NL1001213C1 - Inrichting voor het behandelen van een of meer laadkisten. - Google Patents

Description

Inrichting voor het behandelen van een of meer laadkisten

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van een of meer laadkisten, bestaande uit een portaalvormig gestel voorzien van loopwielen langs twee parallelle zijden van het portaal, een in het portaal 5 op en neer beweegbaar hijsjuk voorzien van koppelmiddelen voor de laadkist, door het gestel gedragen aandrijfmiddelen voor een of meer wielen van het portaal en het hijsen van het juk, een besturingssysteem voor de aandrijving en de wielen.

10 Dergelijke inrichtingen zijn bekend onder de naam "straddle carrier" en dienen voor het transport van laadkisten of containers over gebaand terrein, waartoe de inrichting is voorzien van wielen, waarbij de hijsmiddelen dienen voor het optakelen van de containers en wel tot een 15 zodanige hoogte dat over ten minste twee containers kan worden getransporteerd. Dergelijke inrichtingen zijn derhalve hoog en rijden voor een efficiënte afhandeling relatief snel. Dit vraagt een goede stabiliteit, een gemakkelijke bediening voor de bestuurder, waarbij de inrichting 20 tevens zo slank mogelijk moet worden uitgevoerd om een optimale benutting van opslagruimte te kunnen krijgen.

De uitvinding beoogt een inrichting volgens het in de aanhef genoemde type te verschaffen, die aan bovengenoemde eisen voldoet. De inrichting onderscheidt zich 25 doordat het aandrijfmiddel voor de wielen en/of het hijsen is gevormd door een elektromotor, waarbij een centrale motorunit met voedingsgenerator voor de of elke elektromotor bovenop het portaalvormig gestel is geplaatst.

Dankzij de toepassing van elektromotoren, bij 30 voorkeur een asynchrone draaistroommotor, welke zijn gevoed door de generator, kan een optimale indeling voor het hijswerk en het aandrijven van de loopwielen worden bewerkstelligd. Door de motoreenheid en de voedingsgenerator 1001213.

2 boven op het portaal te plaatsen, welke elementen over het algemeen zeer veel ruimte vragen, wordt de "werkruimte" van de inrichting niet nadelig beïnvloed.

Volgens de uitvinding is het besturingssysteem 5 althans voor een deel elektrisch uitgevoerd, waarbij de voeding daarvan wordt verzorgd door een tweede generator, die tevens door de motoreenheid is gevoed. Hiermee verzekert men een scheiding van de voeding voor de elektromotoren, hetwelk met grote vermogens van bijvoorbeeld 10 440 kVA gepaard gaat, terwijl het besturingssysteem gewoonlijk met een voedingsspanning van 24 Volt werkt. Zodoende vindt er geen interferentie plaats in de besturing ten gevolge van storingen in het hoofdvoedingsnet.

Volgens de uitvinding kan het besturingssysteem 15 tevens een hydraulisch deel omvatten, dat dient voor het instellen van de hoekstand van het of elk wiel, de vering daarvan, de remmen en/of de koppelmiddelen. Hiermee wordt snel en zeker werken bij het behandelen van de containers bereikt.

20 Volgens een ander kenmerk van de uitvinding bestaat elke wielophanging uit een in een cilinder ondergebrachte draaibare plunjer, waarvan de hartlijn door het hart van het wiel loopt.

Dankzij de cilinder is een hydro-pneumatische 25 vering mogelijk, die apart regelbaar is, zodanig dat de meest belaste wielen een hogere stijfheid van de vering kunnen krijgen, hetgeen de stabiliteit van de inrichting tijdens transport verhoogt. Bij voorkeur hebben bij de regeling van de vering de buitenste wielen de hoogste 30 veerstijfheid. Het is eveneens mogelijk om bij het maken van een bocht de wielen aan de buitenzijde van de bocht eveneens stijver af te veren.

Vanwege de aanbrenging van het wiel bij het hart van de plunjer zal er geen buigbelasting op de cilinders 35 ontstaan.

Volgens de uitvinding kan voor de aangedreven wielen in het loopwielenstelsel een draaisnelheidbegrenzer zijn aangebracht, waarbij doorslippen van dat aangedreven 10 01213.

