NL1001102C2 - Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt. - Google Patents

Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt. Download PDF

Info

Publication number
NL1001102C2
NL1001102C2 NL1001102A NL1001102A NL1001102C2 NL 1001102 C2 NL1001102 C2 NL 1001102C2 NL 1001102 A NL1001102 A NL 1001102A NL 1001102 A NL1001102 A NL 1001102A NL 1001102 C2 NL1001102 C2 NL 1001102C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
frame
strip
sensor
product
Prior art date
Application number
NL1001102A
Other languages
English (en)
Inventor
Leonardus Lambertus Van Loen
Original Assignee
Leonardus Lambertus Van Loen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Leonardus Lambertus Van Loen filed Critical Leonardus Lambertus Van Loen
Priority to NL1001102A priority Critical patent/NL1001102C2/nl
Priority to PCT/NL1996/000337 priority patent/WO1997007658A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1001102C2 publication Critical patent/NL1001102C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G20/00Cultivation of turf, lawn or the like; Apparatus or methods therefor
    • A01G20/10Pre-cultivated sod or turf; Apparatus therefor
    • A01G20/18Apparatus for laying sods or turfs

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Registering, Tensioning, Guiding Webs, And Rollers Therefor (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)

Description

-1-
Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt, omvattende een zelf-rijdend gestel met een daarop aangebrachte uitlegeenheid, welke is voorzien van een afwikkelinrichting voor het 5 daarin opnemen en doen roteren van een rol produkt en welke een neerwaarts gerichte transporteur omvat om een afgewikkelde strook produkt naar de ondergrond te leiden.
Een dergelijke inrichting leent zich met name voor het uitleggen van op een rol gewikkelde graszoden en is bekend uit een Europese octrooiaanvrage die onder 10 nummer 420.689 voor het publiek ter inzage werd gelegd. De bekende inrichting omvat een zelf-rijdend gestel met een eerste transporteur die een gedeelte van de omtrek van een daarop geplaatste rol produkt volgt en aangedreven in staat is de rol te roteren en daarbij af te wikkelen. Het gestel omvat verder een neerwaarts, dat wil zeggen naar de ondergrond, gerichte tweede transporteur om daarop een tot een 15 strook afgerold uiteinde van de rol van de eerste transporteur over te nemen en naar de ondergrond te leiden. De uitlegsnelheid van de transporteurs is daarbij gesynchroniseerd met de rijsnelheid van het gestel om daarmee gelijke tred te houden en zo breuk of plooien in het uitgelegde produkt tegen te gaan.
Hoewel in de bekende inrichting de uitlegsnelheid van de rol en de rijsnelheid van 20 de inrichting door middel van een continu variabele overbrenging op elkaar zijn afgestemd, blijft het niettemin nodig handmatig daarop correcties aan te brengen om rekening te houden met de bodemgesteldheid en eventuele onregelmatigheden en glooiingen van het terrein. Hiervoor is extra aandacht en eventueel extra mankracht vereist en hierdoor blijft de kans op breuk en plooien in het uitgelegde 25 produkt aanwezig.
Met de onderhavige uitvinding wordt ondermeer beoogd in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te voorzien waarbij de uitlegsnelheid en rijsnelheid van de inrichting voortdurend vol-automatisch onderling worden afgestemd om een 10 01 1 02.
-2- optimaal uitlegresultaat te bereiken en de inrichting in beginsel door één persoon kan worden bediend.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de inrichting is voorzien 5 van registratiemiddelen om de trekspanning in de strook na het erlaten van de transporteur te registreren en dat de registratiemiddelen zijn gekoppeld aan synchronisatiemiddelen om de afwikkelsnelheid van de rol produkt en de rijsnelheid van het gestel onderling af te stemmen in relatie tot de geregistreerde trekspanning. Aldus kan de spanning in het uitgelegde produkt continu worden 10 vastgesteld en worden vergeleken met een gewenste referentiewaarde. Bij het overschrijden daarvan wordt de afwikkelsnelheid van de rol opgevoerd in verhouding tot de rijsnelheid van de inrichting om zo de spanning te laten dalen totdat de referentiewaarde wederom is bereikt. Omgekeerd wordt bij een daling van de spanning onder de referentiewaarde de afwikkelsnelheid van de rol verlaagd in 15 verhouding tot de rijsnelheid van de inrichting om de trekspanning te laten stijgen tot de referentiewaarde. