd van het filter 11 aanmerkelijk wordt verlengd, hetgeen ten minste 20 voordelig is voor zowel de gebruikers als het milieu.
In fig. 6 is een tapkraan 50 getoond die in het bijzonder voordelig is bij gebruik in een sanitairwater-inrichting volgens de uitvinding. Deze tapkraan 50 is van het mengkraan-type en is op gebruikelijke wijze voorzien van een 25 tweetal aansluitmiddelen 51 voor respectievelijk een warm- waterleiding en een koudwaterleiding. Via een eerste en tweede regelkraan 52 respectievelijk 53 kunnen warm en koud water worden gemengd en via een uitloop 54 worden afgegeven. De eerste 52 en tweede regelkraan 53 kunnen afzonderlijk 30 bedienbaar zijn of zijn uitgevoerd als een thermostaatkraan.
De tapkraan 50 is voorts voorzien van derde aansluitmiddelen 55 voor aansluiting daarop van een waterafvoer-leiding 20 van een filterinrichting 9 en een derde regelkraan 56 voor regeling van de afgifte van gefilterd water. Een 35 tapkraan 50 volgens de uitvinding heeft het voordeel dat met één kraan zowel gefilterd, voor consumptie geschikt gemaakt water als "gewoon", ongefilterd water kan worden afgegeven.
1001331.
18
Een dergelijke tapkraan 50 is overigens ook geschikt voor gebruik bij andersoortige watervoorzieningsinrichtingen, bijvoorbeeld één waarbij instantaan kokend water of chloorvrij water kan worden aangevoerd naast "gewoon" water.
5 De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de figuren weergegeven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk. Zo kan een filterinrichting volgens de uitvinding op velerlei wijzen in een waterleiding worden opgenomen, bijvoorbeeld zodanig dat de aansluitmiddelen 10 voor een aanvoer- en afvoerleiding aan tegenovergeleg zijden zijn opgenomen of zich in een richting uitstrekken ongeveer haaks of althans een hoek insluitend met de lengte-as van het filter. Bovendien kan het filter bijvoorbeeld vlak worden uitgevoerd, waarbij water vanaf één zijde van het filter 15 tijdens gebruik naar de tegenoverliggende zijde stroomt.
Voorts kan de filterinrichting deel uitmaken van bijvoorbeeld een tapkraan of een watermeter.
Een basisdeel en een mantel van een filterinrichting kunnen anders worden uitgevoerd en bijvoorbeeld door een 20 schroefdraadverbinding of met behulp van klikranden koppelbaar zijn, waarbij het filter eventueel los van de mantel verwisselbaar kan worden uitgevoerd. De bacterie-dodende of bacteriegroei-remmende middelen kunnen anderszins worden uitgevoerd, bijvoorbeeld los van de filterinrichting of in de 25 vorm van chemische middelen. Het ultraviolet licht kan worden verkregen met behulp van andere middelen, bijvoorbeeld een lichtfilter.
Het filter kan in bepaalde uitvoeringsvormen slechts één filterlaag omvatten of meer dan twee lagen, bijvoorbeeld 30 wanneer nog nauwkeuriger gefilterd dient te worden. Elke filterlaag kan één maat poriën hebben of zijn uitgevoerd met verschillende maten poriën. Bovendien kunnen andere filter-materialen worden gebruikt, bijvoorbeeld filtermaterialen die door chemische en/of mechanische middelen bepaalde vezels, in 35 het bijzonder asbestueuse vezels aan zich binden. Voorts kan een filterinrichting volgens de uitvinding worden gecombineerd met andere filtermiddelen, bijvoorbeeld voor het uit het water 1 0 31 3 3 1 .
19 filteren van chloor of kalk, terwijl de kraan kan zijn voorzien van meer dan drie aansluitmiddelen.
Deze en vele andere aanpassingen worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
100-331.