3 wiel wordt voorkomen bij toevallige gladde ondergrond. Daarbij is het tevens mogelijk om elk wiel apart van een rem, bijvoorbeeld schijfrem te voorzien, die hydraulisch wordt aangestuurd.

5 Teneinde het werk van de bestuurder te verlichten verdient het de voorkeur om de cabine, waarin het bedieningssysteem voor de besturing is ondergebracht, aan te brengen bovenaan het portaal, zodat deze een goed overzicht verschaft over het werkveld. Voorts kan de cabine zijn 10 voorzien van een transparante vloer. In deze cabine stelt de uitvinding verder voor om de stoel voor de bestuurder tezamen met de bedieningsorganen rond een verticale aslijn draaibaar aan te brengen, zodat de bestuurder elke gewenste stand in de cabine kan innemen, bijvoorbeeld voor het 15 gewenste betere uitzicht, zonder dat de cabine of de inrichting behoeft te worden verdraaid.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is de bedienings-stoel met de bedieningsorganen draaibaar, bij voorkeur elektrisch, aan het plafond van de cabine opgehangen, 20 waardoor de transparante vloer volledig vrij blijft.

Bovengenoemde en andere kenmerken zullen nader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont: fig. 1 een staand perspectivisch aanzicht van de 25 inrichting volgens de uitvinding, fig. 2 een perspectivisch bovenaanzicht van een deel van het bovenportaal van de inrichting volgens de uitvinding, fig. 3 een schema van het hydraulisch besturings- 30 systeem.

Met het cijfer 1 is het portaalvormig gestel van de inrichting aangegeven dat is voorzien van een tweetal parallelle onderbalken 2, waaronder een loopwielenstelsel 3 is aangebracht. Op de twee onderbalken zijn telkens twee 35 U-vormige portalen geplaatst, die elk bestaan uit een tweetal verticale op vaste afstand van elkaar gelegen benen 4, die aan de bovenzijde zijn verbonden door een ligger 5.

1001213.

4

De liggers zijn aan de bovenzijde onderling verbonden door een draagconstructie 6.

Door een nog nader toe te lichten hijswerktuig zijn tussen de benen 4 van elk portaal een hijsbalk 7 op en 5 neer beweegbaar, waaraan door middel van kettingen 8 een hijsjuk 9 is opgehangen.

Het hijsjuk 9 bestaat uit een centraal gedeelte, waarin aan weerseinden telescopisch een beweegbaar deel 10 is ondergebracht, waarvan de kop is voorzien van de koppel-10 middelen ll die door middel van een draaibeweging samenwerken met de standaardkoppelmiddelen A van een container C rechts in fig. 1.

Aan de naar de containers gekeerde zijde van de inrichting is aan de bovenbalk 5 van het rechterportaal een 15 bestuurderscabine 12 bevestigd, die hieronder nog nader wordt toegelicht.

Het hijswerk voor het hijsjuk 9 is geplaatst op de voorste onderste langsbalk 2 van het gestel tussen de twee portalen, welk hijswerk bestaat uit een tafel 13, 20 waarop een elektromotor 14 is geplaatst. Via een rem/tand-wielwerk 15 is de elektromotor 14 gekoppeld aan een hijstrommel 16. De hijstrommel 16 is voorzien van vier wikkel-secties voor vier kabels 17, die over een viertal leischij-ven 18 op de draagconstructie 6 zijn geplaatst. Elke kabel 25 loopt naar een hoek van het portaal naar de daar aangebrachte leischijf 19 en is voorts om een omkeerschijf 20 van de hijsbalk 7 geslagen en teruggevoerd naar leischijf 19' op de balk 5 en bevestigd aan de hijsbalk 7. Zodoende hangt elke hijsbalk 7 aan zes kabels.

30 In de getoonde inrichting is elk wiel 3 draaibaar gelagerd in de verticale arm van een L-vormige wieldrager 21. Het korte been van de L-vormige wieldrager 21 is vast bevestigd aan een plunjer 22 van een cilinder 23, die verticaal in de onderbalk 2 is opgenomen. Zodoende vormt de 35 plunjer met de cilinder 23 een draaipen voor het sturen van het wiel 3. Teneinde de wielen te kunnen sturen is elke L-vormige wieldrager 21 gekoppeld aan een stuurstang 24 die leidt naar een onderarm 25 van een verticaal staande kop- 100(213.