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat het produkt ongeacht de topologie van de ondergrond steeds strak en zonder plooien of breuk wordt uitgelegd. De uitvinding berust daarbij op het inzicht dat louter een vaste afstemming van de uitlegsnelheid en de rijsnelheid zoals bij de bekende inrichting 20 op zichzelf onvoldoende nauwkeurig is om dit gewenste doel te bereiken.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de transporteur neerwaarts is gericht en scharnierbaar om een dwars op de rijrichting van de inrichting geplaatste schamieras is bevestigd, dat de transporteur tegenover een loopvlak daarvan is voorzien van geleidingsmiddelen 25 om de strook daaronder te ontvangen, en dat het gestel is voorzien van aandrukmiddelen om de strook na het verlaten van de transporteur tegen de ondergrond drukken. In dit geval worden de registratiemiddelen gevormd door de scharnierend opgehangen transporteur die samenwerkt met de daarop aangebrachte geleidingsmiddelen en de aandrukmiddelen. Bij een geringe spanning in de strook 30 zal de transporteur onder invloed van de zwaartekracht en eventueel geholpen door 10 0 1 1 ü 2 .
-3- een voorspanning van een veer vrijwel verticaal hangen. De hoek van de transporteur met een verticaal vlak dwars op de rijrichting zal evenwel toenemen naarmate de rijsnelheid van de inrichting toeneemt c.q. de uitlegsnelheid van de rol afneemt en de spanning in de strook tussen de aandrukmiddelen en de rol stijgt. De 5 hoek die de transporteur maakt is aldus een maat voor de spanning in de strook.
Door de onderlinge synchronisatie van de afwikkelsnelheid en de rijsnelheid hierop af te stemmen kan de transporteur steeds onder de gewenste hoek en de strook derhalve op de ideale spanning worden gehouden.
In een verdere uitvoeringsvorm omvatten de geleidingsmiddelen een geleidingsrol 10 welke nabij een vrij uiteinde van de transporteur tegenover het loopvlak daarvan is aangebracht. Bij voorkeur bewaren de geleidingsrol en het loopvlak van de transporteur een al dan niet instelbare afstand die nagenoeg gelijk is aan de dikte van een strook van het uit te leggen produkt. De strook rust in deze uitvoeringsvorm over de volle breedte tegen de geleidingsmiddelen, waardoor breuk 15 of het inscheuren van de strook, wanneer daaraan wordt getrokken, wordt tegengegaan. Door de ruimte tussen de geleidingsrol en het loopvlak af te stemmen op de dikte van de strook, reageert de inrichting uitermate direct op trekspanningsvariaties.
Om de trekspanning voortdurend nagenoeg exact op de gewenste waarde te 20 houden, is een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de aandrijfmiddelen een motor omvatten met een continu variabele overbrenging naar ten minste één voortbewegingsorgaan van het gestel en dat de overbrenging wordt gestuurd door de genoemde hoek van de transporteur. In een bijzondere uitvoeringsvorm daarvan is de inrichting bovendien gekenmerkt 25 doordat de genoemde overbrenging een hydraulische leiding omvat waarin een ventiel is opgenomen dat wordt gestuurd door de stand van de transporteur. In dat geval kan de aandrijfsnelheid van het gestel volledig continu worden aangepast aan een geregistreerde toename of afname van de trekspanning in de strook die wordt uitgelegd.
1 0 0 1 1 02.
-4-
Behalve breuk- en plooivrij dient het uitgelegde produkt in voorkomende gevallen, met name bij het leggen van graszoden, tevens strak tegen een voorgaande baan uitgelegd produkt aan te worden gelegd. Om te vermijden dat extra mankracht is vereist om daarop toe te zien is een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting 5 volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt dat de uitlegeenheid is aangebracht op een slede welke in een richting dwars op de rijrichting van het gestel verplaatsbaar is aangebracht, dat de uitlegeenheid is voorzien van een voeler om contact te houden met een rand van een voorgaande baan uitgelegd produkt en dat de inrichting is voorzien van correctiemiddelen om de slede dwars op de rijrichting 10 van het gestel te verplaatsen overeenkomstig een met de voeler geregistreerde afwijking van de rand van de voorgaande baan. Door de verplaatsbaarheid van de slede, en daarmee de uitlegeenheid, in een richting dwars op de rijrichting van het gestel, bijvoorbeeld op geleiderails, kan de te leggen strook in zijdelingse richting naar wens worden gepositioneerd zonder de rijrichting van het gestel aan te passen. 15 Niet alleen kan aldus aanmerkelijk directer worden gereageerd op uitlijningsvariaties in de voorgaande baan en rijrichtingsvariaties van de inrichting, ook kan de positionering zo volledig automatisch en onafhankelijk worden uitgevoerd, buiten de aandacht om van de machinist.