Claims (28)

1. Sanitairwaterinrichting, omvattende een aanvoerleiding en een aantal tappunten, met het kenmerk, dat tussen de aanvoerleiding (3) en het of ten minste één tappunt (5) een filterinrichting (9) in de sanitairwaterinrichting (1) is 5 opgenomen voor het uit het tijdens gebruik door de filter-inrichting (9) stromende water filteren van vezels, in het bijzonder asbestueuze vezels.
2. Sanitairwaterinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de of elke filterinrichting (9) nabij een tappunt 10 (5) is aangebracht.
3. Sanitairwaterinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de filterinrichting (9) direct aansluit op de aanvoerleiding (3), waarbij een reeks tappunten (5A-E) is voorzien op afstand van de filterinrichting (9).
4. Sanitairwaterinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de of elke filterinrichting (9) van het dieptefiltertype is.
5. Sanitairwaterinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de filterinrichting (9) is 20 ingericht voor het uitfilteren van meer dan 60% en bij voorkeur ten minste 90% van de vezels met een lengte van ten minste 0,5 micrometer en meer dan 75%, bij voorkeur ten minste 99% van de vezels met een lengte van meer dan 5 micrometer.
6. Sanitairwaterinrichting volgens één der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat bij de of elke filter- inrichting (9) bacteriologische en/of biologische foltermiddelen (10, 40), in het bijzonder bacteriegroei-remmende of bacterie-dodende middelen zijn opgenomen.
7. Sanitairwaterinrichting volgens één der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de of elke filterinrichting (9) een uitwisselbare filtereenheid (11, 14) omvat. 1001331.
8. Sanitairwaterinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de of elke filterinrichting (9) is opgenomen in een waterleiding (4) voor een tappunt (5) voor consumptiewater.
9. Filterinrichting voor het uit stromend water filteren van vezels, in het bijzonder asbestueuze vezels, voor gebruik bij een sanitairwaterinrichting volgens één der voorgaande conclusies, omvattende een behuizing (12) met aansluitmiddelen (17, 18) voor een aanvoerleiding (18) en een afvoerleiding 10 (20), waarbij binnen de behuizing (12) een filter (11) is opgesloten die de aansluitmiddelen (17) voor de aanvoerleiding (18) scheidt van de aansluitmiddelen (19) voor de afvoerleiding (20), zodanig dat tijdens gebruik water dat van de aanvoerleiding (18) naar de retourleiding (20) stroomt het 15 filter (11) moet passeren, waarbij het filter (11) zodanig is ingericht dat vezels die in het water zijn opgenomen in hoofdzaak aan de naar de aansluitmiddelen (17) voor de aanvoerleiding (18) gekeerde zijde in of op het filter (11) achterblijven.
10. Filterinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het filter (11) patroonvormig is en eenvoudig binnen de behuizing (12) plaatsbaar is en daaruit uitneembaar voor vervanging door een ander filterpatroon (11).
11. Filterinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, 25 dat het filter (11) vast is verbonden met een van de behuizing (12) losneembaar en integraal uitwisselbaar deel (14).
12. Filterinrichting volgens één der conclusies 10 of 11, met het kenmerk, dat de behuizing (12) ten minste twee koppelbare delen (13, 14) omvat, waarbij een eerste deel (13) 30 de aansluitmiddelen (17, 19) voor de aanvoerleiding (18) en de afvoerleiding (20) omvat en waarbij een tweede deel (14) het filter (11) omvat.
13. Filterinrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het tweede deel (14) met behulp van een bajonetkoppeling 35 of dergelijke koppelmiddelen (102, 103) eenvoudig koppelbaar en ontkoppelbaar te verbinden is met het eerste deel (13) . 10 013 3 1.
14. Filterinrichting volgens één der conclusies 10 - 13, met het kenmerk, dat de behuizing (12) middelen (105) omvat voor het afsluiten van ten minste de aansluitmiddelen (17, 19) voor de aanvoerleiding (18) en de afvoerleiding (20) wanneer de 5 filtereenheid (11, 14) wordt verwijderd of vervangen.
15. Filterinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen (105) zijn ingericht voor automatische in werking treding bij ontkoppeling van althans een deel van de behuizing (12).
16. Filterinrichting volgens één der conclusies 9 - 15, met het kenmerk, dat het filter (11) van het dieptefiltertype is.
17. Filterinrichting volgens één der conclusies 9 - 16, met het kenmerk, dat het filter (11) een voorfilter (29) en een eindfilter (31) omvat.
18. Filterinrichting volgens één der conclusies 9-17, met het kenmerk, dat het filter (11) is ingericht voor het uit stromend water filteren van meer dan 60% en bij voorkeur ten minste 90% van de vezels met een lengte van ten minste 0,5 micrometer en meer dan 75% en bij voorkeur ten minste 99% van 20 de vezels met een lengte van ten minste 5 micrometer.