5 pelstang 26 in de onderste langsbalk 2. Deze koppelstang 26 is voorzien van een arm 27, die aan één einde zwenkbaar is gekoppeld aan de zuigerstang van een cilinder 28. De cilinder 28 wordt gevoed door het hydraulisch besturingssysteem.

5 Het andere einde van de bovenste arm 27 leidt met een stuurstang 29 naar een arm 30 van een verticaal naast de stijl 4 gelegen draaistang 31 die via een soortgelijk systeem in verbinding staat met een aan de andere zijde gelegen stuurstang 32, welke is gekoppeld aan een aan de 10 andere zijde aangebracht stuursysteem overeenkomstig het stuursysteem zoals hierboven beschreven. Op deze wijze zijn met één hydraulische stuurcilinder 28 alle wielen te besturen, een en ander zodanig dat door een juiste plaatsing van de draaipennen, afmeting van de stuurarmen, enzovoort alle 15 wielen de passende uitslag krijgen, zodanig dat de wielas het virtuele draaiingsmiddelpunt van de bocht snijdt.

Aan de binnenzijde van elk been 4 van het rechter portaal is een elektromotor 34 aangebracht, die via een aandrijfstangenstelsel 35 het wiel 3' aandrijft. De aanstu-2 0 ring van de elektromotor 34 is zodanig dat deze kan worden begrensd zodra het wiel 3' doorslipt vanwege gladheid.

In fig. 2 is afgebeeld dat bovenop het portaal-vormig gestel 1, in het bijzonder op het draaggestel 6, de motoreenheid 35 is geplaatst, die bijvoorbeeld kan bestaan 25 uit een dieselmotor. De dieselmotor drijft via een passende transmissie een hoofdgenerator 36 aan. Deze hoofdgenerator 36 dient voor het voeden van de elektromotor 14 voor het hijswerk en de elektromotor 34 voor het aandrijven van de loopwielen 31.

30 De motoreenheid 35 is tevens voorzien van een dynamo 37, welke de voeding voor het elektrisch besturingssysteem verzorgt. Daarmee zijn de besturing en de voeding gescheiden van elkaar in de inrichting aangebracht.

Met het cijfer 39 is het pomphuis weergegeven, 35 dat wordt aangedreven door een elektromotor 38 die eveneens wordt gevoed door de generator 36. Het pomphuis 39 omvat pompen van het hydraulisch besturingssysteem. Desgewenst 10 012 13.

6 kunnen deze pompen 39 direct zijn aangedreven door de motoreenheid 35.

Volgens een bijzonder kenmerk van de uitvinding is de besturingscabine 40 aan het boveneinde van het por-5 taal 1 aangebracht, en is in fig. 2 bevestigd aan de bovenbalk 5. De besturingscabine is althans aan drie zijden voorzien van ramen, waarbij de vloer eveneens van transparant materiaal is gemaakt, zodanig dat de bestuurder, die in de bestuurdersstoel 41 plaatsneemt, een alzijdig uit-10 zicht heeft.

De stoel 41 is opgenomen in een draaibaar frame 42, waartoe aan het plafond van de cabine 40 een draaikrans 43 is aangebracht. De bedieningsorganen, die bestaan uit pedalen 44, een knoppenpaneel 45 en een stuurwiel 46, zijn 15 tevens in het draaibare gestel 42 aangebracht, zodat de bestuurder de bedieningsorganen altijd onder handbereik heeft. Eventuele meters kunnen in het paneel 48 aan de bovenzijde van het draaibare gestel 42 zijn ondergebracht.

De bestuurder heeft derhalve niet allen alzijdig 20 uitzicht, maar tevens een directe blik op de meters en een directe toegang tot de bedieningsorganen.

In fig. 3 is het hydraulisch besturingsschema weergegeven. Dit hydraulische systeem is in twee delen gesplitst en bestaat uit een linker deel, waarvan de pomp 25 50 via een passend leidingstelsel en kleppenstelsel de besturingscilinder 28 bekrachtigt. Het kleppenstelsel wordt bediend door het stuurwiel 46 in de cabine 40. De pomp 50 is ondergebracht in de pompunit 39.