In een nadere uitvoeringsvorm is de inrichting verder gekenmerkt doordat de voeler 20 aan een uiteinde een voelerelement omvat en schamierbaar om een verticale as is bevestigd, dat de voeler is voorzien van voorspanmiddelen om de voeler zijwaarts naar buiten te stuwen, en dat de voeler is gekoppeld met schakelmiddelen om de correctiemiddelen te sturen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting daarbij verder gekenmerkt doordat 25 het voelerelement een naar onderen verwijdende wigvorm vertoont en, gezien in de rijrichting van het gestel, tussen het vrije uiteinde van de tweede transporteur en de aandrukmiddelen is aangebracht. Het wigvormige voelerelement vervult in deze uitvoeringsvorm een nevenfunctie in de zin dat daardoor de rand van een nieuw te leggen strook produkt zal worden opgezet tegen de rand van een voorgaande baan 30 produkt, waarna beide randen tezamen door de aandrukmiddelen plat en ineen 1 0 0 1 1 02.
-5- worden gedrukt. Dit bevordert een naadloze aansluiting van beide banen ten opzichte van elkaar.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: 5 Fig.l een zij-aanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2A-2C een zij-aanzicht van de laadinrichting van de inrichting van figuur 1 in opeenvolgende stadia voor het opnemen van een rol produkt;
Fig. 3 in meer detail een deel van het zij-aanzicht van figuur 1; 10 Fig. 4 schematische weergave van de middelen voor een zijwaartse correctie van de inrichting van figuur 1; en Fig. 5A-5C schematisch opeenvolgende stadia van het leggen van een strook product tegen een voorgaande strook.
De tekeningen zijn zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn 15 terwille van de duidelijkheid sommige dimensies sterk overdreven weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
De inrichting van figuur 1 is met name geschikt voor het uitleggen van op rollen gewikkelde graszoden en omvat een zelf-rijdend gestel 1 dat wordt aangedreven 20 door een dieselmotor met een hydraulische, continu variabel overbrenging naar een rupsonderstel 4. Aan het zelfrijdende gestel 1 is een getrokken gestel 2 scharnierend gekoppeld dat de dieselmotor herbergt en door middel van een zitting 5 plaats biedt aan een operateur 6. Door middel van een hydraulische cilinder 7 kan het getrokken gestel 2 op hoogte worden ingesteld. Het zal duidelijk zijn dat 25 een en ander ook op andere wijze, bijvoorbeeld met een ander type verbrandingsmotor of met een elektromotor, kan worden gerealiseerd en dat in plaats van een rupsonderstel ook met separate wielen als aandrijforganen kan worden gewerkt, zij het dat een rupsonderstel een verminderde ’wieldruk’ geeft op het voorbewerkte en daardoor betrekkelijk rulle zodebed. Op het zelfrijdende gestel 30 1 bevindt zich een uitlegeenheid 3 die een afwikkelinrichting 30 omvat met een 1 0 0 1 1 02 .
-6- licht gekromde transporteur 31 waarin een rol produkt kan worden opgenomen en kan worden afgewikkeld, en die verder is voorzien van een neerwaarts gerichte transporteur 32 om een afgewikkeld uiteinde van een rol produkt naar de ondergrond, in casu het zodebed, te geleiden.
5 Voor het opnemen en laden van een rol produkt 10 omvat de inrichting een laadinrichting 20, voorzien van een stel vanghaken 21 dat aan de uiteinden van een stel tweeledige hefarmen 22 is bevestigd. De delen van de hefarmen 22 scharnieren onderling, wat door middel van een stel hydraulische cilinders 23 kan worden bediend. De hefarmen 22 zijn scharnierend met het gestel 1 verbonden en als 10 geheel bedienbaar door middel van een tweede stel hydraulische cilinders 24. Om een rol op te nemen, wordt het tweede stel cilinders 24 geheel uitgeschoven, waardoor de vanghaken 21 naar voren kantelen en aan weerszijden van een gereedstaande rol over een buis 9 heen worden bewogen, zie figuur 2A. De hydraulische cilinders 23 worden daarbij zover uitgeschoven dat de haken onder de 15 buis schuiven, opdat de rol kan worden opgetild. Door het stel cilinders 24 in te trekken, wordt de rol 10 op de inrichting getrokken, zie figuur 2B, om bij ingetrokken cilinders 23 in een voorraadpositie terecht te komen. Door de cilinders 23 volledig uit te schuiven, kan de rol 10 in de afwikkeleenheid 30 worden geplaatst, zie figuur 2C. De buis 9 komt dan vrij te liggen voor de opening van de 20 vanghaken 21. De rol 10 kan vervolgens onder invloed van de zwaartekracht uit de vanghaken 21 rollen in de richting van het laagste punt van de licht gekromde transporteur 31, dat zich verder naar achteren bevindt dan het uitworppunt. Nadat een rol 10 aldus op de afwikkeleenheid 30 is gebracht, kan eventueel een tweede rol worden geladen en in de voorraadpositie worden meegevoerd. Alle handelingen 25 voor het laden kunnen op deze wijze vanaf de bestuurdersplaats 5 worden verricht.