19. Filterinrichting volgens één der conclusies 9 - 18, met het kenmerk, dat het filter (11) buisvormig is en een uit ten minste twee lagen materiaal (29, 31) gevormde wand omvat, waarbij het filter (11) in binnen de behuizing (12) opgesloten 25 stand een binnenste (38) en een buitenste kamer (37) begrenst, waarbij de binnenste kamer (38) in hoofdzaak wordt gevormd door de binnenzijde van het buisvormige filter (11) en in fluïdumverbinding staat met de aansluitmiddelen (19) voor de afvoerleiding (20), terwijl de buitenste kamer (37) in 30 hoofdzaak wordt begrensd door de buitenzijde van het filter (11) en een deel van de binnenzijde van de behuizing (12), waarbij de buitenste kamer (38) in fluïdumverbinding staat met de aansluitmiddelen (17) voor de aanvoerleiding (18).
20. Filterinrichting volgens één der conclusies 9 - 19, met 35 het kenmerk, dat de filterinrichting (9) is ingericht voor aansluiting op een tapkraan (5). i 0 0 1 3 3 ·»
21. Filterinrichting volgens één der conclusies 9 - 20, met het kenmerk, dat de filterinrichting (9) bacteriegroei-remmende en/of bacterie-dodende middelen (10, 40) omvat.
22. Filterinrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, 5 dat de bacteriegroei-remmende en/of bacterie-dodende middelen (10, 40) een ultravioletlamp of dergelijke ultraviolet licht opwekkende middelen (42) omvatten.
23. Filterinrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de ultravioletlamp (42) zich aan de naar de aansluit- 10 middelen (19) voor de afvoerleiding (20) gekeerde zijde van het filter (11) uitstrekt, bij voorkeur direct achter een of de filtrerende wand (29, 31) van het filter (11).
24. Filtereenheid voor gebruik bij een sanitairwater-inrichting volgens één der conclusies 1 - 8 of een filter- 15 inrichting volgens één der conclusies 9-23.
25. Filtereenheid volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de filtereenheid een filtrerende wand heeft die uit ten minste twee lagen (29, 31) bestaat, waarbij een tijdens gebruik naar de aanvoerzijde voor te filtreren water gekeerde laag (29) 20 grotere poriën (30) voor het doorlaten van water heeft dan de of elke aan de tegenoverliggende zijde gelegen laag (31).
26. Tapkraan, in het bijzonder geschikt voor gebruik bij een sanitairwaterinrichting volgens één der conclusies 1-8, welke tapkraan van het mengkraantype is met eerste en tweede 25 aansluitmiddelen voor respectievelijk een aanvoerleiding voor warm water en een aanvoerleiding voor koud water, met het kenmerk, dat de tapkraan (50) is voorzien van ten minste derde aansluitmiddelen (55) voor een aanvoerleiding voor gefilterd water, waarbij doseermiddelen (56) zijn voorzien voor het 30 tijdens gebruik doseren van het debiet van door de tapkraan stromend gefilterd water.
27. Werkwijze voor het uit leidingwater filteren van vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels, waarbij een aantal filterinrichtingen wordt opgenomen in een leidingnet voor 35 water, in het bijzonder voor consumptie bedoeld water, waarbij in de of elke filterinrichting (9) door een filter (11) vezels worden gefilterd uit door het filter (11) stromend water, 1001331« waarbij de uit het water gefilterde vezels op of in de of elke filterinrichting (9) achterblijven en daaruit door een gebruiker periodiek kunnen worden verwijderd, bij voorkeur te zamen met althans een deel van het filter (11).
28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de of elke filterinrichting (9) nabij een tappunt (5) wordt aangebracht, waarbij elke filterinrichting (9) met een nabij gelegen tappunt (5) in fluïdumverbinding wordt gebracht met een leidingdeel (4) dat althans nagenoeg geen vezels in door-10 stromend water loslaat. 1001 ,
NL1001331A 1995-10-03 1995-10-03 Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels. NL1001331C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001331A NL1001331C2 (nl) 1995-10-03 1995-10-03 Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.
NL1004188A NL1004188C2 (nl) 1995-10-03 1996-10-03 Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.
AU71478/96A AU7147896A (en) 1995-10-03 1996-10-03 Sanitary water apparatus with filtering apparatus for fibers, in particular asbestos fibers
DE69626134T DE69626134T2 (de) 1995-10-03 1996-10-03 Trinkwasseranlage mit filtereinrichtung für fasern, insbesondere asbestfasern, und ein verfahren zum filtern von leitungswasser
EP96932871A EP0879323B1 (en) 1995-10-03 1996-10-03 Sanitary water apparatus with filtering apparatus for fibers, in particular asbestos fibers, and a method of filtering mains water
PCT/NL1996/000385 WO1997013042A1 (en) 1995-10-03 1996-10-03 Sanitary water apparatus with filtering apparatus for fibers, in particular asbestos fibers
ES96932871T ES2192614T3 (es) 1995-10-03 1996-10-03 Aparato sanitario para el agua que comprende un aparato de filtrado de fibras y particularmente fibras de amianto, y un metodo para filtrar el agua de distribucion.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001331A NL1001331C2 (nl) 1995-10-03 1995-10-03 Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.
NL1001331 1995-10-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001331C2 true NL1001331C2 (nl) 1997-04-04