De pomp 50 voedt tevens de cilinders en koppel-30 middelen 11 van het hefjuk 9. De koppelmiddelen zijn de bekende "twist locks", die passen op de standaard koppel-ogen van een container. Tevens worden de cilinders 54 gevoed voor het verlengen respectievelijk verkorten van het hefjuk door het uitschuiven van het kopstuk 10 ten opzichte 35 van het centrale deel 9. Er zijn cilinders 56 en 57 aangebracht tussen het centrale deel 9 van het hefjuk en de bijbehorende hijsbalk 7 teneinde het hefjuk scheef ten opzichte van de langsas van de inrichting te kunnen brengen 1001213.

7 teneinde de koppelmiddelen op de juiste positie ten opzichte van een container te krijgen.

Een tweede pomp 51 voedt de leidingen naar enerzijds de remklauwen 52, welke zich bevinden op de wiel-5 drager 21, waarbij de schijf is bevestigd aan de wielen 3 zelf. Verder verzorgt de pomp 51 de druk in de cilinders 23 van elk wiel 3, een en ander zodanig dat de druk afhankelijk van de belasting van het wiel kan worden aangepast door een passend kleppenstelsel. De wdelvering wordt ver-10 zorgd door een luchtvat 53. Door het instellen van de hydrodruk in het veersysteem wordt de strafheid van de vering bepaald.

Uit het bovenstaande zal duidelijk zijn dat de bestuurder alle functies van de inrichting kan aansturen 15 vanuit de cabine, waarbij hij een optimale positie ten opzichte van de inrichting kan innemen. Dankzij de hydro-pneumatische vering is de inrichting zeer stabiel te houden, hetgeen kan worden verhoogd door een stabiliteits-systeem, waarbij de wielen straffer worden afgeveerd naar-20 mate er harder wordt gereden, de container hoger in de constructie hangt en het gewicht van de container toeneemt. In een bocht kunnen de buitenste wielen straffer worden afgeveerd, bij het remmen de ten opzichte van de voortbe-wegingsrichting voorste wielen en bij het optrekken de 25 achterste wielen.

Dankzij de toepassing van de elektrohydraulische besturing en de elektrische aandrijving met bijbehorende elektronica en kleppenstelsel kan een zeer veilig en doeltreffend stuurprogramma worden gerealiseerd.

30 De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

1 o o 1 ? i:

Claims (10)

1. Inrichting voor het behandelen van een of meer laadkisten, bestaande uit een portaalvormig gestel voorzien van loopwielen langs twee parallelle zijden van het portaal, een in het portaal op en neer beweegbaar hijsjuk 5 voorzien van koppelmiddelen voor de laadkist, door het gestel gedragen aandrijfmiddelen voor een of meer wielen van het portaal en het hijsen van het juk, een besturingssysteem voor de aandrijving en de wielen, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel voor de wielen en/of het hijsen is 10 gevormd door een elektromotor, waarbij een centrale motorunit met voedingsgenerator voor de of elke elektromotor bovenop het portaalvormig gestel is geplaatst.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het besturingssysteem voor althans een deel 15 elektrisch is uitgevoerd, dat is gevoed door een andere, door de motorunit aangedreven voedingsgenerator.

3. Inrichting volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het besturingssysteem tevens een hydraulisch deel omvat voor het instellen van de hoekstand van het of 20 elk wiel, de vering daarvan, de remmen en/of de koppelmiddelen .

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het hydraulische deel in twee afzonderlijke secties is onderverdeeld.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat elke wielophanging bestaat uit een in een cilinder ondergebrachte draaibare plunjer waarvan de hartlijn door het hart van het wiel loopt.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het ken- 30 merk, dat de vering van elk wiel hydro-pneumatisch is en de hardheid van de vering door de besturing afzonderlijk instelbaar is.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aangedreven wielen een snel- 35 heidsbegrenzer hebben. 1001213.

8. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het bedieningssysteem voor de besturing is ondergebracht in een cabine, met het kenmerk, dat de cabine boven aan het portaal is aangebracht en is voorzien van een transparante 5 vloer.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat in de cabine een stoel met bedieningsorganen rond een verticale aslijn draaibaar, bij voorkeur elektrisch aangedreven, is aangebracht.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de draaibare bedieningsstoel met de bedieningsorganen aan het plafond van de cabine is opgehangen. 1001213.