De afwikkeleenheid 30 omvat een licht gekromde transporteur 31 die over een zekere afstand de omtrek van de daarop liggende rol 10 volgt. Door transporteur 31 aan te drijven zal de rol 10 roteren en daarbij zichzelf afwikkelen. Het tot een strook afgewikkeld uiteinde 12 van het uit te leggen produkt wordt door een 30 tweede naar beneden gerichte transporteur 32 naar de ondergrond geleid. De 10 0 1 1 02.
-7- tweede transporteur 32 is scharnierend met het gestel 1 verbonden, in dit voorbeeld om een scharnier as 34 welke tevens een centrale as vormt van een gemeenschappelijke aandrijfrol 35 van beide transporteurs 32, 33. Beide transporteurs hebben een breedte van circa 130 cm en zijn daardoor geschikt voor 5 de meest gangbare afmetingen van rollen graszoden met standaardbreedten van 60 cm en 120 cm.
Aan het vrije uiteinde van de tweede transporteur 32 bevinden zich geleidingsmiddelen in de vorm van een geleidingsrol 36 die scharnierend is opgehangen aan het frame 33 van de transporteur 32. De geleidingsrol zal daardoor 10 onder invloed van de zwaartekracht de uit te leggen strook 12 tegen het uiteinde van de transporteur 32 aandrukken. De geleidingsrol 36 wordt in tegengestelde richting aangedreven ten opzichte van de transporteur 32, waardoor de strook 12 zonder stuiken de geleidingsrol 36 kan passeren.
Om te voorkomen dat het laatste uiteinde van het af te wikkelen produkt vanaf 15 transporteur 32 omlaag valt als de rol bijna is uitgelegd, bevindt zich evenwijdig aan de transporteur 32 een loopvlak 37. Het loopvlak 37 is scharnierend bevestigd aan een bedieningsarm 40 die op zijn beurt scharnierend aan het frame 33 van de transporteur 32 is bevestigd. De bedieningsarm 40 wordt met twee trekveren 41 aan weerszijden van de transporteur onder spanning gehouden, waardoor het loopvlak 20 37 zich tegen de uit te leggen strook 12 aanvlijt. Om het invoeren van een nieuwe strook mogelijk te maken, kan de bedieningsarm 40 met de hand naar achteren worden bewogen. Er ontstaat dan een naar de bovenzijde wijd uitlopende opening, waarin de nieuwe strook kan worden ingebracht.
Na het verlaten van transporteur 32 wordt de strook ontvangen onder 25 aandrukmiddelen in de vorm van een aandrukrol 38 die de strook 12 over de volle breedte tegen de ondergrond duwt. Het zodebed is tevoren bewerkt met behulp van een wals 39 die een frezende en/of verticuterende bewerking uitvoert.
Behalve dat de aandrukrol 38 een goede hechting tussen de strook 12 en het 10 01 1 02.
-8- zodebed bevordert, wordt daarmee de strook 12 als het ware opgesloten tussen de aandrukrol 38 enerzijds en de geleidingsmiddelen 36 op de transporteur 32 anderzijds. Indien de rijsnelheid van het gestel wordt opgevoerd, zal de strook 12 daarom strakker komen te staan, de vrij scharnierende transporteur 32 met zich 5 meenemend.
Vanaf de ruststand tot en met de benodigde uitwijking van de transporteur 32, wordt het gewicht van de transporteur 32 grotendeels gecompenseerd door middel van twee gasveren 42, die aan weerszijden van de transporteur 32 zijn verbonden aan het gestel 1, waardoor relatief weinig kracht nodig is om de transporteur 32 te 10 lichten. De vrij scharnierende geleidingsrol 36 zal in het gehele regelgebied tegen de transporteur 32 aangedrukt blijven, aangezien voor het lichten van de geleidingsrol 36 aanzienlijk meer kracht nodig is. De geleidingsrol 36 zorgt er voor dat de inrichting uitermate direct kan reageren op trekspanningsfluctuaties in de strook 12.
15 Onder invloed van een toenemende trekspanning in de strook neemt de hoek α af die de transporteur 32 maakt met een verticaal vlak, dwars op de rijrichting van het gestel 1. Indien de rijsnelheid van het gestel 1 daarentegen wordt verlaagd in verhouding tot de afwikkelsnelheid, zal de trekspanning in de strook 12 afnemen en de strook slapper gaan hangen. Als gevolg hiervan zal de transporteur 32 onder 20 invloed van de (door de gasveren slechts gedeeltelijk gecompenseerde) zwaartekracht een meer verticale stand innemen en zal de hoek α afnemen. De hoek α van de transporteur 32 met het verticale vlak of enig ander vast referentiepunt, is aldus een maat voor de trekspanning in de strook 12, bij het verlaten van de inrichting.