Family

ID=19761657

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001331A NL1001331C2 (nl) 1995-10-03 1995-10-03 Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.
NL1004188A NL1004188C2 (nl) 1995-10-03 1996-10-03 Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004188A NL1004188C2 (nl) 1995-10-03 1996-10-03 Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP0879323B1 (nl)
AU (1) AU7147896A (nl)
DE (1) DE69626134T2 (nl)
ES (1) ES2192614T3 (nl)
NL (2) NL1001331C2 (nl)
WO (1) WO1997013042A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102247724B (zh) * 2011-04-28 2013-06-19 苏州宏鼎水务有限公司 一种正、反冲洗净水装置
GB2566566B (en) * 2018-02-27 2019-09-18 Vexo International Uk Ltd Fluid circuit filling apparatus and method

Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2356210A1 (de) * 1973-11-10 1975-06-05 Schultz & Voelker Vorrichtung zum anschluss einer wasserverbrauchsleitung an ein verteilernetz
FR2285499A1 (fr) * 1974-09-21 1976-04-16 Braukmann Armaturen Poste d'alimentation en eau branche sur un reseau de distribution
US4181607A (en) * 1978-09-15 1980-01-01 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Interior Removal of asbestos fibers from water
BE893735A (fr) * 1982-07-02 1982-11-03 Urbain Jean L Ensemble monobloc pour canalisation d'eau et element de traitement de l'eau pour un tel ensemble
DE8811041U1 (nl) * 1988-09-01 1989-02-09 Isg Kreutzer Import Und Service Gmbh, 5960 Olpe, De
US4857204A (en) * 1986-11-17 1989-08-15 Joklik Otto F Method of an apparatus for sterilizing aqueous media, more particularly drinking water
US4904382A (en) * 1987-11-23 1990-02-27 Everpure, Inc. Filter cartridge security for locking between operating and non-operating positions
WO1991007614A1 (en) * 1989-11-21 1991-05-30 Robert Bryan Perrin Water tap
DE4031764A1 (de) * 1990-08-07 1992-02-13 Scheffer Kludi Armaturen Einloch-mischbatterie fuer spueltische
DE4028529A1 (de) * 1990-09-07 1992-03-12 Bosch Siemens Hausgeraete Trinkwasseraufbereiter fuer haushalts-wasserstellen
US5149437A (en) * 1991-03-29 1992-09-22 Wilkinson Theodore L Water filter
EP0563011A1 (de) * 1992-03-27 1993-09-29 Rudolf Schenk Hauswasseranlage
DE29502305U1 (de) * 1995-02-13 1995-03-30 Liedgens Karl Trinkwasserfilter zur Verbesserung der Wasserbeschaffenheit

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4714546A (en) * 1986-02-10 1987-12-22 Newport Filters, Inc. Potable water filter
PH31354A (en) * 1987-11-06 1998-07-31 Knight John B Apparatus for water treatment.
WO1991010493A1 (en) * 1990-01-16 1991-07-25 Ametek, Inc.-Plymouth Products Division Multi-function filter cartridge with flow distribution control
US5078876A (en) * 1990-01-17 1992-01-07 Trysan Research, Inc. Apparatus for multistage purification of water
DE9310946U1 (de) * 1993-07-22 1993-09-30 Schaal Marta Magnetischer Kalkwandler