25 De scharnierende transporteur 32 is gekoppeld aan een hydraulisch ventiel 40 dat is opgenomen in de hydraulische aandrijving van de afwikkeleenheid 30 met de beide transporteurs 32,33 en de geleidingsrol 36. De tweede transporteur 32 en het ventiel 40 zijn daarbij dusdanig op elkaar ingeregeld, dat onder normale omstandigheden de hoek α van de transporteur 32 een zekere referentiewaarde zal 10 0 1 1 02 .
-9- aannemen corresponderend met een ideale trekspanning in de strook. Indien tijdens bedrijf de trekspanning plotseling stijgt en de hoek α dus plotseling toeneemt, zal het ventiel 40 meer worden geopend waardoor de afwikkelsnelheid van de rol toeneemt. Dit leidt bij een gelijkblijvende rijsnelheid tot een vermindering van de 5 spanning in de strook die daardoor zal terugkeren naar de oorspronkelijke ideale waarde. Ook omgekeerd zal bij een plotselinge daling van de trekspanning de transporteur 32 een kleinere hoek α innemen, waardoor de olietoevoer naar de afwikkeleenheid wordt genepen en de afwikkelsnelheid zal afnemen. Bij een gelijkblijvende rijsnelheid leidt dit tot een spanningstoename in de strook om de 10 spanning weer naar het oorspronkelijke ideale niveau terug te brengen. Aldus wordt de trekspanning continu geregistreerd en teruggekoppeld naar de synchronisatie tussen rijsnelheid en afwikkeleenheid. Dankzij de hydraulische overbrenging naar de aandrijving van de afwikkeleenheid is deze synchronisatie volledig continu variabel en is de terugkoppeling bovendien volledig proportioneel 15 aan eventueel optredende fluctuaties in de trekspanning van de strook. De strook 12 kan daardoor volledig automatisch strak, dat wil zeggen breuk- en plooivrij worden gelegd, waarbij de operateur 6 slechts aandacht aan de rijrichting behoeft te schenken, en vrij is in het aannemen van een willekeurige rijsnelheid.
De uitgelegde graszoden dienen in banen strak naast elkaar te liggen. Dankzij een 20 tweede regelsysteem behoeft de operateur de inrichting slechts bij benadering langs de vorige baan 11 te sturen om de strook 12 goed op een voorgaande strook 11 te laten aansluiten. Daartoe bevindt in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld de gehele uitlegeenheid 3 met inbegrip van de afwikkeleenheid 30 zich op een slede 70, welke dwars op de rijrichting van het gestel 1 kan worden verplaatst, hetgeen in 25 figuur 4 schematisch in meer detail is weergegeven. De slede 70 is voorzien van correctiemiddelen in de vorm van een hydraulische cilinder 71 die enerzijds aan de slede 70 is bevestigd en aan het andere uiteinde aan het gestel 1 is gemonteerd.
Met behulp van de hydraulische cilinder 71 kan de uitlegeenheid 3 zijdelings worden verplaatst met een uitslag van circa 10 cm aan beide zijden van het gestel 30 1.
1 0 0 1 1 02.
-10-
Bij het leggen van de banen zal afwisselend de vorige baan 11 zich ter linker of ter rechter zijde van de inrichting bevinden. Voor het naadloos aansluiten aan een vorige baan 11 is daarom voorzien in twee nagenoeg identieke regelprocessen, namelijk één voor links en één voor rechts aansluiten. In het onderhavige 5 uitvoeringsvoorbeeld zijn beide regelprocessen geïntegreerd en verschillen daarom alleen in voeler en in richting van de veerdruk. De inrichting is daartoe aan weerszijden voorzien van voelers 53, 54 om contact te houden met een voorgaande baan uitgelegd produkt. De voelers zijn aan een uiteinde voorzien van een voelerelement 50 dat onder invloed van veerkracht zijwaarts naar buiten wordt 10 gestuwd en tussen het uiteinde van de tweede transporteur 32 en de aandrukrol 38 voortdurend verend tegen een voorgaande baan 11 rust om daarmee contact te onderhouden. De voelers 53, 54 zijn op twee punten scharnierend om een verticale as bevestigd, namelijk nagenoeg in het midden van de slede 70 en aan een uiteinde van een regelstang 55 die beide voelers mechanisch met elkaar verbindt. Indien de 15 vorige baan 11 zich links van de inrichting bevindt, wordt eerst vanuit de neutrale positie handbediend de slede 70 naar links bewogen. Hierdoor zal de betreffende voeler 53 in verhevigde mate naar links uitwijken als gevolg van de dubbel scharnierende bevestiging daarvan.