Patent Citations (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2356210A1 (de) * 1973-11-10 1975-06-05 Schultz & Voelker Vorrichtung zum anschluss einer wasserverbrauchsleitung an ein verteilernetz
FR2285499A1 (fr) * 1974-09-21 1976-04-16 Braukmann Armaturen Poste d'alimentation en eau branche sur un reseau de distribution
US4181607A (en) * 1978-09-15 1980-01-01 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Interior Removal of asbestos fibers from water
BE893735A (fr) * 1982-07-02 1982-11-03 Urbain Jean L Ensemble monobloc pour canalisation d'eau et element de traitement de l'eau pour un tel ensemble
US4857204A (en) * 1986-11-17 1989-08-15 Joklik Otto F Method of an apparatus for sterilizing aqueous media, more particularly drinking water
US4904382A (en) * 1987-11-23 1990-02-27 Everpure, Inc. Filter cartridge security for locking between operating and non-operating positions
DE8811041U1 (nl) * 1988-09-01 1989-02-09 Isg Kreutzer Import Und Service Gmbh, 5960 Olpe, De
WO1991007614A1 (en) * 1989-11-21 1991-05-30 Robert Bryan Perrin Water tap
DE4031764A1 (de) * 1990-08-07 1992-02-13 Scheffer Kludi Armaturen Einloch-mischbatterie fuer spueltische
DE4028529A1 (de) * 1990-09-07 1992-03-12 Bosch Siemens Hausgeraete Trinkwasseraufbereiter fuer haushalts-wasserstellen
US5149437A (en) * 1991-03-29 1992-09-22 Wilkinson Theodore L Water filter
EP0563011A1 (de) * 1992-03-27 1993-09-29 Rudolf Schenk Hauswasseranlage
DE29502305U1 (de) * 1995-02-13 1995-03-30 Liedgens Karl Trinkwasserfilter zur Verbesserung der Wasserbeschaffenheit

Also Published As

Publication number Publication date
DE69626134T2 (de) 2003-10-09
NL1004188C2 (nl) 1997-06-04
EP0879323A1 (en) 1998-11-25
WO1997013042A1 (en) 1997-04-10
AU7147896A (en) 1997-04-28
EP0879323B1 (en) 2003-02-05
NL1004188A1 (nl) 1997-04-04
DE69626134D1 (de) 2003-03-13
ES2192614T3 (es) 2003-10-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20160340217A1 (en) Water treatment system
US9630856B2 (en) Water filter faucet and cartridge therefor
AU2011273135A1 (en) Shower sterilisation system and method of use thereof
JPS60220107A (ja) 浄水器
US20150068987A1 (en) Filtration systems for faucets
US20130319929A1 (en) Shower Filter
NL1001331C2 (nl) Sanitairwaterinrichting met filterinrichting voor vezels, in het bijzonder asbestueuse vezels.
US7354513B2 (en) Countertop water treatment unit
EP1281677A1 (en) Domestic water filtration system
CN106163633B (zh) 用于水过滤的系统和方法
WO2012140526A2 (en) A tap group for dispensing a filtered liquid and a non- filtered liquid
US20020179535A1 (en) Filter assembly for sprayers
CN201704089U (zh) 三档切换净水器
CN101218008B (zh) 用于卫生配件的具有整体碎屑杯的过滤器组件
AU2004289516B2 (en) Water distribution system
GB2553807A (en) Central Heating Filter
CN211799293U (zh) 过滤插件和出水配件
EP0872599A1 (en) Water treatment and delivery apparatus
JP7101831B1 (ja) 浄水システム並びに浄水システム交換ブロック
JPH0988132A (ja) 水処理カートリッジを具備する原水供給配管構造
KR200306912Y1 (ko) 주택용 방청제 용기
CN105668875A (zh) 一种具有排污功能的集成式净水器及其制作方法
CN116734009A (zh) 一种带杀菌功能的净水器龙头
JP2019155329A (ja) 異なる耐用期間を有する浄水器セットとその浄水システム
JPH03262593A (ja) 浄水器

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: AQUASAFE HOLDING BV I.O.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20060501