De regelstang 55 wordt tegengehouden door een gasveer 56. De gasveer 56 is aan 20 het midden van de regelstand 55 bevestigd en drukt met het andere uiteinde tegen een aanslag 58 welke aan het gestel 1 is bevestigd. Zodra het voelerelement 50 de vorige baan 11 raakt, terwijl de slede 70 verder naar links wordt bewogen, zal de gasveer 56 worden ingedrukt en komt aldus een verende werking van de voeler 53 tot stand. De gasveer 57 van de buiten werking zijnde voeler 51 hindert de 25 werkende voeler 53 daarbij niet. De niet gebruikte gasveer 57 is namelijk onbelast doordat de afstand tussen het midden van de regelstang 55 en de niet gebruikte aanslag 59 groter is dan de lengte van de betreffende gasveer 57. Het uiteinde van de gasveer 57, dat tijdens gebruik tegen de aanslag 59 steunt, komt aldus vrij te liggen.
30 Het uiteinde van de regelstang 55 is bij het scharnierpunt met de linker voeler 53 10 0 1 1 02 .
-11- gekoppeld aan elektrische schakelmiddelen die op hun beurt zijn gekoppeld aan een centrale verwerkingseenheid om de cilinder 71 te sturen. De schakelmiddelen omvatten twee naast elkaar geplaatste contacten 60 die op de slede 70 van de uitlegeenheid 3 zijn aangebracht en onderling een nok 61 aan het uiteinde van de 5 regelstand 55 insluiten. De nok 61 is daarbij verstelbaar aangebracht evenals de twee contacten 60, zodat de neutraalstand en de schakelgevoeligheid kunnen worden ingesteld. Doordat beide voelerelementen 50 dwars op de rijrichting verstelbaar zijn, kunnen de linker en rechter instelwaarde worden ingesteld. Men dient daartoe afzonderlijk aan elke zijde het voelerelement zodanig te verstellen 10 dat, terwijl de schakelmiddelen 60 in neutraalstand staan en de uitlegeenheid 3 halverwege naar links of naar rechts is verplaatst, het betreffende voelerelement 50 recht onder de rand van de nog uit te leggen strook 12 komt te liggen. Deze instelling behoeft bij gelijk blijvende breedte van de zoderol 10 slechts eenmalig te geschieden, aangezien de rol door middel van instelbare aanslagen op een vaste 15 plaats op de afwikkeleenheid 30 wordt gepositioneerd.
Tijdens het uitleggen zal één van beide voelers 53, 54 contact onderhouden met de rand van een reeds gelegde baan 11, waarbij in het ideale geval de rand van de te leggen strook 12 zich recht boven het voelerelement 50 bevindt. Indien ten gevolge van uitlijnings- of breedtevariaties van de vorige baan 11 of afwijkingen in de 20 rijrichting, de ligging van het voelerelement 50 gaat afwijken van de ideale situatie, leidt dit tot een overeenkomstige afwijking van de regelstang 55 ten opzichte van de slede 70, waardoor de nok 61 een van beide contacten 60 zal beroeren. Daarop wordt de cilinder 71 zodanig uitgestuurd, dat de slede 70 met afwikkeleenheid in de richting van de uitwijking wordt verplaatst zodat deze wordt opgeheven, het 25 contact 60 weer wordt geopend en de nok 61 terugkomt in de neutrale uitgangspositie. Aldus wordt bereikt dat de nieuw te leggen baan 12 automatisch nauwkeurig ten opzichte van de voorgaande 11 baan wordt uitgelijnd.
Het voelerelement 50 bestaan uit twee delen 51, 52. Het eerste deel 51 heeft een naar onderen verwijdende wigworm, waardoor het element onder invloed van de 30 veerkracht zich met een van zijn flanken onder de voorgaande baan 11 zal werken 10 01 102.
-12- en daarbij de voorgaande baan 11 aan de rand enigszins zal oprichten. Het tweede deel 52 is achter het eerste geplaatst en is een verticale rand, begint op de hartlijn van wigvorm en is enigszins naar binnen toe gekromd. Het voelerelement zal zich hierdoor nooit verder dan halverwege de wigvorm onder de voorgaande baan 11 5 kunnen werken. De ligging van het voelerelement 50, in de rijrichting gezien, achter het uiteinde van de tweede transporteur 32, zorgt ervoor dat de nieuw uit te leggen baan 12 op de andere flank wordt ontvangen, zodat de rand van de nieuwe baan 12 eveneens wordt opgericht en tegen de rand van de voorgaande baan 11 wordt opgezet. De aandrukwals 38 tenslotte drukt de randen van beide banen 11,12 10 plat en hecht in elkaar zodat een naadloze aansluiting wordt bereikt. Een en ander is schematisch weergegeven in figuur 5A-5C.
Aldus wordt een bijzonder efficiënte inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt gerealiseerd, die met een enkelhandige bediening in staat is het produkt plooi- en breukvrij onder de gewenste trekspanning volledig 15 automatisch uitgelijnd en naadloos ten opzichte van een voorgaande baan uit te leggen.
Het zal duidelijk zijn dat, hoewel de uitvinding aan de hand van slechts een enkel uitvoeringsvoorbeeld nader is toegelicht, de uitvinding geenszins tot het gegeven voorbeeld is beperkt. Integendeel zijn voor een vakman vele variaties en 20 verschijningsvormen van de beschreven inrichting mogelijk zonder buiten het kader van de onderhavige uitvinding te geraken.
10 0 1 1 02 .

Claims (9)

1. Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt, omvattende een zelf-rijdend gestel met een daarop aangebrachte uitlegeenheid, welke is voorzien van een afwikkelinrichting voor het daarin opnemen en doen 5 roteren van een rol produkt en welke een neerwaarts gerichte transporteur omvatten om een afgewikkelde strook produkt naar de ondergrond te leiden, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van registratiemiddelen om de trekspanning in de strook na het verlaten van de transporteur te registreren en dat de registratiemiddelen zijn gekoppeld aan synchronisatiemiddelen om de 10 afwikkelsnelheid van de rol produkt en de rijsnelheid van het gestel onderling af te stemmen in relatie tot de geregistreerde trekspanning.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de transporteur neerwaarts is gericht en scharnierbaar om een dwars op de rijrichting van de inrichting geplaatste scharnieras is bevestigd, dat de transporteur tegenover een 15 loopvlak daarvan is voorzien van geleidingsmiddelen om de strook daaronder te ontvangen, en dat het gestel is voorzien van aandrukmiddelen om de strook na het verlaten van de transporteur tegen de ondergrond drukken.
3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de geleidingsmiddelen een geleiderol omvatten welke nabij een vrij uiteinde van de transporteur tegenover 20 het loopvlak daarvan is aangebracht.
4. Inrichting volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de geleidingsmiddelen en het loopvlak onderling een afstand bewaren die althans nagenoeg correspondeert met de dikte van de strook. 1 10 0 1 1 02 . Inrichting volgens conclusie 2, 3 of 4 met het kenmerk dat de 25 aandrijfmiddelen een motor omvatten met een continu variabele overbrenging naar ten minste één voortbewegingsorgaan van het gestel en dat de overbrenging wordt gestuurd door de genoemde hoek van de transporteur. -14-
6. Inrichting volgens conclusie 5 met het kenmerk dat de genoemde overbrenging een hydraulische leiding omvat waarin een ventiel is opgenomen dat wordt gestuurd door de stand van de transporteur.
7. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies met het kenmerk dat de 5 uitlegeenheid is aangebracht op een slede welke in een richting dwars op de rijrichting van het gestel verplaatsbaar is aangebracht, dat de uitlegeenheid is voorzien van een voeler om contact te onderhouden met een rand van een voorgaande baan uitgelegd produkt en dat de inrichting is voorzien van correctiemiddelen om de slede dwars op de rijrichting van het gestel te verplaatsen 10 overeenkomstig een met de voeler geregistreerde afwijking van de rand van de voorgaande baan.
8. Inrichting volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de voeler aan een uiteinde een voelerelement omvat en schamierbaar om een verticale as is bevestigd, dat de voeler is voorzien van voorspanmiddelen om de voeler zijwaarts naar buiten 15 te stuwen, en dat de voeler is gekoppeld met schakelmiddelen om de correctiemiddelen te sturen.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8 met het kenmerk dat de correctiemiddelen ten minste één hydraulische cilinder omvatten die bij verlies van het genoemde contact de uitlegeenheid in de richting van de voorgaande baan 20 stuwen om het contact te herstellen.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9 met het kenmerk dat het voelerelement een naar onderen verwijdende wigvorm vertoont en gezien in de rijrichting van het gestel tussen het vrije uiteinde van de tweede transporteur en de aandrukmiddelen is aangebracht. 10 01 1 02 -
NL1001102A 1995-08-31 1995-08-31 Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt. NL1001102C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001102A NL1001102C2 (nl) 1995-08-31 1995-08-31 Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt.
PCT/NL1996/000337 WO1997007658A1 (en) 1995-08-31 1996-08-26 Device for laying out a product wound into a roll

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001102A NL1001102C2 (nl) 1995-08-31 1995-08-31 Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt.
NL1001102 1995-08-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001102C2 true NL1001102C2 (nl) 1997-03-03

Family

ID=19761513

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001102A NL1001102C2 (nl) 1995-08-31 1995-08-31 Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1001102C2 (nl)
WO (1) WO1997007658A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6131668A (en) * 1997-12-29 2000-10-17 Clark Equipment Company Sod laying apparatus and method
CN114667892A (zh) * 2022-05-30 2022-06-28 潍坊科技学院 一种园林草皮铺埋设备

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS591763A (ja) * 1982-06-19 1984-01-07 株式会社川上製作所 延反機
US4724781A (en) * 1984-06-20 1988-02-16 Mitsubishi Rayon Eng. Co. Ltd. Spreading and laying machine for speed nursery strip
SU1447738A1 (ru) * 1987-06-03 1988-12-30 Всесоюзное Научно-Производственное Объединение Консервной Промышленности Устройство дл размотки длинномерного материала
FR2644185B1 (fr) * 1989-03-10 1992-02-14 Screg Routes & Travaux Dispositif pour la pose sur une route d'au moins une bande de revetement textile
AU6366490A (en) * 1989-09-29 1991-04-11 Lawn Technology Limited Turf handling machine
US5215278A (en) * 1991-12-02 1993-06-01 Hess Douglas S Apparatus for laying turf
FR2695534B1 (fr) * 1992-09-11 1994-12-30 Sodiape Machine à déposer le gazon.
US5358370A (en) * 1993-01-11 1994-10-25 Andre Carpentier Un-winder for hay bales

Also Published As

Publication number Publication date
WO1997007658A1 (en) 1997-03-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4433533A (en) Cylindrical baler with automatic steering system
NL8005666A (nl) Inrichting voor het oprollen van cylindrische balen hooi of stro voor het direct op de plaats van bestemming gedoseerd verdelen van de verkregen produkten of stoffen.
US5454776A (en) Carton bottom folder and sealer
US20130248329A1 (en) Folding Transport Conveyor For A Construction Machine, Automotive Construction Machine, As Well As Method For Pivoting A Transport Conveyor
US4121506A (en) Carton forming apparatus
CA2348857C (en) Bale wrapping supply roll handling arrangement
US7066368B1 (en) Paper web draw-in device for a web-fed printing press
NL8600948A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vullen van een afzonderingsinrichting voor drukproducten, in het bijzonder van een aanlegger.
CA1303079C (en) Apparatus for enabling transit of articles between adjacent surfaces
US5435689A (en) Conveyor for particulate materials
NL8700453A (nl) Laadvloer van een vrachtvoertuig.
US20030024407A1 (en) Round baler for agricultural stalk material
NL194883C (nl) Automatische inrichting voor het snijden van een weefselbaan en het tot een nieuwe weefselbaan verbinden van afgesneden stukken weefsel.
US20160252338A1 (en) Automatically aligning chassis guides
NL1001102C2 (nl) Inrichting voor het uitleggen van een tot een rol gewikkeld produkt.
US6286419B1 (en) Apparatus for rolling compressible sheet material
US20100061834A1 (en) Platform for carrying and transporting loads with an unrollable floor, and transport device with a platform of this type
EP1266563A1 (en) Roundbaler for agricultural stalk material
NL193849C (nl) Inrichting voor het doen oprollen van ÚÚn of meer graszoden.
US5927927A (en) Automatic cart loading machine and method
US5765483A (en) Device for automatic format adjustment in a delivery of a rotary printing press
US5240369A (en) Apparatus for stacking sheets
CA2089676A1 (en) Folding plastic material
WO2019223890A1 (en) Stacking machine for handling individual sheets and a sheet dispensing system for providing individual sheets
BE1003625A4 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verhandelen van vellen.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20050301